VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Vergelijkbare documenten
DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing gemeente Deurne 2017

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2017, nr 69c; besluit

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT:

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE. Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing gemeente Deurne 2016

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr ; VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende. zaakbelastingen 2012 Citeertitel Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening parkeerbelastingen Deurne 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening onroerende-zaakbelastingen Deurne 2018

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2016.

BESLUIT. VERORDENING op de heffing en invordering van onroerende- zaakbelastingen 2017

De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013.

Normal 0 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.msonormaltable

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Raadsbesluit. Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer:

Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 );

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 b e s l u i t :

gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13 november 2012;

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING STEIN 2016

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

Verordening onroerendezaakbelastingen

Wetstechnische informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

*ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016

I. in te trekken de verordening d.d. 13 december 2007, nr. 60a; II. vast te stellen de: Artikel 1

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2018

Nijverdal, 12 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017;

VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016)

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014.

Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2018 (Verordening onroerendezaakbelastingen Delft 2018).

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 20 december 2005;

VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen gemeente Deurne 2017

Onroerende zaakbelastingen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. emeente Druten. emeenteraad lastinnen: onroerende-zaakbelastinçien

Raadsmededeling - Openbaar

De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr.

Verordening rioolheffing

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55;

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

RAADSVOORSTEL. Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 18 december 2012;

Verordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

NIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Gemert-Bakel, Besluit

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Wetstechnische informatie

Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

Verordening BI-zone De Vergulde Hand Vlaardingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, R.nr. 46.

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

Verordening rioolheffing

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

gelet op de tekst van de tussen de gemeente Zoeterwoude en BIZ-vereniging Grote Polder te sluiten Uitvoeringsovereenkomst;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013met bijbehorende tarieventabel

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Raadsmededeling - Openbaar

*ZEA18E71503* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015

RAADSBESLUIT 14R.00481

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2016

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

Onderwerp: Tarieven gemeentelijke belastingen en heffingen 2012 (parkeerbelasting) Registratienummer: GF

Verordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger

gelet op de tussen de gemeente Breda en Ondernemersvereniging BiZ Steenakker gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 18 oktober 2016; B E S L U I T:

Verordening bedrijveninvesteringszone Bedrijventerrein Vianen

het van het college van burgemeester in wethouders vin 1 oktober 2013;

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2018

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

Verordening bedrijveninvesteringszone De Krogten 2017 gemeente Breda

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

Transcriptie:

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Vaststellen belastingverordeningen 2013 Registratienummer: 355255 Op voorstel van B&W d.d.: dinsdag 23 oktober 2012 Datum vergadering: dinsdag 6 november 2012 Portefeuillehouder: Ragetlie, J. Rol gemeenteraad: kaderstellende rol Voorstel in het kort 1.Vast te stellen volgende bijgevoegde conceptverordeningen, met bijbehorende tarieventabellen en besluiten vast te stellen: 1. De 'Verordening Onroerende Zaakbelastingen Deurne 2013'; 2. De 'Verordening afvalstoffenheffing Deurne 2013' inclusief de bijbehorende tarieventabel en de 'Toegangstarieven Milieustraat'; 3. De 'Verordening Rioolheffing Deurne 2013'; 4. De 'Verordening Parkeerbelastingen Deurne 2013' inclusief de bijbehorende tarieventabel; 5. De 'Verordening Marktgeld Deurne 2013'; 6. De 'Belastingverordening Algemene Begraafplaats Jacobshof Deurne 2013'; 7. De 'Brandweerrechtenverordening Deurne 2013' inclusief de tarieventabel 2013; 8. De 'Verordening Toeristenbelasting Deurne 2013'; 9. De 'Verordening reclamebelasting Deurne 2013'; 10. De 'Verordening Hondenbelasting Deurne2013'. 2. Te besluiten dat van de conceptbegroting 2013 afwijkende besluiten doorwerken in de tarieven van bovenstaande conceptbelastingverordening. Samenvatting Voor 2013 moeten de belastingverordeningen opnieuw vastgesteld worden. De in de belastingverordening opgenomen tarieven zijn gebaseerd op de aan de raad voorgestelde concept verodening 2013. Door de overdracht van de uitvoering van de heffing en inning van de gemeentelijke belastingen naar de Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB) heeft de beleidsvoorbereiding van de verordeningen door BSOB plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een aantal tekstuele aanpassingen en een aantal aanpassingen als gevold van harmonistatie tussen de deelnemers (met name mbt betalingstermijnen ed). Voorstel conform programmabegroting Meegezonden bijlagen Ter inzage gelegd 1. -- 1. -- 1

