Propedeuserapport

Vergelijkbare documenten
HBO-Bachelor - studentenaantal Economie en Recht

Toelatingseisen en aanbevolen vakken NHL Hogeschool, Stenden Hogeschool en Hogeschool Van Hall Larenstein

Beste hogescholen en universiteiten

Toelatingseisen en aanbevolen vakken NHL, Stenden hogeschool en hogeschool Van Hall Larenstein

Toelatingseisen en aanbevolen vakken NHL Hogeschool, Stenden Hogeschool en Hogeschool Van Hall Larenstein

Aantal ingeschreven studenten per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar

Ook zonder aanbevolen vak ben je toelaatbaar, het is geen vereiste.

1,4% ten opzichte van studiejaar

(ec of m&o) + (wia of wib) 2. Bedrijfskunde (ec of m&o) (ec of m&o)

Ook zonder aanbevolen vak ben je toelaatbaar, het is geen vereiste.

Voorlopige opgave lotingstudies HBO Studiejaar

Toelatingseisen en aanbevolen vakken NHL Hogeschool, Stenden Hogeschool en Hogeschool Van Hall Larenstein

havo Carrousel schooljaar 2015/2016 Beroepsoriëntatie voor 4-havo

Alle HBO studies NT NG EM CM. B Accountancy 3 * econ of m&o * (econ of m&o) + (wisa of wisb)

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s

Voorlopige opgave lotingstudies HBO Studiejaar

Factsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe.

Opleidingen NT NG EM CM. B Accountancy * econ of m&o * (econ of m&o) + (wisa of wisb) B Bedrijfskunde econ of m&o econ of m&o * econ of maw of m&o

Overzicht instellingen en opleidingen in experiment leeruitkomsten

Overzicht Lotingstudies HBO Laatste wijziging:

Voorlopige opgave lotingstudies HBO Studiejaar

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen woensdag 7 oktober 2015

Voorlopige opgave lotingstudies HBO Studiejaar

havo Carrousel schooljaar 2017/2018

1. Bestuurskunde/Overheidsmanagement ec ec ec 2. Creatieve therapie¹ 3. Culturele en Maatschappelijke Vorming

Overzicht instellingen en opleidingen in experiment leeruitkomsten

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen woensdag 7 oktober 2015

Overzicht met lotingstudies in het HBO, studiejaar

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen dinsdag 9 oktober 2018

KNOW HOW VOORLICHTINGSAVOND 10 NOVEMBER 2016

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen woensdag 11 oktober 2017

Overzicht Lotingstudies HBO

OPEN DAG NHL STENDEN. Programma VISIT PLORE MEET. #opendagnhlstenden. nhlstenden nhlstenden nhlstenden

WO-BACHELOR - studentaantallen Economie en Recht

Propedeuserapport

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen dinsdag 8 oktober 2019

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen woensdag 11 oktober 2017

Opleidingen in het HBO met (mogelijk) een tweede loting, studiejaar

Voorlichtingsavond hbo- en wo-opleidingen Maandag 3 oktober 2016

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen dinsdag 9 oktober 2018

Voorlichtingsavond hbo- en wo-opleidingen Woensdag 5 oktober 2016

Bijlage B. Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen van het hoger beroepsonderwijs

OPEN DAG NHL STENDEN. Programma VISIT PLORE FIND. #opendagnhlstenden. nhlstenden nhlstenden nhlstenden

Rapportage Toplijsten havo 4/5 en vwo 5/6

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

Hogeschool Utrecht Meeloopdagen OVERZICHT

Vooropleidingseisen Van havo naar hbo

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen woensdag 11 oktober 2017

Cluster Commerciële Economie Communicatie Finance Groen en Voeding Contactpersoon Windesheim Flevoland

Planning voorlichtingsavond vervolgstudies HBO & WO

HAVO naar bachelor HBO

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING STUDIEFINANCIERING 2000

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen maandag 9 oktober 2017

havo Carrousel schooljaar 2016/2017

Overzicht met lotingstudies in het HBO, studiejaar

Voorlichtingsavond hbo- en wo-opleidingen Woensdag 5 oktober 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING STUDIEFINANCIERING 2000

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING STUDIEFINANCIERING 2000

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 5.6, vijfde lid, van Wet studiefinanciering 2000;

Overzicht met lotingstudies in het HBO, studiejaar

PROGRAMMA OPEN AVOND VISIT E PLORE CHOOSE

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen maandag 3 oktober 2016

Van VWO naar HOGER BEROEPSONDERWIJS

Voorlichtingsavond hbo- en wo-opleidingen Maandag 3 oktober 2016


Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen maandag 9 oktober 2017

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen woensdag 11 oktober 2017

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015


Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen woensdag 5 oktober 2016

Regeling aanmelding en toelating hoger onderwijs Geldend van t/m heden

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen woensdag 5 oktober 2016

Propedeuserapport

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen dinsdag 9 oktober 2018

Top-50 opleidingen op Qompas StudieKeuze Top-50 favoriete Open Dagen op Qompas StudieKeuze. Surrounded by Talent

Opdracht LOB Hoofdstuk 1, opdracht 1.A

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen maandag 8 oktober 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 5.6, vijfde lid, van de Wet studiefinanciering 2000;

Propedeuserapport Hbo Fryslân

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING STUDIEFINANCIERING 2000

Vooropleidingseisen HBO per 1 oktober 2008

Toelatingsvoorwaarden nieuwe profielen

havo HBO doorstroomeisen

Voorlichtingsavond HBO & WO Opleidingen dinsdag 9 oktober 2018

Overzicht fixusopleidingen met selectie

Overzicht met lotingstudies in het HBO, studiejaar

Vooropleidingseisen HBO per 1 oktober 2008

Rapportage Toplijsten havo 4/5 en vwo 5/6

VWO naar bachelor HBO

Overzicht fixusopleidingen met selectie. Hogescholen. d.d. 3 oktober 2016

OPEN DAG NHL STENDEN. Programma VISIT E PLORE MEET. #nhlstenden. nhlstenden nhlstenden nhlstenden NHL Stenden Hogeschool

Van HAVO naar HOGER BEROEPSONDERWIJS

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008

Transcriptie:

Propedeuserapport 2014-2015 Studieresultaten van de Friese eerstejaars studenten in Leeuwarden en Groningen Bert Jan Flim en Jelle Nauta Coördinatoren Aansluitingsnetwerk Vo-Ho Fryslân September 2016

Inhoud Voorwoord... 2 1. Inleiding... 3 2. Keuze van de Ho-instelling... 4 3. Uitvalcijfers van de vijf Ho-instellingen in Noord-Nederland... 2 3.1 Inleiding... 2 3.2 Overzichtstabellen studie-uitval... 2 3.3 Uitvalcijfers per Vo-school... 5 4. Prestatie per Ho-sector en Ho-opleiding... 12 4.1 Uitval per hbo-sector... 12 4.2 Uitval per Ho-opleiding... 15 5. Monitorcijfers HBO-Aansluitingsmonitor... 19 6. Onderzoek laat zien dat Het belang van de universiteit en de universitaire lerarenopleiding voor de regio... 31 Slotopmerkingen... 33 Bijlage 1: begrippen en afkortingen... 34 1

