Beleidslijn voor de horeca-, prostitutie - en speelautomatenhalbranche in het kader van de Wet BIBOB

Vergelijkbare documenten
CVDR. Nr. CVDR87759_2. BIBOB Beleid

Beleidslijn Bibob voor de horeca-, prostitutie-, en gokautomatenbranche

Beleidslijn horeca- en prostitutiebranche

Bibob-beleidslijn vergunningen

Beleidslijn Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur (hierna BIBOB) van de gemeente Roosendaal inzake vergunningen voor

BIBOB Beleidslijn HORECA GEMEENTE EDAM-VOLENDAM. Toepassing BIBOB-wetgeving bij horecavergunningen

BIBOB beleidslijn horeca- en seksinrichtingen. Gemeente Voorst

Jaar: 2013 Nummer: 54 Besluit: 23 april 2013 Gemeenteblad BELEIDSREGEL WET BIBOB BOUWEN HELMOND Burgemeester en wethouders van Helmond;

Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008

Beleidslijn gemeente Amsterdam voor de horeca-, prositutie-, escort- en speelautomatenhallenbranche in het kader van de Wet Bibob.

BELEIDSLIJN WET BEVORDERING INTEGRITEITSBEOORDELINGEN DOOR HET OPENBAAR BESTUUR (BIBOB) GEMEENTE MAASTRICHT

Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bibob 2012

Gemeente Breda. Bibob-Beleidslijn Subsidies

BIBOB beleidslijn vergunningen horeca-inrichtingen, seksinrichtingen en speelautomatenhallen

BELEIDREGEL WET BEVORDERING INTEGRITEITSBEOORDELINGEN DOOR HET OPENBAAR BESTUUR HELMOND 2006

Beleidslijn Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (bibob) Gemeente Eijsden-Margraten.

BIBOB-Beleidslijn gemeente Woudrichem. betreffende. vergunningen voor horeca-inrichtingen, seksinrichtingen, coffeeshops en speelautomatenhallen

Brochure aanvraagformulier Gemeente Vlissingen.

Gulpen-Wittem, 05 april 2006 Portefeuillehouder W.J.G. Geraedts Bijlagen vragenlijst, wettekst en VNG brief. Afdeling B&P Ons Kenmerk

Beleidslijn gemeente Amsterdam voor subsidieverlening in het kader van de Wet Bibob 1 ALGEMEEN

BIBOB-BELEIDSLIJN GEMEENTE NEDERWEERT

Beleidslijn Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB) Nieuwkoop, Horecabranche, prostitutiebranche,

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

Toelichting beleidslijn Bibob 2015 gemeente Weert

BIBOB beleidsregels vergunningen en aanbestedingen Gemeente Houten

BIBOB-beleid Horst aan de Maas

Dit bureau maakt onderdeel uit van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Verder in de tekst zal dit bureau aangeduid worden als Bureau Bibob.

Beleidslijn BIBOB. 1 januari 2006

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

Bibob-beleid gemeente Beek 2016

BELEIDSREGELS BIBOB - milieuvergunningen -

Eerlijk beslissen. De rol van de Wet BIBOB

Eerlijk beslissen. De rol van Wet BIBOB. Bij horeca- e.a. vergunningen

Bibob-Beleidslijn 2016 Voorschoten

1.Uitvoering van de Bibob-toets vindt in beginsel plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

Beleidslijn wet Bevordering Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur. 15 november 2005

Beleidslijn BIBOB Gemeente Oost Gelre

Beleidslijn Wet Bibob Gemeente Lochem. Vastgesteld door het college van B&W in de vergadering van 3 juni Inleiding

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

BELEIDSREGEL WET BIBOB HORECA, SEKSINRICHTINGEN E.D. HELMOND De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

BELEIDSREGEL WET BIBOB HORECA, SEKSINRICHTINGEN E.D. HELMOND De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

BIBOB Vastgesteld door de raad van de gemeente Velsen op 14 april 2005

Overwegende dat de werkingssfeer van de Wet Bibob met ingang van 1 juli 2013 is verruimd;

Algemeen Bibob beleid gemeente Etten-Leur

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 7563

Toelichting beleidsregel toepassing Wet Bibob gemeente Oss

CVDR. Nr. CVDR122719_1. BIBOB beleidsregel horecabranche mei Officiële uitgave van Capelle aan den IJssel.

