Nota standplaatsenbeleid. Gemeente Oldebroek

Vergelijkbare documenten
Nota standplaatsenbeleid Gemeente Oldebroek

Standplaatsenbeleid Geldrop-Mierlo 2016

CVDR. Nr. CVDR413027_1. Standplaatsenbeleid Geldrop-Mierlo 2016

Standplaatsen- en Ventverordening van de gemeente Gulpen-Wittem januari 2003

Beleidsregels standplaatsvergunningen

Beleidsplan gemeente Staphorst

CVDR. Nr. CVDR610572_1

Marktverordening Westvoorne 2012

CVDR. Nr. CVDR609984_1. Hoofdstuk 1 Inleiding

G E M E E N T E B E S T U U R v a n V A A L S

Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012

Beleidsregels standplaatsen gemeente Bergen 2017

CVDR. Nr. CVDR405062_1

b e s l u i t : Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ;

b e s l u i t : Nr: 12-9 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-9;

Beleidsregels voor het verlenen van standplaatsvergunningen gemeente Cromstrijen

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Haren 2012

Beleidsregel standplaatsen 2017 gemeente Oirschot

Marktverordening gemeente Terneuzen 2011

gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2007, nummer 104; b e s l u i t :

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Bedum 2006

gelet op afdeling 4 van hoofdstuk 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bladel 2017;

Toelichting Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk

Gezien het voorstel inzake de vaststelling van de Marktverordening (Gem. blad Afd. A 2004, no. 116);

Marktverordening Leeuwarderadeel 2006 Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Verordening op de warenmarkt(en) gemeente Grootegast 2010

gelezen het voorstel van het college van 4 november 2010, volgnr ; gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 3. Nadere regels Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

c. vergunninghouder : hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de APV vergunning is verleend om een standplaats in te nemen;

Artikel 3 Nadere regels Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten;

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

1.0 INLEIDENDE BEPALINGEN

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Losser 2003

Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Delfzijl 2008

gemeente Nadere regels standplaatsen 2016 HEElT SkEl'k 5 oktober 2016 BIVO/2015/30196 Z01C435ED5C

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007; STZ 07/24389; raadsstuk ;

De belangrijkste wijzigingen zijn het afschaffen van de wacht- en de anciënniteitlijst.

Marktverordening Papendrecht 2000

Standplaatsenbeleid Gemeente Oude IJsselstreek 2017

gemeente Bunnik BELEIDSREGELS STANDPLAATSEN GEMEENTE BUNNIK 2017

Marktverordening Gooise Meren 2017

gelet op artikel van de Algemene plaatselijke verordening en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 maart 2007;

BELEIDSREGELS VENT- EN STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN- DUIVELAND 2011

I-R-E. vaststelling van beleidsregels inzake de verlening van vent- en sta nd plaatsverg u n n i ngen

c. vergunninghouder : hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de APV vergunning is verleend om een standplaats in te nemen;

Marktverordening 2013

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Marktverordening Oosterhout 2003

In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

Vergadering d.d. : 22 november Agendapunt : 6.2. Registratienummer : Onderwerp : Marktverordening 2011

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2013, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Marktverordening Gulpen-Wittem 2007

BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE TWENTERAND 2015

dat op 5 oktober 2005 voor het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim beleidsregels zijn vastgesteld voor koek en zopie standplaatsen;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen:

BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard,

Artikel 2, Toepassingsgebied Deze verordening is van toepassing op alle door Burgemeester en wethouders ingestelde algemene warenmarkten.

Vaststellen Verordening op de Weekmarkt in Waterland. Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Inrichtingsplan weekmarkt 2017

Marktverordening gemeente Valkenswaard 2007

Beleidsregels standplaatsen gemeente Waalwijk 2014

17bb5622. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 mei 2017

CVDR. Nr. CVDR87700_1. Notitie standplaatsen gemeente Wijchen. Hoofdstuk 1 Inleiding

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Heumen 2010, de Algemene wet bestuursrecht;

ONTWERP. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 maart 2005, bijlage nr.: ;

Beleidsregels voor het verlenen, wijzigen en intrekken van standplaatsvergunningen

1. De Marktverordening 2014 gemeente s-hertogenbosch als volgt vast te stellen:

Implementatie Nieuwe Drank- en Horecawet. Modelbeleid NHN Artikel 35 beleid + toelichting

