Verordening op het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats. Kerk" van de gemeente Heemskerk 2010

Verordening op het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats "Nederlands Hervormde Kerk" van de gemeente Heemskerk 2010 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp gemeente Heemskerk Verordening op het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats "Nederlands Hervormde Kerk" van de gemeente Heemskerk 2010 Beheersverordening algemene begraafplaats "Nederlands Hervormde Kerk" 2010 Gemeenteraad Opmerkingen m.b.t. de regeling Geen. Grondslagen 1. Wet op de lijkbezorging 2. Gemeetewet, art. 149 Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Voorschriften met betrekking tot het plaatsen en hebben van voorwerpen en beplanting op grafruimten bij de Nederlands Hervormde Kerk 2010. Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ontstaansbron: datum ondertekening; bron bekendmaking 1-1-2010 nieuwe regeling 26-11-2009 De Kennemer d.d. 9-12-2009 Inwerkingtreding: datum ondertekening; bron bekendmaking 26-11-2009 De Kennemer d.d. 9-12-2009 Voorstel gemeenteraad Collegevoorstel d.d. 26-11-2009 nummer SD/29733_2 Z/2009/153373

2 Geconsolideerde tekst van de regeling Verordening op het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats "Nederlands Hervormde Kerk" van de gemeente Heemskerk 2010 Artikel 1 1. Het beheer van de algemene begraafplaats "Nederlands Hervormde Kerk" gelegen aan het Kerkplein hierna te noemen "de begraafplaats" wordt gevoerd door het college. 2. Met inachtneming van deze verordening bepaalt het college op welke wijze de administratie van de begraafplaats wordt ingericht en bijgehouden, alsmede door wie en op welke wijze onder hun verantwoordelijkheid de aan het beheer verbonden werkzaamheden zullen worden verricht. Artikel 2 Deze verordening verstaat onder: eigengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: het doen begraven en begraven houden van lijken; het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; huurgraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht werd verleend voor een periode van 10 achtereenvolgende jaren tot: het doen begraven en begraven houden van lijken; het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; algemeen graf: een graf, bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder de gelegenheid werd geboden tot het doen begraven van lijken of het bijzetten van asbussen met of zonder urnen; urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen; asbus: een bus ter berging van de as van een overledene; grafbedekking: gedenkteken en/of beplanting op een graf; beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt; rechthebbende: degene die het recht heeft verkregen in een eigengraf of huurgraf te begraven in de loop van de (huur)tijd; begraven: het ter aarde bestellen van een lijk. Onder begraven wordt mede verstaan het plaatsen van een urn of asbus in of op een grafruimte; Artikel 3 1. De begraafplaats is bestemd voor het begraven van lijken van personen en het bijzetten van asbussen in of op een grafruimte, ongeacht hun gezindte, die: a. op het tijdstip van overlijden als ingezetene van de gemeente Heemskerk in het bevolkingsregister waren opgenomen; b. op het tijdstip van overlijden weliswaar niet als ingezetene in het bevolkingsregister waren opgenomen, niettemin gedurende ten minste 10 jaren als ingezetene in het bevolkingsregister van de gemeente Heemskerk opgenomen zijn geweest; c. elders hun woonplaats hebbende, in de gemeente Heemskerk zijn overleden. 2. In zeer bijzondere gevallen kunnen de lijken van personen die op het tijdstip van overlijden elders hun woonplaats hadden en elders zijn overleden, alleen met toestemming van het college, op de begraafplaats in een eigengraf of huurgraf worden begraven.

