Pagina: 1 of 10 Conform EU-Verordening 1907/2006/EG - MSDS_NL 1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING Ashland Postbus 8619 NL3009 AP, Rotterdam Nederland EUSMT@ashland.com Telefoonnummer voor noodgevallen +1-800-ASHLAND (+1-800-274-5263/+1-606-329-5701), of het lokale alarmnummer 112 bellen Productinformatie (010) 497 5000 (in Nederland) of contact opnemen met uw contact persoon bij de lokale klantendienst Productbenaming Productcode 308187 Omschrijving van productgebruik 2. IDENTIFICATIE VAN DE GEVAREN Gevarensamenvatting Bijtend Irriterend Gevaren Veroorzaakt brandwonden. Irriterend voor de ademhalingswegen. 3. SAMENSTELLING EN INFORMATIE OVER DE BESTANDDELEN Bestanddelen CAS-Nr. EINECS-Nr. Concentratie Symbo(o)l(en) R-zin(nen) morfoline 110-91-8 203-815-1 >=5 - <10% Xn C R10 R20/21/22 R34 2-diethylaminoethanol 100-37-8 202-845-2 >=5 - <10% Xn C R10 R20/21/22 R34 N,Ndiethylhydroxylamine 3710-84-7 223-055-4 >=2.5 - <5% Xi R38, R36 dinatriummolybdaat 7631-95-0 231-551-7 >=1 - <2.5% Xi R36/37/38 Voor de volledige tekst van de R-zinnen die worden genoemd in deze paragraaf, zie Paragraaf 16. 4. EERSTEHULPMAATREGELEN Algemene informatie Buiten de gevaarlijke zone brengen. Onmiddellijk medische hulp inroepen. Het slachtoffer niet alleen laten. Een arts raadplegen. Dit veiligheidsinformatieblad aan de dienstdoende arts tonen.
Pagina: 2 of 10 Ogen Oogleden open houden en de ogen spoelen met veel water gedurende tenminste 15 minuten. Medische hulp inroepen. Contactlenzen uitnemen. Huid Verontreinigde kleding en schoenen onmiddellijk uittrekken. Onmiddellijk met veel water afwassen gedurende tenminste 15 minuten. Verontreinigde kleding wassen voor hergebruik. Inslikken GEEN braken opwekken. Mond spoelen met water. Indien bij bewustzijn, veel water drinken. Nooit een bewusteloos persoon laten drinken (of eten). Medische hulp inroepen. Inademing In de frisse lucht brengen. Onmiddellijk een arts of gifinformatiecentrum waarschuwen. Slachtoffer warm en rustig houden. Bij bewusteloosheid stabiele zijligging toepassen en medische hulp inroepen. Ademhalingswegen vrijhouden. In geval van ademnood zuurstof toedienen.bij onregelmatige ademhaling of ademstilstand kunstmatige beademing toepassen. 5. BRANDBESTRIJDINGSMAATREGELEN Geschikte blusmiddelen ABC-poeder, droogpoeder, Waternevel, kooldioxide (CO2) Ongeschikte brandblusmiddelen NIET GEBRUIKEN: halonen Gevaarlijke verbrandingsproducten kooldioxide en koolmonoxide, formaldehyde, stikstofverbindingen, Ammonia, stikstofoxiden (NOx), molybdeendampen, natriumoxiden Thermische ontleding Voorzorgsmaatregelen bij brandbestrijding Voorkom wegvloeien van bluswater in riool of waterloop. Houd containers en omgeving koel met waternevel. Voorkom dat bluswater oppervlaktewater of grondwatersystemen kan verontreinigen Verbrandingsresten en verontreinigd bluswater moeten verwijderd worden volgens plaatselijke regelgeving. Persoonlijke beschermingsmiddelen Bij brand een persluchtmasker dragen. Persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. 6. MAATREGELEN BIJ ONOPZETTELIJK VRIJKOMEN VAN DE STOF OF HET
Pagina: 3 of 10 PREPARAAT Persoonlijke voorzorgsmaatregelen Personen die geen beschermende uitrusting dragen mogen niet eerder in gebieden met gemorste materialen worden toegelaten, totdat het opruimen voltooid is. Zorg voor voldoende ventilatie. Let op het verspreiden van gassen over de grond (zwaarder dan lucht) en op de windrichting. Personeel evacueren naar een veilige omgeving. Morsingen - Milieuvoorzorgsmaatregelen Voorkom verder lekken en morsen indien dit veilig is. Reinigingsmethoden Met zuur neutraliseren. Morsing beperken en verzamelen met niet-brandbare absorptiematerialen, (bijvoorbeeld zand, aarde, diatomeeënaarde, vermiculiet) en overbrengen in een vat voor verwijdering volgens plaatselijke/landelijke voorschriften (zie paragraaf 13). In geschikte en gesloten containers bewaren voor verwijdering. Overige informatie Alle van toepassing zijnde nationale, regionale en lokale regels naleven. 