HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Vergelijkbare documenten
BIJLAGE I bij het besluit d.d. 5 oktober 2012 tot vereenvoudigde uitbreiding van de toelating van het middel Rovral Aquaflo, toelatingnummer 8928 N

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel:

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel:

Rovral Aquaflo. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

INFO. Rovral Aquaflo, schimmelbestrijder in veel tuinbouwteelten. Rovral Aquaflo

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

water dispergeerbaar granulaat diisobutylnaftaleensulfonzuur natriumzout

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

fungicide suspensie concentraat 400 g/l pyrimenthanil 4 x 5 l GEVAAR

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Verdacht van het veroorzaken van kanker. Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WGGA van het middel Switch, N W.6

INFO. Rovral Aquaflo. Rovral Aquaflo

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel Collis, N W.8 WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

fungicide suspensie concentraat 400 g/l pyrimethanil pyrimenthanil GEVAAR

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

water dispergeerbaar granulaat 26,7 % boscalid en 6,7 % pyraclostrobin

AGRICHEM PIRIMICARB W1 TOELATINGSNUMMER

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. 6 oktober 2017 W.17 A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Paraat. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer N W.7 Productgroep: fungicide Formulering:

Topsin M Ultra Toelatingsnummer: 7211 N W.14 Formulering: Suspensie concentraat Werkzame stof: thiofanaat-methyl Gehalte: 500 G/L Inhoud: 1l, 5l, 10l

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Collis. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Dosering* middel per toepassing. Maximale dosering middel per toepassing. 0,05% (50 g/100 liter water) 0,05% (50 g/100 liter water)

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WGGA van het middel Paraat, N W.10

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Signum, N. 22 december Ingangsdatum 1 januari 2019

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

50% dimethomorf. 51/53 Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Scala. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Kenbyo FL. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

50% dimethomorf. 51/53 Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Dosering* middel per toepassing. 1 kg/ha 1 kg/ha 2 per 12 maanden. Zwartvruchtrot 5 gram per 100 liter water) schimmel 1 gram per 100 liter water)

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel LUNA PRIVILEGE, N W.6.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WGGA voor het middel Paraat, N W.8

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Kenbyo FL. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

Transcriptie:

12430 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 BESLUIT WIJZIGING PARALLEL VERGUNNING Op 6 oktober 2015 is van: R. van Wesemael B.V. Zoutestraat 109 4561 TB HULST een aanvraag nieuwe batch voor parallel handel gewasbeschermingsmiddel ontvangen voor het middel op basis van de werkzame stof(fen) iprodion. Imex Iprodion flo HET COLLEGE BESLUIT tot toelaten van bovenstaand middel. Alle bijlagen vormen een onlosmakelijk onderdeel van dit besluit. Voor nadere gegevens over deze toelating wordt verwezen naar de bijlagen: - Bijlage I voor details van de aanvraag en toelating. - Bijlage II voor de etikettering. - Bijlage III voor wettelijk gebruik. 1.1 Samenstelling, vorm en verpakking De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de vergunning is verleend. 1.2 Gebruik Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage III bij dit besluit is voorgeschreven. 1.3 Classificatie en etikettering Mede gelet op de onder wettelijke grondslag vermelde wetsartikelen, dienen alle volgende aanduidingen en vermeldingen op de verpakking te worden vermeld: Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 1