Voorwoord Voor het veertiende achtereenvolgende jaar onderzocht het Aansluitingsnetwerk Vo-Ho Fryslân de prestaties van de Friese eerstejaars studenten. Dit jaar leverden, naast de NHL Hogeschool, de Stenden Hogeschool en de Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden, ook de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen gegevens voor het propedeuserapport. Daar zijn wij hen zeer dankbaar voor. De toename in gegevens noopte evenwel tot een iets andere aanpak dan tot nu toe gebruikelijk was. Zo zijn de gedetailleerde uitvalcijfers in de vijf propedeuses terug te vinden in aparte tabellen per Vo-school en zagen we af van een uitgebreide vergelijking tussen de uitval in Fryslân en die in de rest van het land. Het rapport heeft betrekking op het cursusjaar 2014-2015, preciezer gezegd: op het `cohort 2014. De gegevens zijn afkomstig van de vijf genoemde ho-instellingen in Leeuwarden en Groningen en van DUO/Ministerie van OC&W in Zoetermeer. De volgende mensen danken wij hartelijk voor de data die zij aandroegen voor dit rapport: Ritske Tjallingii (Stenden Hogeschool), Christiane van Hardeveld (NHL Hogeschool), Linda Karsten (Hogeschool Van Hall Larenstein), Jordy Claassen en Jeannette Postema (Hanzehogeschool), Rutger Klein Nagelvoort (Rijksuniversiteit Groningen), Mark de Boer (DUO) en Dennis van Gessel (ministerie van OC&W). Ieder jaar nodigen we tijdens de jaarvergadering van het Aansluitingsnetwerk Vo-Ho Fryslân een wetenschapper uit die de aansluiting tussen middelbaar en hoger onderwijs nader onderzoekt. Onze gast van dit jaar, de Groningse hoogleraar Klaas van Veen, schreef naar aanleiding van zijn presentatie tijdens de jaarvergadering het laatste hoofdstuk van dit rapport. Wij zijn hem daarvoor zeer erkentelijk. Bert Jan Flim en Jelle Nauta September 2016 2

1. Inleiding De centrale vraag in dit rapport luidt: hoe presteerden de Friese havisten en vwo ers van het cohort 2014 in de propedeuses van de vier Noordelijke hogescholen en van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG)? Volgens gegevens van DUO kwam het landelijke uitvalcijfer onder havisten uit op 36% en dat onder Friese havisten op 33%. 1 Anders gezegd: net als in voorgaande jaren is de uitval onder Friese eerstejaars beneden het landelijk gemiddelde. De vier Noordelijke hogescholen stuurden ons de `ruwe gegevens over hun Friese eerstejaars. Uit de database, die daarvan het resultaat is, blijkt een uitval van 31% onder de havisten en 24% onder de vwo ers. Daarbij hanteren wij de volgende definities: Doorstromers zijn Friese studenten uit het cohort 2014 die hun oorspronkelijke studie vervolgden in het tweede jaar. Uitvallers zijn Friese studenten uit het cohort 2014 die in of aan het eind van het eerste jaar stopten met hun oorspronkelijke studie. 2 Op deze definities geldt één uitzondering: hbo-studenten, die in één jaar hun hbo-propedeuse behaalden en zich daarna inschreven voor een vergelijkbare universitaire opleiding, rekenen wij tot de doorstromers. Dezelfde definities werden door medewerkers van de RuG gebruikt om de Friese uitval in de universitaire propedeuse vast te stellen. 3 Men kwam daarbij uit op 19%. Door het gemis aan landelijke cijfers is een vergelijking met de universitaire studenten in de rest van het land niet mogelijk. We streven ernaar om dit euvel in het volgende propedeuserapport te verhelpen. In hoofdstuk 2 komt eerst de studiekeuze van het gehele cohort 2014 aan bod en vervolgens die van het Friese deel daarvan. Hoofdstuk 3 laat we zien welk deel van de Friese eerstejaars uitvalt per Vo-school van herkomst en per Ho-instelling. Ook vergelijken we (kort) de uitval onder mannen en vrouwen en laten we zien hoe de uitval in Leeuwarden in het cohort 2014 zich verhoudt tot die in voorgaande jaren. In hoofdstuk 4 splitsen we de uitvalcijfers in Noord-Nederland eerst uit per Hbo- en universitaire sector en vervolgens per Hbo- en universitaire opleiding. Hoofdstuk 5 bevat de uitkomsten van een enquête door de onderzoekers van de Aansluitingsmonitor onder het Friese cohort 2014. De centrale vraag daarbij is hoe deze eerstejaars terugkijken op de voorbereiding op hun vervolgstudie, zoals die door hun voormalige vo-school werd aangeboden. De Groningse hoogleraar Klaas van Veen laat in hoofdstuk 6 zien hoe de Universitaire Lerarenopleiding van de RuG de Vo-docenten in Noord-Nederland kan helpen bij de verbetering van hun onderwijs. Daarbij ligt de nadruk sterk op de praktijk in plaats van op de theorie. In het laatste hoofdstuk laten we alle uitkomsten nog eens de revue passeren en blikken we vooruit op het volgende propedeuserapport. De bijlage bevat een omschrijving van de begrippen die in dit rapport zijn gebruikt. 1 Excelbestand van DUO/OC&W (Mark de Boer), dd. 21-06-2016. 2 Ho-instellingen hanteren vaak een andere, minder stringente definitie van deze begrippen. Zo wordt bijvoorbeeld een student, die na een jaar kiest voor een andere opleiding binnen dezelfde ho-instelling, vaak niet als uitvaller aangemerkt. 3 Afspraak met RuG-medewerker Rutger Klein Nagelvoort, dd. 13-05-2016. 3

2. Keuze van de Ho-instelling Op de website van DUO vindt men gegevens van 66.757 jonge Nederlanders die in 2014 in ons land aan een hbo- of universitaire opleiding begonnen. 4 Daarvan kwamen er 2.453 uit Fryslân, verdeeld over 889 vwo ers en 1.564 havisten. De onderstaande tabellen 1. en 1.2 laten zien waar het (Friese) cohort 2014 ging studeren. Daarbij gebruiken we telkens de afkorting `VHL voor de Hogeschool Van Hall Larenstein. Deze tabellen kennen een vrij grote vertekening, omdat zij betrekking hebben op de hoofdvestiging van de Ho-instelling. Studenten van de Stenden-vestiging in Emmen worden daarom bij Fryslân geteld. Omgekeerd studeren alle studenten van de vestiging van de Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden volgens deze tabellen in Gelderland, omdat deze hogeschool in Velp haar hoofdvestiging heeft. Echter, ook met inachtneming van deze vertekening is duidelijk dat circa driekwart van de Friese eerstejaars koos voor een vervolgopleiding in Noord-Nederland. Het werkelijk aantal is waarschijnlijk nog hoger omdat de 99 eerstejaars van de Hogeschool Van Hall Larenstein (zie tabel 1.1) bij Gelderland zijn meegeteld. Tabel 1.1 toont hoe het gehele cohort 2014 zich over Nederland verspreidde. 5 Ook deze landelijke cijfers laten zien dat men het liefst in de buurt ging studeren. Voor veel (pas) zeventienjarige havisten is dat een voorstelbare keuze. Uit het vorige propedeuserapport bleek al dat de meeste (Friese) eerstejaars (voorlopig) bij hun ouders bleven wonen en heen- en weer reisden naar hun studiestad. De Friese havisten en vwo ers verdeelden zich vrijwel gelijk over Leeuwarden en Groningen. In totaal 1.007 van hen kozen voor de NHL Hogeschool, de Stenden Hogeschool of de Hogeschool Van Hall Larenstein (resp. 672+236+99). De Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen trokken samen 997 Friese eerstejaars (resp. 540+457). De provincie Overijssel trok in totaal 143 Friese eerstejaars - van wie een groot aantal koos voor de Hogeschool Windesheim en de Universiteit Twente - gevolgd door de provincies Zuid- Holland en Utrecht met respectievelijk 81 en 68 eerstejaars. In tabel 1.2 zijn de Friese eerstejaars onderverdeeld naar de Vo-school van herkomst. Wat geldt voor het hele land, blijkt ook te gelden voor de provincie: afstand is voor veel eerstejaars een belangrijke factor in de keuze van de vervolgopleiding. Zo kozen 75 van de 110 schoolverlaters uit Harlingen (68%) voor een opleiding in Leeuwarden, terwijl 66 van de 110 eerstejaars uit Oosterwolde (60%) zich juist aanmeldden in Groningen. 4 Dat is ongeveer de helft van de circa 138.000 eerstejaars die in 2014 instroomden in het hoger onderwijs (bron: https://www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen). Wij nemen aan dat dit een representatieve steekproef is. 5 In Drenthe en Flevoland heeft geen enkele ho-instelling haar hoofdvestiging. De overeenkomstige percentages in tabel 1.2 staan dan ook op nul. 4