Deurne, 23 oktober 2012 Nr. 79 AAN DE RAAD, 1. Inleiding In de raadsvergadering van november/december wordt jaarlijks het voorstel tot aanpassing van de belastingverordeningen behandeld. De besluitvorming bij de begroting vormt het uitgangspunt bij het opstellen van de belastingvoorstellen. Een ander belangrijk uitgangspunt zijn de richtlijnen zoals die door het Rijk worden opgesteld. 2. Het opstellen van de concept belastingverordeningen is verzorgd door de belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB). Zij hebben een aantal harmonisatievoorstellen verwerkt in deze conceptverordeningen evenals een aantal tekstuele aanpassingen. Deze concepten zijn als basis genomen en van tarieven voorzien door de betreffende inhoudelijke medewerkers van onze gemeente in samenspraak met het team financiën en afgestemd op de conceptbegroting 2013 zoals die aan uw raad voorligt. Mochten in dat raadsbesluit andere keuzes door uw raad gemaakt worden die van invloed zijn op de in de concept belastingverordeningen opgenomen tarieven, dan werkt dat besluit door in de vaststelling van deze verordeningen in die zin dat de tarieven worden geacht te zijn vastgesteld conform het besluit van de raad inzake de begroting 2013. Ter uitwerking van de begroting wordt aan u voorgelegd de voorgestelde belastingtarieven 2013 en de bijgestelde belastingverordeningen. Een besluit ter vaststelling van de maximumbedragen voor kwijtschelding afvalstoffenheffing zal in een later stadium aan u worden voorgelegd. Bij de begroting 2013 zijn de indexen voor verhoging van budgetten vastgesteld. Besloten is om de algemene belastingen met 1,11 % te verhogen (voor 2012 was dit 1,38 %). Voor de motivering van de overige tariefwijzigingen wordt verwezen naar het begrotingsvoorstel. Een overzicht van de tekstuele en harmonisatievoorstellen per belastingsoort, ziet u in onderstaand overzicht: Wijzigingen ten opzichte van de verordeningen zoals die golden voor 2012 Het artikel over de nadere regels wordt in alle verordeningen zodanig aangepast dat in plaats van het college het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant nadere regels kan stellen. OZB - In de verordening zijn de betaaltermijnen voor de bestuurlijke boete opgenomen. - In het kader van de harmonisatie is in de verordening een minimum aanslagbedrag van 5,00 opgenomen. Afvalstoffenheffing - In verband met de wijziging van artikel 15.33 Wet milieubeheer is de verordening aangepast in die zin dat deze bij gebruik niet meer uitgaat van feitelijk gebruik maar van gebruik maken in de zin van artikel 15.33. Door deze wijziging kan de verhuurder van een perceel in de heffing worden betrokken zonder dat deze het perceel zelf gebruikt. - In de verordening opgenomen dat de heffing bij wege van aanslag per jaar plaatsvindt in plaats van per maand. - De wijze van heffing voor het ophalen van grof huishoudelijk afval in de verordening opgenomen (bij wege van schriftelijke kennisgeving). - De bepaling inzake het ontstaan van de belastingschuld aangevuld. - In de verordening zijn de betaaltermijnen voor de bestuurlijke boete opgenomen. - In de tarieventabel is verwerkt dat de heffing bij wege van aanslag per jaar plaatsvindt. Rioolheffing - Bij de tarieven opgenomen dat deze de tarieven per jaar gelden in plaats van per maand. 1

