Beroepscode voor psychologen

Vergelijkbare documenten
DE GEDRAGSCODE VAN DE PRAKTISCHE GGZ (SEPTEMBER 2014)

Beroepscode voor psychologen

Beroepscode voor psychologen 2007 van het Nederlands Instituut van Psychologen Ingangsdatum 1 april 2007

Gedragscode voor de Docent

TBN - Beroepscode Tarotprofessional

Beroepscode bijzondere curator in Jeugdzaken

GEDRAGSCODE VOOR GEACCREDITEERDE LEDEN VAN DE VSPN

Gedragscode voor de medewerker van Stichting Djompo Futu Kindercoach

Gedragscode voor de Counsellor

Gedragscode voor de Supervisor

PRIVACYREGLEMENT Goudsbloem & De Vries Januari 2019

Beroepscode bijzondere curator in Jeugdzaken

Beroepscode. voor de beroepsbeoefenaren binnen de complementaire zorg. Versie

ETHISCHE GEDRAGSCODE. EFT opleiding voor professionele toepassing. Versie 6.0 Copyright Novet Nederland & België

Professionalisering. Beroepscode. Datum: Versie: 1.0

Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.)

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Ingangsdatum: van 5 Status : definitief Revisiedatum: juni 2015 GEDRAGSCODE

Gedragscode Noloc Het lid onderwerpt zich aan de in deze gedragscode vastgestelde regels.

de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke

Privacyreglement Rosemarijn Gezinsbegeleiding

8.50 Privacyreglement

Privacyreglement. WerkPro privacyreglement pagina: 1 van 5 Versiedatum: Eigenaar: Bedrijfsjurist

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:

Privacyreglement. Stichting Rapucation Postbus NL Amsterdam

Begripsomschrijvingen Persoonsgegevens Persoonsregistratie Patiënt Verantwoordelijke Hulpverlener Personeel Bewerker Derde Verstrekken van

Privacyreglement/ Geheimhouding

Inhoud. Privacyreglement Roebia Zorg. Boek 4. Bijlagen

a) Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

Privacyreglement van Stichting 070Watt;

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5

PRIVACY REGLEMENT MIND-KRACHT

Beroepscode voor technisch geneeskundigen

Privacy reglement / Geheimhouding

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - BELEID Privacybeleid

Dit reglement is van toepassing op iedere verwerking van persoonsgegevens van betrokkene en van Stichting De Paarse Pelikaan, gevestigd te Hilversum.

1. Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen

Beroepscode Bachelor Medisch Hulpverlener. Definitief. Juni 2016

Privacyreglement Praktijk Denge Conform GGZ Praktijk

Privacyreglement. Privacyreglement, eigenaar bedrijfsjurist, datum bewerking: Pagina 1 van 6

In dit reglement zullen we vastleggen hoe bij SPEL de privacy van persoonsgegevens is vastgesteld.

De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam;

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking

Privacy Protocol sociaal domein gemeente Landsmeer 2016

Gastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement

Privacyreglement Werkcontact

Privacyreglement Esma dienstverlening (februari 2018)

De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO)

Dyslexie Instituut Drechtsteden

Privacyreglement De Rijnhoven

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst

1.1 Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

BEROEPSCODE VOOR LEDEN VAN DE BEROEPSVERENIGING VOOR ORTHOPEDAGOGEN EN KLINISCH PEDAGOGEN MET EEN ACADEMISCHE OPLEIDING

Privacyreglement. Artikel 1. Bereik

1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder:

: Privacyreglement Datum : 14 mei 2018 Versienummer : V1.0

Privacyreglement KOM Kinderopvang

a. persoonsgegeven: elke gegevens betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon

Privacyreglement Werkcontact

DEONTOLOGISCHE CODE VAN DE VLAAMSE VERENIGING VAN ORTHOPEDAGOGEN 1

BEROEPSCODE PHYSICIAN ASSISTANT 2012

WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling

Toelichting op de BEROEPSCODE VOOR PSYCHIATERS

Reglement gedrags- en beroepsregels ROTA

GEDRAGSCODE REGISTER DOCENT GEVAARSBEHEERSING

Privacyreglement. ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp

Persoonsgegevens Alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over een identificeerbare natuurlijke persoon.

Privacyreglement Stichting Houtdatwerkt

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen

Klachtenregeling Esens GGz. Klachtenregeling Esens GGz

de Groeiacademie: Ethische Gedragscode v1.2, verschenen op 6 Januari 2015

Privacyreglement ONS welzijn PRIVACYREGLEMENT. Bestemd voor: Iedereen Documentbeheerder: Manager Uitvoering

BEROEPSCODE VOOR DE PSYCHODIAGNOSTISCH WERKENDE, die lid is van de VERENIGING VOOR PSYCHODIAGNOSTISCH WERKENDEN (VVP)

Klachtenregeling Zorggroep Charim

Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

Privacy reglement. Inleiding

Extern Privacy protocol

2.3 Het ROA-lid geeft in de offerte, dan wel in de opdracht, duidelijk weer wat de opdrachtgever in de specifieke opdrachtsituatie mag verwachten.

Privacyreglement Auto huren op Curacao

Gedragsregels voor de MfN-registermediator

GEDRAGSREGELS VOOR ZELFSTANDIGE JURISTEN 2006

Klachtenregeling Wkkgz

Privacyreglement. Inhoudsopgave. Vastgestelde privacyreglement Kraamzorg Novo Peri, 13 juni 2012

Klachtenregeling Stichting De Rozelaar

REGLEMENT BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS. Wageningen University & Research. I Algemene bepalingen II Verwerking van persoonsgegevens...

3 In op die behandelingsovereenkomst betrekking hebbende aangelegenheden is de minderjarige bekwaam in en buiten rechte op te treden.

colofon Uitgave: Bavo RNO Groep 2006 Druk: Tripiti, Rotterdam Tekst: SVDM communicatie, Rotterdam Ontwerp: The Naked Bubble, Rotterdam

Kwaliteitsmanagementsysteem

Privacyreglement Zorgbewind Nederland BV

Ethische Gedragscode. Definities

Wet bescherming persoonsgegevens Pagina 1

b. raad van bestuur : de raad van bestuur van de zorgaanbieder; c. klachtencommissie : de commissie zoals bedoeld in artikel 5 van deze regeling;

Regel 2 De zaakwaarnemer dient te vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van zijn beroep in gevaar zouden kunnen komen.

Regeling Klachten Cliënten Thuiszorg West-Brabant

Klachtenreglement cliënten zorgboerderij / Coöperatie Limburgse Zorgboeren (CLZ)

1.2 De gedragscode is van toepassing op alle therapeuten die zijn aangesloten bij de N.B.G.T.

Transcriptie:

Beroepscode voor psychologen

Inhoud Voorwoord 3 Deel 1 4 Beroepscode voor psychologen 2007 Deel 2 30 Korte informatie over de klachtenprocedure Het NIP, de beroepsvereniging van psychologen Deel 3 32 Index bij deel 1 Beroepscode voor psychologen 2007 1