B E L E I D S R E G E L S Standplaatsenbeleid 2015 Gemeente Steenbergen

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;

Beleidsregels ontheffing ex. artikel 35 Drank- en Horecawet

Algemene plaatselijke verordening Lisse 2011 Een standplaatsvergunning kan op basis van de APV worden geweigerd in de volgende gevallen:

Beleidsregels koek en zopie gemeente Waterland winterperiode Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Marktverordening gemeente Castricum 2005

gelezen het voorstel van het college van 14 februari 2006, nummer 104; gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

AANVRAAGFORMULIER STANDPLAATSVERGUNNING

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet Koggenland 2013

Bestemmingsplan Binnenstad 2009, 1 e partiële herziening

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

Gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Marktverordening gemeente Heerde 2012;

MARKTVERORDENING GEMEENTE DORDRECHT

BESLUIT: vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Middelburg.

Bijzonderheden tijdens evenementen en (infrastructurele) werkzaamheden

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening Den Haag december Officiële uitgave van gemeente 's-gravenhage.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

c. standplaats: de ruimte die voor de duur van een markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

CVDR. Nr. CVDR279340_1. Marktverordening 2013 gemeente Amstelveen HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

RAADSBESLUIT. Datum en nummer 11 december 2014, nummer. De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college van 4 november 2014,

Transcriptie:

Nota standplaatsenbeleid Gemeente Oldebroek

Nota standplaatsenbeleid Vanwege de belangen van een zorgvuldige en efficiënte afdoening van standplaatsvergunningen is het gewenst om een beleid te hanteren voor het nemen van beslissingen op vergunningsaanvragen voor een standplaats. Hierbij is het in het belang van het ordelijk verloop en het tegengaan van wildgroei van standplaatsen wenselijk: - vast te stellen op welke locaties standplaats mag worden ingenomen en; - de omstandigheden te omschrijven welke leiden tot het verlenen, weigeren, intrekken of schorsen van vergunningen. Deze nota voorziet daar in en is als volgt opgebouwd: 1. Inleiding 2. Algemene bepalingen 3. Aanvraag vergunning 4. De vergunning 5. De standplaatsen 6. Slotbepalingen Bijlage met standplaatsenlocaties 1. Inleiding Het standplaatsenbeleid uit 2002 heeft een prima basis gegeven om beleid voor standplaatsen te regelen. Het is echter aan vernieuwing toe. Locaties van standplaatsen en de inname ervan vereisen nieuwe inzichten en een herijking van het beleid. Dit beleid voorziet in duidelijke en actuele regels en voorlichting. Daarvoor is samen met de standplaatshouders en de samenleving gezocht naar een aanpassingen van het beleid. Het belangrijkste verschil met het beleid uit 2002 is de opzet van het document. Deze is overzichtelijk en bondig samengesteld, als vervolg op het oude beleid waarin uitgebreid wordt toegelicht waarom voor die regels gekozen werd. Dit hoeft niet meer, want de basis voor het beleid is tenslotte al gelegd. Het beleid voor de standplaatsen gaat uit van een goede wisselwerking tussen de ambulante handel en de reguliere detailhandel. Het doel is dat de standplaatsen en de detailhandel elkaar aanvullen. Het voorzieningenniveau in de kernen kan hierdoor worden versterkt. Het beleid is ook gericht op het geven van perspectief voor de ondernemers. De belangrijkste basis voor standplaatsenbeleid staat in de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Oldebroek. Het beleid in deze Nota standplaatsenbeleid geeft nadere regels van de regels uit de APV, waar in het volgende staat vermeld over standplaatsen: Grondslag standplaatsenbeleid: APV Hoofdstuk 4, afdeling 4: Artikel 4:14 Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. 2. Onder standplaats wordt niet verstaan: -een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet; -een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:13. 2