BELEIDSLIJN VOOR DE TOEPASSING VAN DE WET BEVORDERING INTEGRITEITSBEOORDELINGEN DOOR HET OPENBAAR BESTUUR GEMEENTE LEUDAL

Voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf is op grond van artikel 3.4 Apv een vergunning verplicht.

BELEIDSLIJN BIBOB GEMEENTE HATTEM

1 ALGEMEEN. Onderwerp. 1 de wetswijziging van de WP 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer

Hoofdstuk 1: Aigemeen

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregel Bibob Twenterand Hoofdstuk 1: Algemeen

Beleidslijn gemeente Amsterdam voor de omgevingsvergunning (milieu) in het kader van de Wet Bibob

Beleidsregel Wet Bibob voor omgevingsvergunning bouw gemeente Deurne Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne;

Eigen huiswerk binnen het BIBOB-instrumentarium

Eerlijk beslissen. De rol van Wet BIBOB. Bij omgevingsvergunningen bouwen en milieu

Bibob-beleidslijn voor horeca-inrichtingen

BELEIDSLIJN VOOR DE TOEPASSING VAN DE WET BIBOB DOOR HET OPENBAAR BESTUUR GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL 2016

BIBOB beleid Gemeente Waalwijk

Beleidslijn Bibob 2014 Veere nr.:14b Wet Bibob 1.1. Inleiding 1.2. De Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob 2013

JURIDISCH KADER WONINGWET EN WET BIBOB

Gemeente Alkmaar Beleidslijn voor de horeca-, prostitutie- en speelautomatenhalbranche. van de Wet BIBOB

Bibob beleidsregels Hengelo

Beleidslijn Wet Bibob Koggenland 2016

gemeente Sïmpelveld De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Simpelveld, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Beleidslijn Gemeente Rotterdam toepassing Wet Bibob in het kader van subsidies

Beleidsregels Wet Bibob. Oost Gelre 2018

BELEIDSLIJN BIBOB GEMEENTE ALMERE VOOR HORECABEDRIJVEN, SPEELAUTOMATENHALLEN, SEKSINRICHTINGEN, ESCORTBEDRIJVEN EN GROWSHOPS

De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden:

Beleidsregels Wet Bibob gemeente Neerijnen

Algemene procedure horeca-aanvragen

Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2016, gemeente Oud-Beijerland

B E S L U I T E N: vast te stellen de:

Beleidslijn Wet BIBOB Gemeente Ferwerderadiel

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

34_ :33 Pagina 4

Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur voor de Gemeente Korendijk 2015

19 februari 2019 Beleidsregels Bibob-beleid 2019

Bibob beleidslijn Weststellingwerf Gemeente Weststellingwerf

GEMEENTEBLAD. De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Oplossing: Aan de burgemeester wordt in een apart voorstel geadviseerd dit gebrek te herstellen de Bibobbeleidsregels te bekrachtigen.

Beleidsregel Wet Bibob gemeente Beverwijk 2018

Inhoudsopgave. Bijlage 1 Artikelen uit de Wet BIBOB, Gemeentewet en Opiumwet 14. Bijlage 2 De BIBOB vragenformulier Natuurlijke- en Rechtspersonen 18

B. en W. d.d. 16 februari 2016 Nr. 8B

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft,

Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

Beleidsregels Wet Bibob. Oost Gelre 2016

Beleidslijn gemeente Haarlem voor vastgoedtransacties in het kader van de Wet Bibob 1 ALGEMEEN

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/30

Bibob-beleid gemeente Elburg

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Bibob-beleidslijn Gemeente Tynaarlo 2018

Beleidslijn toepassing Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet BIBOB)