2

Voorwoord Voor u ligt de nieuwe beroepscode van het Nederlands Instituut van Psychologen: Beroepscode voor psychologen 2007. Deze nieuwe code vervangt die uit 1998 en is op 1 april 2007 in werking getreden. Alle psychologen die lid zijn van het NIP wordt gevraagd zich aan de beroepscode te houden. De code biedt hen daarbij een leidraad voor professioneel handelen. In de opzet van de beroepscode is gekozen voor een clustering van artikelen in vier basisprincipes: verantwoordelijkheid, integriteit, respect en deskundigheid. Zonder van een rangorde te kunnen spreken is het basisprincipe van verantwoordelijkheid tot het algemene uitgangspunt genomen. De grote mate van beslissingsbevoegdheid, die zo kenmerkend is voor het beroep van psychologen, betekent dat de kwaliteit van het beroepsmatig handelen niet van tevoren met grote precisie kan worden beschreven. De psycholoog is daarom zelf verantwoordelijk voor zijn of haar handelen en moet zich daarvoor kunnen verantwoorden. Bij de Beroepscode van psychologen 2007 hoort een toelichting. Hierin wordt deels artikelgewijs, deels themagewijs aandacht besteed aan bepaalde onderwerpen uit de code. Er wordt tevens een handreiking geboden voor de toepassing van sommige artikelen uit de code in de dagelijkse praktijk. Het NIP kiest ervoor de toelichting regelmatig aan te vullen omdat beroepsethiek geen statisch, maar juist een dynamisch geheel is. De eerste versie van de toelichting vindt u vanaf najaar 2007 op de website van het NIP: www.psynip.nl. Daarna zullen digitaal regelmatig aanvullingen worden gepubliceerd. Het Reglement voor het toezicht beschrijft de officiële procedure als iemand een klacht indient tegen een NIP-psycholoog. Op dit moment wordt het huidige reglement herzien. De verwachting is dat er voorjaar 2008 een nieuwe versie zal liggen. Tot die tijd blijft het oude van kracht. Ook het reglement vindt u op de website. Amsterdam, juli 2007 Meer informatie over de beroepscode en beroepsethiek: www.psynip.nl > NIP Algemeen > Beroepsethiek 3

Deel 1 Beroepscode voor psychologen 2007 Inleiding 10 Preambule 12 I. Algemeen deel 13 I.1.1.1 Samenhang van de code 13 I.1.2 Begrippen 13 I.1.2.1 Het beroepsmatig handelen 13 I.1.2.2 De betrokkene 13 I.1.2.3 De professionele relatie 13 I.1.2.4 De cliënt 13 I.1.2.5 Het cliëntsysteem 13 I.1.2.6 Derden 13 I.1.2.7 De opdracht 13 I.1.2.8 De opdrachtgever 13 I.1.2.9 De externe opdrachtgever 13 I.1.2.10 De verwijzer 13 I.1.2.11 Wettelijk vertegenwoordiger(s) 14 I.1.2.12 Gerichte toestemming 14 I.1.2.13 Gegevens 14 I.1.2.14 Dossier 14 I.1.2.15 Rapportage 14 I.1.2.16 Gegevensverstrekking 14 I.1.3 Algemene bepaling 14 I.1.3.1 Zorgvuldigheid 14 I.1.4 Bijzondere omstandigheden 14 I.1.4.1 Onverenigbaarheid van codeartikelen 14 I.1.4.2 Afwijken van de beroepscode 14 I.1.4.3 Toepassen van uitzonderingsbepalingen 15 I.1.4.4 Afwijken van de beroepscode vanwege specifieke wettelijke regels 15 I.1.4.5 Wettelijk vereiste nakoming van de opdracht 15 4

I.1.5 Vertegenwoordiging van de cliënt 15 I.1.5.1 Minderjarige cliënt 15 I.1.5.2 Informatie aan de ouder zonder gezag 15 I.1.5.3 Meerderjarige wilsonbekwame cliënt 15 II. De basisprincipes 16 II.1.1.1 Verantwoordelijkheid 16 II.1.1.2 Integriteit 16 II.1.1.3 Respect 16 II.1.1.4 Deskundigheid 16 III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes 17 III.1 Verantwoordelijkheid 17 III.1.1 De kwaliteit van het beroepsmatig handelen 17 III.1.1.1 Vertrouwen in de psychologie en psychologiebeoefening 17 III.1.1.2 Zorgvuldig handelen 17 III.1.1.3 Zorg voor kwaliteit 17 III.1.1.4 Professionele en ethische normen 17 III.1.1.5 Zorgvuldigheid en voorzichtigheid bij nieuwe methoden 17 III.1.2 Continuïteit van het beroepsmatig handelen 17 III.1.2.1 Continuïteit van de professionele relatie 17 III.1.2.2 Volledigheid, noodzakelijkheid en actualiteit van het dossier 17 III.1.2.3 Verantwoordelijkheid na beëindiging van de professionele relatie 17 III.1.3 Voorkómen en beperken van schade 18 III.1.3.1 Verplichtingen jegens de externe opdrachtgever 18 III.1.3.2 Negatieve ervaringen 18 III.1.3.3 Voorkómen en beperken van dierenleed 18 III.1.3.4 Onderzoek met en uitspraken over personen zonder hun toestemming 18 III.1.3.5 Ingrijpende indirecte effecten van het beroepsmatig handelen 18 5

III.1.4 Voorkómen van misbruik 18 III.1.4.1 Voorkómen van misbruik van resultaten 18 III.1.4.2 Voorkómen van onbedoeld gebruik en misbruik van rapportage 18 III.1.4.3 Inspanningen van de psycholoog om misbruik van rapportage tegen te gaan 18 III.1.5 De psycholoog en zijn werkomgeving 19 III.1.5.1 Vrijheid om te kunnen handelen conform de beroepscode 19 III.1.5.2 Medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het team 19 III.1.5.3 Verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van medewerkers 19 III.1.5.4 Hulp en steun aan collega's, studenten en supervisanten 19 III.1.5.5 Collegiaal appèl 19 III.1.6 Verantwoording 19 III.1.6.1 Afleggen van verantwoording 19 III.1.6.2 Bewaartermijn van een op naam gesteld dossier 19 III.1.6.3 Medewerking aan behandeling van een klachtenprocedure 20 III.2 Integriteit 20 III.2.1 Betrouwbaarheid 20 III.2.1.1 Voorwaarden voor aanvang en voortzetting van de professionele relatie 20 III.2.1.2 Reden tot beëindiging van de professionele relatie 20 III.2.1.3 Niet meewerken aan werkzaamheden die strijdig zijn met de code 20 III.2.1.4 Onafhankelijkheid en objectiviteit in het beroepsmatig handelen 20 III.2.2. Eerlijkheid 20 III.2.2.1 Voorkómen van misleiding 20 III.2.2.2 Geen misbruik van kennis, vaardigheden of overwicht 20 III.2.2.3 Vermelden van opleiding, kwalificaties, ervaring, deskundigheid en titels 20 III.2.2.4 Geen irreële verwachtingen wekken 20 III.2.2.5 Informatie over voorwaarden waaronder opdrachten worden aanvaard 21 III.2.2.6 Informatie over alternatieve theorieën of verklaringen 21 III.2.2.7 Bronvermelding 21 III.2.2.8 Zorgvuldigheid in het verkrijgen en weergeven van gegevens 21 6