Artikel 4:15 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden 1. Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben. 2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd: -indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand; -indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt. Artikel 4:16 Toestemming rechthebbende Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen. Artikel 4:17 Afbakeningsbepalingen 1. Het verbod van artikel 4:15, eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement. 2. De weigeringsgrond van artikel 4:15, derde lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken. 2. Algemene bepalingen 2.1: Begripsomschrijvingen In deze Nota standplaatsenbeleid wordt verstaan onder: - bestuursorgaan : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; - aanvraag : de aanvraag voor een standplaatsvergunning; - standplaats : het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel; - vergunninghouder : ieder aan wie door het bestuursorgaan een vergunning voor een standplaats is verleend; - APV : de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Oldebroek; - controleur : de met het toezicht op de naleving en de handhaving van de bepalingen van de APV aangewezen toezichthouder(s); - weg : de weg als bedoeld in afdeling 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening; - weekmarkt : de warenmarkten in Wezep en Oldebroek, welke krachtens besluit van de raad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd worden gehouden; - reguliere standplaats : een standplaats voor onbepaalde tijd, voor een vast aantal dagdelen per week; - incidentele standplaats : een standplaats voor maximaal 12 dagen per jaar (uitgezonderd de branches oliebollen en kerstbomen: een standplaats vanaf 6 december tot het einde van het jaar). 2.2: Toepasselijkheid beleid Deze nota is niet van toepassing op vaste standplaatsen op de weekmarkt, jaarmarkt, een evenement en een horecaterras. 2.3: Leges De tarieven voor een reguliere standplaatsvergunning en voor een incidentele standplaatsvergunning zijn opgenomen in de tarieventabel van de Legesverordening van de gemeente Oldebroek. 3

3. Aanvraag vergunning 3.1: Wijze van aanvragen 1. Een standplaatsvergunning wordt aangevraagd op een daarvoor beschikbaar gesteld aanvraagformulier. Dit formulier dient volledig te worden ingevuld, gedateerd en ondertekend te worden. 2. Een aanvraag gaat vergezeld van een kopie van een geldig legitimatiebewijs. 3. Een vergunning dient tenminste 3 weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning nodig heeft, aangevraagd te worden. Indien een aanvraag voor vergunning later wordt ingediend, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen. 3.2: Volgorde van binnenkomst van de aanvraag 1. De volgorde van binnenkomst is bepalend voor de verlening van een standplaatsvergunning. 2. De volgorde van binnenkomst is geldend de dag waarop de aanvraag bij de gemeente is binnengekomen volgens haar postsysteem. 3. Als er voor een locatie meerdere aanvragen voor hetzelfde dagdeel zijn ingediend op dezelfde datum, zal er door middel van loting worden bepaald welke aanvrager in aanmerking komt voor een vergunning. De loting wordt verricht in aanwezigheid van de aanvragers. 4. Het college kan besluiten een aanvrager geen standplaatsvergunning toe te kennen of de verleende vergunning in te trekken wanneer na behandeling van de volledige aanvraag blijkt dat er volgens het beleid een reden is om niet tot toekenning van het verzoek om een standplaatsvergunning over te gaan. 5. De aanvrager aan wie op grond van bovenstaande onder 1 tot en met 4 een vergunning wordt geweigerd kan op een wachtlijst worden geplaatst. 3.3: Persoon van de aanvrager Om voor een vergunning in aanmerking te komen dient de aanvrager: 1. handelingsbekwaam te zijn; 2. te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsvoering en; 3. een natuurlijk persoon te zijn. 4. De vergunning 4.1: Duur 1. Een reguliere standplaatsvergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. 2. Een incidentele standplaatsvergunning wordt verleend voor maximaal 12 dagen per jaar 4.2: Opvolging 1. Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning overgeschreven op de echtgenoot / geregistreerd partner / levenspartner of één van de meewerkende kinderen, als een daartoe strekkende aanvraag binnen 3 maanden na het overlijden bij het bestuursorgaan wordt ingediend. 2. Als de rechtsopvolger bedoeld in 1 reeds een vergunning heeft voor een andere standplaats binnen de gemeente, wordt de vergunning voor één van de standplaatsen ingetrokken. De rechtsopvolger dient aan de gemeente schriftelijk mede te delen welke van de beide standplaatsen hij wenst te behouden. 4.3: Legitimatie De vergunninghouder dient zich te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven identiteitsbewijs. De vergunninghouder moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvraag aan de controleur tonen. 4.4: Verzekering 1. De vergunninghouder dient voldoende verzekerd te zijn tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. 2. De aanvrager voldoet aan het bepaalde bij 1 als hij een geldig bewijs overlegt van het lidmaatschap van een organisatie die voor haar leden een geschikte collectieve verzekering heeft afgesloten. 4