Bibob-beleidslijn Gemeente Assen 2017

WET BIBOB WET INTEGRITEITSBEOORDELINGEN DOOR HET OPENBAAR BESTUUR

Beleidslijn gemeente Zwartewaterland. Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet BIBOB)

b. bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van de

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Transcriptie:

Beleidslijn voor de horeca-, prostitutie - en speelautomatenhalbranche in het kader van de Wet BIBOB GEMEENTE CASTRICUM

Inleiding Heel lang is er van uitgegaan dat de preventie en bestrijding van criminaliteit uitsluitend een taak is van politie en justitie. Pas de laatste jaren is het besef doorgedrongen dat ook het bestuur hierin een rol heeft. Het bestuur maakt immers mét politie en justitie deel uit van één overheid. Een overheid die verantwoordelijk is voor het stellen van normen en de handhaving hiervan. Indien die normen geschonden worden, moet ook het bestuur zich daartegen verweren. De gemeente opereert op verschillende manieren op de economische markt. Door het doen van aanbestedingen, maar ook door regulerend op te treden. Zo is voor tal van bedrijfsactiviteiten een vergunning nodig. De regelgevende taak van de gemeente heeft veelal te maken met de verdeling van schaarste. Soms ontstáát schaarste door het regulerend optreden van de gemeente. Waar schaarste is, is geld te verdienen. Niet alleen met legale, maar ook met illegale activiteiten. Het ligt dus voor de hand dat het bestuur op die terreinen waar zij regels stelt oploopt tegen al dan niet georganiseerde criminaliteit. Een van de conclusies die de Parlementaire Enquête Commissie Van Traa in 1996 trok was dat de ernst van georganiseerde criminaliteit vooral was gelegen in het grote financiële gewin van honderden miljoenen guldens en de economische macht die daaruit voortvloeit. Die economische macht beperkt zich niet tot de onderwereld, maar dringt in allerlei gedaanten in de bovenwereld door, aldus de commissie. Criminele personen kunnen met al dat geld infiltreren in het economisch leven door ondermeer gebruik te maken van bestuurlijke faciliteiten, zoals vergunningen, subsidies en overheidsopdrachten. Dit heeft een aantasting van de integriteit van de overheid tot gevolg. Criminaliteit, georganiseerde criminaliteit, speelt zich niet af op een eiland. Er bestaan vele raakvlakken tussen criminaliteit en wat wel genoemd wordt de wettige omgeving. Deze raakvlakken bieden het bestuur een goed aanknopingspunt om bij te dragen aan de preventie en bestrijding van criminaliteit. Het bestuur heeft daarbij eigen instrumenten: vergunning weigeren, vergunning intrekken, pand sluiten, een subsidie of de gunning van een opdracht weigeren. Het gebruik van deze instrumenten is vaak erg effectief. Soms effectiever dan opsporen en vervolgen. Een beleid waarin het bestuur criminelen helpt te bestrijden door hen niet langer te faciliteren past in het concept tegenhouden 1 en past binnen het beleid van de korte klappen. 2 Sinds 1 juni 2003 hebben bestuursorganen er op dit terrein een instrument bij gekregen: de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (hierna: Wet BIBOB). Doel van de Wet BIBOB De Memorie van Toelichting bij de Wet BIBOB vermeldt: Het openbaar bestuur moet in staat worden gesteld zich te beschermen tegen het risico dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd, zowel wat betreft zijn bestuurlijke rol bij het verlenen van subsidies en vergunningen, als in zijn civielrechtelijke rol als contractpartij bij aanbestedingen en andere verbintenissen. De Wet BIBOB De Wet BIBOB is op 1 juni 2003 in werking getreden. In hoofdlijnen regelt de wet twee zaken. Ten eerste wordt het mogelijk om bepaalde vergunningen, subsidies en aanbestedingen te weigeren (of in te trekken c.q. op te zeggen) wegens - globaal gezegd - het hebben van criminele banden. 1 Zie bijvoorbeeld het jaarverslag 2001 Politie Amsterdam/ Amstelland. 2 Georganiseerde criminaliteit in Nederland WODC monitor 1998. 1

