Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Vergelijkbare documenten
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Art. 3. Bij artikel 1 worden ondernemingen bedoeld waarvan het aantal tewerkgestelden een jaarlijks gemiddelde van 50 werknemers niet overschrijdt.

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Brood- en Banketbakker (043)

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

6 SEPTEMBER Koninklijk besluit tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar.

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Art. 3. De in artikel 1 beoogde ondernemingen zijn die welke een jaarlijks gemiddelde van niet meer dan vijftig werknemers tewerkstellen.

Doc. nr. N2:10052C09 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over het

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFSTUK I. - Definities.

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III WAGENSCHOUWER. De voornaamste taken van de wagenschouwer zijn:

2 uren gewijd aan de kennis van de giftigheid van de ontsmettingsmiddelen,

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III BEDIENDE DER ELEKTRICITEIT

besturen van elektrische en dieseltractievoertuigen;

11 MEI Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert.

Rusthuizen voor bejaarden, Rust- en verzorgingstehuizen, Dagverzorgingscentra voor bejaarden, Dagcentra voor bejaarden

Aansprakelijkheid voor producten met gebreken

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op artikel 14;

Diverse Reglementeringen Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over

Rijbewijs (categorieën) en rijgeschiktheid

Bescherming van stagiairs

STAGEREGLEMENT KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 1965 TOT GOEDKEURING VAN HET DOOR DE NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARCHITECTEN VASTGESTELD

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Aangeboden door Wouter Devloo tel B&A Advies bvba

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 76 VAN 18 JULI 2000 TOT. UITVOERING VAN ARTIKEL 27, 4, 2de ALINEA VAN DE ARBEIDSWET VAN 16 MAART 1971

Circulaire RIJBEWIJS

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Paritair Comité voor de wapensmederij met de hand

Rusthuizen voor bejaarden, Rust- en verzorgingstehuizen, Dagverzorgingscentra voor bejaarden, Dagcentra voor bejaarden

Bijlage 5 Afdeling III. Bijlage 5 BIJLAGE BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 2 OKTOBER 1937 HOUDENDE HET STATUUT VAN HET RIJKSPERSONEEL.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING OP HET TABLEAU VAN DE INTERNE BOEKHOUDERS BIBF

Circulaire RIJBEWIJS

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Middelgrote levensmiddelenbedrijven

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr Zitting van dinsdag 27 november 2001

Programmawet van en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990

26 JUNI Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer.

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Pagina 1/5 Nieuwe vestigingswet gaat in op 1 september 2007

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid artikel 15;

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

Middelgrote levensmiddelenbedrijven

Coordinatie--MB Lijst-van-opleidingstitels--VERLOSKUNDIGE--EU-lidsaten

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

Algemene toelichting van verschillende types voertuigen die de wet onderscheidt

1 "de wet" : de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten;

Revalidatiecentra

Laatste aanpassing: 27/03/ Paritair Comité voor de non-ferro metalen

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Rusthuizen voor bejaarden, Rust- en verzorgingstehuizen, Dagverzorgingscentra voor bejaarden, Dagcentra voor bejaarden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Paritair comité voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn Elektriciens : installatie en distributie

Omzetting van de Europese Richtlijn 2006/126/CE van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs

Metrologische Reglementering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 17 TRICIES

Paritair comité voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn Elektriciens : installatie en distributie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 39 VAN 13 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE VOORLICHTING EN HET OVERLEG INZAKE DE

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Revalidatiecentra

Doc nr. Vest.Wet HA & AMB A 11 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 9 TER

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

8 NOVEMBER Wet tot bescherming van de titel van psycholoog.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III ADJUNCT VAN DE TOEZICHTBEDIENDE

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 80 VAN 27 NOVEMBER 2001 TOT INVOERING VAN EEN RECHT OP BORSTVOEDINGSPAUZES, GEWIJZIGD

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ontwerp amvb tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg 8 november 2013

11 FEBRUARI Koninklijk besluit tot vaststelling. van de regels voor de medische verkiezingen. zoals bedoeld in artikel 211, 1,

Techniek Technolosich

8 NOVEMBER Wet tot bescherming van de titel van psycholoog.

Rolnummer 786. Arrest nr. 14/95 van 7 februari 1995 A R R E S T

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité. Gewijzigd door : KB van 18 januari 2006 BS van 31 januari 2006

ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORDEN. Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

Transcriptie:

30 OKTOBER 1964.- Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheden van fietsmecanicien, van bromfietsmecanicien en van motorfietsmecanicien in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen.] Gelet op de wet van 24 december 1958, waarbij beroepsuitoefeningsvoorwaarden kunnen worden ingevoerd in de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine nijverheidsondernemingen, gewijzigd bij de wet van 8 juli 1964; Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1959 tot uitvoering van de wet van 24 december 1958, waarbij beroepsuitoefeningsvoorwaarden kunnen worden ingevoerd in de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine nijverheidsondernemingen, gewijzigd bij de wet van 8 juli 1964; Gelet op het verzoekschrift ingediend door de Nationale Federatie van Verenigingen van mekaniekers, constructeurs, kleinhandelaars in rijwielen en motorrijwielen van België, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 november 1963; Gelet op het gunstig en met redenen omkleed advies uitgebracht door de Hoge Raad voor de Middenstand op 15 januari 1964, de Nationale Raad voor ambachten en neringen en de Nationale Raad der interprofessionele federaties gehoord; Gelet op het advies van de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. - KB 02-05-1972, art. 2 - De beroepswerkzaamheden van fietsmecanicien, van bromfietsmecanicien en van motorfietsmecanicien als hoofd- of bijberoep mogen slechts worden uitgeoefend in een kleine of middelgrote handels- of ambachtsonderneming voor zover is voldaan aan de in dit besluit bepaalde eisen. Art. 2. 1. Het beroep van fietsmecanicien in de zin van dit besluit bestaat in het gewoonlijk en op zelfstandige wijze uitoefenen van één of meer van de volgende activiteiten : 1 Het onderhoud of herstellen van fietsen. Bedoelde activiteiten moeten worden uitgeoefend voor andermans rekening en met winstoogmerk. 2 De verkoop van fietsen of van losse stukken of fietsbijhorigheden. Het beroep van bromfietsmecanicien of van motorfietsmecanicien bestaat in het uitoefenen van één of meer van de activiteiten zoals bedoeld in 1 en 2, wanneer deze activiteiten respectievelijk de bromfietsen of de motorfietsen betreffen. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1 Fiets : elk voertuig, voortbewogen bij middel van pedalen of trapstukken door een of meerdere van zijn gebruikers en niet voorzien van een motor. 2 Bromfiets : elke fiets voorzien van een hulpmotor met een cylinderinhoud die de 50 cc. niet overschrijdt. 3 Motorfiets : elk voertuig op twee wielen, voorzien van een motor met meer dan 50 cc. cylinderinhoud. De eventuele aanhechting van een zijspan aan een voertuig zoals bedoeld onder 3 wijzigt niet de benoeming van bedoeld voertuig.

2 2. Zijn nochtans door dit besluit niet bedoeld : 1 de verkoop in het groot. 2 de verkoop, het onderhoud of het herstellen van speelgoed. 3 de verkoop zonder montering van losse stukken of bijhorigheden voor motor- fietsen. Art. 3. De bij artikel 1 bedoelde ondernemingen zijn die waarvan het eventueel personeel een jaarlijks gemiddelde van twintig werknemers niet overschrijdt. Art. 4. - KB 02-05-1972, art. 3 - Het getuigschrift bedoeld bij artikel 5 van de wet van 15 december 1970, mag aan een persoon die de beroepswerkzaamheden van fietsmecanicien, van bromfietsmecanicien en van motorfietsmecanicien wenst uit te oefenen slechts worden uitgereikt voor zover, onder de bij hetzelfde artikel bepaalde voorwaarden, bewezen wordt dat aan al de hierna opgesomd kennis werd voldaan : 1 de kennis van bedrijfsbeheer bedoeld bij artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 februari 1971 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van de wet van 15 december 1970; 1. Voor de beroepswerkzaamheid van fietsmecanicien, de volgende beroepskennis : 1. Grondstoffen en handelsprodukten. Kennis van de grondstoffen gebruikt in het beroep, van de vervangstukken en de in de plaats te stellen produkten, hun eigenschappen en hun oorsprong : ijzer, gietijzer, staal, plaat, koper, duraluminium, nikkel, chroom, rubber, leder, hars, bakeliet, wasdoek, olie, vet, remschoenbelegsel, lak, roestwerende verf, vernis, celluloïde. 2. Handelsafmetingen van buizen, kogels, velgen, banden, spaken, kaders en kettingen. 3. Begrippen over het werkhuis en de winkel. Noodzakelijke lokalen, keuze ervan, voorwaarden voor oriëntatie, natuurlijke en kunstmatige verlichting, verluchting, middelen om te verhelpen aan onvoldoende verluchting en verlichting, oordeelkundige inrichting van ieder lokaal; en vooral van winkel en werkhuis. 4. Gereedschap en materiaal, werktuigmachines : Kennis, gebruik en onderhoud. 5. Technologie : Kennis van de nodige verrichtingen voor het vervaardigen, de halve montering en de montering van de verscheidene soorten fietsen. 6. Betrekkingen met leveranciers en klanten : Manier om klanten en leveranciers te ontvangen, manier om een oordeelkundige bestelling te doen. 7. Elementen van natuurkunde en techniek : Vaste, vloeibare en gasvormige lichamen, invloed van de warmte, de vochtigheid, de droogte op de te gebruiken grondstoffen in het beroep. Kracht, weerstand en soortelijk gewicht, licht en drukking, invloed van de lucht op de grondstoffen, principe en studie van de beweging, kracht, sleet, overbrenging van de beweging door katrollen, riemen, kettingen, tandwielen. Theorie van het versnellingsapparaat, de versnellingsnaven, het remmen op de velg of in de naaf. Elementaire begrippen over elektriciteit toegepast in het beroep van fietsmecanicien. 8. Begrippen over gezondheidsleer toegepast in het beroep. 9. Meetkundig tekenen : De loodrechte evenwijdige lijnen, de hoeken, de verdeling in gelijke delen van een rechte lijn, een hoek, een cirkel, de samenvoegingen.