Tabel 1.1: keuze door het gehele cohort 2014 (havo/vwo) van hogescholen en universiteiten bron: DUO Ho-provincie Ho-instelling Provincie Vo-school (herkomst) Dr Fld Fle Gld Gr Li NB NH Ov Ut ZH Zld Drenthe geen 0 NHL Hogeschool 42 672 24 17 109 2 5 70 52 6 9 1.008 Friesland Stenden Hogeschool 162 236 18 32 102 1 3 55 87 13 10 719 Flevoland geen 0 Gelderland Groningen Limburg N-Brabant ArtEZ 11 5 6 58 4 10 9 7 39 17 8 3 177 Christelijke Hogeschool Ede 2 4 2 152 2 3 13 17 176 137 8 516 Hogeschool Arnhem Nijmegen 6 7 2 2.090 7 295 616 24 155 216 26 13 3.457 Hogeschool Van Hall Larenstein 28 99 15 80 33 7 25 59 40 33 23 4 446 Iselinge Hogeschool 46 2 48 Radbout Universiteit Nijmegen 4 12 7 868 10 341 658 26 178 105 73 12 2.294 Vilentum Hogeschool 10 11 20 27 13 1 10 30 47 15 28 1 213 Wageningen University 14 38 17 213 40 42 158 124 70 120 168 12 1.016 Hanzehogeschool 494 540 79 59 1.073 3 10 46 199 24 12 1 2.540 Rijksuniversiteit Groningen 328 457 64 289 744 15 45 145 497 125 104 3 2.816 Universiteit Maastricht 6 6 3 90 5 508 286 28 15 40 53 13 1.053 Zuyd Hogeschool 3 2 3 43 2 1.100 99 19 7 20 28 11 1.337 Avans Hogeschool 1 313 150 2.283 11 2 95 352 131 3.338 Design Academy Eindhoven 1 1 4 2 6 3 1 1 2 2 23 Fontys Hogeschool 4 7 1 185 1 949 2.363 29 15 49 100 87 3.790 HAS Hogeschool 2 1 59 88 235 11 8 29 41 14 488 NHTV int. Hogeschool Breda 3 2 4 83 3 53 337 24 11 36 138 22 716 Pedagogische Hogeschool De Kempel 31 92 123 Technische Universiteit Eindhoven 8 6 6 157 4 235 658 57 23 103 97 39 1.393 Tilburg University 2 2 88 150 680 4 10 18 59 34 1.047 Totaal Vervolg tabel 1.1 op volgende pagina 1

Ho-provincie Ho-instelling Dr Fld Fle Gld Gr Li NB NH Ov Ut ZH Zld Totaal N-Holland Overijsel Utrecht Z-Holland Amsterdamse Hogeschool voor de kunsten 1 1 6 8 3 11 53 2 9 24 1 119 Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar 1 1 1 86 1 90 Hogeschool van Amsterdam 9 16 255 144 10 34 99 2.827 45 436 351 9 4.235 Rietveld Academie 3 3 Universiteit van Amsterdam 15 25 117 163 25 43 132 1.460 91 292 345 15 2.723 VU Amsterdam 3 10 99 125 8 37 102 980 53 194 318 20 1.949 Hogeschool Windesheim 209 62 365 422 28 3 5 38 795 136 8 3 2.074 Katholieke PABO Zwolle 16 6 8 13 36 1 80 Saxion Hogeschool 21 16 18 574 5 4 13 19 1.512 41 17 2.240 Universiteit Twente 38 53 16 267 47 12 52 58 291 100 38 5 977 Viaa-Geref. Hogeschool 5 6 10 42 28 3 105 18 3 220 Hogeschool Utrecht 21 11 72 509 10 45 153 352 86 1.366 459 13 3.097 Hogeschool voor de Kunsten Utrecht 1 6 38 3 7 19 60 15 52 32 3 236 Marnix Academie 4 31 1 5 14 87 44 186 Universiteit Utrecht 40 57 67 611 50 116 428 313 222 706 687 62 3.359 Codarts Hogeschool voor de Kunsten 1 1 4 3 5 1 1 27 1 44 Driestar Educatief 20 1 18 25 95 19 178 Erasmus Universiteit Rotterdam 2 8 10 105 7 39 292 142 37 208 1.375 63 2.288 Haagse Hogeschool 2 2 5 40 4 8 55 176 7 72 1.761 13 2.145 Hogeschool der Kunsten Den Haag 2 1 2 7 1 3 17 33 Hogeschool INHOLLAND 5 6 54 37 10 4 28 1.279 12 75 544 9 2.063 Hogeschool Leiden 1 3 7 10 1 6 11 271 4 43 910 4 1.271 Hogeschool Rotterdam 4 3 5 30 1 11 160 35 8 48 2.647 59 3.011 Hogeschool Thomas More 98 98 Hotelschool The Hague 1 2 1 3 23 2 10 17 59 Technische Universiteit Delft 13 32 39 156 25 56 198 433 49 204 987 45 2.237 Universiteit Leiden 22 25 42 157 28 53 206 441 81 217 1.276 54 2.602 Zeeland HZ University of Applied Sciences 3 1 2 8 1 23 116 5 1 5 43 374 582 Totaal 1.558 2.453 1.485 8.470 2.448 4.489 10.676 9.865 4.950 5.589 13.592 1.182 66.757 2

