Beweerdelijke onvoldoende onderbouwing van taxatie, onjuiste uitgangspunten en beïnvloeding van betrokkene.

Vergelijkbare documenten
De Raad van Toezicht Noord geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Beweerdelijke instructies bij verkoop niet opgevolgd. Declaratie zonder overleg bij notaris ingediend? Nodeloze kosten veroorzaakt?

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Keuze vergelijkingsobjecten.

CR 10/2306 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 30 juni 2010

Aanzienlijke waardeverschillen in taxaties. Moeilijke vergelijkbaarheid taxaties. Late indiening klacht niet onverklaarbaar.

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter.

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Collegialiteit. Oncollegiaal optreden bij (financierings)taxatie. (zie ook zaaknummer 15.03)

Beweerdelijk onjuiste voorlichting aan koper. Persoonlijk gebruiksrecht. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST.

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Ontvankelijkheid. Civielrechtelijk geschil.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Taxatie. Bindende taxatie. Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Ontvankelijkheid. Verjaring. Ne bis in idem-beginsel. Taxatie. Onjuiste oppervlakte.

CR10/2337 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 23 augustus 2010

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Voormalige echtelijke woning, Instemming echtgenoot met verkoop.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Hertaxatie door niet-onafhankelijke tweede taxateur.

De Raad van Toezicht Noord geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft uitspraak in de klacht van

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 10/2364 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde,

RAAD VAN TOEZICHT WEST VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS NVM

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

G.W., aangesloten NVM-makelaar, gevestigd en kantoorhoudende te T, appellant/klager,

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.

RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Informatie aan niet-opdrachtgever. Aanpassing contractsbepalingen. Terugvorderen van overdrachtsbelasting.

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Taxatie buiten aanwezigheid van de belanghebbende partij.

Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers.

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest.

Optie en bod. Koopovereenkomst tot stand gekomen? Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Biedingsproblematiek. Duidelijk aangegeven dat eindbod verwacht werd of niet? De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Collegialiteit. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste informatie over woonoppervlakte en afmeting tuin.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bestemming object. Mededelingsen onderzoeksplicht. Vergunning Waterschap.

De Raad van Toezicht West geeft uitspraak inzake de zaak van:

Beweerdelijk te lage waardering. Vergelijking met eerdere taxaties van derden. Taxatierapport ter beschikking gesteld van collega.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: B MAKELAARDIJ, lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te M,

Onjuiste taxatiewaarde. Boedeltaxatie. Belangenverstrengeling.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

Beweerdelijk te lage waardering. Huis en bedrijfsruimte niet los van elkaar te zien.

Beweerdelijk te hoge vraagprijs. Brief van makelaar in procedure gebruikt.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 13/2482 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Taxatie. Te hoge waardering. Reden van taxatie en hoogte van waardering. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Eindhoven/Maastrichtgeeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

CR 13/2476 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

De Raad van Toezicht Groningen geeft de volgende uitspraak in de zaak van: tegen

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 16 FEBRUARI 2011

op de klacht van:mevrouw A. C., wonende te Huizen, hierna te noemen: klager

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Onafhankelijkheid.

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

Aankoop nieuwbouwappartement mislukt. Beweerdelijke toezegging makelaar-verkoper. De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van:

2. De klacht is behandeld ter zitting van de Raad op 20 juni Ter zitting waren aanwezig klager in persoon alsmede O. Z. namens beklaagde.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

9Belangenbehartiging opdrachtgever. Te hoge vraagprijs. Ongepast optreden.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

UITSPRAAK In de klacht van: De heer X tegen: de heer Y (naam makelaarskantoor) (12.07)

Raad van Toezicht Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R.