In de verordening zijn de betaaltermijnen voor de bestuurlijke boete opgenomen. Parkeerbelastingen Geen wijzigingen Grafrechten Enkele tekstuele aanpassingen op voorstel van BSOB Brandweerrechten Enkele tekstuele aanpassingen op voorstel van BSOB Toeristenbelasting - In het kader van de harmonisatie is in de verordening een minimum aanslagbedrag van 5,00 opgenomen. - In de verordening zijn de betaaltermijnen voor de bestuurlijke boete opgenomen. - In het kader van de overdracht van bevoegdheden aan de BSOB is het artikel inzake de ambtenaar ten aanzien van wie de aanmeldingsplicht bestaat gewijzigd (artikel 14). Reclamebelasting - In de vrijstellingsbepaling van artikel 9 is opgenomen dat cultureel-maatschappelijke instellingen slechts voor vrijstelling in aanmerking komen als aan hen de status van Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is verleend. - In de verordening zijn de betaaltermijnen voor de bestuurlijke boete opgenomen. Hondenbelasting Geen wijzigingen Een overzicht van de tariefvoorstellen per belastingsoort, ziet u in onderstaand overzicht: OZB 2012 Voorgestelde tarieven 2013 Het percentage bedraagt voor: bij de gebruikersbelasting: 0,1112 % Het percentage bedraagt voor: bij de gebruikersbelasting: 0,1307 % bij de eigenarenbelasting woningen: 0,0946 % bij de eigenarenbelasting woningen: 0,1345 % niet-woningen: 0,1370 % niet-woningen: 0,1652 % Afvalstoffen 2012 Voorgestelde tarieven 2013 Vastrecht per perceel per jaar 63,60 Minicontainer van 140 liter, voor gft-afval 3,40 Minicontainer van 240 liter, voor gft-afval 5,30 Minicontainer van 140 liter, voor restafval 8,40 Minicontainer van 240 liter voor restafval 11,55 60-liter vuilniszak in een ondergrondse verzamelcontainer, per zak 2,65 Vastrecht per perceel per jaar 47,96 (uitgaande OPK inzameling zonder verenigingen) Minicontainer van 140 liter, voor gft-afval 3,40 Minicontainer van 240 liter, voor gft-afval 5,30 Minicontainer van 140 liter, voor restafval 9,25 Minicontainer van 240 liter voor restafval 12,70 60-liter vuilniszak in een ondergrondse verzamelcontainer, per zak 3,00 De belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op het gebruik van 25 literemmers of bovengrondse verzamelcontainers, per perceel per jaar (met inbegrip van de het vastrecht) van het belastingtijdvak of gedeelte daarvan 109,20 De belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op het gebruik van 25 literemmers of bovengrondse verzamelcontainers, per perceel per jaar (met inbegrip van de het vastrecht) van het belastingtijdvak of gedeelte daarvan 105,56 2