III.2.3 Rolintegriteit 21 III.2.3.1 Niet oneigenlijk bevorderen van persoonlijke belangen 21 III.2.3.2 Onderkennen van onverenigbare belangen 21 III.2.3.3 Niet aanvaarden van onverenigbare opdrachten 21 III.2.3.4 Vermijden van het vermengen van professionele rollen 21 III.2.3.5 Vermijden van het vermengen van professionele en niet-professionele rollen 21 III.2.3.6 Geen seksuele gedragingen ten opzichte van de cliënt 22 III.2.3.7 Geen seksuele relatie met de cliënt 22 III.2.3.8 Persoonlijke relatie na het beëindigen van de professionele relatie 22 III.3 Respect 22 III.3.1 Algemeen respect 22 III.3.1.1 Respect voor kennis, inzicht en ervaring 22 III.3.1.2 Respect voor psychische en lichamelijke integriteit 22 III.3.1.3 Geen ongerechtvaardigde discriminatie 22 III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking 22 III.3.2.1 Respect voor autonomie en zelfbeschikking 22 III.3.2.2 Respectvol handelen bij beperkte zelfbeschikking 22 III.3.2.3 Toestemming bij aangaan of voortzetten van de professionele relatie 23 III.3.2.4 Welingelicht aangaan en voortzetten van de professionele relatie 23 III.3.2.5 Informatie bij het aangaan en voortzetten van de professionele relatie 23 III.3.2.6 Dezelfde informatie voor externe opdrachtgever en cliënt 23 III.3.2.7 Overleg over invulling van de professionele relatie 23 III.3.2.8 Instemming en informatie bij professionele activiteiten in ruimere zin 23 III.3.2.9 Inzage in en afschrift van het eigen dossier 24 III.3.2.10 Toegankelijkheid van het dossier 24 III.3.2.11 Verbetering van, aanvulling op of verwijdering van gegevens in het dossier 24 III.3.2.12 Recht op vernietiging van het eigen dossier 24 III.3.2.13 Rapportage in opdracht van de cliënt 24 III.3.2.14 Toestemmingsvereiste voor rapportage aan derden 24 III.3.2.15 Rapportage aan derden 24 III.3.2.16 Gelegenheid tot inzage voorafgaand aan de rapportage 24 III.3.2.17 Mondelinge rapportage aan een derde 24 III.3.2.18 Correctie, aanvulling of verwijdering van gegevens in de rapportage 25 III.3.2.19 Blokkeren van de rapportage aan de externe opdrachtgever 25 7

III.3.2.20 Inzage- en blokkeringsrecht bij rapportage over een cliëntsysteem 25 III.3.2.21 Verstrekking van gegevens over de cliënt 25 III.3.2.22 Verstrekking van gegevens over een ander dan de cliënt 25 III.3.3 Vertrouwelijkheid 25 III.3.3.1 Geheimhouding 25 III.3.3.2 Zorgvuldigheid in de communicatie 25 III.3.3.3 Geheimhouding bij rapportage en gegevensverstrekking 26 III.3.3.4 Doorbreken van de geheimhouding 26 III.3.3.5 Informatie over het doorbreken van de geheimhouding 26 III.3.3.6 Reikwijdte van het doorbreken van de geheimhouding 26 III.3.3.7 Beroep op verschoning 26 III.3.3.8 Vertrouwelijkheid jegens andere personen dan cliënt 26 III.3.3.9 Vertrouwelijkheid jegens personen in een cliëntsysteem 26 III.3.3.10 Beveiliging van het dossier 26 III.3.3.11 Verstrekking van gegevens en beoordelingen zonder toestemming 27 III.3.3.12 Wettelijk verplichte verstrekking van gegevens en van beoordelingen 27 III.3.3.13 Gegevensverstrekking aan medewerkers 27 III.3.3.14 Informatieverstrekking voor research en statistiek 27 III.3.3.15 Gebruik van gegevens voor publicaties, onderwijs, supervisie en intervisie 27 III.3.3.16 Rapporteren over anderen dan de cliënt 27 III.4 Deskundigheid 27 III.4.1 Ethisch bewustzijn III.4.1.1 Beroepsuitoefening in overeenstemming met de beroepscode 27 III.4.1.2 Noodzaak van kritische bezinning 28 III.4.1.3 Kennis van wettelijke bepalingen 28 III.4.2 Vakbekwaamheid 28 III.4.2.1 In stand houden en verder ontwikkelen van de professionele deskundigheid 28 III.4.2.2 Gebruik van doeltreffende en doelmatige methoden 28 8

III.4.3 De grenzen van het beroepsmatig handelen 28 III.4.3.1 Professionele en persoonlijke beperkingen 28 III.4.3.2 Grenzen van de eigen deskundigheid 28 III.4.3.3 Grenzen van het domein van de psychologiebeoefening 28 III.4.3.4 Kwalificatie 28 III.4.3.5 Relevantie en beperkingen van conclusies 28 III.4.3.6 Rapportage beperken tot relevante gegevens 28 III.4.3.7 Professionele verantwoording van het beroepsmatig handelen 29 III.4.3.8 Voorkómen van verminderd vermogen tot verantwoorde beroepsuitoefening 29 III.4.3.9 Staken van het beroepsmatig handelen bij verminderd vermogen 29 9

Inleiding Het is een goede traditie dat psychologen zich bezinnen op de ethische kanten van hun beroepsuitoefening. Dat is niet exclusief voor psychologen, maar de vertrouwelijke aard van hun werk en van de relatie met hun cliënten maakt een voortdurende beroepsethische reflectie daarop noodzakelijk. Voor beroepen van professionals als psychologen is het kenmerkend dat het handelen niet van tevoren met grote precisie kan worden voorgeschreven. Er blijft een zekere ruimte, waarbij de psycholoog naar bevind van zaken zelf moet bepalen hoe te werk te gaan. Bij de professionalisering van het beroep staan vier aspecten centraal: de deskundigheid, de maatschappelijke rol, de professionele standaard en de beroepsethiek. Aan de deskundigheid wordt inhoud gegeven door de kennis, kunde en kunst van de beroepsbeoefenaar. De door de samenleving toegekende rol van de psycholoog houdt de erkenning en machtiging in om de deskundigheid van het academische vakgebied in de praktijk toe te passen. De professionele standaard is het zorgvuldig handelen zoals een redelijk bekwame beroepsgenoot in gelijke omstandigheden zou doen, met middelen die in acceptabele verhouding staan tot het doel van de interventie. Bij dat handelen wordt uitgegaan van de rechten van de cliënt en van de maatschappelijke plichten van de psycholoog. De beroepsethiek vormt het waarden- en normenstelsel van de professionele standaard. Een van de doelstellingen van het Nederlands Instituut van Psychologen, als beroepsvereniging van psychologen, is in dit professionaliseringsproces een belangrijke rol te spelen. Dit gebeurt met name door het vertalen van de beroepsethische principes in gedragsregels die als richtsnoer dienen voor het beroepsmatig handelen. Het is ongeveer een halve eeuw geleden dat de beroepsethiek voor psychologen in ons land werd gecodificeerd. De eerste NIPP-beroepscode werd in 1960 vastgesteld. Sindsdien zijn er vier grote revisies geweest. Bij de herziening van 1998 en die van 2007 is nadrukkelijk rekening gehouden met de ontwikkelingen in de wetgeving op het gebied van de gezondheidszorg en de privacy en met de in 1995 vastgestelde en in 2005 herziene Meta-code van de European Federation of Psychologists Associations (EFPA), de koepelorganisatie van Europese psychologenverenigingen, waarbij ook het NIP is aangesloten. De beroepscode is een kwaliteitsinstrument ten dienste van de beroepsuitoefening. Dit is in het belang van de cliënt, van de psycholoog, van andere betrokkenen en van de psychologiebeoefening in al haar facetten. Hierbij dient de code als een leidraad voor het beroepsmatig handelen van de individuele psycholoog. Verder is het een informatiebron over wat van de psycholoog in het algemeen kan worden verwacht en verlangd, voor al degenen die te maken hebben met het professioneel handelen van de psycholoog. Ten slotte dient de beroepscode als maatstaf waaraan het handelen van de psycholoog wordt getoetst naar aanleiding van een ingediende klacht. Eenieder die weet heeft van ethisch onjuist handelen door een lid van het NIP kan gebruik maken van de klachtenprocedure van het NIP, als hij of zij een redelijk belang daarbij heeft. Deze procedure is vastgelegd in het Reglement voor het Toezicht. Met toepassing van het principe van hoor en wederhoor wordt de klacht behandeld door het College van Toezicht. Van de uitspraak van het College staat hoger beroep open bij het College van Beroep. Uitgangspunt van de code is de noodzaak om gedragsregels te formuleren waaraan het beroepsmatig handelen van de 10