Transcriptie:

Beweerdelijke onvoldoende onderbouwing van taxatie, onjuiste uitgangspunten en beïnvloeding van betrokkene. Klager is eigenaar van een pand. Toen hij dit in 1999 van een vennootschap kocht is overeengekomen dat als klager het pand zou verkopen, hij dit eerst aan de toenmalige verkoper moet aanbieden. Daarbij was bepaald dat elk der partijen een deskundige zou inschakelen om de koopsom te bepalen en dat, als deze het niet eens zouden worden, de rechtbank een derde taxateur zou aanwijzen wiens oordeel bindend zou zijn. De huurder van het pand begint in 2015 een procedure om tot huurprijsverlaging te komen. Als klager later dat jaar tot verkoop over wil gaan, begint bovengenoemde procedure. Klagers makelaar komt op een waarde van 116.000 en die van zijn wederpartij (beklaagde) tot een waarde van 446.000. De klachten van klager dat de makelaar van koper o.a. onjuiste uitgangspunten nam, zich liet beïnvloeden door zijn opdrachtgever, onvoldoende onderbouwing aan zijn rapport gaf, de locatie ten onrechte als B2-locatie en diverse andere klachten, acht de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht Noord geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer G. van der K., wonende te S, klager, tegen 1. de heer M. W., aangesloten bij de vereniging, kantoorhoudende te S de makelaar. 2. Makelaardij L B.V. gevestigd te S, beklaagden. 1. Verloop van de procedure: 1.1. Bij brief met bijlagen van 21 januari 2016 heeft mr. H.L. Thiescheffer, advocaat te Leeuwarden, namens klager een klacht ingediend tegen beklaagden. De afdeling Consumentenvoorlichting van de NVM heeft deze klacht op 1 maart 2016 doorgestuurd naar de Raad van Toezicht Noord. «systeemdatum»

1.2. Bij brief van 21 april 2016 heeft mr. O.B. Zwijnenberg, als advocaat verbonden aan V&A Advocaten te Rotterdam namens beklaagden een verweerschrift ingediend. 1.3. De klacht is door de Raad van Toezicht behandeld op 30 juni 2016. Op de zitting zijn verschenen: - klager, bijgestaan door mr. H.L. Thiescheffer; en - beklaagden, bijgestaan door mr. O.B. Zwijnenberg. 1.4. Partijen zijn door de Raad van Toezicht gehoord en hebben hun standpunten nader toegelicht. 2. De feiten: 2.1. Als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de overgelegde bescheiden, voor zover niet betwist, staat tussen partijen het volgende vast. 2.2. Klager is eigenaar van de panden aan de R-kade 3 en 3A te S. Hij heeft het pand R-kade 3 verhuurd aan G B.V. G B.V. exploiteert in het verhuurde een coffeeshop. De huurovereenkomst tussen klager en G B.V. is op 1 juli 2015 met vijf jaar stilzwijgend verlengd. De maandhuur bedraagt 3.013,57. G B.V. heeft zich tot de rechtbank Noord-Nederland gewend met het verzoek om de huurprijsaanpassing. 2.3. Klager heeft de genoemde panden op 1 juli 1999 gekocht van De P B.V. Bij de koopovereenkomst is overeengekomen dat indien klager het gekochte wenst te vervreemden hij dit eerst aan De P B.V. te koop dient aan te bieden. Daarbij is bepaald dat de door De P B.V. te betalen koopsom dient te worden vastgesteld door twee deskundigen, waarvan ieder der partijen er één benoemt. Indien deze twee deskundigen niet gezamenlijk tot een waardevaststelling kunnen komen zal de waarde worden bepaald door een door de kantonrechter te Leeuwarden te benoemen deskundige. De waardebepaling door laatstgenoemde zal voor klager en De P B.V. bindend zijn. 2.4. Bij brief van 15 september 2015 heeft klager aan De P B.V. laten weten het pand aan de R- kade 3 te koop aan te bieden. De P B.V. heeft daarop geantwoord gebruik te willen maken van haar recht van eerste koop. Vervolgens heeft De P B.V. opdracht gegeven aan Makelaardij L B.V. (beklaagde sub 2) om de waarde van de bedrijfsruimte te bepalen. Beklaagde sub 1, werkzaam bij Makelaardij L B.V. heeft de opdracht uitgevoerd. Het door beklaagde sub 1 opgestelde taxatierapport dateert van 4 november 2015. Daarin wordt het pand aan de R-kade 3 gewaardeerd op 116.000,=. 2.5. In verband met het recht van eerste koop heeft klager K Vastgoedmakelaardij B.V. te R opdracht gegeven de waarde van de R-kade 3 te bepalen. Het taxatierapport van K Vastgoedmakelaardij B.V. dateert van 22 oktober 2015. Zij heeft de waarde bepaald op 446.000,=. 2.6. Beklaagden hebben voor de waardebepaling als maatstaf genomen de marktwaarde via de huurwaardekapitalisatiemethode in vrij te aanvaarden staat zonder huur- en andere gebruiksrechten. Beklaagden hebben hun waarden onderbouwd middels diverse referentiepanden. K Vastgoedmakelaardij B.V. heeft voor de waardebepaling als maatstaf genomen de marktwaarde via de huurwaardekapitalisatiemethode in verhuurde staat met als uitgangspunt dat de thans 2