Op grond van artikel 3 van de Wet BIBOB kan een beschikking (vergunning of subsidie) geweigerd of ingetrokken worden wanneer: a) sprake is van een ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten (bijvoorbeeld het witwassen van zwart geld); b) sprake is van een ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het plegen van strafbare feiten (bijvoorbeeld als dekmantel); c) feiten en omstandigheden erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld valsheid in geschrifte of omkoping). Ten tweede voorziet de wet in een landelijk Bureau BIBOB dat gemeenten desgevraagd gaat adviseren of en zo ja in welke mate er sprake is van ernstig gevaar van criminele banden en daartoe diverse screeningen kan gaan uitvoeren. Toepassingsbereik van de Wet BIBOB De onderzoeksgroep Fijnaut heeft op verzoek van de Parlementaire Enquête Commissie Van Traa onderzoek gedaan naar de dreiging van de georganiseerde misdaad in bepaalde economische sectoren. 3 Deze commissie heeft een aantal criteria benoemd die kenmerkend zijn voor branches die kwetsbaar zijn voor criminaliteit. Te denken valt aan sectoren die een lage drempel van toetreding kennen (weinig diploma s vereist) of waarvan de omzetcijfers onduidelijk zijn, en aan economische sectoren waar weinig is geregeld of de regels juist gecompliceerd zijn. Bij het aanwijzen van de gevallen waarin het BIBOB-instrumentarium zou moeten worden ingezet, heeft de wetgever aansluiting gezocht bij dit onderzoek. Om die reden vallen niet alle bestuurlijke besluiten binnen het bereik van de Wet BIBOB. Onder het bereik van de wet zijn gebracht: 1. vergunningen; 2. subsidies; 3. aan te besteden overheidsopdrachten. Verder geldt dat slechts een beperkt aantal sectoren of branches binnen het toepassingsbereik van de wet gebracht zijn. Deze sectoren en branches zijn genoemd in de wet of in het bij de wet behorend Besluit BIBOB 4 Vergunningen Waar het gaat om uitvoering van rijksregelgeving vallen vergunningen in het kader van de milieuwetgeving, de Drank-en Horecawet, de Wet op de kansspelen en de Woningwet (bouwvergunning) onder de Wet Bibob. In het Besluit Bibob worden lokale vergunningen als de exploitatievergunning voor horeca (droge en natte horeca, opgenomen in de APV), de vergunningen voor prostitutiebedrijven, seksinrichtingen en speelautomatenhallen onder de werking van de wet gebracht. Subsidies Voor de subsidies geldt dat in de regeling zelf moet zijn opgenomen dat op de aanvraag of intrekking de Wet BIBOB van toepassing is. De Wet BIBOB geeft hiervoor geen limitatieve opsomming. 3 Inzake Opsporing, deel II onderzoeksgroep Fijnaut: Branches, 5. 4 Besluit van 12 april 2003, houdende uitvoering van de Wet BIBOB (Staatsblad 2003, 180). 2