7. HANTERING EN OPSLAG Hantering Vorming van aërosol vermijden. Dampen of spuitnevel niet inademen. Voor persoonlijke bescherming zie paragraaf 8. Zorg voor voldoende luchtverversing en/of afzuiging op de werkplaats. Voorkom het overschrijden van de voorgeschreven MAC-waarden (zie paragraaf 8). Bij verdunnen altijd het product aan het water toevoegen. Nooit water aan het product toevoegen Bij neutraliseren altijd het product toevoegen aan het neutralisatiemiddel. Nooit het neutralisatiemiddel aan het product toevoegen. Niet roken, eten en drinken op de werkplek. Verwijderd houden van warmte en ontstekingsbronnen. Opslag Bewaren in originele container. Containers goed gesloten bewaren op een droge, koele en goed geventileerde plaats. Geopende containers zorgvuldig sluiten en rechtop bewaren om lekkage te voorkomen. Stabiel onder de aanbevolen opslagomstandigheden. Beschermen tegen vorst. 8. MAATREGELEN TER BEHEERSING VAN BLOOTSTELLING/PERSOONLIJKE BESCHERMING Blootstellingrichtlijnen morfoline (CAS 110-91-8) MAC (NL) tijdgewogen gemiddelde 10 ppm MAC (NL) tijdgewogen gemiddelde 36 mg/m3 MAC (NL) Grenswaarden voor blootstelling gedurende kortere periode 20 ppm
Pagina: 4 of 10 MAC (NL) Grenswaarden voor 72 mg/m3 blootstelling gedurende kortere periode EU ELV tijdgewogen gemiddelde 10 ppm EU ELV tijdgewogen gemiddelde 36 mg/m3 EU ELV Grenswaarden voor 20 ppm blootstelling gedurende kortere periode EU ELV Grenswaarden voor 72 mg/m3 blootstelling gedurende kortere periode NL OEL tijdgewogen gemiddelde 36 mg/m3 NL OEL Grenswaarden voor blootstelling gedurende kortere periode 72 mg/m3 2-diethylaminoethanol (CAS 100-37-8) MAC (NL) tijdgewogen gemiddelde 2 ppm MAC (NL) tijdgewogen gemiddelde 9.6 mg/m3 dinatriummolybdaat (CAS 7631-95-0) MAC (NL) tijdgewogen gemiddelde 5 mg/m3 Algemeen advies Deze aanbevelingen bieden een algemene leidraad voor hantering van dit product. Persoonlijke beschermende uitrusting dient te worden gedragen aangepast aan elk afzonderlijk gebruik en rekening houdende met factoren die op mogelijke blootstelling van toepassing zijn, zoals hanteringspraktijken, chemische concentraties en verluchting. Uiteindelijk is de werkgever verantwoordelijk voor naleving van de richtlijnen vastgesteld door de lokale overheden. Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik. Zorg voor oogspoelinrichtingen en veiligheidsdouches vlakbij de werkplek. Maatregelen ter beheersing van blootstelling Verschaf voldoende mechanische (algemene en/of plaatselijke uitlaat) ventilatie om blootstelling die lager is dan overmatige blootstelling (van bekende, verdachte of duidelijke nadelige gevolgen) te handhaven. Oogbescherming gelaatsscherm Huid- en lichaamsbescherming Dragen indien van toepassing: veiligheidsschoenen ondoordringbare kleding Chemicaliënbestendig schort Verontreinigde schoenen weggooien. Bestendige handschoenen dragen, zoals: Nitrilrubber Adembescherming