3 Artikel 4 1. Het college wijst de vakken of gedeelten van de vakken aan, waar eigengraven, huurgraven en algemene graven zijn gesitueerd. 2. De afmetingen van de grafruimten worden door het college bepaald. 3. Op de begraafplaats worden geen eigengraven, huurgraven of algemene graven meer uitgegeven. 4. Het college kan begraving in bestaande eigengraven toestaan nadat rechthebbende genoegzaam heeft aangetoond gerechtigd te zijn in het eigengraf te mogen begraven. 5. Begraving in een eigen graf kan behoudens het gestelde in het vierde lid alleen plaatsvinden indien in de grafruimte nog voldoende ruimte aanwezig is. Na begraving moet minimaal 65 cm dek mogelijk zijn. De graven worden niet geschud. 6. In een eigengraf kunnen maximaal 3 overleden worden bijgezet, met in acht neming van het gestelde in het vierde en vijfde lid. 7. Het college kan begraving in bestaande huurgraven toestaan, onder gelijktijdige verlenging van de grafhuurperiode van 10 of 20 jaar. De aanvrager dient genoegzaam aan te tonen gerechtigd te zijn in het huurgraf te mogen begraven. 8. Begraving in een huurgraf kan behoudens het gestelde in het zevende lid alleen plaatsvinden indien in de grafruimte nog voldoende ruimte aanwezig is. Na begraving moet minimaal 65 cm dek mogelijk zijn. De graven worden niet geschud. 9. In een huurgraf kunnen maximaal 3 overleden worden bijgezet, met in acht neming van het gestelde in het zevende en achtste lid. 10. De nieuwe huurtermijn van het huurgraf kan na de vervaldatum weer verlengd worden, zolang de begraafplaats als zodanig bestemd en in gebruik is. 11. In algemene graven worden geen overledenen of urnen meer bijgezet. Artikel 5 1. Het college verleent het recht om te begraven met inachtneming van het bepaalde in deze verordening en onder de voorwaarden, nader omschreven in de Heffingsverordening algemene begraafplaats "Nederlands Hervormde Kerk". 2. Het recht om in de loop van de tijd in eigengraven of huurgraven te begraven of urnen of asbussen bij te zetten, wordt geacht te zijn verleend onder de nu of later door de raad bij verordening vast te stellen voorwaarden. 3. Ruiming van een asbus (dit is opening en verstrooiing van de as) geschiedt niet eerder dan na 10 jaren na de datum van crematie. Na ruiming van het graf zal de asbus zolang worden opgeslagen op begraafplaats Eikenhof of daar worden verstrooid. Artikel 6 1. Van het verlenen van het recht tot begraven of bijzetten wordt een schriftelijk bewijs opgemaakt, in de vorm van een rekening. 2. De rekening kan slechts staan op naam van één persoon; hetzij een natuurlijk persoon, hetzij een rechtspersoon. Artikel 7 1. Het recht verbonden aan een eigengraf kan op schriftelijk verzoek of blijkens over te leggen testamentaire beschikking van degenen die voormeld recht hebben, worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daar gewichtige redenen voor bestaan. 2. Na het overlijden van de rechthebbende of de gebruiker kan het recht verbonden aan een eigengraf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de in de vorige volzin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen

4 bestaan. In bijzondere gevallen kan deze termijn door het college worden verlengd. Zolang na het overlijden van die rechthebbende overschrijving nog niet heeft plaatsgehad, kan het recht niet worden uitgeoefend. 3. Is binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende niet om een overschrijving verzocht, dan wordt aangenomen dat op het recht niet langer prijs wordt gesteld en vervalt dit, waardoor de grafruimte met hetgeen daarin en daarop geplaatst werd ter beschikking komt van de gemeente. 4. Het recht verbonden aan een huurgraf kan op schriftelijk verzoek of blijkens over te leggen testamentaire beschikking van degenen die voormeld recht hebben, worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daar gewichtige redenen voor bestaan. 5. Na het overlijden van de rechthebbende of de gebruiker wordt het recht verbonden aan een huurgraf overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. 6. Zolang over de grafruimte door het college niet opnieuw beschikt is, kan op schriftelijk verzoek van de erfgenamen de overschrijving alsnog geschieden onder door het college vast te stellen voorwaarden. 7. Een verzoek om overschrijving van het recht door rechthebbende op naam van een persoon die niet tot zijn erfgenamen behoort, kan door het college worden geweigerd. 8. Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op een eigengraf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende. Artikel 8 1. Het college kan op een schriftelijk verzoek van de rechthebbende toestemming verlenen een opgraving te doen uit een eigengraf graf of huurgraf, mits de wettelijke grafrusttermijn van tien jaren verstreken is. 2. Bij de opgraving worden de stoffelijke resten op een daarvoor bestemd gedeelte van begraafplaats Eikenhof of een andere begraafplaats herbegraven of bij een crematorium ter verbranding aangeboden. 3. Na de opgraving vervalt de grafruimte weer aan de gemeente, zonder dat daar een vergoeding tegenover staat en kan er niet weer in de grafruimte worden bijgezet. 4. Op verzoeken om opgraving of herbegraving wordt in principe negatief beslist. In bijzondere gevallen kan de burgemeester, onder bepaalde voorwaarden, echter vergunning verlenen. Artikel 9 1. Het openen, sluiten en ruimen van grafruimten, alsmede het opgraven en weder begraven van lijken of overblijfselen, geschiedt uitsluitend door personeel in dienst van de gemeente Heemskerk of personeel van derden, daartoe door of namens het college aangewezen. 2. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan, indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. Artikel 10 1. De begraafplaats is dagelijks voor het publiek geopend van zonsopgang tot zonsondergang. 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan de begraafplaats tijdelijk worden gesloten indien dit voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden, zoals opgravingen, herbegravingen of ruimingen, noodzakelijk wordt geacht door de beheerder. 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of het bezorgen van as, op grond van art. 16, vierde lid.