12430 N - De aanduidingen, letterlijk en zonder enige aanvulling, zoals vermeld onder verpakkingsinformatie in bijlage I bij dit besluit. - Het toelatingsnummer. - De etikettering zoals opgenomen in bijlage II bij dit besluit. - Het wettelijk gebruiksvoorschrift, letterlijk en zonder enige aanvulling, zoals opgenomen in bijlage III bij dit besluit. - Overige bij wettelijk voorschrift voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen. 1.5 Voorwaarden De vergunning geldt alleen voor die producten die afkomstig zijn van de batches van het in België toegelaten middel Rovral SC (7886 P/ B) waarvan de nummers in dit besluit worden genoemd of waarvan de nummers vóór de datum van invoer bij de nvwa zijn aangemeld. De toelatinghouder dient de exemplaren van de genoemde of aangemelde batches in de originele verpakking in Nederland in te voeren en onmiddellijk na invoer de nvwa van de invoer en de plaats van opslag op de hoogte te stellen. Het meldingsformulier Kennisgeving invoer parallelle vergunning is te vinden op de website van het Ctgb: www.ctgb.nl, op de pagina : gewasbescherming/aanvraagformulieren/ vergunning voor parallelhandel. In plaats van deze voorwaarde kan de nvwa op gemotiveerd verzoek toestaan dat de identiteit van de ingevoerde producten op andere wijze naar genoegen van de nvwa wordt aangetoond. De toelatinghouder houdt de producten in de originele verpakking gedurende 48 uur vanaf de melding voor controledoeleinden ter beschikking van de nvwa. Daarna heretiketteert de toelatinghouder de producten en pakt ze desgewenst om, conform zijn opgave bij de aanvraag en de voorschriften in dit besluit. In plaats van deze voorwaarde kan de nvwa op gemotiveerd verzoek toestaan dat de identiteit van de ingevoerde producten op andere wijze naar genoegen van de nvwa wordt aangetoond De toelatinghouder houdt gedurende de duur van de vergunning één exemplaar van elke batch in de originele verpakking ter beschikking van de nvwa.in plaats hiervan kan de toelatinghouder ervoor kiezen het oorspronkelijke batchnummer te vermelden op elk omgepakt exemplaar of middels het bijhouden van een administratie zeker te stellen dat de omgepakte exemplaren herleidbaar zijn tot de oorspronkelijke batch. Het middel wordt niet omgepakt. Reikwijdte van de vergunning De vergunning geldt onder bovengenoemde voorwaarden voor exemplaren van het middel dat in oorsprong onder de naam Rovral SC 7886 P/ B in België is toegelaten en op de markt gezet en waarvan de exemplaren afkomstig zijn van batches met nummers die vóór de datum van invoer bij het Ctgb zijn aangemeld. Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 2

12430 N 2 WETTELIJKE GRONDSLAG Besluit Artikel 52 en artikel 45 Verordening EG/1107/2009 Classificatie en etikettering artikel 31 en artikel 65 van de Verordening (EG) 1107/2009 3 BEOORDELING De toelatinghouder verzoekt om parallel vergunning uit te breiden conform het referentie middel. Een parallelle vergunning is een toelating van een middel dat: 1. in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is toegelaten; 2. wordt ingevoerd vanuit een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte waar het middel is toegelaten; 3. niet wezenlijk verschilt van een reeds in Nederland toegelaten gewasbeschermingsmiddel, ( het referentiemiddel ) en 4. afkomstig is van de onderneming die het in onderdeel 3. bedoelde gewasbeschermingsmiddel vervaardigt, een daarmee gelieerde onderneming, een onderneming die onder licentie het gewasbeschermingsmiddel vervaardigt of een onderneming die beschikt over de verklaringen van toegang als bedoeld in artikel 59, tweede lid Verordening (EG) 1107/2009. Het middel Imex Iprodion flo wordt geïmporteerd uit België en is daar onder de naam Rovral SC (7886 P/ B) geregistreerd dan wel toegelaten als gewasbeschermingsmiddel. Zoals blijkt uit de bij de aanvraag verstrekte informatie verschilt het middel niet wezenlijk van het in Nederland toegelaten middel Rovral Aquaflo (8928 N)wat is vervaardigd door BASF. Het middel is derhalve afkomstig van dezelfde onderneming in de zin van de wet, als het referentiemiddel. Het middel voldoet daarmee aan alle vereisten voor een parallelle vergunning. Het college honoreert het verzoek. Bezwaarmogelijkheid Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 8030, 6710 AA, EDE. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Ede, 30 december 2015 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, voor deze: de secretaris, dr. ir. L.P. van Duijn Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 3

12430 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I DETAILS VAN DE AANVRAAG EN TOELATING 1 Aanvraaginformatie Aanvraagnummer: 20151619 UPAG Type aanvraag: aanvraag nieuwe batch voor parallel handel gewasbeschermingsmiddel Middelnaam: Imex Iprodion flo Formele registratiedatum: * 7 oktober 2015 * Datum waarop zowel de aanvraag is ontvangen als de aanvraagkosten zijn voldaan. 2 Stofinformatie Werkzame stof Gehalte iprodion 5 3 Toelatingsinformatie Toelatingsnummer: 12430 N Expiratiedatum: 01-09-2018 Afgeleide of parallel: Parallelle toelating Biocide, gewasbeschermingsmiddel of Gewasbeschermingsmiddel toevoegingsstof: Gebruikers: Professioneel Referentiemiddel: 8928 N W-coderingen en aflever- en opgebruiktermijnen: W-codering professioneel gebruik: 4 Vorige w-codering professioneel gebruik: 3 4 Verpakkingsinformatie Aard van het preparaat: Suspensie concentraat Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 1