4.5: Inhoud vergunning In de vergunning wordt ten minste vermeld: - een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats met vermelding van de afmetingen en het kadastraal nummer van de locatie; - een omschrijving van de verkoopinrichting; - de (groep van) artikelen die door de vergunninghouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht; - de dag(en), het tijdvak en de tijden waarop van de standplaats gebruik mag worden gemaakt; - het aantal keren dat het bestuursorgaan, in verband met te organiseren evenementen op de betreffende standplaats, bevoegd is om 14 dagen van tevoren vergunninghouder in kennis te stellen dat van de vergunning geen gebruik kan worden gemaakt; - de opmerking dat men contact dient op te nemen met de afdeling Omgeving om de exacte plaats van de standplaats te bepalen. 4.6: Vervallen vergunning De vergunning vervalt bij overlijden van de vergunninghouder indien geen toepassing is gegeven aan het bepaalde in paragraaf 4.2. 4.7: Intrekking vergunning 1. De vergunning kan worden ingetrokken: a) wanneer niet langer wordt voldaan aan de voor de vergunninghouder geldende wettelijke vestigingseisen; b) indien de vergunninghouder het bij of krachtens dit beleid bepaalde overtreedt; c) indien de vergunninghouder, niet of niet tijdig de (financiële) rechten, onder welke naam dan ook verschuldigd, voldoet; d) Indien de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; e) indien de vergunninghouder niet eenmaal in de 2 weken van de vergunning gebruik maakt, met uitzondering van een gebruikelijke vakantieperiode; f) indien ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt; g) indien niet wordt voldaan aan de vereisten gesteld in de Warenwet of het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer op grond van de Wet Milieubeheer. 2. De vergunning kan alleen worden ingetrokken nadat de vergunninghouder gehoord is. 4.8: Schorsen vergunning De vergunning wordt met onmiddellijke ingang geschorst in afwachting van een beslissing tot intrekking als bedoeld in paragraaf 4.7 indien er sprake is van een overtreding van dit beleid, van wangedrag of van bedrog. 4.9: Weigering vanwege overschrijding van het maximum aantal standplaatsen Een aanvraag boven het vastgestelde maximum aantal standplaatsen op een aangewezen locatie wordt geweigerd. 4.10: Weigering vanwege verstoring van de openbare orde / voorkomen of beperken overlast 1. Een aanvraag kan geweigerd worden op basis van artikel 1:8 APV indien uit onderzoek is gebleken dat door het verlenen van een vergunning de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en/of de bescherming van het milieu in het geding komen en / of parkeer- en verkeersdruk of overlast ontstaat. 2. Een politieadvies kan onderdeel te zijn van dit onderzoek. 4.11: Weigering vanwege de bescherming van redelijke eisen van welstand 1. Een aanvraag kan geweigerd worden op basis van artikel 4:15 lid 3 sub a APV indien na onderzoek is gebleken dat standplaats wordt ingenomen op een zodanige wijze dat het straatbeeld ernstig wordt verstoord. 2. Een welstandsadvies kan onderdeel te zijn van het onderzoek. 5