Tabel 1.2: keuze van het Friese cohort 2014 (havo/vwo) van hogescholen en universiteiten per Vo-school Percentage Totaal College RSG Simon Vestdijk RSG OSG Singelland OSG OSG Piter Jelles College College CSG CSG College CSG College CSG CSG CSG CSG A.M. van Schurman Chr. Gym. Beyers Naudé Ho-instelling NHL Hogeschool 4 29 59 30 74 57 30 50 15 29 90 53 56 46 39 11 672 27,4% Hanzehogeschool 5 10 35 56 26 35 38 62 18 8 38 64 54 31 14 46 540 22,0% Rijksuniversiteit Groningen 40 28 24 39 21 24 44 14 13 60 44 44 25 17 20 457 18,6% Stenden Hogeschool 13 18 11 24 31 15 31 6 13 23 6 10 13 14 8 236 9,6% Hogeschool VHL 4 5 6 9 8 8 7 7 7 8 14 4 4 5 3 99 4,0% Amsterdamse Hogeschool voor de kunsten 1 1 0,0% ArtEZ 1 1 1 1 1 5 0,2% Chr. Hogeschool Ede 1 1 2 4 0,2% Design Academy Eindhoven 1 1 0,0% Erasmus Universiteit Rotterdam 2 1 2 1 1 1 8 0,3% Fontys Hogeschool 1 1 1 3 1 7 0,3% Haagse Hogeschool 1 1 2 0,1% HAS Hogeschool 1 1 0,0% Hogeschool Arnhem Nijmegen 1 3 1 1 1 7 0,3% Hogeschool der Kunsten Den Haag 1 1 2 0,1% Hogeschool INHOLLAND 2 1 2 1 6 0,2% Hogeschool Leiden 1 1 1 3 0,1% Hogeschool Rotterdam 1 1 1 3 0,1% Hogeschool Utrecht 2 1 1 1 1 1 1 3 11 0,4% Hogeschool van Amsterdam 3 2 1 2 1 1 2 1 3 16 0,7% Hogeschool Windesheim 1 2 8 5 4 2 3 17 3 8 3 2 1 3 62 2,5% HZ University of Applied Sciences 1 1 0,0% Katholieke PABO Zwolle 3 1 1 1 6 0,2% NHTV int. Hogeschool Breda 2 2 0,1% Radbout Universiteit Nijmegen 2 1 3 3 2 1 12 0,5% Saxion Hogeschool 2 1 1 2 1 2 2 1 2 1 1 16 0,7% Technische Universiteit Delft 1 9 3 2 1 5 4 4 1 2 32 1,3% Technische Universiteit Eindhoven 2 1 1 1 1 6 0,2% Tilburg University 1 1 2 0,1% Universiteit Leiden 2 1 1 2 2 1 6 2 4 1 3 25 1,0% Universiteit Maastricht 2 1 1 1 1 6 0,2% Universiteit Twente 3 4 2 4 4 4 2 5 3 5 6 4 2 5 53 2,2% Universiteit Utrecht 2 3 1 4 1 1 3 6 13 8 2 8 4 1 57 2,3% Universiteit van Amsterdam 2 1 2 1 4 3 2 2 3 4 1 25 1,0% Viaa-Geref. Hogeschool 1 1 1 1 2 6 0,2% Vilentum Hogeschool 4 1 1 3 1 1 11 0,4% VU Amsterdam 1 3 2 1 2 1 1,4% Wageningen University 5 3 3 3 1 1 4 1 1 2 3 5 2 4 38 1,5% Zuyd Hogeschool 1 1 2 0,1% Totaal 67 57 195 153 195 170 131 217 104 94 268 225 201 152 110 114 2.453 100,0% 1

3. Uitvalcijfers van de vijf Ho-instellingen in Noord-Nederland 3.1 Inleiding Wat was het uitvalpercentage in het Friese cohort 2014 per Ho-instelling, uitgesplitst naar Vo-school van herkomst en naar geslacht? De gegevens van de vijf Noordelijke Ho-instellingen zijn opgenomen in de overzichtstabellen 2.1 t/m 2.3 en verder uitgesplitst in de tabellen 3.1 t/m 3.17. Daarbij horen de volgende opmerkingen: De RuG stuurde ons in plaats van de `ruwe data de uitkomsten van een eigen onderzoek. Daardoor konden wij niet zelf nagaan in hoeverre deze cijfers kloppen. Aangezien dit rapport betrekking heeft op de uitval in de propedeuse van het cursusjaar 2014-2015, is het effect van recente beleidswijzigingen op het gebied van Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB) daarin niet terug te vinden. In de gegevens van de Hanzehogeschool konden we geen onderscheid maken tussen jongens en meisjes. Hopelijk lukt dat volgend jaar wel. Bij de RuG ontbreken de gegevens van het Vavo. Dat komt omdat de desbetreffende studenten in het studiejaar 2013-14 veelal waren ingeschreven bij hun oude Vo-school (Rutte-regeling) en daarom niet makkelijk terug te vinden in het bestand van de RuG. Ook dit probleem proberen we volgend jaar te verhelpen. Gezien de lage uitval aan de RuG ligt de werkelijke uitval onder oud-vavo-leerlingen hoogstwaarschijnlijk lager dan de in tabel 2.1 genoemde 27,6%. Aan percentages die betrekking hebben op kleine absolute aantallen mogen geen verstrekkende conclusies worden verbonden. Wij namen de vuistregel over die op de NHL Hogeschool wordt gehanteerd: pas bij absolute aantallen van twintig of meer is er sprake van een significant percentage. 6 In iedere tabel drukten wij de significante percentages vet af. 3.2 Overzichtstabellen studie-uitval Dit jaar werd onze dataset vergroot met de gegevens van de Hanzehogeschool en de RuG. Om duidelijk te kunnen blijven maakten we, naast de overzichtstabellen 2.1, 2.2 en 2.3 voor iedere Vo-school een detailtabel (tabellen 3.1 t/m 3.17). Tabel 2.1 staat een vergelijking tussen de Friese Vo-scholen toe, onderverdeeld in havo en vwo. In tabel 2.2 vergeleken we de Ho-instellingen met elkaar en komt het verschil in uitval tussen mannen en vrouwen tot uiting. 7 Tabel 2.3 geeft voor de Leeuwarder hogescholen 8 een meerjarig beeld van de uitval weer. Tabel 2.1 toont de verschillen per Vo-school. De uitvalcijfers lopen uiteen van 21,6% onder de oudleerlingen van CSG tot 45,1% onder die van het College. Niet zelden leiden deze verschillen tot nieuwe initiatieven. Zo zal het College een intensief onderzoek onder oudleerlingen starten. 9 Het Aansluitingsnetwerk Vo-Ho Fryslân zal dit onderzoek waar mogelijk ondersteunen. 6 Met dank aan Christiane van Hardeveld, die ons ook de gegevens van de NHL Hogeschool aanleverde. 7 Vanwege deze uitsplitsing naar geslacht zijn in tabel 1.2 de data van de Hanzehogeschool buiten beschouwing gelaten. 8 De Groningse Ho-instellingen leverden dit jaar voor het eerst gegevens. Daarom zijn zij in tabel 2.3 niet terug te vinden. 9 H. Broers, email aan B.J.Flim en J. Nauta, dd. 26-09-2016. 2

