Gecombineerd FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 Datum: 28 mei 2009 Dit is een gecombineerd faillissementsverslag in de faillissementen van Autobedrijf Finesse B.V., Automobielbedrijf Heeremans & Van Leuven B.V. en Otomoto B.V. Gegevens ondernemingen: onderneming 1 : Autobedrijf Finesse B.V. Faillissementsnummer : F22/2009 Datum uitspraak : 20 januari 2009 (RB Haarlem) onderneming 2 : Automobielbedrijf Heeremans & Van Leuven B.V. Faillissementsnummer : F23/2009 (RB Haarlem) Datum uitspraak : 20 januari 2009 onderneming 3 : Otomoto B.V. Faillissementsnummer : F30/2009 (RB Amsterdam) Datum uitspraak : 20 januari 2009 ---------------------------------------------------------------------------------- Curator : mr. P. Ingwersen R-C : mr. W.S.J. Thijs Dossiernummer curator : 86807 Activiteiten ondernemingen : de exploitatie van automobielbedrijven Verslagperiode : 16 februari 2009-28 mei 2009 Bestede uren in verslagperiode : 328 uur en 48 minuten Bestede uren Totaal : 517 uur en 12 minuten Dit verslag dient ter verschaffing van informatie aan belanghebbenden ex artikel 73a Fw. Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend. De verslagen zijn gepubliceerd op de website van Pot Jonker Seunke Advocaten: www.potjonker.nl 1. Inventarisatie 1.4 Lopende procedures: De door Otomoto B.V. en Finesse B.V. aan een incassobureau overgedragen vorderingen worden thans door de curator afgewikkeld. Het gaat hier om een debiteurenincasso die betrokken wordt bij de totale debiteurenincasso waarover hierna onder 4. Voorts loopt er een geschil met een voormalige klant van Finesse B.V. over een verrichte reparatie. Partijen hebben indertijd afgesproken dat het verschuldigde factuurbedrag op de derdenrekening van een advocaat zou worden gestort. Dat is ook gebeurd. De afgelopen
maanden heeft de curator getracht om tot een minnelijk vergelijk te komen met de betrokken wederpartij. Dat is niet gelukt. Er zal nu een procedure moeten volgen. Bij het Gerechtshof te Amsterdam loopt onder rolnummer 106.007.440 een procedure tegen een voormalige werknemer. Finesse B.V. heeft in eerste aanleg de zaak gewonnen. De voormalige werknemer is in appèl gekomen. De zaak staat voor memorie van grieven. De curator zal de rechter-commissaris toestemming verzoeken om de zaak over te nemen en voort te procederen. 1.5 Verzekeringen: Bij de afwikkeling van het faillissement heeft de curator noodgedwongen een groot aantal verzekeringen moeten continueren. Na het afvoeren van alle activa (ter fine van verkoop of na daadwerkelijke verkoop) zijn de verzekeringsovereenkomsten beëindigd. In een enkel geval dient nog premierestitutie plaats te vinden. Omdat de gehuurde gebouwen aan de Eysinkweg per ultimo april 2009 zijn ontruimd en verlaten zijn ook de verzekeringen in relatie tot die panden beëindigd (voor zover deze relevant waren voor de huurders/curandae). 1.6 Huur: Zoals in het eerste verslag gemeld heeft de curator onder verwijzing naar artikel 39 Fw. de huurovereenkomsten betreffende de bedrijfspanden te Haarlem aan de Eysinkweg 63 en 65 opgezegd per ultimo april 2009. De panden zijn inmiddels aan de verhuurder (zonder problemen) per 28 april 2009 opgeleverd. De panden zijn volledig ontruimd. De curator is inmiddels door de gemeente Haarlem aangeschreven ter zake van milieueisen. Volgens de gemeente Haarlem rust op de curator als eigenaar (de curator bestrijdt dit) de plicht om na het staken van de activiteiten een bodemonderzoek te laten verrichten met betrekking tot de panden aan de Eysinkweg te Haarlem. De curator betwist zijn gehoudenheid daartoe. Subsidiair beroept de curator zich op overmacht: de boedel laat niet toe dat derden worden ingeschakeld om een (duur) bodemonderzoek te verrichten. 2. Personeel 2.1 Aantal ten tijde van faill.: Otomoto B.V.: 8 Finesse B.V.: 45 2.2 Aantal in jaar voor faill.: idem 2.3 Datum ontslagaanzegging: 22 januari 2009 Op 22 januari 2009 heeft de curator alle personeelsleden mondeling ontslag aangezegd.