3. De motivering van het besluit om al dan niet een standplaatsvergunning te verlenen, omvat in ieder geval de plaats, de situering en het tijdstip, waarop de standplaats wordt ingenomen. 4. Indien de standplaats zich bevindt in de directe omgeving van een monument of de standplaats het zicht aan een monument ontneemt dan kan dit reden zijn om een vergunning te weigeren. 4.12: Weigering vanwege gevaar voor het verzorgingsniveau voor de consument 1. Een aanvraag kan geweigerd worden op basis van artikel 4:15 lid 3 sub b APV indien na onderzoek is gebleken dat door het verlenen van een vergunning als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is, dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt. 2. Een weigering op grond van het verzorgingsniveau vindt in ieder geval plaats: - wanneer een nieuw winkelcentrum wordt opgezet en het winkelcentrum enige bescherming behoeft voor het opbouwen van een klantenkring; - wanneer er binnen het verzorgingsgebied nog slechts één winkel gevestigd is in een bepaalde branche en deze winkel dreigt te verdwijnen door verlening van een standplaatsvergunning, waardoor het verzorgingsniveau ter plaatse in het gedrang komt. 3. Aan de weigering mogen geen andere economische motieven of behoefteaspecten ten grondslag liggen. 4. Deze weigeringsgrond geldt niet voor standplaatsen die diensten verlenen, omdat dit door de Europese Dienstenrichtlijn wordt beschouwd als een economische, niet toegestane, belemmering voor het vrije verkeer van diensten. 4.13: Weigering vanwege strijd met het geldend bestemmingsplan 1. Een aanvraag wordt geweigerd op basis van artikel 4:15 lid 2 APV indien het verlenen van een vergunning in strijd is met het geldend bestemmingsplan. 2. Een afwijzing van een vergunningsaanvraag dient gemotiveerd te worden met de artikelen van het bestemmingsplan waaruit blijkt dat er sprake is van strijd met dat bestemmingsplan. 3. Een standplaats ingenomen op een terrein met r- gemotiveerd kan worden aangetoond dat een parkeervak, waarvoor een standplaats wordt gevraagd, dringend nodig is om te voorzien in de parkeerbehoefte of er zich een situatie voordoet als onder paragraaf 4.10 van deze nota. 5. De Standplaatsen 5.1: Locaties 1. Standplaatsen worden uitsluitend ingenomen op onderstaande locaties, binnen de in bijlage 2 opgenomen vlakken voor standplaatslocaties en op aanwijzing van de gemeente. Kern Locatieaanduiding Reguliere standplaatsen Hattemerbroek Hoek Zwaluwstraat-Merelstraat 1 1 Hoek Putstraat-Morelissenstraat 1 1* Noordeinde Hoek Noorderbrink-Groote Woldweg 1 1* Oldebroek Lambertusplein 2 1 Oosterwolde P bij Groote Woldweg 3 1 1* Wezep Meidoornplein 2 1 Incidentele standplaatsen *In deze kernen is er één standplaats die zowel op reguliere als incidentele basis kan worden ingenomen. 2. De gemeente heeft het recht om een locatie in zijn geheel op te heffen in geval van bijvoorbeeld herinrichting van het gebied. 6

5.2: Dagen 1. Vergunningen worden in de regel verleend voor alle dagen behalve zondag. 2. Voor zondagen wordt uitsluitend in incidentele gevallen en bij bijzondere gelegenheid vergunning verleend. Onder bijzondere gelegenheid wordt onder andere verstaan: de braderie, koopzondagen, carnaval, oudjaar, nieuwjaar, kerst. 3. Voor feestdagen worden geen vergunningen verleend, tenzij het een geval van een bijzondere gelegenheid betreft zoals onder 2 van deze paragraaf omschreven. 4. Op de locatie Oldebroek - Lambertusplein worden voor de vrijdagen en zaterdagen geen standplaatsvergunningen verleend voor de verkoop van gefrituurde, gebakken of gegrilde etenswaren. 5.3: Aantal standplaatsen per locatie 1. Het aantal standplaatsen per locatie is aan de maxima gebonden zoals aangegeven in bijlage 1. Bijlage 1 maakt integraal onderdeel uit van deze notitie. 2. In bijlage 1 is per locatie aangegeven hoeveel standplaatsen er tegelijkertijd kunnen worden verleend. 5.4: Innemen standplaats 1. De standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen. 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats laten bijstaan. 3. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheid kan de standplaatshouder op zijn verzoek toestemming worden verleend zich op zijn standplaats te doen vervangen door een met name genoemde persoon, welke dient te beschikken over een geldig legitimatiebewijs en dient te voldoen aan paragraaf 3.3 van deze nota. 4. De gemeente heeft het recht om vergunninghouders tijdelijk een andere plaats toe te wijzigen in geval van bijvoorbeeld onderhoudswerkzaamheden. 5.5: Tijdstippen en ingebruikneming 1. Als verkooptijden vanuit de standplaats gelden voor: - de ochtenden van 06:00-12.30 uur; - de namiddagen van 13.00 uur tot 18.00 uur; - de avonduren van 18.30 uur tot 21.00 uur. 2. De standplaats mag niet eerder in gebruik worden genomen dan één uur voordat met de verkoop mag worden begonnen. 3. De standplaats moet volledig zijn ontruimd binnen één uur nadat de verkoop moet zijn beëindigd. 5.6: Regeling bij ziekte vergunninghouder 1. Houders van standplaatsen die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, dienen de gemeente daarvan schriftelijk in kennis te stellen binnen één week vanaf de eerste dag van ziekte. 2. Bij langdurige afwezigheid van een standplaatshouder wegens ziekte, dient van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overlegd. 5.7: Verlichting en geluid 1. Vergunninghouder is verplicht zijn standplaats vanaf zonsondergang voorzien te hebben van een verlichting, welke geen hinder toebrengt aan omwonenden en waarmee de uitgestalde goederen helder verlicht zijn. 2. Het is vergunninghouder verboden gebruik te maken van luidsprekers en versterkers. 5.8: Verzorging standplaats 1. Vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt. 2. Bij het ontruimen dient de vergunninghouder zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren. 7