Pagina: 5 of 10 Bij dampvorming een respirator gebruiken met een goedgekeurd filtertype. 9. FYSISCHE EN CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN Fysische toestand vloeistof Vorm Kleur bruin Geur Kookpunt/kooktraject (>) 100.00 C Smeltpunt/-traject (<)-10 C ph (+/- 0.34) 12.3 Vlampunt 79.00 C, Pensky-Martens met gesloten kroes Verdampingssnelheid Onderste explosiegrens/bovenste explosiegrens Dampspanning Dampdichtheid Dichtheid (+/- 0.14) 1.055 g cm3 @ 77 F / 25 C Oplosbaarheid Verdelingscoëfficiënt: n-octanol/water log Pow Zelfontbrandingstemperatuur Viscositeit, dynamisch 21 mpa.s @ 25 C Viscositeit, kinematisch 10. STABILITEIT EN REACTIVITEIT Stabiliteit Stabiel onder de aanbevolen opslagomstandigheden. Te vermijden omstandigheden Niets bekend. Onverenigbare stoffen zuren, Halogeneenkoolwaterstof, sterke oxidatiemiddelen, nitrieten en andere nitroserende middelen, metalen Gevaarlijke ontledingsproducten kooldioxide en koolmonoxide, formaldehyde, stikstofverbindingen, stikstofoxiden (NOx), molybdeendampen, natriumoxiden Gevaarlijke reacties Gevaarlijke poymerisatievormen zijn niet bekend.
Pagina: 6 of 10 11. TOXICOLOGISCHE INFORMATIE Blootstellingswegen Contact met de huid, Contact met de ogen, Inslikken Aanraking met de ogen Kan onherstelbaar oogletsel veroorzaken. Aanraking met de huid Veroorzaakt brandwonden aan de huid. Inslikken Veroorzaakt brandwonden aan het spijsverteringskanaal. Inademing Irriterend voor de ademhalingswegen. Verslechterde gezondheidstoestand Reeds bestaande aandoeningen van de volgende organen (of orgaansystemen) kunnen door blootstelling aan dit materiaal verergeren: Bovenste ademhalingswegen, Huid, Longen, Lever, Nier, Ogen, schildklieren, voortplantingssysteem bij mannen, milt, bot, Blootstelling aan dit materiaal kan een reeds bestaande conditie verergeren die gevoeligheid aan de dag legt voor vermindering van de beschikbare zuurstof, zoals chronische longziekte, ziekte van de kransslagaderen of anemie. Verschijnselen De tekenen en symptomen van blootstelling aan dit materiaal via ademhalen, inslikken en/of het materiaal door de huid gaan kunnen omvatten: Maagdarmklachten, Dorst, irritatie (neus, keel, luchtwegen), hoesten, aandoening aan het centrale zenuwstelsel, zwakheid, buikpijn, Longoedeem, nierschade, leverschade, longschade, ademhalingsmoeilijkheden, onbehaaglijk gevoel in de borst, buikpijn, rugpijn, coma Doelorganen Overmatige blootstelling aan dit materiaal (of de componenten ervan) wordt aangevoerd als de oorzaak van de volgende effecten bij mensen: effecten op het centrale zenuwstelsel, gewrichtspijn (jicht), leverafwijkingen Gegevens over componenten Acute orale toxiciteit morfoline 2-diethylaminoethanol N,N-diethylhydroxylamine dinatriummolybdaat LD50 rat: 1,050 mg/kg LD50 rat: 1,300 mg/kg LD50 rat: 2,190 mg/kg LD50 rat: 4 g/kg
Pagina: 7 of 10 Acute inhalatoire toxiciteit morfoline 2-diethylaminoethanol N,N-diethylhydroxylamine dinatriummolybdaat Acute dermale toxiciteit morfoline 2-diethylaminoethanol N,N-diethylhydroxylamine dinatriummolybdaat LC50 rat: 8000 ppm, 8 h LD L0 rat: 4,500 mg/m3, 4 h LC50 rat: 3140 ppm, 4 h LC50 rat: 2,080 mg/m3, 4 h LD50 konijn: 500 mg/kg LD50 konijn: 1,124 mg/kg LD50 konijn: 1,300 mg/kg 12. ECOLOGISCHE INFORMATIE productinformatie Aquatische toxiciteit Afbraak en verspreiding in het milieu Biodegradatie Bioaccumulatie Het potentieel voor bioaccumulatie kan niet worden bepaald. 13. INSTRUCTIES VOOR VERWIJDERING Werkwijzen voor afvalverwijdering Verwijderen overeenkomstig de Europese Richtlijnen voor afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Verontreinig vijvers, waterwegen en sloten niet met chemische stof of gebruikte verpakking. Container gevaarlijk in lege toestand. Verwijderen volgens plaatselijke voorschriften. Lege verpakking Achtergebleven restant verwijderen. Verwijderen als ongebruikt product. Lege containers moeten worden afgevoerd naar een erkende afvalverwerkingscentrale voor hergebruik of verwijdering. Lege containers niet hergebruiken. Het lege vat niet verbranden of met snijbrander bewerken.