2.4 Afwikkeling: De afwikkeling met het personeel is constructief geweest. De curator moet het (voormalige) personeel complimenten maken voor de inzet die men ook gedurende de opzegperiode aan de dag heeft gelegd. Het personeel had een grote verbondenheid met de gefailleerde bedrijven. Een groot aantal personeelsleden heeft emplooi kunnen vinden bij andere dealers in de omtrek. Dat geldt met name voor het werkplaatspersoneel. De formaliteiten met het UWV zijn correct afgewikkeld. De curator is nog in afwachting van de definitieve afrekening van het UWV. 3. Activa Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving: Zoals in het vorige verslag vermeld behoorden tot de bedrijfsmiddelen de inventaris en de onderdelen van de bedrijven Otomoto en Finesse. Na taxatie van de bedrijfsmiddelen heeft de curator, met toestemming van de rechter-commissaris en na ruggespraak met de pandhouders en de Belastingdienst, BVA Auctions te Hoevelaken opdracht gegeven om de inventaris en onderdelen te veilen. 3.6 Verkoopopbrengst: Automobielbedrijf Otomoto B.V 93.565,22; Automobielbedrijf Finesse B.V. 74.089,88 De declaratie van BVA inzake de verkoopkosten c.q. veilingkosten moet nog in mindering worden gebracht op vermelde opbrengsten. Deze opbrengsten zijn nog niet verwerkt in bijgaande* tussentijdse financiële verslagen. Vooruitlopend op de veiling door BVA heeft de curator met toestemming van de rechtercommissaris een aantal inventarisonderdelen onderhands weten te verkopen. Deze opbrengsten zijn reeds verwerkt in bijgaande* financiële verslagen. 3.7 Boedelbijdrage: De opbrengst loopt via de boedel. De bank draagt dus bij in de kosten. Alles ook in relatie tot het hierna te melden bodemvoorrecht van de Belastingdienst. 3.8 Bodemvoorrecht fiscus: De inventaris van beide ondernemingen valt onder het bodemvoorrecht van de fiscus. De curator behartigt in het kader van artikel 57 lid 3 Fw. de rechten van de fiscus in verband met haar bodemrecht uit. Inventarisatie, overleg, onderzoek, toezicht op de veiling, veel contact met BVA, RCI en banken (zie hierna).