6. Slotbepalingen 6.1: Hardheidsclausule Burgemeester en wethouders kunnen voor bijzondere gevallen het gestelde in deze nota buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze nota beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. 6.2: Overgangsrecht 1. Toestemmingen en ontheffingen, hoe dan ook genaamd, verleend krachtens hoofdstuk 4 afdeling 4 APV blijven van kracht voor de duur dat ze zijn afgegeven. 2. Aanwijzingen en beperkingen voor zover deze gegeven zijn op grond van hoofdstuk 4 afdeling 4 APV blijven onverminderd van kracht. 6.3: Citeertitel Deze nota kan worden aangehaald als: 6.4: Inwerkingtreding Deze nota treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking. 6.5: Overgangsbepaling 1. Indien een aanvraag om een standplaatsvergunning is ingediend en voor de vaststelling van deze nota nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de onderhavige nota toegepast. 2. Indien een aanvraag om een standplaatsvergunning is ingediend en voor de vaststelling van deze nota reeds op die aanvraag is beslist, wordt daarop voor wat betreft het gebruik van bovengenoemde vergunning vanaf de vaststelling de onderhavige nota toegepast. Bijlage 1. De standplaatslocaties Voor de genoemde locaties wordt ingevolge hoofdstuk 4 afdeling 4 APV uitgegaan van het verlenen van vergunning tot in onderstaande tabel aangegeven maximaal aantal standplaatsen. Op donderdag mogen in de kern Wezep geen standplaatsen ingenomen worden in verband met de weekmarkt. Op vrijdagmiddag mogen in de kern Oldebroek geen standplaatsen ingenomen worden in verband met de weekmarkt. Standplaatsen worden verleend voor: - de ochtenden van 06:00-12.30 uur; - de namiddagen van 13.00 uur tot 18.00 uur; - de avonduren van 18.30 uur tot 21.00 uur; - meerdere dagdelen achtereen. x. aantal standplaatsen per locatie Kern Locatieaanduiding Reguliere standplaatsen Hattemerbroek Hoek Zwaluwstraat-Merelstraat 1 1 Loo Hoek Putstraat-Morelissenstraat 1 1* Noordeinde Hoek Noorderbrink-Groote Woldweg 1 1* Oldebroek Lambertusplein 2 1 Oosterwolde P bij Groote Woldweg 3 1 1* Wezep Meidoornplein 2 1 Incidentele standplaatsen *In deze kernen is er één standplaats die zowel op reguliere als incidentele basis kan worden ingenomen. 8

Bijlage 2. Behorend bij Nota Standplaatsenbeleid Hattemerbroek Hoek Zwaluwstraat- Merelstraat r i 1 Reguliere standplaats 1 Incidentele standplaats r i 1/6

Bijlage 2. Behorend bij Nota Standplaatsenbeleid Hoek Putstraat Morelissenstraat 1 Reguliere= incidentele standplaats 2/6

Bijlage 2. Behorend bij Nota Standplaatsenbeleid Oldebroek Lambertusplein r1/2 i 2 Reguliere standplaatsen 1 Incidentele standplaats r1 r2 i 3/6

Bijlage 2. Behorend bij Nota Standplaatsenbeleid Oosterwolde P bij Groote Woldweg 3 1 Reguliere= incidentele standplaats 4/6

Bijlage 2. Behorend bij Nota Standplaatsenbeleid Noordeinde Hoek Noorderbrink Groote Woldweg 1 Reguliere= incidentele standplaats 5/6

Bijlage 2. Behorend bij Nota Standplaatsenbeleid Wezep Meidoornplein r1/2 i 2 Reguliere standplaatsen 1 Incidentele standplaats (op 4xP) r1 i r2 6/6