Pagina: 8 of 10 Europese afvalstoffenlijst De afvalcode dient te worden toegewezen in overleg met de gebruiker en het bedrijf voor afvalverwijdering. 14. INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET VERVOER ADR UN 2735 AMINEN, VLOEIBAAR, 8 II BIJTEND, N.E.G. (MORFOLINE, DI-ETHYL- ADNR UN 2735 AMINEN, VLOEIBAAR, 8 II BIJTEND, N.E.G. (MORFOLINE, DI-ETHYL- RID UN 2735 AMINEN, VLOEIBAAR, BIJTEND, N.E.G. (MORFOLINE, DI-ETHYL- 8 II INTERNATIONALE MARITIEME GEVAARLIJKE GOEDEREN UN 2735 AMINES, LIQUID, CORROSIVE, N.O.S. (MORPHOLINE, DIETHYL 8 II INTERNATIONAL AIR TRANSPORT ASSOCIATION - CARGO UN 2735 Amines, liquid, corrosive, n.o.s. (MORPHOLINE, DIETHYL 8 II INTERNATIONAL AIR TRANSPORT ASSOCIATION - PASSAGIER UN 2735 Amines, liquid, corrosive, n.o.s. (MORPHOLINE, DIETHYL 8 II Het is mogelijk dat beschrijvingen van gevaarlijke goederen (indien boven vermeld) geen afmetingen van de verpakking, hoeveelheid, eindgebruik of toepasselijke regiospecifieke uitzonderingen bevatten. Zie de vervoerdocumenten voor beschrijvingen die specifiek zijn voor de zending. 15. WETTELIJK VERPLICHTE INFORMATIE Omschrijving van productgebruik beroepsmatig gebruik Gevarensymbolen
Pagina: 9 of 10 Bijtend R-zin(nen) R34 R37 Veroorzaakt brandwonden. Irriterend voor de ademhalingswegen. S-zin(nen) S23 S26 S36/37/39 S45 S51 S60 Damp niet inademen. Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen. Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen/het gezicht. Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen). Uitsluitend op goed geventileerde plaatsen gebruiken. Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. Bevat morfoline CAS 110-91-8 2-diethylaminoethanol CAS 100-37-8 16. OVERIGE INFORMATIE Volledige tekst van R-zinnen waarnaar in rubrieken 2 en 3 wordt verwezen R34 Veroorzaakt brandwonden. R37 Irriterend voor de ademhalingswegen. R10 Ontvlambaar. R20/21/22 Schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid. R38 Irriterend voor de huid. R36 Irriterend voor de ogen. R36/37/38 Irriterend voor de ogen, de ademhalingswegen en de huid. De informatie in dit document wordt geacht accuraat te zijn, maar kan van het bedrijf of uit een andere bron afkomstig zijn. Ontvangers wordt aangeraden vooraf te bevestigen of de informatie up-to-date, van
Pagina: 10 of 10 toepassing en geschikt is voor hun omstandigheden. Dit MSDS is opgesteld door de afdeling milieu, gezondheid en veiligheid van Ashland (010 497 5000).