Overheidsopdrachten De branches waarbinnen overheidsopdrachten kunnen worden geweigerd op grond van de wet zijn beperkt tot de ICT-, de bouw- en de milieubranche. Bij de aanbestedingsprocedures wordt aangesloten bij de Europese richtlijnen en kan met behulp van het BIBOBinstrumentarium nadere invulling worden gegeven aan de daarin vermelde weigeringsgronden. Bureau BIBOB Bij het Ministerie van Justitie is een landelijk Bureau BIBOB opgericht. Dit Bureau heeft onder andere de taak bestuursorganen te adviseren en te begeleiden bij het toepassen van de wet. Zo worden bij het Bureau, in samenwerking met de Kopgroep 5, modelbeleidslijnen, modelhandleidingen en ander voorlichtingsmateriaal ontwikkeld die in een handboek zijn neergelegd. Een andere belangrijke taak voor het Bureau is het op verzoek van bestuursorganen verrichten van onderzoeken naar eventuele criminele banden van aanvragers van een vergunning (of subsidie of van degene die in aanmerking wil komen voor een gunning van een aanbesteding). Ten behoeve van dit onderzoek kan het Bureau naast de openbare bronnen (bijvoorbeeld het Kadaster, de Kamer van Koophandel, internet) ook gesloten registraties, zoals die van de politie, justitie en fiscus, raadplegen. Uiteraard wordt de betrokkene, de aanvrager van de vergunning zelf, onderzocht. Daarnaast wordt onderzocht of deze misschien een relatie heeft tot strafbare feiten als bedoeld in de Wet BIBOB. Dit betekent dat ook andere personen kunnen worden betrokken in het onderzoek. Het advies van het Bureau BIBOB kan drie uitkomsten hebben met betrekking tot de mate van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 Wet BIBOB ( gevaar van criminele banden ): - er is geen sprake van een ernstige mate van gevaar; - er is sprake van mindere mate van gevaar; - er is sprake van ernstige mate van gevaar. Het bestuursorgaan kan het advies al dan niet gebruiken ter motivering van een besluit. Het ligt voor de hand dat de vergunning in het eerste geval zal worden verleend. In het tweede en derde geval zal het bestuursorgaan een afweging dienen te maken of de vergunning wordt geweigerd c.q. ingetrokken of dat er wellicht extra voorschriften aan de vergunning worden verbonden.voor de inhoud van dat besluit blijft het bestuursorgaan verantwoordelijk. De procedure van adviesaanvraag bij het Bureau BIBOB De beslissing van het bestuursorgaan om een adviesaanvraag bij het Bureau BIBOB in te dienen is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hiertegen kan daarom geen bezwaar en in een later stadium beroep worden ingesteld. Wel is het de aanvrager van een vergunning te allen tijde toegestaan zich terug te trekken uit de aanvraagprocedure. Het bestuursorgaan zal, indien het voornemen bestaat een negatieve beslissing te nemen op grond van een BIBOB-advies, de aanvrager/houder in de gelegenheid stellen zijn zienswijze naar voren te brengen; het BIBOB-advies kan dan worden ingezien. Derden die genoemd zijn in de beslissing worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van artikel 4:8 Awb en moeten, indien te verwachten is dat zij tegen bovengenoemd voornemen een negatieve beslissing te nemen bedenkingen hebben, ook in de gelegenheid worden gesteld om hun zienswijze naar voren te brengen. Derden hebben overigens niet het recht om het advies in 5 Maandelijks overleg tussen de gemeenten Amsterdam, Almelo, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Venlo met de VNG en het Bureau BIBOB over de invoering van de Wet BIBOB. Inmiddels is er een aparte kopgroep Aanbestedingen en BIBOB geformeerd waarin naast Amsterdam (SBA) het Ministerie van VROM, de provincie Gelderland, de VNG, het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, het Ministerie van Economische Zaken, het Nederlands Inkoopcentrum en Gemeentewerken Rotterdam deelnemen. 3