12430 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE II Etikettering van het middel Imex Iprodion flo Professioneel gebruik de identiteit van alle stoffen in het mengsel die bijdragen tot de indeling van het mengsel: Pictogram GHS08 GHS09 Signaalwoord WAARSCHUWING Gevarenaanduidingen H351 Verdacht van het veroorzaken van kanker. H411 Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Voorzorgsmaatregelen P201 Alvorens te gebruiken de speciale aanwijzingen raadplegen. P280C Beschermende handschoenen en beschermende kleding dragen. P308 + P313 Na (mogelijke) blootstelling: een arts raadplegen. P391 Gelekte/gemorste stof opruimen. P405 Achter slot bewaren. P501 Inhoud/verpakking afvoeren naar... SP 1 Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt. Aanvullende EUH401 Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke etiketelementen gezondheid en het milieu te voorkomen. Kinderveilige sluiting verplicht Nee Voelbare gevaarsaanduiding verplicht Nee Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 1

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE III WG van het middel A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel: I Toegepast door middel van een gewasbehandeling in: a. de teelt van erwten (droog te oogsten) en landbouwstambonen (droog te oogsten); b. de teelt van veldbonen; c. de teelt van karwij, koolzaad en Echium; d. de teelt van kersen; e. de onbedekte teelt van bessen en druiven; f. de teelt van aardbeien; g. de onbedekte teelt van bramen en frambozen; h. de teelt van sla (met uitzondering van veldsla) en rucola; i. de bedekte teelt van andijvie; j. de teelt van stamslabonen, stamsnijbonen, stokslabonen, stoksnijbonen, spekbonen, pronkbonen en peulen; k. de teelt van asperge-erwt, doperwten, kapucijners, suikererwten en kikkererwt; l. de bedekte teelt van augurken, courgettes, komkommers, meloenen, patisson, pompoenen, kalebassen en watermeloenen; m. de bedekte teelt van aubergines, tomaten, paprika s, Spaanse pepers en cayenne pepers; n. de teelt van Chinese kool, amsoi, paksoi, choisum, comatsuna; o. de onbedekte teelt van sluitkool, bloemkool, broccoli Chinese broccoli en spruitkool en op plantbedden van koolgewassen met uitzondering van boerenkool; p. de bedekte teelt van radijs; q. de teelt van wortelen; r. de teelt van uien en sjalotten; s. de teelt van asperges; t. de teelt van kruiden; u. de teelt van bloembollen en bloemknollen; v. de teelt van bolbloemen en knolbloemen, bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen en vaste planten; w. de bedekte veredelingsteelten en zaadteelten van akkerbouwgewassen en groentegewassen; x. In de onbedekte veredelingsteelten en zaadteelten van groenbemestergewassen en bieten. II Toegepast door middel van een plantgoedbehandeling van: a. pootaardappelen b. de teelt van witlof (trekteelt) c. bloembollen en bloemknollen III Toegepast door middel van een zaadbehandeling van zaden van: a. bieten, lijnzaad, vezelvlas, spinazie, snijbieten, veldsla, koolgewassen, radijs, rammenas, wortelen, kroten, knolselderij, prei, snijselderij, knolvenkel, venkel en bloemzaden. Behandeld zaaizaad van de gewassen veldsla, prei en bloemzaden mag alleen in bedekte teelten worden uitgezaaid (o.a. de bedekte opkweek van plantmateriaal). Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 2

