Doopdienst Hofpleinkerk Middelburg, 1 februari 2015 Voorganger: Ouderling van dienst: Diaken van dienst: Organist : Ds. Jacobine Scholte de Jong Kees Marinissen Joke Roelse Cocky Klaver In deze feestelijke dienst zal de heilige doop worden bediend aan: Ivo Corné Aarnoutse geboren 13 oktober 2014 Zoon van Hylkje en Robertjan Aarnoutse-van der Vlugt broertje van Marije en Niek Alyne Carlijn Thelma Grootendorst geboren 1 november 2014 Dochter van Mariska en Trevor Grootendorst-Alewijnse zusje van Jayson en Milan Levi Daan Grouw geboren 9 november 2014 Zoon van Nikita en Dennis Grouw-Benschop broertje van Jesse Sofie Johanna Oosterhuis geboren 22 juli 2014 Dochter van Stefanie en Bert-Jan Oosterhuis zusje van Anne Fiene Anne Leni Walraven geboren 16 oktober 2014 Dochter van Jolien Dekker en Martijn Walraven zusje van Jord en Siem 1
Om te beginnen Welkom Aanvangslied Psalm 93: 1 en 4 (Lied 93) Stilte 1. De Heer is koning, Hij regeert altijd, omgord met macht, bekleed met majesteit, Hij grondvest d aarde, houdt haar vast in stand. Onwrikbaar staat het bouwwerk van zijn hand. 4. Uw macht is groot, uw trouw zal nooit vergaan, al wat Gij ooit beloofd hebt, blijft bestaan. Tot sieraad is uw hoge heiligheid en in die glans trotseert uw huis de tijd. Groet v. Genade, barmhartigheid en vrede zij u van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Heer. a Amen. Bemoediging v Onze hulp is in de naam van de Heer, a die hemel en aarde gemaakt heeft, v die trouw houdt tot in eeuwigheid a en niet laat varen het werk van zijn handen. Drempelgebed v a Heer, onze God, vergeef ons al wat wij misdeden en laat ons weer in vrede leven. Amen. Zingen O lieve Heer, ik ben zo blij (Alles Wordt Nieuw II, 27) 1. O lieve Heer, ik ben zo blij, de duisternis verdween. De donkere nacht is weer voorbij, uw licht staat om mij heen. 2. Dank dat ik voor uw aangezicht de lieve, lange dag met alle kinderen van het licht spelen en zingen mag. 2
Gebed om ontferming 3. O lieve Heer, ik ben zo blij dat u mij steeds omringt. U bent niet ver, u bent dichtbij, dichtbij elk mensenkind. Glorialied Kom tot de Vader (Opwekking 599) Tijdens dit lied worden de dopelingen binnengebracht. Het doopwater wordt door de diaken van dienst uitgegoten in het doopvont. De doopouders gaan staan. Doopviering Nog voordat je bestond kende Hij je naam. Hij zag je elk moment en telde elke traan. Omdat Hij van je hield, gaf Hij zijn eigen Zoon. Hij wacht alleen nog maar totdat je komt. En wat je nu ook doet, zijn liefde blijft bestaan, niets wat jij ooit deed verandert daar iets aan. Omdat Hij van je hield gaf Hij zijn eigen Zoon. En nu is alles klaar wanneer jij komt. Refrein: Kom tot de Vader, kom zoals je bent. Heel je hart, al je pijn is bij Hem bekend. De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt: daarmee is alles klaar wanneer jij komt. En wat je nu ook doet Refrein (2x) De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt: Hij wacht alleen nog maar totdat je komt. Inleiding Presentatie ouderling: voorganger: Hier in Gods huis zijn binnengebracht om gedoopt te worden: Ivo Aarnoutse, Alyne Grootendorst, Levi Grouw, Sofie Oosterhuis en Fiene Walraven. Robertjan en Hylkje, Trevor en Mariska, Nikita en Dennis, Martijn en Jolien, Stefanie en Bert-Jan: Willen jullie dat jullie kind gedoopt wordt in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest? ouders antwoorden per ouderpaar: Ja, dat willen wij. 3
voorganger: ouders: voorganger: Met welke naam zal jullie kind gedoopt worden? noemen de doopna(a)m(en) van hun kind Mogen de namen van deze kinderen geschreven staan in de palm van Gods hand. Zingen Verbonden met vader en moeder (Geroepen om te zingen 79) Doopgebed 1. Verbonden met vader en moeder, natuurlijk het meest met die twee, maar ook met de andere mensen, vier jij hier dit feest met ons mee. Refrein: Je hebt al een naam. maar je krijgt er één bij op dit feest, want jij wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. 2. Je bent al een tijdje bij mensen, je naam is bij ons al vertrouwd, en dus is het tijd om te vieren dat God die je kent van je houdt. Refrein Geloofsbelijdenis De gemeente gaat staan. voorganger: Wij worden getuigen van de doop van deze kinderen en gedenken onze eigen doop. Wij belijden en zingen tegen alle kwade machten in met de kerk van alle tijden en plaatsen: Zingen Klein Credo (Lied 344) 1. Wij geloven één voor één / en ook samen: de Heer is God en anders geen. / Amen, amen. 2. Wij geloven in de naam / Jezus Christus, gestorven en weer opgestaan. / Halleluja! 4