Op afroep aan huis inzamelen van grof huishoudelijk afval, per collo 17,90 Tarieven milieustraat Categorie 1, 2 en 3 tarieven ongewijzigd. Weegtarief categorie 4 van (kg) tot (kg) tarief (euro) 0 50 3,75 50 100 11,25 100 150 18,75 150 200 26,25 200 250 33,75 250 300 41,25 300 350 48,75 350 400 56,25 400 450 63,75 450 500 71,25 Op afroep aan huis inzamelen van grof huishoudelijk afval, per collo 17,90 Tarieven milieustraat Cat. 1 en 2 ongewijzigd Categorie 3 60 liter vuilniszak met restafval (max. 2 stuks) Tarief per zak: 3,00 Weegtarief categorie 4 van (kg) tot (kg) tarief (euro) 0 50 4,75 50 100 14,25 100 150 23,75 150 200 33,25 200 250 42,75 250 300 52,25 300 350 61,75 350 400 71,25 400 450 80,75 450 500 90,25 Rioolheffing 2012 Voorgestelde tarieven 2013 Tarieven per jaar (tarieven in verordening 2012 zijn Tarieven per jaar: per maand, hieronder omgezet naar jaarbedragen): minder dan 100 m³ 192,00 minder dan 100 m³ 190,00 100 m³, doch minder dan 200 m³ 283,20 100 m³, doch minder dan 200 m³ 280,00 200 m³, doch minder dan 300 m³ 392,40 200 m³, doch minder dan 300 m³ 388,00 300 m³, doch minder dan 500 m³ 540,00 300 m³, doch minder dan 500 m³ 535,00 500 m³, doch minder dan 2000 m³ 1.089,60 500 m³, doch minder dan 2000 m³ 1.097,00 2000 m³, doch minder dan 5000 m³ 1.915,20 2000 m³, doch minder dan 5000 m³ 1.896,00 5000 m³, doch minder dan 25000 m³ 5.593,20 5000 m³, doch minder dan 25000 m³ 5.537,00 25000 m³ en meer 30.441,60 25000 m³ en meer 30.137,00 Parkeren 2012 (Tarieven vanaf 1-02-2010) Voorgestelde tarieven 2013 Tarieven voor het parkeren bij parkeerapparatuur: Tarieven voor het parkeren bij parkeerapparatuur: 1. Het tarief voor het parkeren bedraagt 0,80 per uur 1.Het tarief voor het parkeren op alle parkeerplaatsen, uitgezonderd parkeerterrein Wolfsberg, bedraagt 0,95 per uur. 2.Het tarief voor het parkeren op het parkeerterrein Wolfsberg bedraagt 1,50 per uur. 2. Het maximale tarief bedraagt 3,20 per dag op de parkeerterreinen: 1. Kerkstraat, de overige plaatsen 2. Martinetstraat/Schuifelenberg 3. Heuvel 4. Visser 5. Molenberg 3. Voor een onbeperkt aantal parkeringen in geheel Deurne met uitzondering van de straten en pleinen 3.Het maximale tarief bedraagt 3,80 per dag op alle parkeerplaatsen uitgezonderd op parkeerterrein Aaltje Reddingiusstraat en op de parkeerplaatsen waar een maximale parkeerduur geldt van 60 minuten. 4.Voor een onbeperkt aantal parkeringen in geheel Deurne met uitzondering van straten en pleinen waar 3