In vergelijking met voorgaande jaren zien we dat uitvalcijfers frequent per jaar een stijging of daling van 12% kunnen vertonen op meerdere scholen. Blijkbaar spelen ook incidentele factoren een grote rol of herkent de school hierin het cohort dat in het ene jaar goed scoort en in het volgende jaar minder. Een voorbeeld van hulp door hogescholen aan havisten en vwo ers bij het maken van een goede studiekeuze is de toenemende ondersteuning bij profielwerkstukken (pws). In navolging van de Hogeschool Van Hall Larenstein 10 zullen de NHL Hogeschool en de Stenden Hogeschool op hun websites suggesties doen voor onderwerpen en bijbehorende bronnen voor het pws. Havisten en vwo ers kunnen daarbij vragen stellen aan studenten en specialisten onder de hbo-docenten. De genoemde onderwerpen sluiten aan bij de vervolgopleidingen die door deze hogescholen worden verzorgd. 11 Daardoor verkrijgen deze scholieren een eerder en beter inzicht in wat deze vervolgopleidingen hen te bieden hebben. Dit kan bijdragen aan een betere binding met de opleiding. Recent onderzoek van onder meer ResearchNed wijst uit dat binding met de opleiding een belangrijke studiesuccesfactor is. 12 Wat opvalt in de tabellen 2.1 en 2.2 is de relatief lage uitval (19,2%) onder de Friese eerstejaars studenten aan de RuG. Zoals gemeld houden we hierbij een slag om de arm, omdat wij dit percentage niet zelf konden vaststellen. Niettemin dringt de conclusie zich op dat vwo ers doorgaans beter zijn voorbereid op hun vervolgopleiding dan havisten. Immers, ook de uitval onder de vwo ers aan de hbo-instellingen is veel lager dan die onder de havisten. Het feit dat de vwo ers gemiddeld een jaar ouder zijn als zij zich inschrijven voor hun vervolgstudie zal hierbij zeker meespelen. Of er eveneens sprake is van een betere motivatie en/of een betere voorbereiding onder vwo ers in vergelijk met havisten is minder duidelijk. Nader onderzoek is nodig. Tabel 2.2 laat een uitval zien van 21,7% onder de vrouwelijke en 32,9% onder de mannelijke eerstejaars. De percentages van de vier Ho-instellingen lopen daarbij behoorlijk uiteen: bij de RuG bedraagt het verschil in sekse 4%; bij de Stenden Hogeschool is dat 18,5%. Algemeen wordt aangenomen dat meisjes eerder volwassen zijn dan jongens. Eén jaar leeftijdsverschil kan daarbij veel uitmaken. Zeventienjarige jongens hebben waarschijnlijk gemiddeld meer moeite om hun draai te vinden in de hbo-propedeuse dan hun één jaar oudere collega s aan de universiteit. Als we in tabel 2.2 de RuG buiten beschouwing laten kunnen we een vergelijking maken met de cijfers uit het rapport van vorig jaar. Van het Friese cohort 2013 viel 24,0% van de meisjes uit in de propedeuse van de drie Leeuwarder hogescholen tegen 39,2% van de jongens, een verschil van ruim 15%. In het cohort 2014 bedroeg dit verschil 23,7% om 37,7%, eveneens bijna 15%. De conclusie luidt dan ook dat er op dit vlak weinig is veranderd. Dit grote verschil zal een doorlopend aandachtspunt moeten zijn voor scholen en opleidingen: hoe kunnen zij jongens beter voorbereiden op een goede studiekeuze? Overigens leert de ervaring dat de meeste jongens later hun achterstand weer inlopen. Tabel 2.3 toont de uitval in Leeuwarden 13 over de jaren 2012 2015. 14 We zien na 2013 vooral onder de havisten een dalende trend, wat mede kan worden verklaard uit de groeiende aandacht voor de aansluiting tussen Vo en Ho bij alle Friese onderwijsinstellingen. 10 De website www.hboleeuwarden.nl bevat links naar deze en andere suggesties voor pws-onderwerpen. 11 Dit idee was bij het ter perse gaan van dit rapport nog niet geheel uitgewerkt. Uitgangspunt is (uiteraard) dat de pws-begeleiding in handen blijft van de Vo-docenten. Nadere informatie is (binnenkort) te vinden op de websites van de NHL Hogeschool en de Stenden Hogeschool. 12 Zie hiervoor: www.researchned.nl. 13 Voor de Ho-instellingen in Groningen ontbreken hiervoor de gegevens. 14 Zie hiervoor de drie vorige propedeuserapporten. 3

HOinstelling Hanze NHL Aantal 1stejaars Stenden VHL Ru G Totalen Chr. Gym. Beyers Naudé 545 859 365 138 595 2.502 Alles CSG A.M. van Schurman CSG College CSG CSG college CSG CSG College Friesland College (Vavo) CSG Tabel 2.1: uitval in het Friese cohort 2014 aan de noordelijke Ho-instellingen, uitgesplitst naar vooropleiding en Vo-school van herkomst. 4 College College OSG OSG Piter Jelles RSG OSG Singelland College RSG Instroom 10 36 47 24 28 30 50 17 16 7 34 59 54 29 12 37 490 Uitval 4 13 13 7 6 12 19 8 6 3 12 14 17 9 3 21 167 Instroom 4 1 4 1 5 6 10 1 1 1 2 5 2 3 9 55 Uitval 2 1 4 1 1 1 3 13 Instroom 31 70 35 76 63 41 60 46 13 34 107 57 62 54 39 15 803 Uitval 10 21 12 19 16 11 20 13 3 11 26 22 24 20 16 9 253 Instroom 4 2 3 2 5 3 3 6 5 4 7 2 1 2 5 2 56 Uitval 3 1 1 1 1 2 2 1 1 2 15 Instroom 0 16 20 10 27 37 21 36 21 8 14 32 17 15 19 21 8 322 Uitval 4 2 2 7 10 8 8 4 2 7 13 3 4 11 6 3 94 Instroom 2 3 4 4 2 3 4 4 6 1 1 3 2 4 43 Uitval 1 1 1 1 1 1 2 8 Instroom 8 8 8 12 11 9 9 6 5 10 12 0 7 6 4 7 122 Uitval 5 2 4 2 3 3 2 1 4 4 2 2 3 37 Instroom 1 1 3 2 1 2 3 1 2 16 Uitval 1 2 1 1 5 Instroom 43 3 36 31 50 30 30 54 17 16 83 61 55 33 22 31 595 Uitval 6 0 10 5 7 4 7 9 5 6 13 9 11 6 6 10 114 Instroom 65 134 100 139 139 101 155 90 42 65 185 133 138 108 76 67 1.737 Uitval 23 38 31 35 35 34 49 25 12 25 55 39 47 42 25 36 551 Instroom 54 3 42 43 60 44 42 71 8 25 25 101 69 58 40 34 46 765 Uitval 12 0 12 7 8 5 12 11 2 6 8 18 11 12 8 8 15 155 Instroom 54 68 176 143 199 183 143 226 98 67 90 286 202 196 148 110 113 2.502 Uitval 12 23 50 38 43 40 46 60 27 18 33 73 50 59 50 33 51 706 Uitval % 22,2% 33,8% 28,4% 26,6% 21,6% 21,9% 32,2% 26,5% 27,6% 26,9% 36,7% 25,5% 24,8% 30,1% 33,8% 30,0% 45,1% Totaal Uitval % 33,0% 31,2% 27,9% 30,4% 19,2% 31,7% 20,3% 28,2%

Ho-instelling Vrouwen Mannen Gem. Instroom Uitval Uitval % Instroom Uitval Uitval % Uitval % 381 93 24,4% 422 160 37,9% 31,5% NHL 32 7 21,9% 24 8 33,3% 26,8% Subtotaal 413 100 24,2% 446 168 37,7% 31,2% 216 50 23,1% 106 44 41,5% 29,2% Stenden 36 6 16,7% 7 2 28,6% 18,6% Subtotaal 252 56 22,2% 113 46 40,7% 27,9% 51 13 25,5% 71 24 33,8% 30,3% VHL 9 3 33,3% 7 2 28,6% 31,3% Subtotaal 60 16 26,7% 78 26 33,3% 30,4% RuG Subtotaal 333 58 17,4% 262 56 21,4% 19,2% Totaal 1.058 230 21,7% 899 296 32,9% Tabel 2.2: uitval in het Friese cohort 2014, uitgesplitst naar Ho-instelling, vooropleiding en geslacht. NHL Stenden VHL Hoinstelling cursusjaar Totaal Instroom uitval uitval % Instroom uitval uitval % Instroom uitval uitval % 2011-2012 861 316 36,7% 2012-2013 614 247 40,2% 41 9 22,0% 655 256 39,1% 2013-2014 806 275 34,1% 81 9 11,1% 887 284 32,0% 2014-2015 803 253 31,5% 56 15 26,8% 859 268 31,2% 2011-2012 297 99 33,3% 61 10 16,4% 358 109 30,4% 2012-2013 279 82 29,4% 34 5 14,7% 313 87 27,8% 2013-2014 298 91 30,5% 46 4 8,7% 344 95 27,6% 2014-2015 322 94 29,2% 43 8 18,6% 365 102 27,9% 2011-2012 2012-2013 2013-2014 148 52 35,1% 12 2 16,7% 160 54 33,8% 2014-2015 122 37 30,3% 16 5 31,3% 138 42 30,4% 2011-2012 1.219 425 34,9% Totaal 2012-2013 893 329 36,8% 75 14 18,7% 968 343 35,4% 2013-2014 1.252 418 33,4% 139 15 10,8% 1.391 433 31,1% 2014-2015 1.247 384 30,8% 115 28 24,3% 1.362 412 30,2% Tabel 2.3: meerjarige uitval in de propedeuse van de Leeuwarder hogescholen, 2012 2015. NB: In deze tabel ontbreken, ten gevolge van de overgang naar een nieuwe administratie in 2012, voor de eerste twee jaren de gegevens voor de Hogeschool Van Hall Larenstein. Ook kon er in het eerste jaar (2011-12) nog geen onderscheid tussen havo en vwo worden gemaakt in de door de NHL aangeleverde data. 3.3 Uitvalcijfers per Vo-school In de tabellen 3.1 t/m 3.17 zijn de uitvalcijfers uit de drie overzichtstabellen 2.1 t/m 2.3 nader uitgewerkt per Vo-school. Het dunkt ons niet nodig om daar nader commentaar op te geven. Iedere school kan daaruit zelf de conclusies trekken. 5