betaalde huur reëel zou zijn. 2.7. Omdat de door klager en De P B.V. benoemde deskundigen het niet eens konden worden heeft klager zich tot de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland gewend met het verzoek een deskundige te benoemen die de waarde van het pand bindend moet vaststellen. Ten tijde van de mondelinge behandeling van onderhavige klacht was die procedure nog gaande. 3. De klacht: 3.1. Klager verwijt beklaagden: a. dat zij zich bij hun taxatie hebben laten beïnvloeden door de belanghebbende van De P B.V. tot een zo laag mogelijke verkoopprijs te komen; b. dat zij zich hebben laten leiden door de wens van G B.V. om te komen tot een huurprijsaanpassing, zodanig dat de verkoopprijs van 116.000,= zou kunnen worden verantwoord; c. dat zij de verkoopprijs hebben bepaald vrij van huur; d. dat zij zijn uitgegaan van fictieve huurinkomsten; e. dat het taxatierapport niet de noodzakelijke onderbouwingen en verklaringen kent; f. dat zij ten onrechte makelaarskantoren, notariskantoren en een daghorecazaak met beperkte mogelijkheden als vergelijkingsobjecten hebben genomen; g. dat zij geen gebruik hebben gemaakt van het model taxatierapport vastgoed NVM; h. dat zij ten onrechte hebben geoordeeld dat het pand gevestigd zou zijn op een B2 locatie omdat voor het gebruik als coffeeshop de locatie aan de R-kade heeft te gelden als eena1, althans een A2 locatie. 4. Het verweer: 4.1. Beklaagden hebben deze klacht puntsgewijs en gemotiveerd weersproken. Zij hebben onder meer aangevoerd dat zij de waarde van een bedrijfsruimte met horecabestemming dienden te beoordelen en niet de waarde van het bedrijf (lees: coffeeshop). Voorts weerspreken gedaagden dat zij zich bij de waardebepaling hebben laten leiden door belangen van hun opdrachtgever, waaraan zij toevoegen dat dit ook geen enkele zin zou hebben gehad omdat indien de deskundigen niet tot een gezamenlijk oordeel zouden kunnen komen een partijbindende waardebepaling zou plaatshebben door een door de rechtbank te benoemen deskundige. 5. De beoordeling van het geschil: 5.1. Beklaagden zijn lid van en aangesloten bij de NVM en aangesloten bij de afdeling Friesland, zodat de Raad van Toezicht Noord bevoegd is van de klacht kennis te nemen. 5.2. De Raad merkt op dat klager, ook zal is hij niet de opdrachtgever van de makelaar voor het uitvoeren van de onderhavige taxatie, daarover niettemin tuchtrechtelijk kan klagen. Conform vaste jurisprudentie zal de Raad de door de makelaar opgestelde taxatie marginaal toetsen en in dit kader 3