3. Wij geloven dat de Geest / ook nog heden de wereld en onszelf geneest. / Vrede, vrede. De gemeente en de doopouders gaan weer zitten. Kinderen die de doop van dichtbij willen zien, kunnen nu naar voren komen en vooraan op de grond gaan zitten. Moment met de kinderen Zingen Jouw leven staat aan het begin (Lied 354: 1, 3 en 4) 1. Jouw leven staat aan het begin, het heeft nog geen herinnering, het is zo weerloos en zo klein, je weet nog niet hoe het zal zijn. O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam. 3. Je huilt nog van verwondering, maar jij hoort hier, in onze kring. Het water wacht, die diepe zee geeft jou een taal, een teken mee. O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam. 4. Dat teken is een heilsgeheim: God wil met jou verbonden zijn. Hij is nabij waar jij ook bent, omdat Hij je bij name kent. O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam. Bij het doopvont De doopouders komen steeds per gezin met hun kinderen naar het doopvont. Ruimte voor een persoonlijk woord door de ouders Doop en handoplegging Aansteken van de doopkaars Geloften 5
Verwelkoming door de gemeente Wanneer alle dopelingen zijn gedoopt, gaat de gemeente staan. v. Gemeente, draag hen die gedoopt zijn in uw gebeden en ga met hen de weg van het Koninkrijk. a. Welkom, kinderen van God, welkom in de kerk van Christus, wereldwijd en in ons midden. Zingen Leven is gegeven (Lied 359) 1. Leven is gegeven door het water, nu gaat er ver boven ons geloven steeds een naam met ons mee. 2. Dopen is geloven dat een herder je verder bewaren zal en sparen, zo gaat God met jou mee. De gemeente en de doopouders gaan weer zitten. De kinderen kunnen nu naar de kindernevendienst gaan of naar de crèche worden gebracht. Rondom het woord Gebed van de zondag Schriftlezing Marcus 4: 35-41 Jezus en de storm 35 Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei hij tegen hen: Laten we het meer oversteken. 36 Ze stuurden de menigte weg en namen hem mee in de boot waarin hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. 37 Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. 38 Maar hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten hem wakker en zeiden: Meester, kan het u niet schelen dat we vergaan? 39 Toen hij wakker geworden was, sprak hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer: Zwijg! Wees stil! De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust. 40 Hij zei tegen hen: Waarom hebben jullie zo weinig moed? Geloven jullie nog steeds niet? 41 Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het meer hem gehoorzamen? 6
Zingen Jezus, meester aller dingen (Lied 352: 1, 2, 5 en 7) Verkondiging Orgelspel 1. Jezus, meester aller dingen, woord van God van den beginne, in het lot der stervelingen brengt Gij tekenen tot stand. 2. Gij weerstaat de boze machten, storm en ontij, donkere nachten en t gevaar dat wij niet achten: richt u op en strek uw hand! 5. Gij hebt, uit de dood verrezen, t boos getij terecht gewezen, en het water zal u vrezen, t water brengt ons weer aan land. 7. Zend uw adem, wend de steven, dat uw schepelingen leven door uw goede Geest gedreven met het loflied in de mond! Zingen De Heer heeft mij gezien en onverwacht (LvdK 487) 1. De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren en getogen. Hij heeft mijn licht ontstoken in de nacht, gaf mij een levend hart en nieuwe ogen. Zo komt Hij steeds met stille overmacht en zo neemt Hij voor lief mijn onvermogen. 2. Hij doet met ons, Hij gaat ons in en uit. Heeft in zijn handen onze naam geschreven. De Heer wil ons bewonen als zijn huis, plant als een boom in ons zijn eigen leven, wil met ons spelen, neemt ons tot zijn bruid en wat wij zijn, Hij heeft het ons gegeven. 7
Gebeden en gaven 3. Gij geeft het uw beminden in de slaap, Gij zaait uw naam in onze diepste dromen. Gij hebt ons zelf ontvankelijk gemaakt zoals de regen neerdaalt in de bomen, zoals de wind, wie weet waarheen hij gaat, zo zult Gij uw beminden overkomen. Gebeden Dankgebed, voorbeden en stil gebed, afgesloten met het samen bidden van het Onze Vader. Collecte Tijdens de collecte komen de kinderen uit de kindernevendienst terug in de kerk en kunnen de kleinere kinderen opgehaald worden uit de crèche. Aanbieden doopgeschenken Slotlied Dank, dank nu allen God (Lied 704) 1. Dank, dank nu allen God, met hart en mond en handen, die grote dingen doet hier en in alle landen, die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot, zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood. 2. Die eeuwig rijke God moge ons reeds in dit leven een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven. Die uit genade ons behoudt te allen tijd, is hier en overal een helper die bevrijdt. 3. Lof, eer en prijs zij God die troont in t licht daarboven. Hem, Vader, Zoon en Geest moet heel de schepping loven. Van Hem, die ene Heer, gaf het verleden blijk, het heden zingt zijn eer, de toekomst is zijn rijk. Zegen De gemeente antwoordt op de zegen met een gezongen Amen. 8