waar een maximale inworp geldt van 90 minuten, te weten de Molenstraat, Molenlaan (ged.) Kerkstraat en plein Wolfsberg: d. Voor een periode van een kalenderjaar 544,50 c. Voor een periode van een kalendermaand 49,50 b. Voor de periode van kalenderweek 16,50 a. Voor de periode van een kalenderdag 7,00 Tarieven voor een parkeervergunning: 1. Belanghebbendenvergunning 100,-- per jaar 2. Bewonersvergunning A 100,-- per jaar 3. Bewonersvergunning B 200,-- per jaar 4. Bedrijfsvergunning 100,-- per jaar 5. Zorgvergunning 100,-- per jaar 6. Marktvergunning 100,-- per jaar een maximale parkeerduur geldt van 60 minuten een jaarkaart (parkeerabonnement): a. voor de periode van een kalenderjaar 646,60 b. voor de periode van een kalendermaand 58,80 c. voor de periode van een kalenderweek 19,60 d. voor de periode van een kalenderdag 8,30 Tarieven voor een parkeervergunning: 1. Bewonersvergunning A 100,00 per jaar 2. Bewonersvergunning B 200,00 per jaar 3. Bedrijfsvergunning 100,00 per jaar 4. Zorgvergunning 100,00 per jaar 5. Marktvergunning 100,00 per jaar Tarieven voor de parkeergarage: Het tarief voor het parkeren in de parkeergarage Wolfsberg bedraagt 0,95 per uur Marktgelden 2012 Voorgestelde tarieven 2013 Het marktgeld bedraagt per m2 per dag of gedeelte ervan: 0,50 per kwartaal: 6,00 Het marktgeld bedraagt per m2 per dag of gedeelte ervan: 0,53 per kwartaal: 6,25 Het marktgeld voor een standwerkersplaats bedraagt 5,21 per keer. Grafrechten 2012 Voorgestelde tarieven 2013 Zie tarieventabel 2012 Meest voorkomende bedragen: Begraafrecht vanaf 12 jaar, categorie 1 389,00 Grafrecht vanaf 12 jaar, categorie 2 1.587,00 Verlening grafrecht met 10 jaar vanaf 12 jaar, categorie 2 795,00 Zie tarieventabel 2013: indexering toegepast van 1,11% Meest voorkomende bedragen: Begraafrecht vanaf 12 jaar, categorie 1 393,00 Grafrecht vanaf 12 jaar, categorie 2 1.605,00 Verlening grafrecht met 10 jaar vanaf 12 jaar, categorie 2 804,00 Toeristenbelasting 2012 Voorgestelde tarieven 2013 Het tarief bedraagt per overnachting voor: Minicamping en kampeerboerderijen 0,65 Overige accommodaties 0,90 Het tarief bedraagt per overnachting voor: Minicamping en kampeerboerderijen 0,90 Overige accommodaties 1,15 Reclamebelasting 2012 Voorgestelde tarieven 2013 Geen wijziging in tarief Hondenbelasting 2012 Voorgestelde tarieven 2013 Geen wijziging in tarief 3. Voorstel 1.Vast te stellen volgende bijgevoegde conceptverordeningen, met bijbehorende tarieventabellen en besluiten: 1. De 'Verordening Onroerende Zaakbelastingen Deurne 2013'; 2. De 'Verordening afvalstoffenheffing Deurne 2013' inclusief de bijbehorende tarieventabel en de 'Toegangstarieven Milieustraat'; 4

3. De 'Verordening Rioolheffing Deurne 2013'; 4. De 'Verordening Parkeerbelastingen Deurne 2013' inclusief de bijbehorende tarieventabel; 5. De 'Verordening Marktgeld Deurne 2013'; 6. De 'Belastingverordening Algemene Begraafplaats Jacobshof Deurne 2013'; 7. De 'Brandweerrechtenverordening Deurne 2013' inclusief de tarieventabel 2013; 8. De 'Verordening Toeristenbelasting Deurne 2013'; 9. De 'Verordening reclamebelasting Deurne 2013'; 10. De 'Verordening Hondenbelasting Deurne2013'. 2. Te besluiten dat van de conceptbegroting 2013 afwijkende besluiten doorwerken in de tarieven van bovenstaande conceptbelastingverordening. Burgemeester en wethouders van Deurne, De secretaris, De burgemeester, (G.J.C. Kusters) (H.J. Mak) 5

Nr. 79a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 oktober 2012, nr. 79; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; vast te stellen de: BESLUIT Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2013 Artikel 1 Belastingplicht 1. Onder de naam 'onroerende-zaakbelastingen' worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. Artikel 2 Belastingobject 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. 2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. 1

Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel 1. 2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel 4 Vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 1, derde lid, onderdeel b, van die wet bedoelde voorwaarden met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; g. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken. j. onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; k. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen; l. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; 2

m. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in onderdeel j van het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eigenarenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 3. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 5 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor: a. bij de gebruikersbelasting: 0,1307 % b. bij de eigenarenbelasting 1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen: 0,1345 % 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen: 0,1652 % 2. Voor belastingbedragen tot maximaal 5,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. Artikel 6 Wijze van heffing De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. De aanslag(en) moet(en) worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. Het bedrag inzake een bestuurlijke boete moet worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 3. In afwijking van het eerste en tweede lid moeten, indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) en de bestuurlijke boete(s) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later. 4. In afwijking van het derde lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen en bestuurlijke boetes meer is dan 80,00 en minder is dan 2.000,00. 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 8 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen. 3

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De 'Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012 van 8 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening onroerende-zaakbelastingen Deurne 2013'. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2012. De griffier, De voorzitter, (R.J.C.M. Rutten) (H.J. Mak) 4