5 Artikel 11 De toegang tot en het verblijf op de begraafplaats is verboden voor kinderen beneden de 12 jaar zonder begeleiding van een volwassene. Artikel 12 Allen die zich bevinden op de begraafplaats zijn verplicht zich, in het belang van de rust, orde en netheid, te houden aan de aanwijzingen van het personeel van de begraafplaats. Artikel 13 Het is verboden op de begraafplaats: a. te colporteren of goederen te koop aan te bieden; b. op enigerlei wijze reclame te maken voor handel of bedrijf; c. op de grafruimten te lopen of de begraafplaats te verontreinigen; d. rijwielen mee te voeren, anders dan om deze in de daarvoor bestemde bewaarplaats te stallen dan wel op daartoe aangewezen gedeelten van het terrein van de begraafplaats te plaatsen; e. honden mede te nemen; f. gereedschappen, kledingstukken of andere niet tot de grafruimte behorende voorwerpen neer te leggen of op te hangen op de grafruimten, op of aan graftekenen of de beplantingen; g. met voertuigen te rijden anders dan ten behoeve van een begraving of het noodzakelijk vervoer van materialen; h. geluids- en beeldopnamen, in welke vorm ook, te maken zonder voorafgaande toestemming van het college en voor zover het betreft het maken van bedoelde geluids- en beeldopnamen van begrafenissen zonder voorafgaande toestemming van de nabestaanden; i. zich te gedragen in strijd met de eerbied, aan de doden verschuldigd. Artikel 14 1. Personen, die één of meer voorschriften, vervat in de artikelen 15 tot en met 18, overtreden of zich op hinderlijke wijze gedragen, kunnen van de begraafplaats worden verwijderd. 2. Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan de toegang worden gesloten door het college. Artikel 15 Dodenherdenkingen, overdrachten of onthullingen van gedenktekens mogen niet geschieden zonder dat minimaal 5 dagen tevoren overleg heeft plaatsgehad met de beheerder over dag en uur van de plechtigheid en met betrekking tot de wijze, waarop de plechtigheid zal geschieden. Artikel 16 1. De uren van begraven en bijzetten zijn van 's morgens 9.00 uur tot 's middags 15.00 uur, met uitzondering van de vrijdagen, zaterdagen, zon- en feestdagen. 2. Op de vrijdagen wordt begraven en bijgezet tot 13.00 uur. 3. Op zaterdag wordt de mogelijkheid tot begraven of bijzetten geboden tussen 10.00 en 11.00 uur. 4. In bijzondere omstandigheden kan het college afwijking toestaan. Artikel 17 1. Alle aangiften tot het doen van een begraving of een bijzetting moeten worden gedaan bij het Bedrijfsbureau van de afdeling Buurtzaken. 2. Degene die wil doen begraven of as wil doen bijzetten, geeft daarvan uiterlijk om 9.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze verordening niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

