Liturgie voor de doopdienst, op zondag 29 januari 2017, aanvang: 19.00 uur. thema Een aanhanger In deze dienst ontvangen: Daniek Alise Oudelaar Gerwin Jesse Schütte het teken en een zegel van God de Vader, de zoon en de Heilige Geest en zijn opgenomen in het lichaam van Jezus Christus Voorganger: Ouderling van dienst: Koster: Organist: Ds. H.M. Klaassen Jan Nevenzel Gerrit Kleinjan Bram Jaspers.
Orgelspel Afkondigingen Zingen: OTH 302: Tienduizend redenen 1. De zon komt op, maakt de morgen wakker; mijn dag begint met een lied voor U. Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen, laat mij nog zingen als de avond valt. (Refrein) Loof de Heer, o mijn ziel. O mijn ziel, prijs nu zijn heilige naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige naam. 2. Heer, vol geduld toont U ons uw liefde. Uw naam is groot en uw hart is zacht. Van al uw goedheid wil ik blijven zingen; tienduizend redenen tot dankbaarheid (Refrein). 3. En op die dag, als mijn kracht vermindert, mijn adem slokt en mijn einde komt, zal toch mijn ziel uw loflied blijven zingen; tienduizend jaar en tot in eeuwigheid. (Refrein 2x). Verheerlijk zijn heilige naam. (2x) Onze hulp en groet
Zingen: Psalm 65: 1 & 2 1. De stilte zingt U toe, o Here, in uw verheven oord. Wij zullen ons naar Sion keren waar Gij ons bidden hoort. Daar zal men, Heer, tot U zich wenden, tot U komt al wat leeft, tot U, o redder uit ellende, die alle schuld vergeeft. 2. Zalig wie door U uitverkoren mag wonen in uw hof, hoezeer hij door zijn schuld verloren terneerlag in het stof. Wij worden door U begenadigd die heilig zijt en goed. Gij die ons in uw huis verzadigt met alle overvloed. Geboden van God: Meester, wat is het grote gebod in de wet? Jezus zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten. (Mattheüs 22: 36 40) Zingen: psalm 32: 4 4. Zo spreekt de Heer:,,Mijn weg zal Ik u wijzen, u ziet mijn oog, waarheen gij ook zult reizen. Wees niet een dier dat koppig tegenstreeft, zich slechts aan toom en bit gewonnen geeft. Wie God ontvliedt heeft ondergang te vrezen - wie tot Hem komt, mag bij Hem veilig wezen. Gij die oprecht van hart en wandel zijt, verheugt u in den Heer te allen tijd!
Gebed om de verlichting met de Heilige Geest Lezen dooponderricht Doopvragen Kinderen naar voren en gesprek met de kinderen Binnen dragen van de dopelingen Zingen: psalm 139:1 & 7 1. Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, t ligt alles open voor uw ogen. 7. Gij hebt mij immers zelf gemaakt, mij met uw vingers aangeraakt, met toegewijde tederheid mijn nieren en mijn hart bereid, mij in de moederschoot geweven, mij met uw wonderen omgeven. Bediening van de doop Zingen: psalm 134: 3 ( Oude berijming ) 3. Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal'. Hij schiep 't heelal, Zijn Naam ter eer: Looft, looft dan aller heren HEER'! Kinderen naar de kindernevendienst
Schriftlezing: Mattheüs 4: 12-22 Het eerste optreden te Kafarnaüm 12 Toen Hij vernam, dat Johannes overgeleverd was, trok Hij Zich terug naar Galilea. 13 En Hij verliet Nazaret en ging wonen te Kafarnaüm, aan de zee, in het gebied van Zebulon en Naftali, 14 opdat vervuld zou worden het woord, door de profeet Jesaja gesproken, toen hij zeide: 15 Het land Zebulon en het land Naftali, aan de zeeweg, over de Jordaan, Galilea der heidenen: 16 het volk, dat in duisternis gezeten is, heeft een groot licht gezien, en voor hen, die gezeten zijn in het land en de schaduw des doods, is een licht opgegaan. 17 Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. De roeping van de eerste discipelen 18 Toen Hij nu langs de zee van Galilea ging, zag Hij twee broeders, Simon, die Petrus genoemd wordt, en Andreas, diens broeder, een net in zee werpen; want zij waren vissers. 19 En Hij zeide tot hen: Komt achter Mij en Ik zal u vissers van mensen maken. 20 Zij nu lieten terstond hun netten liggen en volgden Hem. 21 En vandaar verder gegaan zijnde, zag Hij nog twee broeders, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broeder, in het schip met hun vader Zebedeüs, terwijl ze bezig waren hun netten in orde te brengen, en Hij riep hen. 22 Zij lieten dan terstond het schip en hun vader achter en volgden Hem. Zingen: OTH: 276:1, 2, 3 & 4: Heer wijs mij uw weg 1. Heer, wijs mij Uw weg en leid mij als een kind dat heel de levensweg slechts in U richting vindt. Als mij de moed ontbreekt om door te gaan, troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan. 2. Heer, leer mij Uw weg, die zuiver is en goed. Uw Woord is onderweg als een lamp voor mijn voet. Als mij het zicht ontbreekt, het donker is,
leid mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is. 3. Heer, leer mij uw wil aanvaarden als een kind dat blindelings en stil U vertrouwt, vrede vindt. Als mij de wil ontbreekt uw weg te gaan, spreek door uw Woord en Geest mijn hart en leven aan. 4. Heer, toon mij uw plan; maak door uw Geest bekend hoe ik U dienen kan en waarheen U mij zendt. Als ik de weg niet weet, de hoop opgeef, toon mij dat Christus heel mijn weg gelopen heeft. Verkondiging: Thema: Een aanhanger
Zingen: gezang 437: 1, 2 & 3 1. Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht! God, laat mij voor uw aangezicht, geheel van U vervuld en rein, naar lijf en ziel herboren zijn. 2. Schep, God, een nieuwe geest in mij, een geest van licht, zo klaar als Gij; dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt en ga de weg die U behaagt. 3. Wees Gij de zon van mijn bestaan, dan kan ik veilig verder gaan, tot ik U zie, o eeuwig Licht, van aangezicht tot aangezicht. Collecten Dankgebed en voorbede Zingen: NLB lied 425 Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen van hier, uit dit huis waar uw stem wordt gehoord, in Christus verbonden, tezamen gezonden op weg in een wereld die wacht op uw woord. Om daar in genade uw woorden als zaden te zaaien tot diep in het donkerste dal, door liefde gedreven, om wie met ons leven uw zegen te brengen die vrucht dragen zal. Zegen