Nr. 79b DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 oktober 2012, nr. 79; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer; BESLUIT vast te stellen de: "Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2013" Artikel 1. Begripsomschrijvingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: 1. minicontainer: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume; 2. verzamelcontainer: een vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer; 3. ondergrondse verzamelcontainer: een vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer ondergronds; 4. gft-afval: groente, fruit- en tuinafval; 5. restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval; 6. grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden; 7. collo: onder collo wordt verstaan een pakket van restafval als bedoeld onder lid 5 met een afmeting van maximaal 0,5 m¹ x 0,5 m¹ x 1,5 m¹ = 0,375 m³ en/of maximaal 40 kilo; 8. gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit. 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer (Stb. 1994, 80). 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar de afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 3. Belastingplicht. 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel; b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan. 1

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief. De belasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel Artikel 5. Belastingjaar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 6. Wijze van heffing. 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag; 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht; 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven; 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven; 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt. 5. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening. Artikel 8. Termijnen van betaling 1. De aanslag(en) moet(en) worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. Het bedrag inzake een bestuurlijke boete moet worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 3. In afwijking van het eerste en tweede lid moeten, indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) en de bestuurlijke boete(s) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later. 4. In afwijking van het derde lid is betaling via automatische incasso alleen maar mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen meer is dan 80,00 en minder is dan 2.000,00. 5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 9. Nadere regels door het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2

Artikel 10.Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De "Verordening afvalstoffenheffing 2012 van 8 november 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing Deurne 2013". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2012. De griffier, De voorzitter, (R.J.C.M. Rutten) (H.J. Mak) 3

Tarieventabel 2013 behorende bij de "Verordening Afvalstoffenheffing Deurne 2013" Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing ` Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen 1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar 47,96 1.1.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting per aanbieding van een: 1.1.2.1 minicontainer van 140 liter, bestemd voor gft-afval 3,40 1.1.2.2 minicontainer van 240 liter, bestemd voor gft-afval 5,30 1.1.2.3 minicontainer van 140 liter, bestemd voor restafval 9,25 1.1.2.4 minicontainer van 240 liter, bestemd voor restafval 12,70 1.1.2.4 60-liter vuilniszak in een ondergrondse verzamelcontainer, per zak 3,00 1.1.3 de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op het gebruik van 25 liter-emmers of bovengrondse verzamelcontainers, per perceel per jaar (met inbegrip van de belasting genoemd onder 1.1.1.) van het belastingtijdvak of gedeelte daarvan 105,56 Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing 1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op afroep aan huis inzamelen van grof huishoudelijk afval als bedoeld in artikel 1, onder zes en zeven, per collo een bedrag van 17,90 Behorend bij het raadsbesluit tot vaststelling van de Verordening afvalstoffenheffing Deurne 2013 van 6 november 2012. De griffier (R.J.C.M. Rutten) 4

Toegangstarieven op de milieustraat in Deurne met ingang van 1 januari 2012 Categorie 1 (gratis) Categorie 2 volumetarief (max. 2 m³) elektrische en elektronische blad/gras apparatuur (koelkast, tv etc.) snoeihout kadavers kleine huisdieren asbest motorolie (max. 10 liter) kca glas (verpakkingsglas/vlak glas) papier, karton textiel, schoeisel kringloopgoederen (excl. Meubelen) ferro/non-ferro (blik etc.) personenwagenbanden zonder velg (max. 5 stuks) luiers en incontinentiemateriaal drankkartons frituurvet cartridges hard plastiek (tuinmeubelen etc.) kunststof afval (folies, flacons, plastic tasjes etc.) tarief 0-1 m3 7,00 1-2 m3 14,00 Categorie 3 Categorie 4 weegtarief 60 liter vuilniszak met restafval (max. 2 stuks) per zak 3,00 vuil puin schoon puin hout/sloophout grof restafval personenwagenbanden met velg (max. 4 stuks) grond, niet chemisch verontreinigd meubelen Weegtarief categorie 4 van (kg) tot (kg) tarief (euro) 0 50 4,75 50 100 14,25 100 150 23,75 150 200 33,25 200 250 42,75 250 300 52,25 300 350 61,75 350 400 71,25 400 450 80,75 450 500 90,25 Behorend bij het raadsbesluit tot vaststelling van de Verordening afvalstoffenheffing Deurne 2013 van 6 november 2012. De griffier, (R.J.C.M. Rutten) 5