psycholoog dient te voldoen. Onder beroepsmatig handelen wordt dan niet alleen verstaan het handelen in het kader van een professionele relatie in engere zin, maar elk optreden in de hoedanigheid van psycholoog. De beroepscode als geheel steunt op de volgende vier ethische basisprincipes: verantwoordelijkheid, integriteit, respect en deskundigheid Deze basisprincipes worden verwoord in een aantal algemene formuleringen die dienen ter oriëntatie voor de beroepsethische bezinning op het beroepsmatig handelen. De basisprincipes zijn vervolgens uitgewerkt in regels en richtlijnen met een meer concreet en specifiek karakter. Deze dienen als wegwijzer voor de ethische besluitvorming van de psycholoog in een concrete situatie. Bij sommige artikelen ligt meer dan één principe ten grondslag aan de geformuleerde regel. Er is voor gekozen in zo n geval het artikel onder te brengen bij het principe dat daarbij het zwaarst lijkt te wegen, al is die keuze soms arbitrair. De beroepscode is in eerste instantie bedoeld om de psycholoog de ethische dimensies voor te houden bij het richting geven aan zijn beroepsmatig handelen. Daarom verdienen ook regels in de beroepscode te worden opgenomen die meer algemeen zijn geformuleerd en vragen om te worden nagestreefd. Verder is ervoor gekozen bij het opstellen van regels met een meer concreet en specifiek karakter de eis van toetsbaarheid niet altijd absoluut te laten gelden. Waar mogelijk zijn de regels echter zodanig vormgegeven dat zij wel kunnen dienen om er het beroepsmatig handelen formeel aan te kunnen toetsen, als dat nodig is. Maar ook dan is het onvermijdelijk dat die regels soms een zekere professionele handelingsruimte zullen openlaten. Om een duidelijke structuur in de beroepscode aan te brengen, wordt bij het formuleren van de richtlijnen steeds aangesloten bij één van de basisprincipes. De beroepscode reflecteert de stand van zaken in de voortgaande ethische discussie in de maatschappij en vanzelfsprekend meer in het bijzonder die in de eigen professie en in verwante beroepsgroepen. Een belangrijke graadmeter voor de ontwikkelingen in het denken over de beroepsethiek is de jurisprudentie die wordt gevormd door de uitspraken van de beide tuchtcolleges van het NIP. Omdat opvattingen over wat al dan niet behoorlijk of toelaatbaar is in de loop der tijd veranderen, is de code een in de tijd gegeven document, dat regelmatig moet worden herzien. Het Nederlands Instituut van Psychologen voorziet daarvoor in een revisieprocedure. Naast de code zelf, die door de Ledenraad van het NIP is vastgesteld, is er door de Raad van Advies in Beroepsethische Zaken (Rabez) een toelichting op de code opgesteld, waarin codebepalingen nader worden uitgewerkt, uitgelegd en geïllustreerd. Terwijl ervoor is gekozen om de code niet vaker dan eens per vijf jaar opnieuw vast te stellen, kan het bijstellen van de toelichting een meer dynamisch karakter hebben, zodat sneller op actuele ontwikkelingen wordt ingespeeld. Deze versie van de beroepscode is ontwikkeld door de Raad van Advies in Beroepsethische Zaken, rekening houdend met de commentaren van een daartoe samengestelde commissie van externe adviseurs. Het Algemeen Bestuur heeft het voorstel ter goedkeuring aangeboden aan de Ledenraad van het NIP, die de code in haar vergadering van 1 maart 2007 heeft vastgesteld en heeft bepaald dat deze code van kracht wordt op 1 april 2007. Maart 2007 Dr. A.J.W. Boelhouwer, voorzitter NIP Drs. C.J. Koene, voorzitter Raad van Advies in Beroepsethische Zaken 11

Preambule In het belang van degenen op wie het beroepsmatig handelen van psychologen betrekking heeft en in het belang van de kwaliteit van de beroepsuitoefening, heeft het Nederlands Instituut van Psychologen besloten ethische principes te formuleren en daarop nadere richtlijnen te baseren. Deze zijn neergelegd in de Beroepscode voor psychologen. De beroepscode heeft tot doel de beroepsethische reflectie te bevorderen en als maatstaf te dienen voor toetsing van het beroepsmatig handelen van psychologen. Psychologen dienen bij deze reflectie steeds het volgende in het oog te houden: aanleg ongelijk en kunnen daardoor gemakkelijk leiden tot afhankelijkheid van de betrokkenen. de relaties met anderen ontwikkelingen doormaken, waarbij in verschillende stadia verschillende regels van de beroepscode van toepassing zijn. of kort na elkaar verschillende rollen vervullen ten opzichte van cliënten of andere betrokkenen. Dat kunnen zowel professionele rollen zijn als nietprofessionele rollen. Daarbij bestaat het risico dat deze rollen zich ten opzichte van elkaar niet verdragen of dat er verwarring ontstaat bij de betrokkenen. Een beroepscode kan geen eenduidige handleiding zijn, die zonder nadere overwegingen uitsluitsel geeft over wat in elke situatie de juiste handelwijze is. In het oog moet worden gehouden dat in een gegeven situatie verschillende basisprincipes en daarop gebaseerde richtlijnen gelijktijdig geldig zijn, maar met elkaar op gespannen voet kunnen staan. In zo n geval is er sprake van een ethisch dilemma waarbij het gaat om een afweging van welke ethische principes daarbij het zwaarste wegen. De beroepscode is dan het hulpmiddel voor de psycholoog om zijn ethische afwegingen te expliciteren en tot een verantwoorde eigen keuze te komen. Bij dergelijke afwegingen kan het aanbeveling verdienen dat de psycholoog ondersteuning door ervaren collega s en zijn beroepsvereniging inroept. Het achterwege laten van een dergelijke consultatie behoeft de psycholoog niet altijd te worden aangerekend, als deze een overtuigende motivering heeft voor zijn uiteindelijke beslissing en als het gewicht van deze beslissing een consultatie niet zonder meer vooronderstelt. Het behoort bij een verantwoorde beroepsuitoefening om bereid te zijn de beroepsethische aspecten van het eigen professioneel handelen onder collega s ter discussie te stellen. Dat brengt in voorkomende gevallen de verplichting met zich mee het beroepsmatig handelen te verantwoorden aan en te laten toetsen door daartoe bevoegde Colleges en aan een dergelijke toetsing loyaal en coöperatief medewerking te verlenen. Het zich onttrekken aan die toetsing of het frustreren daarvan is derhalve in strijd met de geest van de beroepscode. De beroepscode wordt gedragen door de besluitvorming van de in het Nederlands Instituut van Psychologen georganiseerde psychologen en heeft voor alle individuele leden van de vereniging bindende kracht (artikel 4 lid 1 van de Statuten). Het Nederlands Instituut van Psychologen is overigens van mening dat de code naar zijn aard zou moeten gelden voor de beroepsuitoefening van alle psychologen. 12