3.1 Chr. Gym. Beyers Naudé Uitval 2 Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 1 2 0 1 Doorstroom 2 1 0 1 0 1 0 17 20 42 50,0% 75,0% 50,0% 0,0% 14,0% 2 2 1 1 1 0 21 22 Totaal 4 54 4 2 1 43 NB: een gymnasium heeft geen havoleerlingen. 4 2 Totaal Uitval % 12 22,2% 3.2 CSG A.M. van Schurman Uitval 4 Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 9 1 4 0 Doorstroom 6 11 10 7 5 1 2 2 1 45 40,0% 32,3% 25,0% 62,5% 0,0% 20 11 11 5 5 3 2 1 Totaal 10 68 31 16 8 3 NB: deze school kent geen vwo-opleiding. 4 1 Totaal Uitval % 23 33,8% 3.3 CSG Hanze Uitval % Uitval 13 Totalen NHL Stenden VHL RuG Totaal Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 15 6 1 1 2 0 38 Doorstroom 23 36,1% 25 24 30,0% 3 15 10,0% 3 3 25,0% 96 28,4% Subtotaal 36 40 30 4 16 5 3 134 Uitval 0 0 1 0 1 4 6 12 Doorstroom 1 0,0% 0 1 50,0% 0 2 33,3% 0,0% 13 13 27,8% 30 28,6% Subtotaal 1 0 2 0 3 17 19 42 Uitval 13 15 7 1 2 2 0 4 6 50 Doorstroom 24 25 25 3 17 3 3 13 13 126 35,1% 30,6% 13,0% 25,0% 27,8% 28,4% 40 32 4 19 5 3 17 19 Totaal 37 176 72 23 8 36 3.4 CSG College Totalen Uitval 13 Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 8 4 0 2 Doorstroom 34 27,7% 15 8 34,3% 3 5 20,0% 2 2 50,0% 69 Subtotaal 47 23 12 3 7 5 3 100 Uitval 0 1 0 1 0 Doorstroom 4 0,0% 1 1 33,3% 0 3 25,0% 0 1 0,0% 7 19 16,1% 36 3 1 2 3 Subtotaal 4 2 1 1 3 0 1 9 22 43 Uitval 13 9 4 1 2 Doorstroom 38 16 9 3 8 2 3 7 19 105 25,5% 34,2% 21,4% 44,4% 16,1% 25 13 4 10 5 4 9 22 Totaal 51 143 38 14 9 31 3 1 2 3 Totaal Uitval % 31 7 38 31,0% 16,3% 26,6% 6

3.5 CSG Hanze Uitval % Uitval 7 Totalen NHL Stenden VHL RuG Totaal Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 11 8 3 4 2 0 35 Doorstroom 17 29,2% 34 23 25,0% 7 13 25,9% 7 3 16,7% 104 25,2% Subtotaal 24 45 31 10 17 9 3 139 Uitval 0 1 0 4 3 8 Doorstroom 1 0,0% 0 1 50,0% 1 3 0,0% 1 2 0,0% 14 29 14,0% 52 13,3% Subtotaal 1 1 1 1 3 1 2 18 32 60 Uitval 7 12 8 3 4 2 0 4 3 43 Doorstroom 18 34 24 8 16 8 5 14 29 156 28,0% 25,6% 22,6% 13,3% 14,0% 21,6% 46 32 11 20 10 5 18 32 Totaal 25 199 78 31 15 50 3.6 CSG college Totalen Uitval 6 Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 15 1 3 7 Doorstroom 22 21,4% 25 22 25,4% 7 20 27,0% 2 6 27,3% 104 Subtotaal 28 40 23 10 27 4 7 139 Uitval 1 Doorstroom 4 20,0% 2 3 0,0% 0 2 0,0% 2,0% 7 19 13,3% 39 2 1 2 2 Subtotaal 5 2 3 0 2 2 0 9 21 44 Uitval 7 15 1 3 7 Doorstroom 26 27 25 7 22 4 6 7 19 143 21,2% 23,5% 25,6% 23,1% 13,3% 42 26 10 29 6 7 9 21 Totaal 33 183 68 39 13 30 2 1 2 2 Totaal Uitval % 35 5 40 25,2% 11,4% 21,9% 3.7 CSG College Totalen Uitval 12 Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 7 4 3 5 Doorstroom 18 40,0% 13 17 26,8% 2 11 38,1% 5 1 33,3% 67 Subtotaal 30 20 21 5 16 8 1 101 Uitval 4 0 1 Doorstroom 2 66,7% 1 1 33,3% 0 3 0,0% 0,0% 11 12 23,3% 30 Subtotaal 6 1 2 0 3 17 13 42 Uitval 16 7 5 3 5 Doorstroom 20 14 18 2 14 5 1 11 12 97 44,4% 27,3% 33,3% 33,3% 23,3% 21 23 5 19 8 1 17 13 Totaal 36 143 44 24 9 30 3 0 3 0 6 1 6 1 Totaal Uitval % 34 12 46 33,7% 28,6% 32,2% 7

3.8 CSG Hanze Uitval % Uitval 19 Totalen NHL Stenden VHL RuG Totaal Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 10 10 3 5 1 1 49 Doorstroom 31 38,0% 10 30 33,3% 5 23 22,2% 2 5 22,2% 106 31,6% Subtotaal 50 20 40 8 28 3 6 155 Uitval 1 0 1 4 5 11 Doorstroom 9 10,0% 0 3 0,0% 0 3 25,0% 0,0% 16 29 16,7% 60 15,5% Subtotaal 1 3 0 4 20 34 71 Uitval 20 10 10 3 6 1 1 4 5 60 Doorstroom 40 10 33 5 26 2 5 16 29 166 33,3% 31,7% 22,5% 22,2% 16,7% 26,5% 20 43 8 32 3 6 20 34 Totaal 60 226 63 40 9 54 3.9 Friesland College (Vavo) Totalen Uitval 8 Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 7 6 3 1 Doorstroom 9 47,1% 16 17 28,3% 4 13 19,0% 6,0% 65 Subtotaal 17 23 23 7 14 6 0 90 Uitval 0 1 1 Doorstroom 1 0,0% 1 3 33,3% 0,0% 0 1 0,0% 6 Subtotaal 1 2 4 0 1 8 Uitval 8 8 7 3 1 Doorstroom 10 17 20 4 13 6 1 71 44,4% 28,8% 19,0% 0,0% 25 27 7 14 6 1 Totaal 18 98 Totaal Uitval % 52 21 7 NB.: de oud-leerlingen van het Vavo waren niet terug te vinden in de door de RuG verstrekte gegevens. Gezien de lage uitval bij de RuG zal de werkelijke uitval van het Vavo hoogstwaarschijnlijk lager zijn dan 27,6%. 25 2 27 27,8% 25,0% 27,6% 3.10 College Hanze Uitval % Uitval 6 Totalen NHL Stenden VHL RuG Totaal Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 1 2 1 1 0 1 12 Doorstroom 10 37,5% 6 4 23,1% 4 2 25,0% 3 1 20,0% 30 28,6% Subtotaal 16 7 6 5 3 3 2 42 Uitval 0 0 1 3 2 6 Doorstroom 1 0,0% 1 4 0,0% 0,0% 1 0 50,0% 7 5 29,4% 19 24,0% Subtotaal 1 1 4 1 1 10 7 25 Uitval 6 1 2 1 1 0 2 3 2 18 Doorstroom 11 7 8 4 2 4 1 7 5 49 35,3% 16,7% 25,0% 28,6% 29,4% 26,9% 8 10 5 3 4 3 10 7 Totaal 17 67 18 8 7 17 8

