Inspectierapport Sport, natuur, avontuur BSO De Nieuweling 3 (BSO) De Nieuweling 3 6921JL DUIVEN Registratienummer 127840059 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: DUIVEN Datum inspectie: 28-05-2014 Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 10-06-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Inspectie-items... 6 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht... 8 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 9 2 van 9
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Tijdens de inspectie zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Sport,natuur, avontuur BSO De Nieuweling 3 bevindt zich op het scoutingcomplex in Duiven. Er is een registratie voor 30 kindplaatsen. De opvang vindt plaats in het zogenaamde Holten Huus, een houten blokhut met veel buitenruimte. In het Holten Huus bevindt zich een grote centrale hal. Het streven is om buiten te spelen. Op het moment van de inspectie regent het en is het te slecht weer om buiten te spelen. Binnen worden er verschillende activiteiten aangeboden. De sfeer in de groep is gezellig en ontspannen. De beroepskracht maakt een verantwoordelijk en professionele indruk. De oudercommissie is niet gehoord, omdat de oudercommissie zich in een opstartfase bevindt. De onaangekondigde reguliere inspectie verliep in een prettige sfeer, waarbij de beroepskracht en de stafmedewerker kwaliteitszorg de toezichthouder van alle benodigde informatie heeft voorzien. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 9
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Op het moment van de observatie zijn 10 kinderen en een beroepskracht aanwezig. De kinderen zijn verspreid in de ruimte aan het spelen. Zo zijn er kinderen aan tafel aan het kleuren, andere kinderen spelen met dozen, poppetjes en speelgoedhuisjes. Na het spelen wordt gezamenlijk opgeruimd waarbij een spel element is aan toegevoegd, daarna worden handen gewassen en vervolgens gaan de kinderen aan tafel voor het eten van fruit en drinken van limonade. De beroepskracht houdt het overzicht en biedt structuur aan de verschillende activiteiten terwijl zij ook aandacht heeft voor het individuele kind in de groep. De sfeer in de groep is huiselijk en gezellig. Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid (...)Er is ruimte voor eigen initiatief van kinderen. (...) Een van de kinderen heeft papieren geld gemaakt. Dit geld wordt als een schat verstopt. Onder leiding van de beroepskracht gaan alle kinderen enthousiast de schat zoeken. Persoonlijke competentie Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. In overleg mogen zij dit zelf pakken. In de opvangruimte zijn verschillende kasten aanwezig met een diversiteit aan materialen. Kinderen kunnen met dozen spelen, kleurplaten uitzoeken en of samen bouwen met blokken en poppetjes. Sociale competentie De beroepskracht reageert adequaat op (bijna-) conflicten of irritaties tussen kinderen. (...) In de groep zijn verschillende broertjes en zusjes aanwezig. Op het moment dat er een conflict situatie ontstaat loopt de beroepskracht naar de kinderen toe en reageert op het conflict door het te benoemen en aan de desbetreffende kinderen te vragen wat de afspraken zijn met betrekking tot het samen spelen. Overdracht van normen en waarden De beroepskracht geeft aan de kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden. (...) Tijdens het drinken zorgt de beroepskracht ervoor dat er pas gedronken mag worden als alle kinderen drinken hebben. Als kinderen iets geven aan de beroepskracht zegt zij: "Dank je wel". Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties (groep) 4 van 9
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kind-ratio is gecontroleerd op het moment van de inspectie. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag Er zijn vijf verklaringen omtrent gedrag ingezien, waaronder de verklaring omtrent gedrag van de stagiaire. Passende beroepskwalificatie De steekproef bestond uit het inzien van vier passende beroepskwalificaties. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie waren aanwezig tien kinderen en een beroepskracht. Opvang in groepen Op het moment van de inspectie was er een basisgroep. Gebruikte bronnen: Observaties (groep) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 5 van 9
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 6 van 9
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 9
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Sport, natuur, avontuur BSO De Nieuweling 3 Website : http://www.zonnekinderen.nl Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : Nieuwe Maan B.V. Adres houder : Babberichseweg 23 Postcode en plaats : 6901JV ZEVENAAR Website : www.zonnnekinderen.nl KvK nummer : 52543099 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : 0800-8446000 Onderzoek uitgevoerd door : Hanneke Negenborn Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : DUIVEN Adres : Postbus 6 Postcode en plaats : 6920AA DUIVEN Planning Datum inspectie : 28-05-2014 Opstellen concept inspectierapport : 05-06-2014 Zienswijze houder : 10-06-2014 Vaststelling inspectierapport : 10-06-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 12-06-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 12-06-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 19-06-2014 8 van 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze bij inspectierapport BSO De Nieuweling 3 (inspectiebezoek d.d.28 mei 2014) Op 28 mei 20143 heeft een onaangekondigde inspectiebezoek plaatsgevonden op de BSO van onze locatie de Nieuweling 3 te Duiven. Het bezoek is op prettige wijze verlopen en wij kunnen ons vinden in de inhoud van het rapport. 9 van 9