zijn geheel in te zien, maar alleen dat deel dat betrekking op hen heeft. Tegen de uiteindelijke beslissing van het bestuursorgaan waarin een BIBOB- advies is verwerkt kan wel bezwaar worden gemaakt en beroep worden ingesteld. Implementatie van de Wet BIBOB in Castricum Regionale afstemming Er zijn in de politieregio Noord-Holland Noord verscheidene initiatieven ontplooid om in regionaal verband de Wet BIBOB te implementeren. De gemeente Castricum nam de eerste stap om alle regiogemeenten uit te nodigen voor een Actualiteitenmiddag BIBOB & Bestuursrecht op 27 januari 2005. Op deze bijeenkomst is afgesproken om gezamenlijk, in regionaal verband, de Wet BIBOB te implementeren en aan te vangen met de BIBOB-branche van Drank-en Horeca, prostitutie en kansspeelautomaten. Na het congres op 27 januari 2005 is door Castricum een plan van aanpak opgesteld (26 april 2005). Dit heeft geleid tot vaststelling van BIBOB-beleid voor de branches Drank- en Horeca, prostitutie, kansspeelautomaten en exploitatievergunningen op 15 november 2005. Dit beleid is op 15 december 2005 in werking getreden. Ondertussen lag het regionale initiatief om BIBOB gezamenlijk te implementeren stil. Derhalve heeft de Permanente Commissie Integrale Veiligheid op 17 maart 2006 besloten om BIBOB regionaal te implementeren en hiertoe concrete stappen te ondernemen. Onder de vleugels van het Programmabureau Integrale Veiligheid is vervolgens op 22 juni 2006 een Regionale werkgroep BIBOB geformeerd. De werkgroep heeft als opdracht om alle gemeenten behulpzaam te zijn bij de regionale implementatie. De gemeente Castricum nam als een van de voortrekkers in de regio op het gebied van BIBOB ook zitting in de werkgroep. Parallel aan de formatie van de werkgroep is ambtelijk een herziening gemaakt van het Castricumse BIBOB-beleid van 15 november 2005 in het kader van de halfjaarlijkse evaluatie. Deze herziening is op verzoek van het Programmabureau ingebracht in de werkgroep als standaardbeleid voor de regio. Na afstemming in de werkgroep is de onderhavig beleid/herziening op 10 oktober 2006 vastgesteld door de Regionale werkgroep BIBOB. Hiermee is deze notitie het leidende beleid voor de politieregio Noord-Holland Noord. Na de regionale afstemming is de beleidslijn vervolgens voorgedragen ter vaststelling aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Castricum. Vergunningen in het kader van deze beleidslijn In deze beleidslijn wordt aangegeven hoe het gemeentebestuur de Wet BIBOB toepast en in welke gevallen een advies aan het landelijk Bureau BIBOB wordt gevraagd. In deze beleidslijn gaat het om de vergunningen voor de branches horeca, prostitutie en speelautomatenhallen: 1. horeca: exploitatievergunning 6 op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) ( droge en natte horeca ) en de vergunning 7 op grond van de Drank- en Horecawet ( natte horeca ); 2. prostitutie: exploitanten van seksinrichtingen en escortbedrijven behoeven een exploitatievergunning 8 op grond van de APV; 3. speelautomatenhallen: een exploitatievergunning 9 op grond van de APV juncto de Wet op de kansspelen (Wok). 6 De Burgemeester verleent deze exploitatievergunningen ex artikel 2.3.1.2, eerste lid, van de APV. 7 Het College van burgemeester en wethouders verleent deze vergunning ex artikel 3 van de Drank-en Horecawet. 8 Afhankelijk van de aanvraag wordt voor dit onderdeel per geval bepaald welk bestuursorgaan (college of burgemeester) bevoegd is om vergunning te verlenen. Zie artikel 3.2.1 van de APV e.v. 4