3.11 College Hanze Uitval % Uitval 3 Totalen NHL Stenden VHL RuG Totaal Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 8 3 3 4 2 2 25 Doorstroom 4 42,9% 11 12 32,4% 1 6 50,0% 2 4 40,0% 40 38,5% Subtotaal 7 19 15 4 10 4 6 65 Uitval 0 1 1 2 4 8 Doorstroom 1 0,0% 1 1 50,0% 0 4 0,0% 0,0% 3 7 37,5% 17 32,0% Subtotaal 1 2 2 0 4 5 11 25 Uitval 3 9 4 3 4 2 2 2 4 33 Doorstroom 5 12 13 1 10 2 4 3 7 57 37,5% 34,2% 38,9% 40,0% 37,5% 36,7% 21 17 4 14 4 6 5 11 Totaal 8 90 38 18 10 16 3.12 OSG Piter Jelles Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % Totaal Uitval % Totalen Uitval 12 18 8 6 7 3 1 55 Doorstroom 22 35,3% 40 41 24,3% 4 15 40,6% 4 4 33,3% 130 Subtotaal 34 58 49 10 22 7 5 185 Uitval 1 1 0 0 1 1 1 3 10 18 Doorstroom 1 50,0% 3 3 14,3% 2 3 16,7% 1 0 66,7% 37 33 15,7% 83 Subtotaal 2 4 3 2 4 2 1 40 43 101 Uitval 13 19 8 6 8 4 2 3 10 73 Doorstroom 23 43 44 6 18 5 4 37 33 213 36,1% 23,7% 36,8% 40,0% 15,7% 62 52 12 26 9 6 40 43 Totaal 36 286 114 38 15 83 29,7% 17,8% 25,5% 3.13 OSG Totalen Uitval 14 Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 14 8 0 3 Doorstroom 45 23,7% 13 22 38,6% 4 10 17,6% 94 Subtotaal 59 27 30 4 13 133 Uitval 0 1 0 1 0 Doorstroom 5 0,0% 1 0 50,0% 100,0% 24 28 14,8% 58 Subtotaal 5 2 0 1 0 29 32 69 Uitval 14 15 8 1 3 Doorstroom 50 14 22 4 10 24 28 152 21,9% 39,0% 22,2% 14,8% 29 30 5 13 29 32 Totaal 64 202 59 18 61 NB: Deze school leverde geen eerstejaars aan de Hogeschool Van Hall Larenstein. 5 4 5 4 Totaal Uitval % 39 11 50 29,3% 15,9% 24,8% 9

3.14 OSG Singelland Hanze Uitval % Uitval 17 Totalen NHL Stenden VHL RuG Totaal Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 13 11 4 0 0 2 47 Doorstroom 37 31,5% 18 20 38,7% 3 8 26,7% 2 3 28,6% 91 34,1% Subtotaal 54 31 31 7 8 2 5 138 Uitval 0 1 0 5 6 12 Doorstroom,0% 0 1 0,0% 0 1 0,0% 100,0% 20 24 20,0% 46 20,7% Subtotaal 1 0 1 1 0 25 30 58 Uitval 17 13 11 4 0 1 2 5 6 59 Doorstroom 37 18 21 3 9 2 3 20 24 137 31,5% 38,1% 25,0% 37,5% 20,0% 30,1% 31 32 7 9 3 5 25 30 Totaal 54 196 63 16 8 55 3.15 RSG Magister Alvinus Totalen Uitval 9 Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 10 10 4 7 Doorstroom 20 31,0% 10 24 37,0% 3 5 57,9% 2 2 33,3% 66 Subtotaal 29 20 34 7 12 3 3 108 Uitval 0 1 1 Doorstroom 2 0,0% 100,0% 0 3 0,0% 0,0% 13 14 18,2% 32 Subtotaal 2 1 1 0 3 17 16 40 Uitval 9 11 11 4 7 Doorstroom 22 10 24 3 8 2 2 13 14 98 29,0% 39,3% 50,0% 33,3% 18,2% 21 35 7 15 3 3 17 16 Totaal 31 148 56 22 6 33 1 1 1 1 4 2 4 2 Totaal Uitval % 42 8 50 38,9% 20,0% 33,8% 3.16 RSG Simon Vestdijk Totalen Uitval 3 Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 10 6 4 2 Doorstroom 9 25,0% 14 9 41,0% 3 12 28,6% 3 1 0,0% 51 Subtotaal 12 24 15 7 14 3 1 76 Uitval 1 Doorstroom 2 33,3% 4 1 0,0% 1 1 0,0% 0 1 50,0% 6 10 27,3% 26 Subtotaal 3 4 1 1 1 0 2 11 11 34 Uitval 4 10 6 4 2 Doorstroom 11 18 10 4 13 3 2 6 10 77 26,7% 36,4% 26,1% 16,7% 27,3% 28 16 8 15 3 3 11 11 Totaal 15 110 44 23 6 22 0 1 0 1 5 1 5 1 Totaal Uitval % 25 8 33 32,9% 23,5% 30,0% 10

3.17 College Totalen Uitval 21 Hanze Uitval % NHL Stenden VHL RuG M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % M V Uitval % 4 5 2 1 Doorstroom 16 56,8% 1 5 60,0% 2 3 37,5% 3 1 42,9% 31 Subtotaal 37 5 10 4 4 4 3 67 Uitval 3 0 2 Doorstroom 6 33,3% 1 1 0,0% 1 1 50,0% 0,0% 9 12 32,3% 31 Subtotaal 9 1 1 1 3 12 19 46 Uitval 24 4 5 2 3 Doorstroom 22 2 6 3 4 3 1 9 12 62 52,2% 52,9% 41,7% 42,9% 32,3% 6 11 5 7 4 3 12 19 Totaal 46 113 17 12 7 31 1 2 1 2 3 7 3 7 Totaal Uitval % 36 15 51 53,7% 32,6% 45,1% 11