b. zaaizaden bestemd voor exportdoeleinden, waarbij geldt dat het middel uitsluitend op zaad mag worden aangebracht door bedrijven, die in het bezit zijn van een risicoinventarisatie en evaluatie zoals omschreven in het Arbeidsomstandighedenbesluit en een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. IV Toegepast door middel van een ruimtebehandeling van: a. Kassen en andere teeltruimten Het zaad van karwij en Echium mag niet voor humane en dierlijke consumptie worden aangewend. Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de onbedekte teelt van aardbeien, asperge, bloembollen, bloemknollen, bol- en knolbloemen, uien, sjalotten, sla, wortelen, kruiden, Chinese kool, amsoi, paksoi, choisum, comatsuna, bloemkool, broccoli, sluitkool, spruitkool, koolzaad, karwij, bloemisterijgewassen (lage dosering: 0,10%), vaste planten en de onbedekte veredelingsteelten en zaadteelten van groenbemestergewassen en bieten uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende doppen. Om in het water levende organismen te beschermen is de toepassing op percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien gespoten wordt met een spuitdop uit de categorie 90% voor de onbedekte teelt van bramen, frambozen, bessen, druiven, bloemisterijgewassen (hoge dosering: 0,20%) en boomkwekerijgewassen (laanbomen uitgezonderd, maximale hoogte 1.50 m). Om in het water levende organismen te beschermen is de toepassing in kersen op percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien gespoten wordt met een dosering van maximaal 1,25 liter middel per ha en er gespoten wordt met de volgende drift reducerende maatregelen: Voor 1 mei: - Venturidop + éénzijdig bespuiten van de laatste bomenrij waarbij de ventilator stand uit is Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden toegepast: - in de onbedekte veredelingsteelten en zaadteelten van groenbemestinggewassen, bieten op bodems met een ph KCl groter dan 6,5. - in grondwaterbeschermingsgebieden op bodems met een ph KCl groter dan 6,5 in bedekte teelt van sla en andijvie en oosterse bladkolen Draag geschikte handschoenen tijdens het mengen en laden. Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding en handschoenen betreden totdat de spuitvloeistof is opgedroogd. Veiligheidstermijn: De termijn tussen de laatste behandeling en de oogst mag niet korter zijn dan: 2 dagen voor aardbeien 3 dagen voor bramen, frambozen, augurken, komkommers, courgettes, aubergines, cayenne pepers, paprika s, Spaanse pepers, tomaten, bonen (bedekte teelt) en peultjes (bedekte teelt) 7 dagen voor bessen, meloenen, watermeloen, pompoen, kalebas en patisson 14 dagen voor veldbonen, kersen, radijs, bloemkool, broccoli, sluitkool, spruitkool, bonen (onbedekte teelt), peultjes (onbedekte teelt), kruiden (bedekte teelt) en rucola (bedekte teelt) 21 dagen voor druiven, uien, sjalotten, Chinese kool, amsoi, paksoi, choisum, comatsuna, sla (onbedekte teelt), kruiden (onbedekte teelt), rucola (onbedekte teelt) en conservenerwten Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 3

28 dagen voor wortelen en bedekte teelt van sla bij 1 behandeling 35 dagen voor droog te oogsten erwten en landbouwstambonen 50 dagen voor koolzaad, bedekte teelt van andijvie en de bedekte teelt van sla bij 2 behandelingen Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik. B. GEBRUIKSAANWIJZING Het gebruik in de bedekte teelt van kruiden is op basis van een derdenuitbreiding. Deze derdenuitbreiding is aangevraagd door de Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen. Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitsonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in dit/deze toepassingsgebied(en), komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Het gebruik in de teelt van kersen, Chinese kool, amsoi, paksoi, choisum en comatsuna, de onbedekte teelt van Echium en de onbedekte veredelingsteelten en zaadteelten van groenbemestergewassen en bieten is op basis van een vereenvoudigde uitbreiding. Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in dit/deze toepassingsgebied(en), komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker Voor de toepassing op zaaizaad bestemd voor export is geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitsonderzoek uitgevoerd. Behandelingen: Toegepast door middel van een gewasbehandeling in de teelt van: Erwten (droog te oogsten) en landbouwstambonen (droog te oogsten), ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) en Sclerotinia. Een behandeling uitvoeren vanaf het moment dat de bloemknoppen nog gesloten zijn. Indien nodig herhalen met een interval van 10 dagen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Veldbonen, ter bestrijding van chocoladevlekkenziekte (Botrytis). Een behandeling uitvoeren bij het uitvallen van de eerste bloemblaadjes. De behandeling na 7 dagen herhalen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Karwij, ter bestrijding van rattenkeutelziekte (Sclerotinia spp). Op percelen waar de ziekte te verwachten is, een bespuiting uitvoeren op het moment dat de eerste bloemen zichtbaar worden. De behandeling zonodig na ca. 14 dagen herhalen. Maximaal 2 keer per teelt toepassen. Tevens wordt enige nevenwerking tegen vroege verbruining (Mycocentrospora) verkregen. Koolzaad, ter bestrijding van Alternaria. In de periode van einde van de bloei tot begin hauwvorming een behandeling uitvoeren. Maximaal 1 behandeling per teelt uitvoeren. Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 4