3 10.Vakkundig tekenen : Uitvoering met de vrije hand van een doorsnede van het stuurhoofd, een trapas, een naaf, een dynamo. 11.Kennis van wetten en reglementen : Elementaire begrippen van sociaal recht betreffende de arbeidsovereenkomst voor bedienden en arbeiders, de leerovereenkomst, de bescherming en de maatschappelijke zekerheid van de arbeiders. 2. Voor de beroepswerkzaamheid van bromfietsmecanicien, de beroepskennis bepaald in paragraaf 1, alsmede hiernavolgende beroepskennis : 1. Praktische kennis van het algemeen principe waarop de wet van een brandstofmotor berust. 2. Bouw der meest gebruikelijke typen van brandstofmotoren, de betekenis en de werking van zijn samenstellende delen. 3. Manieren voor de oppuntstellingen. 4. Toegepaste systemen voor het smeren en hulporganen van de smering. 5. Sleetoorzaken en averijen die er uit voortspruiten. 6. Manier om een brandstofmotor te onderhouden. 7. Principe en karakteristieken van de elektrische stroom op hoge en lage spanning, van geleiders en niet-geleiders alsmede de begrippen van spanning, van stroomsterkte, weerstand, inductie en electromagnetisme. 8. Manier om de onderbrekers te reinigen en het ontploffingstijdstip te regelen. 9..Kennis van de verschillende overbrengingsorganen, de bouw, de werking en het onderhoud van deze organen, alsmede hun oorzaken van sleet. 10.De te volgen methoden voor het zoeken van en het verhelpen van averijen. 11.Remmingssystemen en bouw van de meest gebruikelijke veringen. 12.Kennis van de brandstoffen en de smeermiddelen in de handel. 13.Gebruik van de verschillende apparaten om de averijen te meten en te ontdekken. 14.Kennis van ajustering, autogeenlassen, souderen en braseren. 3. Voor de beroepswerkzaamheid van motorfietsmecanicien, de beroepskennis bepaald in paragrafen 1 en 2, alsmede hiernavolgende beroepskennis : 1. Kennis van de koppelingen, in serie of gelijklopend, van de weerstanden en de manier om ze te meten. 2. Kennis van de samenstelling en de werking van de elektrische installatie en het schema ervan. 3. Wijze om een accumulator te meten en te laden, en onderhoud ervan. Art. 5. - KB 02-05-1972, art. 4-1. Onverminderd de bepalingen van artikel 8, 1, van de wet van 15 december 1970, moeten worden geacht het bewijs van de kennis van het bedrijfsbeheer te leveren, voor de beroepen van fietsmecanicien, van bromfietsmecanicien of van motorfietsmecanicien, de houders van een van de akten opgesomd in artikel 6, a, van dezelfde wet of in artikel 32 van het koninklijk besluit van 25 februari 1971 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van die wet. 2. Onverminderd dezelfde bepalingen, moeten worden geacht het bewijs van de beroepskennis te leveren voor de beroepen van fietsmecanicien, van bromfietsmecanicien of van motorfietsmecanicien, de houders van een van de volgende akten : 1 een diploma of eindgetuigschrift uitgereikt door een afdeling van een technische school of door een technische leergang voor mechanica of elektromechanica van het lager secundair niveau; 2 een brevet of eindgetuigschrift uitgereikt door een afdeling van een beroepsschool of door een