I. Algemeen deel In deze code worden personen in de mannelijke vorm aangeduid. In voorkomende gevallen worden daarmee vanzelfsprekend ook vrouwelijke personen bedoeld. I.1.1.1 Samenhang van de code De bepalingen in dit deel moeten worden gelezen in samenhang met de overige bepalingen van de beroepscode. Als de omstandigheden dat vereisen, vormen de relevante bepalingen uit het onderstaande een integraal geheel met de overige bepalingen van de beroepscode. I.1.2 Begrippen I.1.2.1 Het beroepsmatig handelen: alle handelingen die de psycholoog verricht wanneer hij optreedt in zijn functie of gebruik maakt van de aanduiding psycholoog; hieronder valt de professionele relatie, het optreden als wetenschappelijk onderzoeker, docent, supervisor, in de media, et cetera. I.1.2.2 De betrokkene: elke persoon die direct of indirect is betrokken bij het beroepsmatig handelen van de psycholoog of die daardoor in zijn belangen wordt geraakt; zoals de cliënt, de partner en naaste verwanten van de cliënt, de opdrachtgever, collega, student, proefpersoon, et cetera. I.1.2.3 De professionele relatie: de relatie die de psycholoog aangaat met een of meer personen, gericht op behandeling, begeleiding, advisering of psychologisch onderzoek. I.1.2.4 De cliënt: de persoon met wie de psycholoog een professionele relatie aangaat, onderhoudt, of onderhouden heeft; zoals de patiënt, de onderzochte, et cetera. I.1.2.5 Het cliëntsysteem: een aantal personen in hun onderling functioneren, met wie de psycholoog één professionele relatie aangaat, onderhoudt, of onderhouden heeft. I.1.2.6 Derden: alle anderen dan de cliënt of het cliëntsysteem. I.1.2.7 De opdracht: omvat zowel de vraagstelling die aan het beroepsmatig handelen ten grondslag ligt, als de afspraken over voortgang, procedurele aspecten en rapportage en de financiële afwikkeling van de opdracht. I.1.2.8 De opdrachtgever: de cliënt of het cliëntsysteem, dan wel de externe opdrachtgever door wie de opdracht wordt gegeven. I.1.2.9 De externe opdrachtgever: de persoon of rechtspersoon die opdracht heeft gegeven tot enige vorm van beroepsmatig handelen, maar die niet zelf de cliënt of het cliëntsysteem is, noch de verwijzer. I.1.2.10 De verwijzer: de persoon op wiens advies de cliënt een professionele relatie met de psycholoog aangaat. 13

I.1.2.11 Wettelijk vertegenwoordiger(s): lijk gezag over hem uitoefent of uitoefenen, dan wel diens voogd; de meerderjarige cliënt. I.1.2.12 Gerichte toestemming: de toestemming tot enig handelen, die een betrokkene geeft aan de psycholoog nadat deze de aard, de bedoeling, de mogelijke consequenties en de reikwijdte van dat handelen expliciet heeft duidelijk gemaakt. Tot de voorwaarden van gerichte toestemming behoort het geven van mogelijkheid tot inzage vooraf in schriftelijke stukken die aan derden worden verstuurd. I.1.2.13 Gegevens: alle op een persoon herleidbare data die in welke vorm dan ook bewaard worden, waaronder begrepen audiovisuele middelen en geautomatiseerde databestanden. I.1.2.14 Dossier: de op een cliënt of cliëntsysteem betrekking hebbende verzameling van alle gegevens die de psycholoog in zijn beroepsmatig handelen heeft verkregen en die hij bewaart vanwege hun relevantie voor kwaliteit en continuïteit van de professionele relatie. Persoonlijke werkaantekeningen van de psycholoog behoren niet tot het dossier. I.1.2.15 Rapportage: alle tot één of meer cliënten herleidbare bevindingen, beoordelingen of adviezen die mondeling of schriftelijk worden uitgebracht. I.1.2.16 Gegevensverstrekking: het aan andere derden dan de externe opdrachtgever ter beschikking stellen van gegevens zoals die in het dossier aanwezig zijn, anders dan in de vorm van een rapportage. I.1.3 Algemene bepaling I.1.3.1 Zorgvuldigheid De psycholoog neemt in de uitoefening van zijn beroep de zorgvuldigheid in acht door te handelen naar de inhoud van de beroepscode. I.1.4 Bijzondere omstandigheden I.1.4.1 Onverenigbaarheid van codeartikelen Als de psycholoog in een bepaalde situatie ervaart dat het volgen van een bepaling van de beroepscode ertoe leidt dat een andere bepaling van de beroepscode niet gevolgd kan worden, weegt hij de gevolgen van de keuze voor één van de bepalingen zorgvuldig af en overweegt hij zijn beroepsvereniging en/of ervaren vakgenoten te consulteren. I.1.4.2 Afwijken van de beroepscode Als de uitzonderlijke situatie zich voordoet dat de psycholoog redenen heeft om af te wijken van de door de beroepscode voorgeschreven handelwijze, zonder dat er sprake is van tegenstrijdige codeartikelen zoals bedoeld in het vorige artikel, dan dient hij de beroepsvereniging te raadplegen of een vakgenoot die niet rechtstreeks bij de professionele relatie is betrokken. Dit doet hij voordat hij beslist over zijn handelwijze. Als de genomen beslissing afwijkt van de beroepscode, moet deze grondig worden gemotiveerd. Uit de motivering moet blijken dat de handelwijze die strijdig is met bepalingen van de beroepscode, wel in overeenstemming is met de overige bepalingen van de beroepscode en het resultaat is van een zorgvuldige belangenafweging. 14

I.1.4.3 Toepassen van uitzonderingsbepalingen Als de psycholoog gegronde redenen heeft om toepassing te geven aan een uitzonderingsbepaling zoals geformuleerd in een artikel van de beroepscode, dan gelden in dat geval de in het vorige artikel omschreven motiveringseisen. I.1.4.4 Afwijken van de beroepscode vanwege specifieke wettelijke regels Als specifieke wettelijke regels de psycholoog verplichten af te wijken van enige bepaling van de Beroepscode voor psychologen, dan streeft de psycholoog ernaar zoveel mogelijk de overige bepalingen van de beroepscode te volgen. I.1.4.5 Wettelijk vereiste nakoming van de opdracht Als de professionele relatie tot stand komt als gevolg van een opdracht door een externe opdrachtgever die een door de wet toegekende bevoegdheid heeft nakoming van de opdracht te eisen, dan blijven de rechten van de cliënt gehandhaafd voor zover dit niet strijdig is met de regels die op deze opdrachtrelatie van toepassing zijn. I.1.5 Vertegenwoordiging van de cliënt I.1.5.1 Minderjarige cliënt Als de cliënt minderjarig is en nog niet de jaren des onderscheids heeft bereikt, worden de in de beroepscode aan hem toegekende rechten uitgeoefend door zijn wettelijk vertegenwoordiger(s), tenzij de psycholoog redenen heeft om aan te nemen dat de belangen van de cliënt ernstig zouden worden geschaad door de betrokkenheid van de wettelijk vertegenwoordiger(s) bij de professionele relatie. De cliënt wordt geacht in ieder geval de jaren des onderscheids te hebben bereikt als hij de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, tenzij hij niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. Vanaf de leeftijd van 12 jaar wordt de cliënt, ongeacht de aanspraken van zijn wettelijk vertegenwoordiger(s), zoveel mogelijk bij de uitoefening van zijn rechten betrokken. I.1.5.2 Informatie aan de ouder zonder gezag Als slechts één der ouders het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige cliënt, dan verschaft de psycholoog de informatie over de cliënt die hij aan deze ouder verstrekt desgevraagd ook aan de andere ouder, tenzij dit in strijd zou zijn met de belangen van de minderjarige cliënt. I.1.5.3 Meerderjarige wilsonbekwame cliënt Als de cliënt meerderjarig is, maar niet in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen terzake, worden de in de code aan hem toegekende rechten uitgeoefend door zijn wettelijk vertegenwoordiger. Als er geen wettelijk vertegenwoordiger is benoemd, worden de rechten uitgeoefend door een vertegenwoordiger die door de cliënt is aangewezen. Heeft de cliënt dit niet kunnen doen, dan laat de psycholoog de rechten van de cliënt uitoefenen door respectievelijk de echtgenoot of levensgezel, ouder, kind, broer of zuster van de cliënt, tenzij de cliënt dat niet wenst of de psycholoog dat niet in het belang van de cliënt acht. Ook als er sprake is van een vertegenwoordiging zoals boven vermeld, dan nog betrekt de psycholoog de meerderjarige wilsonbekwame cliënt waar mogelijk bij de uitoefening van zijn rechten. Beslissingen van de genoemde vertegenwoordigers worden door de psycholoog niet gevolgd als hij in de gegeven omstandigheden meent dat dit zou strijden met de belangen van de cliënt. 15