Nr. 79c DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 oktober 2012, nr. 79; gelet op het bepaalde in artikel 228a van de Gemeentewet; BESLUIT vast te stellen de: Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; c. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft; d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1. De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel. 2. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; 1

b. ingeval een gedeelte van een perceel niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan. Artikel 4 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. Artikel 5 Maatstaf van heffing 1. De belasting wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. 2. Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd en/of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend. 3. In geval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. 4. De op de voet van het tweede lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt indien sprake is van een bedrijf verminderd met de hoeveelheid water die niet als afvalwater is afgevoerd. 5. Voor zover de gegevens als bedoeld in het tweede, derde en vierde lid van dit artikel niet bekend zijn, wordt het waterverbruik door de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar vastgesteld op basis van het waterverbruik van vergelijkbare huishoudens en bedrijven. 6. De op de voet van het tweede lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die aantoonbaar niet is afgevoerd. Vermindering als gevolg van het besproeien van een tuin of landerijen vindt niet plaats. Artikel 6 Belastingtarieven De belasting bedraagt per belastingjaar, bij een hoeveelheid afvalwater van: 1 minder dan 100 m³ 190,00 2 100 m³, doch minder dan 200 m³ 280,00 3 200 m³, doch minder dan 300 m³ 388,00 4 300 m³, doch minder dan 500 m³ 535,00 5 500 m³, doch minder dan 2000 m³ 1079,00 6 2000 m³, doch minder dan 5000 m³ 1896,00 2

7 5000 m³, doch minder dan 25000 m³ 5537,00 8 25000 m³ en meer 30.137,00 Artikel 7 Belastingtijdvak 1. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 8 Wijze van heffing 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belastingbedrag als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor de belasting in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belastingbedrag als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt. Artikel 10 Termijnen van betaling 1. De aanslag(en) moet(en) worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. Het bedrag inzake een bestuurlijke boete moet worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 3. In afwijking van het eerste en tweede lid moeten, indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) en bestuurlijke boete(s) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later. 4. In afwijking van het derde lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen en bestuurlijke boetes meer is dan 80,00 en minder is dan 2.000,00. 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. 3

Artikel 11 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing. Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening rioolheffing 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening rioolheffing Deurne 2013". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2012. De griffier, De voorzitter, (R.J.C.M. Rutten) (H.J. Mak) 4

Nr. 79d DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 oktober 2012, nr. 79; gelet op artikel 225 van de Gemeentewet; BESLUIT vast te stellen de: Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 Artikel 1 Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; b. motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990; c. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; d. houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens; e. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan f. centrale computer: computer van het bedrijf c.q. de bedrijven waarmee de gemeente Deurne een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon en/of internet; g. Deurnepas: identificatiemiddel waarmee via internet kan worden ingelogd op een centrale computer voor het aan- of melden van een parkeerbeweging. h. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorend bij parkeerapparatuur; i. belanghebbendenparkeerplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd; j. parkeervergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaats en/of belanghebbendenparkeerplaats k. vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een parkeervergunning is verleend. l. Parkeerabonnement (jaarkaart): een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaats en/of belanghebbendenparkeerplaats 1

m. Gehandicaptenparkeerplaats: een parkeerplaats voorzien van het bord E6 RVV 1990, al dan niet voorzien van een onderbord n. Kwartaal: Kalenderkwartaal Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven: a. een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze; b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze. Artikel 3 Belastingplicht 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd. 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt: a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen; b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat: 1 indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd; 2 indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd. 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen. 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd. Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel. Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren. 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak waarover de belasting wordt geheven. Artikel 6 Wijze van heffing, termijnen van betaling en restitutie 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte 2

