Bureau Veldkamp De Rikking 46 8332 CG Steenwijk tel: 0521 517440 mob: 06 30657824 email: veldkamp16@zonnet.nl website: www.bureauveldkamp.nl Hersteld hervormde Gemeente Zwartebroek-Terschuur De heer H. van Vliet p.a. Vellengastraat 11 3785 LA Zwartebroek Steenwijk, 12 december 2011, aangevuld 22 februari 2012 Onderwerp: Flora- en Faunatoetsing in verband met de nieuwbouw van een kerkgebouw aan de Hoevenlakenseweg tussen 108 en 114 in Terschuur. Om te bezien of er bij de bouw van een kerkgebouw met voorzieningen als parkeerplaatsen, groen en afwaterteringssloten aan de Hoevenlakenseweg tussen 108 en 114 in Terschuur (afbeelding 1) voldaan wordt aan de eisen die de Flora- en Faunawet (FF-wet) stelt, heeft ondergetekende de locatie op 29 november 2011 bezocht om een quickscan uit te voeren. 1 Inleiding Het is denkbaar dat er bij de bouw van een nieuw kerkgebouw met bijpassende voorzieningen organismen die in de FF-wet worden genoemd in het gedrang komen. In het onderhavige geval gaat het om een deel van een perceel grasland tussen de nummers 108 en 114 aan de Hoevenlakenseweg te Terschuur (foto 1 en 2). De beoogde bouwlocatie ligt niet al te ver verwijderd van het Natura-2000 gebied Veluwe. Daarom werden de plannen ook tegen het licht gehouden van de Habitat- en Vogelrichtlijn. Ook werd een inschatting gemaakt van de invloed die de bouwplannen hebben op de Ecologische Hoofdstructuur. Toetsingskaders De nieuwbouw van een kerkgebouw met voorzieningen wordt in de eerste plaats tegen het licht gehouden van de FF-wet. De FF-wet richt zich op de bescherming van wilde inheemse plant- en diersoorten. De soorten die onder de FF-wet vallen staan opgesomd in drie tabellen: Tabel 1: Algemene soorten, indien soorten in gedrang komen die in deze lijst voorkomen moet een ontheffingaanvraag worden aangevraagd. Hierbij wordt een toetsing uitgevoerd aan het criterium doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding (een zogenaamde lichte toets). Tabel 2: Overige soorten geeft een opsomming van minder algemene soorten. Zouden soorten uit deze tabel in het gedrang komen dan is een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort. Dit is niet van toepassing op alle vogelsoorten. Tabel 3: Soorten bijlage IV Habtatrichtlijn/bijlage 1 Algemene Maatregel van Bestuur somt de meest kwetsbare soorten op. Komen soorten uit deze tabel in het gedrang dan is eveneens een ontheffing nodig. Een ontheffingsaanvraag voor de soorten van tabel 3
wordt getoetst aan drie criteria: 1) er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang, 2) er is geen alternatief, 3) doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort. Deze drie criteria vormen de zogenaamde uitgebreide toets. De drie criteria staan naast elkaar en niet na elkaar (aan alle drie moet voldaan zijn)( de uitgebreide toets voor ontheffingverlening). Deze geldt ook voor alle vogelsoorten en alle inheemse vleermuissoorten. In het geval van vleermuizen gaat het hier niet alleen om verblijfplaatsen, maar ook vliegroutes en jachtgebieden. Naast de mogelijke lokale effecten, werd gekeken of de plannen een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de ecologische hoofdstructuur en op het Natura 2000 gebied Veluwe in de omgeving van de planlocatie. Hierbij werd bezien of de plannen al of niet strijdig zijn met de Habitat- en Vogelrichtlijn, richtlijnen die de natuurwaarden van Natura 2000 gebieden moeten borgen. De in potentie voor de FF-wet relevante organismen die in het plangebied zouden kunnen huizen Uit tabel 1 van de FF-wet (algemene soorten) zouden naar inschatting van ondergetekende de volgende soorten in het plangebied kunnen voorkomen: haas, mol en veldmuis. Uit de tabellen 2 en 3 komen geen soorten in het plangebied in engere zin voor, met dien verstande dat het wel mogelijk is dat dassen het terrein frequenteren. Dit vanwege het feit dat er zich een burcht bevindt op de Gemeentelijke begraafplaats Westerveld aan de Leemweg. Dit is op een afstand van ruim 550 meter van de bouwplaats. Omdat het plangebied ingeklemd