II. De basisprincipes II.1.1.1 Verantwoordelijkheid Psychologen onderkennen hun professionele en wetenschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de betrokkenen, hun omgeving en de maatschappij. Psychologen zijn verantwoordelijk voor hun beroepsmatig handelen. Voor zover dat in hun vermogen ligt zorgen zij ervoor dat hun diensten en de resultaten van hun handelen niet worden misbruikt. II.1.1.2 Integriteit Psychologen streven naar integriteit in de wetenschapsbeoefening, het onderwijs en de toepassing van de psychologie. In hun handelen betonen psychologen eerlijkheid, gelijkwaardige behandeling en openheid tegenover betrokkenen. Zij scheppen tegenover alle betrokkenen duidelijkheid over de rollen die zij vervullen en handelen in overeenstemming daarmee. II.1.1.3 Respect Psychologen tonen respect voor de fundamentele rechten en waardigheid van betrokkenen. Zij respecteren het recht van betrokkenen op privacy en vertrouwelijkheid. Zij respecteren en bevorderen diens zelfbeschikking en autonomie, voor zover dat te verenigen is met de andere professionele verplichtingen van de psychologen en met de wet. II.1.1.4 Deskundigheid Psychologen streven naar het verwerven en handhaven van een hoog niveau van deskundigheid in hun beroepsuitoefening. Zij nemen de grenzen van hun deskundigheid in acht en de beperkingen van hun ervaring. Zij bieden alleen diensten aan waarvoor zij door opleiding, training en ervaring zijn gekwalificeerd. Datzelfde geldt ook voor de methoden en technieken die zij gebruiken. 16

III. Richtlijnen ter uitwerking van de basisprincipes III.1 III.1.1 Verantwoordelijkheid De kwaliteit van het beroepsmatig handelen III.1.1.1 Vertrouwen in de psychologie en psychologiebeoefening De psycholoog onthoudt zich van gedragingen waarvan hij weet of redelijkerwijs kan voorzien dat deze het vertrouwen in de wetenschap van de psychologie, de psychologiebeoefening of in collega's kunnen schaden. III.1.1.2 Zorgvuldig handelen In zijn handelen en nalaten is de psycholoog zorgvuldig jegens cliënten en andere betrokkenen. III.1.1.3 Zorg voor kwaliteit De psycholoog dient te zorgen voor een goede kwaliteit van zijn beroepsmatig handelen. III.1.1.4 Professionele en ethische normen De psycholoog handelt in zijn beroepsuitoefening volgens professionele en ethische normen. Hij handelt in overeenstemming met de stand van de wetenschap. Hij draagt naar vermogen bij aan het ontwikkelen van dergelijke normen en standaarden in zijn vakgebied. III.1.1.5 Zorgvuldigheid en voorzichtigheid bij nieuwe methoden Bij het toepassen van nieuwe methoden of het betreden van nieuwe toepassingsgebieden gaat de psycholoog zorgvuldig en voorzichtig te werk. III.1.2 Continuïteit van het beroepsmatig handelen III.1.2.1 Continuïteit van de professionele relatie De psycholoog is verantwoordelijk voor de continuïteit van de professionele relatie. Als dat nodig is schakelt hij daarbij andere deskundigen in. Hij treft maatregelen om zich er van te verzekeren dat een of meer vakgenoten zijn professionele werkzaamheden overnemen dan wel afronden, als hij om welke reden dan ook genoodzaakt is de professionele relatie ontijdig te onderbreken of voortijdig af te breken. De psycholoog is verantwoordelijk voor een adequate overdracht. III.1.2.2 Volledigheid, noodzakelijkheid en actualiteit van het dossier Alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de professionele relatie en dienen tot het doel van de professionele relatie worden door de psycholoog bewaard, en geen andere. Hij bewaart deze gegevens uitsluitend in het dossier. Hij zorgt er voor dat het dossier altijd zodanig bijgewerkt is dat bij een onvoorziene absentie van zijn kant, een deskundige vakgenoot de professionele relatie kan voortzetten. III.1.2.3 Verantwoordelijkheid na beëindiging van de professionele relatie Al voor het aangaan van de professionele relatie geeft de psycholoog er zich rekenschap van dat na de formele beëindiging van de professionele relatie zijn professionele verantwoordelijkheid ten opzichte van de betrokkenen niet zonder meer ophoudt te bestaan. Als gevolg van de professionele relatie kan er immers na de beëindiging daarvan nog steeds sprake kan zijn van belangentegenstellingen of een ongelijke machtsverhouding tussen hem en betrokkenen. 17

Evenzeer blijft zijn professionele verantwoordelijkheid ten opzichte van de betrokkenen bestaan waar deze rechtstreeks voortvloeit uit de voorafgaande professionele relatie. III.1.3 Voorkómen en beperken van schade III.1.3.1 Verplichtingen jegens de externe opdrachtgever Onverlet het bepaalde in de artikelen III.3.2.12 en III.3.2.19 verstrekt de psycholoog aan de externe opdrachtgever de gegevens die noodzakelijk zijn om zijn declaraties te specificeren. III.1.3.2 Negatieve ervaringen De psycholoog stelt betrokkenen niet aan negatieve ervaringen bloot tenzij dat noodzakelijk is voor het bereiken van het doel van zijn beroepsmatig handelen en het de enige manier is waarop dat doel kan worden bereikt. In dat geval tracht hij zoveel mogelijk de gevolgen van de negatieve ervaringen voor de betrokkenen te beperken of te neutraliseren. III.1.3.3 Voorkómen en beperken van dierenleed Als de psycholoog in zijn research werkt met proefdieren, dan geldt mutatis mutandis de voorgaande bepaling met betrekking tot de zorg en de behandeling van deze dieren. III.1.3.4 Onderzoek met en uitspraken over personen zonder hun toestemming De psycholoog geeft zich rekenschap van zijn verantwoordelijkheid om schade te voorkomen als hij wetenschappelijk onderzoek doet met personen of professionele uitspraken over hen doet zonder dat zij daar toestemming voor hebben gegeven. III.1.3.5 Ingrijpende indirecte effecten van het beroepsmatig handelen De psycholoog realiseert zich dat zijn beroepsmatig handelen niet alleen directe gevolgen kan hebben maar ook ingrijpende indirecte effecten. Als dat het geval is dan handelt hij overeenkomstig de hieraan voorafgaande bepaling. III.1.4 Voorkómen van misbruik III.1.4.1 Voorkómen van misbruik van resultaten De psycholoog zorgt ervoor, voor zover dat in zijn macht ligt, dat geen misbruik wordt gemaakt van de resultaten van zijn beroepsmatig handelen. III.1.4.2 Voorkómen van onbedoeld gebruik en misbruik van rapportage De psycholoog treft maatregelen om te voorkomen dat een rapportage wordt gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze is opgesteld. Daartoe dient in de rapportage te worden vermeld dat deze van vertrouwelijke aard is. Bovendien wordt vermeld dat de conclusies alleen betrekking hebben op de aan de rapportage ten grondslag liggende doel- of vraagstelling en niet zonder meer kunnen dienen voor de beantwoording van andere vragen. Ook wordt in de rapportage vermeld na verloop van welke termijn de conclusies redelijkerwijs hun geldigheid verloren kunnen hebben. III.1.4.3 Inspanningen van de psycholoog om misbruik van rapportage tegen te gaan Wanneer het de psycholoog bekend is dat een opdrachtgever niet handelt in overeenstemming met het voorgaande artikel wijst hij deze op diens onjuiste handelwijze. Als dit geen effect heeft, dan overweegt de psycholoog om geen verdere opdrachten meer van de betreffende opdrachtgever aan te nemen, zolang deze zijn handelwijze niet heeft gewijzigd. 18