6 3. Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats. 4. De voor de begraving of bijzetting noodzakelijke bescheiden moeten voor het tijdstip van begraving of bijzetting aan de beheerder ter inzage worden gegeven. 5. Bij de begraving of bezorging van de as in een eigengraf of huurgraf, dient het verlof tot begraven aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die redelijkerwijs geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden. 6. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken. Artikel 18 1. Op hetzelfde tijdstip mag op de begraafplaats niet meer dan één begraving of bijzetting plaatsvinden. Het college bepaalt hoeveel tijdsruimte er minimaal moet zijn tussen twee begravingen of bijzettingen. Als standaardregel wordt een tijdsduur van minimaal 2 uur aangehouden. 2. In bijzondere omstandigheden kan door het college van het bepaalde in het eerste lid worden afgeweken. Artikel 19 1. Een begraving of bijzetting mag niet geschieden dan onder toezicht of met medewerking van het op de begraafplaats dienstdoend personeel van de begraafplaats van gemeente Heemskerk. 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de daartoe noodzakelijke hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats. Nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van het personeel, zonder financiële verplichting van de gemeente, gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk 2 dagen tevoren schriftelijk of mondeling aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. Artikel 20 Een grafruimte mag niet worden geopend of weer aangevuld of gesloten en een voorwerp van een grafruimte mag niet worden afgenomen of weer geplaatst dan in tegenwoordigheid van het personeel van de begraafplaats van de gemeente Heemskerk. Artikel 21 Het college kan aan steenhouwers, tuinlieden en daarmee gelijk te stellen personen toestaan om werkzaamheden voor derden op de begraafplaats te verrichten, op dezelfde werkdagen als gelden voor het personeel van de gemeente Heemskerk van 9.00 tot 16.00 uur. Artikel 22 1. Het college kan vergunning verlenen om voorwerpen en/of beplantingen op de grafruimten te doen aanbrengen, zulks onder nader door hen te bepalen voorschriften en tegen betaling van het deswege ingevolge de Heffingsverordening algemene begraafplaats "Nederlands Hervormde Kerk" verschuldigde bedrag. 2. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt verleend tot het tijdstip, waarop het recht op een eigengraf, huurgraf of algemeengraf eindigt of vervalt. 3. Wanneer de vergunning als bedoeld in het eerste lid is geëindigd of vervallen, blijven de graftekenen of beplantingen die op die graven zijn aangebracht, gedurende drie maanden ter beschikking van de laatste rechthebbende. 4. Na afloop van de in het tweede lid genoemde termijn vervallen zij aan de gemeente zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. 5. De gemeente is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen en beplantingen die zich op of in de grafruimten bevinden. Risico's voor vandalisme, stukvriezen of andere beschadigingen en de gevolgen daarvan zijn derhalve voor de rechthebbende van de grafruimte.

7 6. Het college kan de vergunning weigeren indien: a. niet voldaan wordt aan de door hem vastgestelde nadere regels; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. 7. Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende, indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvrage heeft ingediend bij de beheerder. 8. Indien de betaling van het verschuldigde bedrag ingevolge de Heffingsverordening algemene begraafplaats "Nederlands Hervormde Kerk" uitblijft, zal de op het graf aanwezige grafbedekking worden verwijderd, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. Artikel 23 1. Het verzorgen van de grafruimten, het schoonhouden van de graftekenen en het verzorgen van de beplantingen dient te geschieden door of vanwege de rechthebbende op de grafruimte. 2. Het herstellen of vernieuwen van een grafteken, van beplantingen of enig onderdeel daarvan, dient vanwege de rechthebbende te geschieden. 3. Indien voor de in het eerste en tweede lid bedoelde werkzaamheden vanwege de rechthebbende geen of onvoldoende zorg wordt gedragen, zulks naar het oordeel van het college, kunnen de desbetreffende graftekenen of beplantingen van gemeentewege worden verwijderd. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. 4. De verwijdering vindt niet plaats binnen één jaar dan nadat de rechthebbende per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling bij het graf als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Artikel 24 Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan. Een register voor het bijhouden van de begraven lijken wordt bijgehouden door de beheerder. Artikel 25 1. De Verordening op het gebruik en het beheer van de algemene begraafplaats Nederlands Hervormde Kerk van de gemeente Heemskerk", vastgesteld op 24 november 2005, wordt ingetrokken. 2. Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - blijven, indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht. 3. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens deze verordening blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - van kracht. 4. Zij treed in werking op 1 januari 2010. 5. Deze verordening wordt aangehaald als Beheersverordening algemene begraafplaats "Nederlands Hervormde Kerk" 2010.

8 Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Heemskerk in zijn openbare vergadering van 26 november 2009 de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,