Situatie in Castricum Horeca-inrichtingen Castricum telt 118 (peildatum: 26 oktober 2006) horeca-inrichtingen (inclusief strandpaviljoens, sportkantines, verenigingen e.d.). Van de 118 horeca-inrichtingen, zijn er ongeveer 80 gevestigd in Castricum, 20 in de kern Limmen en 20 gezamenlijk in de kernen Akersloot en De Woude. De dorpskern van Castricum, ingevolge artikel 1.1 van de APV omschreven als een horecaconcentratiegebied, telt ongeveer 30 inrichtingen. De horeca heeft dus een belangrijke functie in de dorpskern van Castricum. Nulbeleid coffeeshops In Castricum vigeert een nulbeleid ten aanzien van coffeeshops. Dit nulbeleid is vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders van Castricum in het Coffeeshopbeleid (d.d. 28 september 2004). Nulbeleid houdt in dat er geen enkele coffeeshop binnen de gemeente is en ook niet wordt toegelaten. Seksinrichtingen Voor zover thans bij ons bekend bevinden er zich geen seksinrichtingen en aanverwant binnen de gemeente Castricum. Eventuele aanvragen worden getoetst aan artikel 3.1.1. e.v. van Hoofdstuk 3 van de APV ( Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.). Kansspeelautomatenhal De APV van Castricum laat de vestiging van één speelautomatenhal toe (ex artikel 2.3.3.3, tweede lid, van de APV). Deze speelautomatenhal is gevestigd in de dorpskern van Castricum. Subsidiariteit-en proportionaliteitsbeginsel Blijkens de Memorie van Toelichting 10 van de Wet BIBOB zijn de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit belangrijke uitgangspunten van de wet. Het instrument BIBOB dient dan ook een ultimum remedium te zijn. Mitsdien bekijkt het bestuursorgaan eerst zelf of er geen bestaande weigeringsgronden aanwezig zijn. Deze bestaande weigeringsgronden hebben namelijk ook betrekking op de integriteit van de aanvrager of vergunninghouder. Te denken valt bijvoorbeeld aan de eis niet in enig opzicht van slecht levensgedrag te zijn of de eisen van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet. Op de tweede plaats dient het bestuursorgaan te onderzoeken of zij niet zelfstandig de Wet BIBOB kan toepassen. Dit vindt plaats met behulp van de in artikel 30 van de Wet BIBOB omschreven BIBOB-vragenormulieren voor Natuurlijke Personen en Rechtspersonen. In deze formulieren wordt onder meer gevraagd wie de leidinggevenden dan wel vermogensverschaffers van betrokkene(n) zijn, en wie de eventuele onderaannemer is en wat de wijze van financiering is. Wanneer een bestuursorgaan zelf voldoende informatie heeft weten te verzamelen waaruit blijkt dat er sprake is van een situatie als omschreven in artikel 3 van de Wet BIBOB kan het bestuursorgaan rechtstreeks overgaan tot weigering of intrekking van de vergunning. Het niet meewerken aan het invullen van het BIBOB-vragenformulier mag door het bestuursorgaan worden uitgelegd als een ernstig gevaar op crimineel misbruik en kan dus direct leiden tot intrekking of weigering van de vergunning. 9 De Burgemeester verleent deze exploitatievergunning op grond van artikel 2.3.3.3, eerste lid, van de APV juncto artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wok. 10 Met name hoofdstuk 4 van de Memorie van Toelichting. 5