Voorraden/ onderhanden werk 3.9 Beschrijving: De curator heeft het NTAB indertijd opdracht gegeven om de voorraad auto s te inventariseren en te taxeren. In overleg met de banken (pandhouders) benevens de financieringsmaatschappij van de importeurs (RCI) heeft een online veiling plaatsgevonden van de voorraden automobielen. De voorraad bestond uit nieuwe auto s, gebruikte auto s, demo s en auto s bestemd voor de verhuur via de joint venture Rora Rent. De veiling heeft, ter verkrijging van een optimaal resultaat, op verschillende tijdstippen plaatsgevonden. Eerst is de voorraad gebruikt geveild, in een latere veiling de voorraad nieuw. Hieronder is uitsluitend de verkoopopbrengst van de eerste veiling verantwoord. De curator beschikt nog niet over de verantwoording van de tweede veiling van de nieuwe auto s. Deze opbrengsten zijn ook nog niet verwerkt in bijgaande* financiële verslagen. Binnenkort zit de curator om tafel met diverse mogelijke gerechtigden tot de opbrengsten. Zie ook 3.10. 3.10 Verkoopopbrengst: 370.962,39. Dit is de opbrengst ten behoeve van Otomoto en Finesse. De veilingkosten moeten daar nog vanaf. Te rekenen valt met een totale netto-opbrengst van ongeveer 300.000,--. De curator moet dit vervolgens uitsplitsen over Otomoto en Finesse. 3.11 Boedelbijdrage: Niet meer van toepassing voor Fortis Bank (zie hierna), separatistenregeling met ING Bank, in onderhandeling met RCI. Inventarisatie, overleg met taxateur, BVA, zekerheidsgerechtigden, begeleiding van de veiling, toezicht etc. etc. Andere activa 3.12 Beschrijving: De curator heeft de goodwill verbonden aan de handelsnamen Otomoto B.V en Finesse B.V. (er is geen doorstart) uiteindelijk verkocht aan Automobielbedrijf Velserbeek en Tinholt. 3.13 Verkoopopbrengst: Finesse 2.000,-- Otomoto 1.000,--. 4. Debiteuren 4.1 Omvang debiteuren: Zie vorig verslag. De afgelopen verslagperiode is intensief werk gemaakt van de inning van de debiteurenportefeuilles. Dit heeft plaatsgevonden in overleg met de separatisten. De
debiteuren van Finesse zijn verpand aan de Fortis Bank; die van Otomoto aan ING Bank. Overigens hebben beide banken ook pandrechten op de auto s en voorraden voor zover deze al niet verpand zijn c.q. waren aan RCI/Renault/Nissan. De debiteurenincasso door de curator heeft ertoe geleid dat uit de opbrengst de Fortis Bank volledig is afgelost. Uiteindelijk heeft de curator, met machtiging van de rechtercommissaris Fortis Bank N.V. gelost waardoor de zekerheden zijn vrijgegeven en de curator over de vrijgegeven zekerheden, inclusief de debiteuren, kon beschikken. Dat heeft er vervolgens toe geleid dat de rekening bij de Fortis Bank inmiddels een creditsaldo vertoont van ongeveer 90.000,--. Dit bedrag zal toenemen ten gevolge van nader binnenkomende debiteurenbetalingen. Een aantal debiteuren zal hoogstwaarschijnlijk in rechte moeten worden aangesproken. 4.2 Opbrengst: De betalingen bij Fortis (Finesse) belopen vanaf faillissementsdatum ongeveer 436.000,--, de betalingen bij Otomoto bedragen over diezelfde periode ongeveer 40.000,--. De rekening van Otomoto bij de ING Bank vertoont thans nog een debetsaldo van 139.000,--. 4.3 Boedelbijdrage: Met ING en Fortis bestaat overeenstemming over toepassing van de separatistenregeling. Beide banken hebben aangegeven er de voorkeur aan te geven dat de curator zich in eerste instantie belast met de debiteurenincasso. Inventarisatie, het aanmanen van debiteuren, overleg met banken en specifieke debiteuren. 