Echium, ter bestrijding van rattekeutelziekte (Sclerotinia spp). In de periode na opkomst tot voor de bloei een behandeling uitvoeren. Indien nodig de toepassing herhalen. Maximaal 2 behandeling per teelt uitvoeren. Dosering: 1 l middel /ha Kersen, ter bestrijding van tak- en bloesemsterfte (Monilia). Twee bespuitingen uitvoeren, de eerste in het groene knopstadium, de tweede wanneer ongeveer 50% van de bloemen geopend is. Dosering: 0,15 % (150 ml middel per 100 liter water). Maximaal 1,25 liter middel per ha per toepassing. Onbedekte teelt van bessen (inclusief blauwe bessen), ter bestrijding van bloesem- en vruchtrot veroorzaakt door de grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Vanaf begin bloei om de 7 tot 14 dagen (interval afhankelijk van de weersomstandigheden) een behandeling uitvoeren. Maximaal 5 behandelingen per teelt toepassen. Dosering: 0,15% (150 ml middel per 100 liter water). Onbedekte teelt van druiven, ter bestrijding van bloesem- en vruchtrot veroorzaakt door de grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Vanaf begin bloei om de 14 dagen een behandeling uitvoeren. Maximaal 4 behandelingen per teelt toepassen met een maximaal spuitvolume van 1000 l/ha. Dosering: 0,15% (150 ml middel per 100 liter water). Onbedekte teelt van aardbeien, ter bestrijding van Rhizoctonia solani. Direct na het planten een bespuiting uitvoeren, gevolgd door een tweede behandeling met een interval van 4 weken. Bij vervroeging van de teelt door afdekken met plastic folie in het voorjaar, kort voor het afdekken een bespuiting uitvoeren en indien nodig de behandeling na 4 weken herhalen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 2 l/ha Bedekte en onbedekte teelt van aardbeien, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Vanaf begin bloei (opengaan van de eerste bloemen) een behandeling uitvoeren met een interval van 10-14 dagen. Maximaal 4 behandelingen per teelt. Dosering: 1,5 l middel/ha Onbedekte teelt van bramen en frambozen, ter bestrijding van bloesem- en vruchtrot veroorzaakt door de grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Vanaf begin bloei om de 7 tot 14 dagen (interval afhankelijk van de weersomstandigheden) een behandeling uitvoeren. Maximaal 4 behandelingen per teelt toepassen. Dosering: 0,15% (150 ml middel per 100 liter water). Bedekte teelt van andijvie en sla (met uitzondering van veldsla), ter bestrijding van smet veroorzaakt door o.a. Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten (bij voorkeur 1 week na planten), maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 7-14 dagen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Na de behandelingen niet meer schoffelen. Dosering: 4 liter middel/ha. Onbedekte teelt van sla, ter bestrijding van smet veroorzaakt door o.a. Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten, maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14-21 dagen. Maximaal 3 behandelingen per teelt uitvoeren. Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 5

Dosering: 1,5 liter middel/ha. Bedekte teelt van rucola, ter bestrijding van smet veroorzaakt door o.a. Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten, maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 10 dagen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Na de behandeling niet meer schoffelen Dosering: 1,2 l middel/ha Onbedekte teelt van rucola, ter bestrijding van smet veroorzaakt door o.a. Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten, maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14-21 dagen. Maximaal 3 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 1,5 l middel/ha Stambonen, stamslabonen, spekbonen, pronkbonen en peulen, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) en rattenkeutelziekte (Sclerotinia). Tegen grauwe schimmel tijdens de bloei 1 keer toepassen. Indien ook Sclerotinia wordt bestreden dient bij het begin van de peulvorming de behandeling te worden herhaald. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren met een interval van 10-14 dagen. Onbedekte teelt van stokslabonen en stoksnijbonen, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) en rattenkeutelziekte (Sclerotinia). Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen en indien nodig herhalen met een interval van 10-14 dagen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Bedekte teelt van stokslabonen en stoksnijbonen, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) en rattenkeutelziekte (Sclerotinia). Een behandeling uitvoeren zodra een begin van aantasting wordt waargenomen met een interval van 7-10 dagen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water) Onbedekte teelt van erwten (inclusief asperge-erwt, doperwten, kapucijners, suikererwten en kikkererwt), ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) en Sclerotinia. Een behandeling uitvoeren vanaf het moment dat de bloemknoppen nog gesloten zijn. Maximaal 1 behandeling per teelt uitvoeren. Dosering: 1,5 liter per ha Bedekte teelt van augurken, courgettes en komkommers, ter bestrijding van Sclerotinia, Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten, maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. De behandelingen herhalen met een interval van 7 tot 10 dagen. Bij een lichte infectiedruk kan het spuitinterval worden verlengd tot 14 tot 21 dagen. Ter voorkoming van aantasting van voetrot door Rhizoctonia de plantvoet meespuiten. Maximaal 3 keer per teelt toepassen. Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water). Bedekte teelt van meloen, patisson, pompoen, kalebas en watermeloen, ter bestrijding van Sclerotinia, Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten, maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. De behandelingen herhalen met een interval van 7 tot 10 dagen. Bij een lichte infectiedruk kan Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 6