Conclusie Pas als de bestaande weigerings-en of intrekkingsgronden geen soelaas bieden kan toepassing van de Wet BIBOB in beeld komen. De Wet BIBOB is dus een ultimum remedium om een aanvraag te weigeren dan wel een vergunning in te trekken. Algemene beleidsindicatoren gemeente Castricum Om praktische redenen is het van belang bij de beoordeling al dan niet een vergunning te verlenen of in te trekken, een onderscheid te maken tussen een lichte toets en een diepgaande toets. 11 Met een lichte toets wordt een globaal onderzoek van de antwoorden op de vragen en van de overgelegde bescheiden bedoeld. Komt daaruit iets opvallends naar voren, bijvoorbeeld een merkwaardige financiering, dan kunnen de bescheiden nauwkeuriger worden gecheckt. Dit is de diepgaande toets. De beleidslijn is om: I bij alle aanvragen de aangeleverde gegevens (BIBOB-vragenformulier en bescheiden) over financiering en bedrijfsactiviteiten globaal te bekijken (dus een lichte toets voor alle aanvragen); II als er naar aanleiding van de antwoorden op de BIBOB-vragenformulier en op basis van de bescheiden nog vragen zijn dan een diepgaande toets uit te voeren; III het onder I en II gestelde blijft achterwege, met uitzondering van hetgeen onder IV t/m VI is omschreven, ingeval een aanvrager bovengenoemde vragenlijst reeds voor dat bedrijf heeft ingevuld en vanaf de datum van invullen zich geen wijzigingen (bijvoorbeeld exploitatievorm, financiering) hebben voorgedaan; IV bij bepaalde type(n) inrichtingen waarvan aannemelijk is dat daarbij een verhoogde kans bestaat op criminele activiteiten of crimineel misbruik wordt een diepgaande toets uitgevoerd. Men denke bijvoorbeeld aan seksinrichtingen, dan wel inrichtingen/aanvragers die de openbare orde in het verleden (tot vijf jaar terug) hebben verstoord; V bij inrichtingen die op grond van de artikelen 2.3.1.5, eerste lid, van de APV (horecainrichtingen) en 13b 12 van de Opiumwet (voor publiek toegankelijke lokalen waar een middel als bedoeld in lijst I en II wordt verkocht) zijn gesloten in principe een diepgaande toets uit te voeren. 13 VI in de gevallen waarin de Officier van Justitie de gemeente adviseert 14 om in geval van een bepaalde aanvraag een advies aan het landelijk Bureau BIBOB aan te vragen een diepgaande toets uit te voeren. Deze diepgaande toets vindt plaats vóórdat het BIBOB-advies wordt aangevraagd bij het landelijk Bureau BIBOB. 11 Voor de volledigheid: er is daarnaast ook de BIBOB-toets van het Landelijk Bureau BIBOB ingeval van een adviesaanvraag aan het Bureau. 12 Dit artikel is niet alleen van toepassing voor (vergunde) coffeeshops, maar voor alle voor publiek toegankelijke lokalen waar drugs wordt verkocht/gedeald. Onverminderd het nulbeleid van de gemeente Castricum voor coffeeshops kan dit artikel dus een indicator zijn in dit beleid. Bron: http://www.hetccv.nl/dossiers/bestuurlijk_handhaven/lokaal_drugsbeleid/cannabis/lokaal_beleid/13b_opium wet/?more 13 In deze gevallen is de inrichting gesloten wegens strijd met onder andere de openbare orde. 14 Artikel 26 van de Wet BIBOB bepaalt dat de Officier van Justitie die beschikt over gegevens die er op wijzen dat een betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten die reeds zijn gepleegd of nog gepleegd zullen worden, het bestuursorgaan of de aanbestedende dienst kan wijzen op de wenselijkheid het Bureau om een advies te vragen. Voor de politieregio Noord-Holland Noord geldt als BIBOB-Officier mevrouw mr M.A. van den Heuvel van het Parket te Alkmaar. 6

Wanneer adviesaanvraag aan het landelijk Bureau BIBOB? In de volgende gevallen een adviesaanvraag aan het landelijk Bureau BIBOB: I. na de diepgaande toets resteren nog vragen over de bedrijfsstructuur; II. na de diepgaande toets vragen blijven bestaan over de financiering van het bedrijf; III. na de diepgaande toets vragen blijven bestaan over omstandigheden in de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd; IV. indien de Officier van Justitie de gemeente adviseert om in geval van een bepaalde aanvraag een advies aan het landelijk Bureau BIBOB aan te vragen door middel van de zogenaamde BIBOB-tip. Juridisch kader beleid Deze beleidslijn is op 12 december 2006 vastgesteld door het College van Burgemeester en wethouders van Castricum voor zover het betreft vergunningen ex artikel 3 van de Drank- en Horecawet, de exploitatievergunningen als bedoeld in artikel 2.3.1.2, eerste lid, van de APV (exploitatievergunning horecabedrijf), vergunningen voor speelautomatenhallen ex artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet op de kansspelen juncto artikel 2.3.3.3 van de APV (speelautomatenhallen) en seksinrichtingen/escortservice op grond van artikel 3.2.1 van de APV. Inwerkingtreding Zoals is bepaald bij de vaststelling van onderhavige beleidslijn op 12 december 2006 door het college van burgemeester en wethouders, alsmede bij de bekendmaking van onderhavig beleid op 20 december 2006 in het Nieuwsblad voor Castricum treedt deze beleidsnotitie één dag na bekendmaking in werking. Onderhavige beleidslijn is derhalve in werking getreden op 21 december 2006. 7