III.1.5 De psycholoog en zijn werkomgeving III.1.5.1 Vrijheid om te kunnen handelen conform de beroepscode Als professioneel beroepsbeoefenaar is de psycholoog volledig verantwoordelijk voor zijn beroepsmatig handelen, ongeacht zijn verplichtingen jegens eventuele leidinggevenden. Voor zover van betekenis, zorgt de psycholoog er voor dat eenieder in zijn werkomgeving op de hoogte is van de eisen die de Beroepscode voor psychologen aan hem stelt en hij verzekert zich van de nodige vrijheid om te kunnen handelen naar die eisen. III.1.5.2 Medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het team Onverminderd de verantwoordelijkheid van medeprofessionals voor hun eigen beroepsmatig handelen draagt de psycholoog medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het handelen van het team waarvan hij deel uitmaakt. III.1.5.3 Verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van medewerkers De psycholoog is verantwoordelijk voor de technische en de ethische kwaliteit van het werk van degenen die onder zijn directe leiding meewerken aan de uitvoering van opdrachten, waarvoor hij zelf de professionele verantwoordelijkheid draagt. Als deze medewerkers niet vanuit hun beroep of functie aan eigen beroepsethische regels zijn onderworpen, wijst hij hen op de afgeleide verplichtingen uit deze beroepscode, in het bijzonder op de geheimhoudingsverplichting. Hij vergewist zich van de professionele (en ethische) kwaliteit van degenen die hij bij zijn beroepsmatig handelen anderszins inschakelt. III.1.5.4 Hulp en steun aan collega's, studenten en super visanten Met zijn deskundigheid en ervaring verleent de psycholoog hulp en steun aan collega's, studenten en supervisanten om ertoe bij te dragen dat zij het beroep professioneel en ethisch verantwoord kunnen uitoefenen. Hij onthoudt zich van gedragingen die hen daarin kunnen schaden. III.1.5.5 Collegiaal appèl De psycholoog volgt het beroepsmatig handelen van collega s kritisch en stelt dat handelen ter discussie als daartoe aanleiding is. Hij spreekt collega s erop aan als hij meent dat zij in strijd met de bepalingen van de beroepscode handelen of hebben gehandeld. Hij zorgt dat de belangen van cliënten door dit aanspreken niet worden geschaad. De psycholoog dient geen klacht in tegen een collega voordat hem is gebleken dat deze collega weigert zijn handelen te verantwoorden in een collegiaal dispuut of volhardt in het veronderstelde ethisch onjuiste handelen. III.1.6 Verantwoording III.1.6.1 Afleggen van verantwoording De psycholoog houdt van zijn professionele activiteiten op zodanige wijze aantekening, dat hij in staat is van zijn handelwijze verantwoording af te leggen. III.1.6.2 Bewaartermijn van een op naam gesteld dossier Na beëindiging van de professionele relatie bewaart de psycholoog het op naam gestelde dossier een jaar of zo veel langer als noodzakelijk is voor het doel waarvoor het dossier is aangelegd, dan wel wettelijk is voorgeschreven. Het dossier wordt niet langer bewaard dan de van tevoren vastgestelde termijn. Als er een klacht wordt ingediend bij het College van Toezicht, dan mag de psycholoog bij het verstrijken van de bewaartermijn niet tot vernietiging van het dossier 19

overgaan zolang de klachtbehandeling in eerste, dan wel in tweede aanleg, niet is afgerond, tenzij de cliënt om vernietiging vraagt. III.1.6.3 Medewerking aan behandeling van een klachtenprocedure De psycholoog onttrekt zich niet aan de behandeling van een klachtenprocedure, als die tegen hem wordt ingesteld. Hij zal naar beste weten de vragen van de Colleges beantwoorden en aan hun verzoeken voldoen. III.2 III.2.1 Integriteit Betrouwbaarheid III.2.1.1 Voorwaarden voor aanvang en voortzetting van de professionele relatie De psycholoog dient een professionele relatie alleen aan te vangen of voort te zetten, als dit professioneel en ethisch verantwoord is. III.2.1.2 Reden tot beëindiging van de professionele relatie De psycholoog zet de professionele relatie niet voort als daar professioneel geen grond meer voor bestaat of als dat niet langer op een professioneel verantwoorde manier mogelijk is. Hij zorgt ervoor dat de professionele relatie in overleg met de cliënt wordt afgerond en dat daarover geen misverstanden blijven bestaan. III.2.1.3 Niet meewerken aan werkzaamheden die strijdig zijn met de code De psycholoog verleent geen medewerking aan werkzaamheden van anderen die met de code in strijd zijn. Evenmin profiteert hij van de resultaten van dergelijke werkzaamheden. III.2.1.4 Onafhankelijkheid en objectiviteit in het beroepsmatig handelen De psycholoog zorgt ervoor dat hij in zijn beroepsmatig handelen onafhankelijk en objectief kan optreden. Hij laat zijn beroepsmatig handelen niet zodanig beïnvloeden, dat hij zijn werkwijze en de resultaten daarvan professioneel niet kan verantwoorden. III.2.2. Eerlijkheid III.2.2.1 Voorkómen van misleiding De psycholoog voorkomt misleiding in zijn beroepsmatig handelen. Als tijdelijke misleiding onvermijdelijk is, zorgt de psycholoog ervoor dat de daaruit ontstane misverstanden zo spoedig mogelijk worden weggenomen. III.2.2.2 Geen misbruik van kennis, vaardigheden of overwicht De psycholoog maakt geen misbruik van zijn psychologische kennis en vaardigheden of van het overwicht dat voortvloeit uit zijn deskundigheid of zijn positie. III.2.2.3 Vermelden van opleiding, kwalificaties, ervaring, deskundigheid en titels De psycholoog is nauwgezet bij het vermelden van zijn opleiding en kwalificaties, ervaring, deskundigheid en titels. Hij vermeldt deze uitsluitend wanneer zij relevant zijn. III.2.2.4 Geen irreële verwachtingen wekken De psycholoog zorgt ervoor dat met betrekking tot de aard, de effecten en de gevolgen van zijn dienstverlening geen verwachtingen worden gewekt die niet op de realiteit gestoeld zijn. 20