worden betaald uiterlijk binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of via de Deurnekaart inloggen op de centrale computer. 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven via een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waartoe ook wordt gerekend een nota of andere schriftuur, en moet worden betaald voorafgaand aan het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend. 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt berekend per kalenderjaar. a. Indien een parkeervergunning wordt toegekend op of voor de 15 e van de tweede maand van het betreffende kwartaal wordt het volledige kwartaalbedrag in rekening gebracht. b. Indien een parkeervergunning wordt toegekend na de 15 e van de tweede maand van het betreffende kwartaal wordt het volledige kwartaalbedrag in rekening gebracht. 5. Restitutie van reeds betaalde belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b vindt plaats voor de resterende kwartalen van het jaar, gerekend vanaf het moment dat de parkeervergunning wordt ingeleverd. a. Indien een parkeervergunning wordt ingeleverd op of voor de 15 e van de tweede maand van het betreffende kwartaal, dan vindt volledige restitutie van het kwartaalbedrag plaats. b. Indien een parkeervergunning wordt ingeleverd na de 15 e van de tweede maand van het betreffende kwartaal, dan vindt geen restitutie van het kwartaalbedrag plaats. 6. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald. Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders. Artikel 8 Kosten naheffingsaanslag De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedragen 56,00. Artikel 9 Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen 1. Het parkeren van de volgende gebruikers wordt niet gereguleerd en zijn derhalve vrijgesteld van het parkeren van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2 van deze verordening: a. als zodanig herkenbare politievoertuigen b. als zodanig herkenbare brandweervoertuigen c. als zodanig herkenbare ambulances d. als zodanig herkenbare dierenambulances 2. Op gehandicaptenparkeerplaatsen wordt geen parkeerbelasting geheven. Artikel 10 Kwijtschelding Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 11 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van parkeerbelastingen. 3

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening Parkeerbelasting 2009" wordt ingetrokken met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening parkeerbelastingen Deurne 2013". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2012. De griffier, De voorzitter, (R.J.C.M. Rutten) (H.J. Mak) 4

Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen Deurne 2013 A. Tarieven voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in art. 2 onderdeel a 1. Het tarief voor het parkeren op alle parkeerplaatsen, uitgezonderd parkeerterrein Wolfsberg, bedraagt 0,95 per uur. 2. Het tarief voor het parkeren op het parkeerterrein Wolfsberg bedraagt 1,50 per uur. 3. Het maximale tarief bedraagt 3,80 per dag op alle parkeerplaatsen uitgezonderd op parkeerterrein Aaltje Reddingiusstraat en op de parkeerplaatsen waar een maximale parkeerduur geldt van 60 minuten. 4. Voor een onbeperkt aantal parkeringen in geheel Deurne met uitzondering van straten en pleinen waar een maximale parkeerduur geldt van 60 minuten een jaarkaart (parkeerabonnement) a. voor de periode van een kalenderjaar 646,60 b. voor de periode van een kalendermaand 58,80 c. voor de periode van een kalenderweek 19,60 d. voor de periode van een kalenderdag 8,30 B. Tarieven voor een parkeervergunning, zoals bedoeld in art. 2 onderdeel b 1. Bewonersvergunning A 100,00 per jaar 2. Bewonersvergunning B 200,00 per jaar 3. Bedrijfsvergunning 100,00 per jaar 4. Zorgvergunning 100,00 per jaar 5. Marktvergunning 100,00 per jaar C. Tarieven voor de parkeergarage. Het tarief voor het parkeren in de parkeergarage Wolfsberg bedraagt 0,95 per uur. Behorend bij het raadsbesluit tot vaststelling van de Verordening parkeerbelastingen Deurne 2013 van 6 november 2012. De griffier, (R.J.C.M. Rutten) 5