bezien of een redelijk handelend makelaar onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs tot zijn taxatie had kunnen komen. 5.3. Bij zijn beoordeling kent de Raad geen normerende werking toe aan de door klager overgelegde waardebepalingen door K Vastgoedmakelaardij B.V. en A Makelaardij. Het rapport van beklaagden zal op zijn eigen merites moeten worden beoordeeld, los van andere rapporten. 5.4. Ten aanzien van de klachten onder a en b merkt de Raad op dat klager deze klachten niet heeft onderbouwd. De Raad heeft ook overigens geen enkele aanwijzing dat de taxatie van beklaagden is beïnvloed door de belangen van de opdrachtgever dan wel G B.V. De Raad verklaart deze klachtonderdelen daarom 5.5. Ter zake van de klachten onder c en d merkt de Raad op dat beklaagden voor hun taxatie als uitgangspunt hebben genomen de onderhandse marktwaarde vrij van huur. Die waardebepaling heeft plaatsgevonden aan de hand van de huurprijs per vierkante meter van enkele referentiepanden. Gezien het aanhangige verzoek om huurprijsaanpassing hebben beklaagden daarbij geabstraheerd van de geldende huurprijs mede omdat die ver boven het marktniveau ligt van vergelijkbare bedrijfsruimten in de directe nabijheid. De Raad is van oordeel dat beklaagden de door hen voor de taxatie gekozen uitgangspunten naar behoren in hun rapportage hebben verantwoord alsmede dat zij in redelijkheid voor deze uitgangspunten hebben kunnen kiezen. Ook deze klachtonderdelen zijn daarom 5.6. De klachtonderdelen e en f betreffen de gebruikte referentiepanden. Klager licht niet toe welke panden in de nabije omgeving beklaagde dan wel hadden moeten gebruiken. Bovendien bevond zich tussen de referentiepanden een bedrijfspand met horecabestemming. Ter nadere onderbouwing hebben beklaagden in hun verweerschrift prijzen genoemd van andere horecapanden in S. Die prijzen ondersteunen de taxatie van beklaagden, in aanmerking genomen de door hen voor de taxatie gekozen uitgangspunten. Naar het oordeel van de Raad hebben beklaagden in redelijkheid bij hun waardebepaling uit kunnen gaan van de door hen daarvoor gebruikte referentiepanden zodat de hiervoor gestelde klachtonderdelen ongegrond zijn. 5.7. Klachtonderdeel g ziet op het niet gebruiken van het door de NVM voorgeschreven model. In 2015 was gebruikmaking daarvan evenwel nog niet verplicht. Het klachtonderdeel is reeds daarom 5.8. Ingevolge klachtonderdeel h stelt klager dat de locatie R-kade 3 voor een horeca coffeeshop heeft te gelden als A1 locatie. Klager heeft deze stelling niet onderbouwd. Beklaagden hebben onweersproken aangevoerd dat het pand aan de rand van het centrum ligt, buiten het winkel- en uitgaansgebied alsmede dat de gemeente het gebied waarin het pand is gelegen aanduidt als B locatie. Op grond hiervan is de Raad (marginaal toetsend) van oordeel dat niet kan worden gezegd dat beklaagden niet in redelijkheid tot een indeling in categorie B2 hebben kunnen komen. De Raad zal daarom uitspraak doen als na te melden. 6. Uitspraak: 4

6.1. Op grond van het voorgaande verklaart de Raad van Toezicht de klacht in al haar onderdelen Aldus beslist door de Raad van Toezicht Noord NVM, bestaande uit mr. B. van den Bosch, plaatsvervangend voorzitter, de heer R. Schoo, lid en plaatsvervangend secretaris mr. G.W. Brouwer, op 30 juni 2016. Getekend door de plaatsvervangend voorzitter en de plaatsvervangend secretaris op 27 juli 2016. 5