III.2.2.5 Informatie over voorwaarden waaronder opdrachten worden aanvaard De psycholoog stelt voorafgaand aan of in het vroegste stadium van de professionele relatie de betrokkenen eerlijk en nauwgezet op de hoogte van de financiële en andere voorwaarden waaronder hij zijn opdracht aanvaardt, voor zover deze informatie voor betrokkenen van belang is voor het weloverwogen verlenen van hun medewerking aan de uitvoering van de opdracht. III.2.2.6 Informatie over alternatieve theorieën of verklaringen De psycholoog is nauwgezet bij het verstrekken van informatie aan betrokkenen en informeert dezen passend over eventuele alternatieve theorieën of verklaringen, en expliciteert zijn professioneel oordeel over deze alternatieven. III.2.2.7 Bronvermelding Bij het presenteren van bevindingen van het beroepsmatig handelen vermeldt de psycholoog op passende wijze de bronnen waaruit hij heeft geput, voor zover de resultaten of het gedachtegoed niet voortkomen uit eigen professionele werkzaamheden. Dit geldt zowel voor schriftelijke als voor mondelinge presentaties. III.2.2.8 Zorgvuldigheid in het verkrijgen en weergeven van gegevens De psycholoog is zorgvuldig in het verkrijgen en het statistisch bewerken van gegevens en in het weergeven en het verklaren van de resultaten. III.2.3 Rolintegriteit III.2.3.1 Niet oneigenlijk bevorderen van persoonlijke belangen De psycholoog laat na in zijn beroepsmatig handelen zijn zakelijke, persoonlijke, religieuze, politieke of ideologische belangen oneigenlijk te bevorderen. III.2.3.2 Onderkennen van onverenigbare belangen De psycholoog onderkent de moeilijkheden die kunnen ontstaan doordat cliënt, opdrachtgever en personen die deel uitmaken van een cliëntsysteem, onverenigbare belangen kunnen hebben. In een zo vroeg mogelijk stadium expliciteert hij zijn positiekeuze daarbij aan alle betrokkenen. III.2.3.3 Niet aanvaarden van onverenigbare opdrachten De psycholoog aanvaardt geen nieuwe opdracht die niet goed te verenigen is met een reeds eerder aanvaarde opdracht, ook als er geen sprake is van dezelfde cliënt. Bij motivering van zo'n weigering neemt de psycholoog de vertrouwelijkheid in acht. III.2.3.4 Vermijden van het vermengen van professionele rollen De psycholoog onderkent de moeilijkheden die kunnen ontstaan uit het gelijktijdig of opeenvolgend vervullen van verschillende professionele rollen ten opzichte van een of meer betrokkenen. Bij voorkeur begeeft hij zich niet in een dergelijke positie. Als de psycholoog onder omstandigheden het vervullen van meerdere rollen na of naast elkaar ten opzichte van betrokkene(n) niettemin aanvaardbaar vindt, dan schept hij daarover duidelijkheid tegenover deze(n). III.2.3.5 Vermijden van het vermengen van professionele en niet-professionele rollen De psycholoog vermengt professionele en niet-professionele rollen niet zodanig met elkaar dat hij niet meer in staat kan worden geacht een professionele afstand tot de betrokkene(n) te bewaren of dat de belangen van de betrokkene(n) worden geschaad. 21

III.2.3.6 Geen seksuele gedragingen ten opzichte van de cliënt De psycholoog onthoudt zich van seksuele toenadering ten opzichte van zijn cliënt en gaat niet in op dergelijke toenaderingen van diens kant. Hij onthoudt zich van gedragingen die seksueel getint zijn of in het algemeen als zodanig kunnen worden opgevat. III.2.3.7 Geen seksuele relatie met de cliënt De psycholoog gaat met zijn cliënt geen seksuele relatie aan tijdens de professionele relatie, of direct aansluitend daaraan. Ook nadien is hij daarin terughoudend. Hetzelfde geldt voor de relaties met andere betrokkenen, waarbij sprake is van een aanzienlijk machtsverschil of grote afhankelijkheid, zoals studenten of supervisanten. III.2.3.8 Persoonlijke relatie na het beëindigen van de professionele relatie Bij het aangaan van een persoonlijke relatie na het beëindigen van de professionele relatie, vergewist de psycholoog zich ervan dat de voorgaande professionele relatie geen onevenredige betekenis meer heeft. Als het hierbij gaat om een seksuele relatie is de psycholoog er verantwoordelijk voor dat hij desgevraagd kan aantonen dat hij bij het aangaan van deze relatie alle zorgvuldigheid in acht genomen heeft, die van hem als professioneel psycholoog verwacht mag worden. III.3 III.3.1 Respect Algemeen respect III.3.1.1 Respect voor kennis, inzicht en ervaring De psycholoog geeft zich rekenschap van en respecteert de kennis, het inzicht en de ervaring van de betrokkene. III.3.1.2 Respect voor psychische en lichamelijke integriteit De psycholoog respecteert de psychische en lichamelijke integriteit van de betrokkene en tast hem niet in zijn waardigheid aan. Hij dringt niet verder door in het privéleven van de betrokkene dan voor het doel van zijn beroepsmatig handelen noodzakelijk is. III.3.1.3 Geen ongerechtvaardigde discriminatie De psycholoog geeft zich rekenschap van de individuele eigenschappen en omstandigheden van elke cliënt en de culturele verschillen die tussen cliënten bestaan en houdt daar rekening mee. Hij spant zich ervoor in dat ondanks die verschillen een ieder in een soortgelijke situatie dezelfde kansen krijgt. Discriminatie wegens ras, etniciteit, geslacht, levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, seksuele geaardheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. III.3.2 Autonomie en zelfbeschikking III.3.2.1 Respect voor autonomie en zelfbeschikking In zijn beroepsmatig handelen respecteert de psycholoog de autonomie en zelfbeschikking van de betrokkene, en bevordert deze. In het bijzonder komt die zelfbeschikking van de betrokkene tot uiting in het recht om de professionele relatie met de psycholoog al dan niet aan te gaan, voort te zetten, dan wel te beëindigen. III.3.2.2 Respectvol handelen bij beperkte zelfbeschikking De zelfbeschikking van de cliënt kan worden beperkt door zijn leeftijd, aanleg en ontwikkeling, geestelijke gezondheid, door wettelijke bepalingen of door de beslissingsbevoegdheid van een externe opdrachtgever die deze ontleent aan een hem opgedragen wettelijke taak of rechterlijke beslissing. In dat geval laat de psycholoog binnen deze beperkingen de zelfbeschikking van de cliënt toch zoveel mogelijk tot haar recht komen. 22

III.3.2.3 Toestemming bij aangaan of voortzetten van de professionele relatie De psycholoog kan uitsluitend een professionele relatie met iemand aangaan of voortzetten met diens toestemming. Die toestemming is echter niet nodig als de professionele relatie tot stand komt als gevolg van een opdracht door een externe opdrachtgever die daartoe een door de wet toegekende bevoegdheid heeft. III.3.2.4 Welingelicht aangaan en voortzetten van de professionele relatie Voorafgaande aan en tijdens de duur van de professionele relatie verstrekt de psycholoog zodanige informatie aan de cliënt, dat deze vrijelijk in staat is welingelicht in te stemmen met het aangaan en voortzetten van de professionele relatie. III.3.2.5 Informatie bij het aangaan en voortzetten van de professionele relatie De informatie bij het aangaan en voortzetten van de professionele relatie wordt bij voorkeur schriftelijk gegeven en waar nodig mondeling toegelicht, en bevat voor zover van toepassing: waarin die plaatsvindt en de plaats van de cliënt en de psycholoog hierin; aanmerking komen en wat daarvan wel en niet te verwachten is; mee de cliënt rechtstreeks of indirect zal worden geconfronteerd; nele relatie samenwerkt, al dan niet in multidisciplinair verband; meld, de wijze waarop deze worden bewaard en hoe lang de gegevens worden bewaard; gerapporteerd; en afschrift, correctie en blokkering van de rapportage; enig belang hebben; handelen; code en het klachtrecht. III.3.2.6 Dezelfde informatie voor externe opdrachtgever en cliënt Vóór de aanvang van de professionele relatie dient de psycholoog zich ervan te vergewissen dat zowel de externe opdrachtgever als de cliënt of het cliëntsysteem over dezelfde informatie beschikken over het doel en de opzet van de professionele relatie en over de voorgenomen werkwijze. De opdracht kan slechts doorgang vinden als over doel en opzet tussen hen overeenstemming bestaat. Bij wijziging van de situatie of van de opdracht dient de psycholoog tot hernieuwde afspraken te komen. III.3.2.7 Overleg over invulling van de professionele relatie De psycholoog biedt de cliënt de gelegenheid voor overleg over diens wensen en meningen betreffende de invulling van de professionele relatie, tenzij dat een goede voortgang van de professionele relatie in de weg staat. III.3.2.8 Instemming en informatie bij professionele activiteiten in ruimere zin Als er sprake is van professionele werkzaamheden van de psycholoog, die niet aangemerkt kunnen worden als een professionele relatie in de zin van deze code, dan gelden de bepalingen in deze paragraaf, voor zover zij van toe- 23