tussen bestaande bebouwing en aan de weg ligt, heeft de beoogde bouwplaats in engere zin geen potentie als broedplaats voor op de grond broedende vogels zoals weidevogels. In het plangebied zouden zich in theorie vliegroutes en jachtgebieden voor vleeurmuizen aanwezig kunnen zijn. en vleermuizen vallen onder het regime van tabel 3. Methode De beoogde bouwplaats werd geïnspecteerd op het voorkomen van in de FF-wet genoemde organismen. Het onderzoek vond plaats buiten het broedseizoen. Dit betekent dat eventuele broedvogels niet (meer) aanwezig waren. Ter plekke werd daarom een inschatting gemaakt van de potentie die het te bebouwen grasland heeft voor het voorkomen van broedvogels (expert opinion). Ook werden inlichtingen ingewonnen bij de heer A. Hamoen van de Gemeente Barneveld. 2
Afbeelding 1. De te realiseren situatie. 3 Resultaten in het kader van de Flora- en Faunawet Het grasland waar het nieuwe kerkgebouw moet verrijzen is vegetatiekundig van weinig waarde. Het is tamelijk arm aan bloemplanten (foto 3). Er staan in ieder geval geen plantensoorten die worden genoemd in de FF-wet. Er werden slechts trivialiteiten als witte klaver en boterbloem aangetroffen. Er staan in ieder geval geen planten die worden genoemd in de FF-wet. Langs de weg loopt een slootje/ greppeltje (foto 4). Er bleken geen ondergedoken waterplanten in voor te komen. Er was enig klein kroos aanwezig. Aanwijzingen voor het op de beoogde bouwplaats voorkomen van zoogdieren die in de FF-wet worden genoemd, werden evenmin verkregen. Er is geen biotoop voor amfibieën en reptielen aanwezig. Gezien het feit dat het te bebouwen terrein ingeklemd ligt tussen bestaande woningen heeft het geen potentie voor op de grond broedende vogels. Op de bouwplaats in engere zin werden geen aanwijzingen gevonden voor het voorkomen van zoogdieren die worden genoemd in de FF-wet. In ieder geval werden er geen hazen waargenomen, waren er geen looppaadjes en holletjes van veldmuizen aanwezig, en waren er geen molshopen aanwezig. Mogelijk wordt het luchtruim boven het te bebouwen grasland als jachtgebied voor vleermuizen gebruikt. Omdat diverse vleermuizen vaak jagen in de buurt van opstallen en/of geboomte, heeft de nieuwbouw van een kerkgebouw met beplanting waarschijnlijk geen negatieve invloed op het eventueel voorkomen van vleermuizen. Men zou eerder een positief effect dienaangaande kunnen verwachten. Volgens de heer Hamoen bevindt zich een dassenburcht op de Gemeentelijke begraafplaats Westerveld aan de Leemweg. Dit is op een afstand van ruim 550 meter van de beoogde bouwplaats (afbeelding 2). Het is mogelijk dat dassen het te bebouwen perceel frequenteren. Op het kale zand op de toegangsdam van de Hoevelakenseweg naar het te bebouwen perceel werden geen sporen van deze zoogdieren aangetroffen. Het valt ook niet te hopen dat de dassen zo ver ten zuiden van hun burcht
komen omdat ze dan gevaarlijk dicht bij de A1 komen. De beoogde bouwlocatie ligt op een afstand van ongeveer 200 meter ten noorden van de A1. Onder dassen vallen nogal wat verkeersslachtoffers. 4 Afbeelding 2. De ligging van de beoogde bouwlocatie ten opzichte van de Gemeentelijke begraafplaats Westerveld ten noordwesten van de locatie en de A1 ten zuiden ervan. Het feit dat het nieuwe kerkgebouw met voorzieningen als het ware een extra barrière voor de dassen gaat vormen richting A1, is in de ogen van ondergetekende niet ongunstig. Natura 2000 Ten oosten van het plangebied ligt het Natura-2000 gebied De Veluwe. Schrijver dezes kan zich niet indenken dat de bouw van een nieuw kerkgebouw te Terschuur een negatieve invloed kan hebben op dit Natuurgebied. Daarom zijn de plannen ook niet strijdig met de Habitat- en Vogelrichtlijn. Ecologische hoofdstructuur De beoogde bouwlocatie ligt niet binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS) (afbeelding 3). Net als dat het geval is met het Natura 2000 gebied De Veluwe, lijkt het in de ogen van ondergetekende niet erg waarschijnlijk dat uitvoering van de plannen enige negatieve invloed zal hebben op de EHS.