het spuitinterval worden verlengd tot 14 tot 21 dagen. Ter voorkoming van aantasting van voetrot door Rhizoctonia de plantvoet meespuiten. Maximaal 2 keer per teelt toepassen. Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water). Bedekte teelt van aubergines, tomaten, paprika s, Spaanse pepers en cayenne pepers, ter bestrijding van Sclerotinia, Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten, maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. De behandelingen herhalen met een interval van 7 tot 10 dagen. Bij een lichte infectiedruk kan het spuitinterval worden verlengd tot 14 tot 21 dagen. Ter voorkoming van aantasting van voetrot door Rhizoctonia de plantvoet meespuiten. Het middel heeft een neveneffect tegen bladvlekkenziekte (Cladosporium fulvum) in tomaat. Maximaal 5 keer per teelt toepassen. Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water). Bedekte teelt van Chinese kool, amsoi, paksoi, choisum, comatsuna, ter bestrijding van smet veroorzaakt door Alternaria, Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). De eerste behandeling binnen 1 week na uitplanten uitvoeren (bij het aanslaan ). Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14 dagen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 1,5 liter middel/ha Onbedekte teelt van Chinese kool, amsoi, paksoi, choisum, comatsuna, ter bestrijding van smet veroorzaakt door Alternaria, Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). De eerste behandeling binnen 1 week na uitplanten uitvoeren (bij het aanslaan ). Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14 dagen. Maximaal 3 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 1,5 l/ha Onbedekte teelt van sluitkool, bloemkool, broccoli, en spruitkool, ter bestrijding van Alternaria. Na het uitplanten een behandeling uitvoeren zodra begin van aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14 dagen. Maximaal 3 behandelingen per teelt uitvoeren. Onbedekte teelt van sluitkool, bloemkool, broccoli en spruitkool, ter bestrijding van Rhizoctonia. Op plantbedden kort voor opkomst een volveldsbehandeling uitvoeren. Dosering: 4 l middel/ha Bedekte teelt van radijs, ter bestrijding van Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Een behandeling uitvoeren wanneer het eerste echte blad aanwezig is. Maximaal 1 behandeling per teelt uitvoeren. Dosering: 4 l middel/ha Wortelen, ter bestrijding van zwarte plekkenziekte (Stemphylium) en loofverbruining (Alternaria dauci). Een behandeling uitvoeren zodra een begin van aantasting wordt waargenomen en indien nodig herhalen met een interval van 3 tot 4 weken. Maximaal 4 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 1,5 l/ha Uien (zaaiui, 1 e jaars plantui, 2 e jaars plantui, bosui (stengelui, lenteui, grove bieslook), zilverui, picklers), en sjalotten (zaaisjalot en plantsjalot), ter bestrijding van bladvlekkenziekte (Sclerotinia squamosa). Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 7

Een behandeling uitvoeren zodra een begin van aantasting wordt waargenomen. De behandeling na 10-14 dagen herhalen. Maximaal 4 behandelingen per teelt uitvoeren. Asperges, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) en Stemphylium. Een behandeling uitvoeren vanaf begin augustus tot eind september met een interval van 2-3 weken. Maximaal 5 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 1,5 l middel/ha Bedekte teelt van kruiden, ter bestrijding van smet veroorzaakt door o.a. Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten, maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 10 dagen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Na de behandelingen niet meer schoffelen. Dosering: 1,2 l middel/ha Onbedekte teelt van kruiden, ter bestrijding van smet veroorzaakt door o.a. Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten, maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14-21 dagen. Maximaal 3 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 1,5 l middel/ha Onbedekte teelt van bloembollen en bloemknollen, ter bestrijding van vuur (Botrytis soorten). Binnen het gebruikelijke spuitschema 2 tot 3 behandelingen met een interval van 7-10 dagen uitvoeren op het moment dat de kans op aantasting het grootste is, bijvoorbeeld kort na opkomst of rond de bloei. Dosering: 0,5 l middel/a in combinatie met een daartoe geëigend middel. Bloemisterijgewassen en boomkwekerijgewassen (met uitzondering van laanbomen en gewassen hoger dan 150 cm), vaste planten, bloembollen en knol- en bolbloementeelt, ter bestrijding van Rhizoctonia. Direct na het stekken, verspenen of planten een behandeling uitvoeren met minimaal 1000 liter per hectare. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14 dagen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 0,2% (200 ml middel per 100 liter water). Bloemisterijgewassen en boomkwekerijgewassen (met uitzondering van laanbomen en gewassen hoger dan 150 cm) en vaste planten, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana), Sclerotinia en Alternaria. Een behandeling uitvoeren zodra een begin van aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 2 tot 3 weken, afhankelijk van de ontwikkeling van de aantasting en de groeisnelheid van het gewas. Maximaal 5 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 0,1% (100 ml middel per 100 liter water) Bloembollen en bolbloementeelt, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana), Sclerotinia en Alternaria. Een behandeling uitvoeren zodra een begin van aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 2 tot 3 weken, afhankelijk van de ontwikkeling van de aantasting en de groeisnelheid van het gewas. Maximaal 5 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 0,1% (100 ml middel per 100 liter water) Bedekte teelt van anjers (Dianthus caryophyllus), ter bestrijding van Alternaria. Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 8