5. Bank / Zekerheden 5.1 Vordering van bank(en): Zowel Finesse B.V. als Otomoto B.V. zijn grotendeels gefinancierd door de financieringsmaatschappij van Renault Nederland, RCI Financial Services te Schiphol-Rijk. In het faillissement van Finesse B.V. bedraagt de vordering van RCI ongeveer 3.500.000; in het faillissement van Otomoto B.V. bedraagt de vordering van RCI ongeveer 1.310.000. De Fortis Bank is inmiddels gelost. De vordering van ING Bank B.V. op Otomoto B.V. bedraagt momenteel 139.000,--. 5.2 Leasecontracten: Voor zover deze bestonden zijn deze afgewikkeld. Aan de rechtmatige eigenaren is overgegaan tot teruggave van zaken. 5.3 Beschrijving zekerheden: RCI heeft een eerste pandrecht op de voorraden auto s, onderdelen en inventaris voor zover door haar gefinancierd. Fortis Bank N.V. heeft een (tweede in rang) pandrecht op de voorraden (onderdelen en auto s) en inventaris (tweede in rang) en hetzelfde geldt bij
Otomoto B.V. voor de ING Bank N.V. Daarnaast hebben Fortis Bank en ING Bank eerste pandrechten op de debiteurenvorderingen bij respectievelijk Finesse B.V. en Otomoto B.V. 5.4 Separatistenpositie: De hierboven genoemde instellingen (RCI, Fortis en ING) zijn aan te merken als separatisten in de zin van artikel 57 Fw. 5.5 Boedelbijdrage: Zie hierboven. 5.6 Eigendomsvoorbehoud: Mede in samenwerking met NTAB/BVA is, voor zover mogelijk, rekening gehouden met eigendomsvoorbehoud. Waar mogelijk zijn eigendommen teruggegeven. Renault Nederland en Nissan Nederland zijn inmiddels overgegaan tot het verwijderen van de zogenaamde signalisatie in en op de panden die voorheen in gebruik waren bij Otomoto B.V. en Finesse B.V. 5.7 Reclamerechten: Tot dusverre niet aan de orde. 5.8 Retentierechten: Niet van toepassing. Overleg met de financieringsinstellingen met betrekking tot de vraag welke onderdelen van de voorraden rechtstreeks gefinancierd zijn door RCI en dus vallen onder het pandrecht van RCI en welke (niet gefinancierd zijnd door RCI) vallen onder de pandrechten van respectievelijk Fortis/ING. De curator voert veelvuldig overleg. Vastgesteld moet nog worden hoe de exacte verhoudingen tussen de verschillende gerechtigden liggen. Met de Fortis Bank is, zoals hierboven gesteld, de zaak inmiddels definitief afgekaart. De Fortis Bank is gelost. 6. Doorstart / voortzetten Voortzetten Niet aan de orde Doorstart 6.3 Beschrijving: Niet aan de orde. 6.5 Opbrengst: Niet van toepassing.
6.6 Boedelbijdrage: Niet van toepassing. 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht: 7.2 Depot jaarrekeningen: De vennootschappen hebben voldaan aan hun publicatieverplichtingen. 7.3 Goedk. Verkl. Accountant: 7.4 Stortingsverpl. aandelen: 7.5 Onbehoorlijk bestuur: 7.6 Paulianeus handelen: Gericht op de hierboven vermelde items. 8. Crediteuren 8.0 Algemeen Bij het aanvragen van het faillissement hebben de aandeelhouders de schuldenlast van Finesse B.V. gewaardeerd op ruim 6,4 miljoen en bij Otomoto op bijna 2 miljoen. Het hieronder staande overzicht betreft slechts de voorlopig ingediende vorderingen waarbij de posities van banken nog niet zijn meegenomen nu daarop crediteringen moeten plaatsvinden ten gevolge van de bedongen zekerheden en de financiële verwerking daarvan. 8.1 Boedelvorderingen: Finesse B.V. Otomoto B.V. 14.682,90 + P.M. 14.500,-- + P.M. 8.2 Pref. vord. van de fiscus: Finesse B.V. 79.097,-- Otomoto B.V. 31.464,90
8.3 Pref. vord. van het UWV: Finesse B.V. Otomoto B.V. PM PM 8.4 Andere pref. crediteuren: Finesse B.V. 2.708,61 Otomoto B.V. PM 8.6 Bedrag concurrente crediteuren: Finesse B.V. 473.021,93 Otomoto B.V. 249.057,59 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling: Hierover valt in dit stadium nog niets te melden. Alle hierboven vermelde items. 9. Overig 9.1 Termijn afwikkeling faill.: Hierover valt in dit stadium nog niets te zeggen. 9.2 Plan van aanpak: Zie 9.1 9.3 Indiening volgend verslag: 1 september 2009