Afbeelding 3. De EHS in Gelderland. Mitgerende maatregel Omtrent het eventueel aanwezig zijn van jachtgebieden en vliegrroutes van vleermuizen kon tijdens de uitgevoerde quickscan geen uitsluitsel worden geboden. Zoals in het voorgaande al werd weergegeven zal de uitvoering van de plannen naar inzicht van ondergetekende waarschijnlijk geen negatieve invloed hebben op het voorkomen van vleermuizen. Om alles voor te zijn zou men aan of bij de nieuwe kerk enige vleermuiskasten kunnen plaatsen. Het lijkt raadzaam in verband hiermee advies wordt ingewonnen bij de Vleermuiswerkgroep Nederland en meer specifiek bij de Vleermuiswerkgroep Gelderland (http://www.vleermuis.net/werkgroep-envereniging/vleermuiswerkgroep-gelderland.html). 5 Ecologische winst Rond het nieuwe kerkgebouw en parkeerplaatsen wordt een groenvoorziening toegepast. Met name de aan te brengen beukenhagen kunnen op termijn broedgelegenheid gaan bieden aan diverse tuinvogels. Hiermee kan enige ecologische winst geboekt worden. In de te graven afwateringssloten zouden zich ook ondergedoken waterplantenvegetaties kunnen ontwikkelen. Ook kan er biotoop voor vissen en amfibieën ontstaan. Ook dit betekent ecologische winst. Bij kerkgebouwen heeft ondergetekende een associatie met gierzwaluwen. Op veel (oudere) kerken broeden deze vogels. Men zou kunnen overwegen om op het dak van de nieuw te bouwen kerk een aantal gierzwaluwdakpannen neer te leggen.
Conclusie Het grasland langs de Hoevelakenseweg tussen 108 en 114 waarop een nieuw kerkgebouw met voorzieningen moet komen te staan, is van weinig ecologische waarde. Er komen geen organismen voor die in de Flora- en Faunawet worden genoemd. Mogelijk jagen boven het terrein soms vleermuizen. Realisatie van een kerkgebouw met beplanting maakt de situatie voor vleermuizen waarschijnlijk alleen maar aantrekkelijker voor die dieren. De bouwplannen zijn daarom niet strijdig met de Flora- en Faunawet. Er huizen dassen op ruim 550 meter verwijderd van het plangebied. Naar inzicht van ondertekende vormt de bouw van het kerkgebouw geen bedreiging voor die dassen. Op enige afstand van de bouwlocatie ligt het Natura-2000 gebied De Veluwe. De bouw van een kerkgebouw in Terschuur heeft waarschijnlijk geen enkele negatieve invloed op dat natuurgebied. Daarom zijn de plannen niet in strijd met de Habitat- en Vogelrichtlijn. Ook maakt de realisatie van het nieuwe kerkgebouw geen inbreuk op de Ecologische Hoofdstructuur. Omdat er beplanting wordt aangebracht waarin op termijn vogels kunnen gaan broeden kan er enige ecologische winst geboekt worden. Ook de te graven afwateringssloten kunnen op termijn een biotoop bieden aan diverse vissen, amfibieën en waterplanten. Legt men op het dak van de nieuwe kerk enige gierzwaluwpannen, dan is het mogelijk dat zich op den duur gierzwaluwen op het dak van de kerk vestigen. Drs. R. Veldkamp 6
Foto 1. De beoogde bouwplaats vanuit het westen. 7 Foto 2. De bouwplaats gezien vanuit het oosten.
Foto 3. Detail van de aanwezige vegetatie: soortenarm grasland. 8 Foto 4. De greppel langs de weg.