Een behandeling uitvoeren zodra de planten zijn aangeslagen. Indien nodig herhalen met een interval van 10-14 dagen. Maximaal 2 behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 0,2% (200 ml middel per 100 liter water). Bedekte veredelings- en zaadteelt van akkerbouw- en groentegewassen, ter bestrijding van Sclerotinia, Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten, maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. De behandelingen herhalen met een interval van 7 tot 10 dagen. Bij een lichte infectiedruk kan het spuitinterval worden verlengd tot 14 tot 21 dagen. Ter voorkoming van aantasting van voetrot door Rhizoctonia de plantvoet meespuiten. Het middel heeft een neveneffect tegen bladvlekkenziekte (Cladosporium fulvum) in tomaat. Maximaal 5 keer per teelt toepassen. Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water). Onbedekte veredelings- en zaadteelt van groenbemestingsgewassen en bieten, ter bestrijding van Sclerotinia, Rhizoctonia en grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Preventief toepassen op het moment dat de omstandigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekten, maar in ieder geval zodra de eerste aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling herhalen met een interval van 14-21 dagen. Maximaal drie behandelingen per teelt uitvoeren. Dosering: 1,5 l middel/ha Indien nog geen ervaring is opgedaan met het middel in een bepaald ras of gewas, dient een proefbespuiting uitgevoerd te worden teneinde de verdraagzaamheid van het gewas of ras te testen. Op bladstek kan het aanbeveling verdienen met de behandeling te wachten tot de eerste wortels aanwezig zijn. II Toegepast door middel van een plantgoedbehandeling van: Pootaardappelen, ter bestrijding van Rhizoctona solani: - Door middel van een spuitbehandeling Pootaardappelen voor de pootgoedteelt, ter bestrijding van Rhizoctonia solani. 300 ml middel per 1000 kg knollen bij behandeling vlak voor of tijdens het poten. Pootaardappel voor de zetmeelaardappelteelt, ter bestrijding van Rhizoctonia solani. 200 ml middel per 1000 kg knollen toedienen vlak voor of tijdens het poten. Voor een spuitbehandeling mag maximaal 2 liter spuitvloeistof per 1000 kg knollen worden gebruikt. Bij behandeling tijdens of vlak voor het poten kan 10 liter spuitvloeistof per 1000 kg knollen worden gebruikt. Witlof, ter bestrijding van kuilrot (Sclerotinia spp. en Botrytis). Vóór opslag van de pennen: Bij het in opslag brengen van de pennen een bespuiting op de lopende band uitvoeren. Voor een goede bevochtiging is een hoeveelheid van 20 liter spuitvloeistof per 1000 kg pennen voldoende. Dosering: 130 ml per 1000 kg pennen. Bloembollen en bolbloemen - Door middel van een dompelbehandeling: Tulp, ter bestrijding van Botrytis. Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 9