4 beroepsleergang voor mechanica of elektromechanica van het lager secundair niveau; 3 een getuigschrift van geschooldheid voor het of de bedoelde beroepen en geviseerd door de Minister of de Staatssecretaris die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft; 4 een getuigschrift waaruit het slagen blijkt voor een examen over de beroepskennis opgesomd in artikel 4, 2 van dit besluit, vóór een centrale examencommissie waarvan de leden zijn benoemd door de Minister of de Staatssecretaris die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft. 3. Moeten eveneens geacht worden het bewijs van de kennis van het bedrijfsbeheer te leveren zij die bewijzen een handels- of ambachtspraktijk beoefend te hebben naar de modaliteiten en in de voorwaarden bepaald bij het artikel 6, b of c van de wet van 15 december 1970, en bij de artikelen 34, 35 of 36 van het koninklijk besluit van 25 februari 1971. 4. Moeten eveneens geacht worden het bewijs van de beroepskennis te leveren zij die bewijzen gedurende ten minste vijf jaar in de loop van de tien jaren die hun aanvraag om getuigschrift voorafgaan : a) hetzij als ondernemingshoofd te hebben uitgeoefend één of meerdere werkzaamheden, beoogd in artikel 2 van dit besluit, of zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn gebonden het dagelijks beheer te hebben waargenomen van een onderneming of een inrichting waar die werkzaamheden werden uitgeoefend; b) hetzij aan de uitoefening van één of meerdere van dezelfde werkzaamheden te hebben deelgenomen als bediende, als helper van een ondernemingshoofd of als werkman. De ondernemingshoofden kunnen op deze bepaling slechts aanspraak maken voor zover zij in het handelsregister waren ingeschreven gedurende gans de tijdruimte bepaald in lid 1 van deze paragraaf. Wanneer zij overeenkomstig de bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 gecoördineerde wetten betreffende het handelsregister werden ingeschreven, dient de inschrijving de rubrieken te vermelden die met de vereiste werkzaamheid of werkzaamheden overeenstemmen. In geen geval mag een werkzaamheid in aanmerking genomen worden die verricht werd door een persoon van minder dan achttien jaar oud. Het bewijs van deze werkzaamheid moet geleverd worden door middel van de stukken bedoeld bij artikelen 34, 2, 35, 2, of 36, 2 van het koninklijk besluit van 25 februari 1971, voor zover deze stukken de aard aan de bewuste werkzaamheid aanduiden. Wordt die nauwkeurige aanduiding niet gegeven, dan kan het aanvullend bewijs van de overeenstemming van de werkzaamheid geleverd worden door enig ander rechtsmiddel, met inbegrip van getuigenverklaringen voor zover die uitgaan ofwel van een openbaar organisme of organisme van openbaar nut dat het bevestigde feit op een vóór de aanvraag gelegen tijdstip en bij de uitvoering van zijn eigen taak heeft vastgesteld ofwel, in voorkomend geval, van een werkgever van de aanvrager. Art. 6. - KB 02-05-1972, art. 5 - Onverminderd de vrijstelling waarin artikel 19, 3 van de wet van 15 december 1970 voorziet, vallen niet onder toepassing van de gestelde eisen inzake kennis, de natuurlijke personen die van 5 november 1959 tot 5 november 1963, regelmatig en onder leiding en toezicht van een derde hebben deelgenomen aan een van de werkzaamheden beschreven in artikel 2 van dit besluit en die zulks bewijzen door middel van een attest dat hun werd uitgereikt door het gemeentebestuur ingevolge een aanvraag die werd ingediend vóór de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling.

5 Art. 7. (opgeheven) - KB 02-05-1972, art. 5. Art. 8. Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit. (Opgeheven) - KB 1998-10-21, art. 32; Inwerkingtreding : onbepaald.