Het plantgoed bij voorkeur kort voor het planten gedurende 15 minuten dompelen. Ter verbreding van de werking van het middel verdient het aanbeveling om het middel in combinatie met een ander voor plantgoedontsmetting toegelaten middel te gebruiken. Aan het dompelbad een uitvloeier toevoegen. Dosering: 0,2% (200 ml middel per 100 liter water). Gladiolen (pitten), ter bestrijding van Botrytis, Stromatinia (droogrot) en Curvularia. Voor preventieve bestrijding van Fusarium verdient de aanbeveling de behandeling te combineren met een daartoe toegelaten middel. Het plantgoed bij voorkeur kort voor het planten gedurende 15 minuten dompelen. Dosering: 1% (1 liter middel per 100 liter water). Leverbaar Het middel kan worden toegepast voor de behandeling van het leverbaar van bloembol- en bloemknolgewassen zoals tulpen en gladiolen, ter bestrijding van diverse schimmelaantastingen (bijvoorbeeld Botrytis, droogrot, Curvalaria), door middel van dompelen. De behandeling dient te worden uitgevoerd tijdens de bewaarperiode tot het moment waarop nieuwe wortelontwikkelingen zichtbaar worden. Het middel is niet werkzaam tegen Fusarium en Pythium (zachtrot). Dosering: 0,4% in gladiool (400 ml middel per 100 liter water) 0,1-0,2% (100 200 ml middel per 100 liter water) voor overige bloembollen en bloemknollen N.B. Na iedere dompeling de verloren gegane hoeveelheid vloeistof aanvullen met een oplossing van de normale sterkte; voor elke dompeling het bad goed oproeren. Indien de bollen na behandeling weer worden opgeslagen dient zo snel mogelijk te worden teruggedroogd. - Door middel van een slurrybehandeling: Gladiolen (kralen), ter bestrijding van Botrytis, Stromatinia (droogrot) en Curvularia door middel van een plantgoedontsmetting met behulp van een slurrybehandeling. Het middel verdunnen met water (bijvoorbeeld 1 deel middel en 2 delen water) tot een slurry. Vervolgens de behandeling uitvoeren in een mengmachine. Dosering: 2 ml middel per liter kralen N.B. Indien de knollen na behandeling weer worden opgeslagen dient zo snel mogelijk te worden teruggedroogd. III Toegepast door middel van een zaadbehandeling van zaden van: Lijnzaad en vezelvlas, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) door middel van een zaaizaadbehandeling. Toepassen met daarvoor geschikte apparatuur zodat een gelijkmatige verdeling van het middel over het zaad wordt verkregen. Dosering: 5 ml middel per kilogram zaad Spinazie, snijbieten, kroten en bieten, ter bestrijding van Phoma en Alternaria door middel van een zaaizaadbehandeling. Voor de behandeling van andere schimmelziekten mag een behandeling met thiram of een ander daartoe geëigend middel niet achterwege blijven. Dosering: 4 ml middel per kilogram zaad Veldsla, ter bestrijding van Phoma door middel van een zaadbehandeling. Behandeld zaaizaad mag alleen in bedekte teelten worden uitgezaaid. Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 10

Dosering: 5 ml middel per kilogram zaad. Koolgewassen, radijs en rammenas, ter bestrijding Alternaria soorten door middel van een zaaizaadbehandeling. Voor de behandeling van andere schimmelziekten mag een behandeling met thiram of een ander daartoe geëigend middel niet achterwege blijven. Dosering: 10 ml middel per kilogram zaad Knolselderij, wortelen, snijselderij, knolvenkel en venkel, ter bestrijding van zwarte plekkenziekte (Stemphylium) en loofverbruining (Alternaria) door middel van een zaaizaadbehandeling. Voor de behandeling van andere schimmelziekten mag een behandeling met thiram of een ander daartoe geëigend middel niet achterwege blijven. Dosering: 10 ml middel per kilogram zaad Prei, ter bestrijding van Alternaria en Stemphylium door middel van een zaadbehandeling. Behandeld zaaizaad mag alleen in bedekte teelten worden uitgezaaid. Dosering: 5 ml middel per kilogram zaad Bloemenzaden, ter bestrijding van Botrytis en Alternaria door middel van een zaadbehandeling. Behandeld zaaizaad mag alleen in bedekte teelten worden uitgezaaid. Dosering: 10 ml middel per kilogram zaad Zaaizaden bestemd voor exportdoeleinden Te behandelen gewassen, toepassingen en doseringen zijn afhankelijk van het land van bestemming; de voorschriften van het betreffende land dienen in acht te worden genomen. IV. Toegepast door middel van een ruimtebehandeling van: Kassen en andere teeltruimten: Ter afwisseling van gewasbespuitingen kan het middel ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) bij een lage infectiedruk ook worden toegepast door middel van een ruimtebehandeling met behulp van daartoe geëigende apparatuur (b.v. een straalmotorspuit). Aan het middel dient water of een daartoe geëigende draagvloeistof (b.v. ethyleenglycol) te worden toegevoegd. Maximaal 20 liter water per hectare toepassen. Dosering: 150 ml middel per 1000 m 2 kasoppervlak. Imex Iprodion flo, 20151619 UPAG 11