4. Prestatie per Ho-sector en Ho-opleiding Onze vraag bij dit hoofdstuk luidt: welke verschillen zijn er aan te merken in de uitvalcijfers bij de Hosectoren en de daarbij behorende Ho-opleidingen? Dankzij de uitbreiding van onze dataset met de cijfers van de Hanzehogeschool en de RuG konden we onze conclusie van vorig jaar de uitval is in alle Ho-sectoren ongeveer even groot 15 dit jaar breder toetsen. De uitkomsten van deze toetsing met betrekking tot de hbo-sectoren vormen samen tabel 4.1 op de volgende pagina. Voor de RuG construeerden we de aparte tabel 4.2, omdat de universiteiten een andere sectorindeling hanteren dan de hogescholen. De tabellen 4.3 (voor het hbo) en 4.4 (voor de universiteit) tonen de uitvalcijfers per Ho-opleiding. Hierbij zien we af van een uitsplitsing per Vo-school, omdat anders de absolute aantallen te klein en daarmee te weinigzeggend worden. 4.1 Uitval per hbo-sector Tabel 4.1 laat zien dat in het cohort 2014 net als in het cohort 2013 - de uitval in de hbo-sector gezondheidszorg het laagst was en in de sector onderwijs het hoogst: 20,6% om 35,6%. Echter, in het cohort 2013 was dat nog respectievelijk 28% om 36%. Anders gezegd: de uitval in de sector gezondheidszorg daalde in één jaar spectaculair. Nader onderzoek wees uit dat deze daling zowel in Leeuwarden als bij de nieuwkomer uit Groningen plaatsvond, al was de uitval bij de Hanzehogeschool het laagst (18,0%). De uitval in de sectoren `gedrag en maatschappij en `groen en agrarisch is iets onder het gemiddelde van 31%. De sectoren `economie en `techniek zitten daar iets boven. De uitvalpercentages per Vo-school bij de hbo-sectoren lopen soms behoorlijk uiteen. Gezien de kleine absolute aantallen zijn de verschillen indicatief en laten we conclusies over aan de lezer. In tabel 4.2 maakten we op dezelfde manier een overzicht van de uitval in de universitaire sectoren. Daarbij moeten we aantekenen dat het hier veel minder studenten betreft, waardoor de uitvalpercentages minder zeggingskracht hebben dan die in tabel 4.1. We zien hier niet alleen een lage uitval in de sector `gezondheidszorg (12,5%), maar ook in de sectoren `techniek (12,0%) en `gedrag en maatschappij (12,8%). De hoogste uitval vond plaats in de sector `taal en cultuur : 27,7%, ruim boven het gemiddelde van 19,2%. De uitval binnen de sectoren `economie, `recht, en `natuur bevond zich veel dichter bij dat gemiddelde. 15 Zie daarvoor: B.J. Flim, Propedeuserapport 2013-2014 Hbo Fryslân. Studieresultaten Friese eerstejaars Hbo-studenten (Leeuwarden, 2015). 12

Gedrag en School Economie Maatschappij Gezondheidszorg Groen en Agrarisch Onderwijs Techniek Instrooval Uit- % In- Uit- % In- Uit- % In- Uit- % In- Uit- % In- Uit- % uitval stroom val uitval stroom val uitval stroom val uitval stroom val uitval stroom val uitval Chr. Gym. Beyers Naudé 1 0,0% 2 2 100,0% 3 1 33,3% 1 0,0% 2 1 50,0% 2 2 100,0% CSG A.M. van Schurman 23 7 30,4% 9 0,0% 11 4 36,4% 6 3 50,0% 5 2 40,0% 11 7 63,6% CSG 42 17 40,5% 21 3 14,3% 20 2 10,0% 8 2 25,0% 20 6 30,0% 29 10 34,5% CSG College 39 15 38,5% 14 2 14,3% 13 0,0% 9 3 33,3% 15 7 46,7% 22 6 27,3% CSG 58 19 32,8% 20 3 15,0% 14 3 21,4% 11 1 9,1% 11 5 45,5% 35 5 14,3% CSG college 37 12 32,4% 24 6 25,0% 12 0,0% 7 1 14,3% 32 9 28,1% 41 8 19,5% CSG College 37 8 21,6% 11 5 45,5% 15 6 40,0% 7 2 28,6% 22 7 31,8% 21 11 52,4% CSG 42 12 28,6% 18 4 22,2% 32 6 18,8% 7 2 28,6% 33 9 27,3% 40 18 45,0% Friesland College (Vavo) 31 7 22,6% 22 7 31,8% 10 5 50,0% 8 0,0% 15 4 26,7% 12 4 33,3% College 17 5 29,4% 3 2 66,7% 7 1 14,3% 6 1 16,7% 6 1 16,7% 11 3 27,3% College 17 6 35,3% 6 4 66,7% 9 1 11,1% 7 3 42,9% 17 7 41,2% 18 6 33,3% OSG Piter Jelles 75 21 28,0% 22 7 31,8% 25 3 12,0% 10 6 60,0% 16 7 43,8% 55 16 29,1% OSG 60 24 40,0% 17 2 11,8% 18 1 5,6% 2 1 50,0% 20 6 30,0% 24 7 29,2% OSG Singelland 57 20 35,1% 17 2 11,8% 13 3 23,1% 9 3 33,3% 19 7 36,8% 26 13 50,0% RSG 41 15 36,6% 17 6 35,3% 24 9 37,5% 4 1 25,0% 13 6 46,2% 16 7 43,8% RSG 35 13 37,1% 13 5 38,5% 8 3 37,5% 4 0,0% 10 4 40,0% 18 2 11,1% College 25 12 48,0% 12 8 66,7% 13 3 23,1% 7 3 42,9% 8 6 75,0% 17 9 52,9% Totaal 637 213 33,4% 248 68 27,4% 247 51 20,6% 113 32 28,3% 264 94 35,6% 398 134 33,7% Tabel 4.1: uitval in het Friese cohort 2014 in de hbo-propedeuse, uitgesplitst naar Vo-school en hbo-sector, 2014-2015 (gemiddelde uitval = 31,0%). 13

Gedrag en Sectoroverstijgend Economie Recht Taal en Cultuur Gezondheidszorg Natuur Techniek Maatschappij School Instrooval Uit- In- Uit- % In- Uit- % In- Uit- In- Uit- % In- Uit- % In- Uit- % In- Uit- % % uitval stroom val uitval stroom val uitval stroom val % uitval stroom val uitval stroom val uitval stroom val uitval stroom val uitval Chr. Gym. Beyers Naude 10 1 10,0% 5 1 20,0% 8 3 37,5% 9 1 11,1% 6 0,0% 4 0,0% 1 0,0% CSG A.M. van Schurman 1 0,0% 1 0,0% 1 0,0% CSG 3 1 33,3% 3 1 33,3% 5 1 20,0% 8 0,0% 1 0,0% 14 6 42,9% 2 1 50,0% CSG College 5 0,0% 5 2 40,0% 7 0,0% 6 1 16,7% 3 0,0% 4 2 50,0% 1 0,0% CSG 7 0,0% 4 0,0% 16 4 25,0% 11 2 18,2% 3 0,0% 6 1 16,7% 3 0,0% CSG college 7 1 14,3% 5 0,0% 8 1 12,5% 5 1 20,0% 1 0,0% 3 1 33,3% 1 0,0% CSG College 9 3 33,3% 3 1 33,3% 5 0,0% 8 1 12,5% 1 0,0% 4 2 50,0% CSG 1,0% 7 2 28,6% 11 4 36,4% 12 1 8,3% 7 1 14,3% 5 1 20,0% 2 0,0% College 6 1 16,7% 4 1 25,0% 2 0,0% 3 1 33,3% 2 2 College 3 1 33,3% 2 2 6 3 50,0% 4 0,0% 1 0,0% OSG Piter Jelles 17 3 17,6% 15 3 20,0% 13 5 38,5% 14 1 7,1% 7 1 14,3% 11 0,0% 5 0,0% 1 0,0% OSG Singelland 11 3 27,3% 10 2 20,0% 10 3 30,0% 8 1 12,5% 5 0,0% 10 2 20,0% 1 0,0% OSG 15 4 26,7% 5 0,0% 6 2 33,3% 11 1 9,1% 9 1 11,1% 9 0,0% 5 1 20,0% 1 0,0% RSG 5 2 40,0% 6 1 16,7% 4 0,0% 5 0,0% 5 0,0% 5 2 40,0% 3 1 33,3% RSG Simon Vestdijk 5 0,0% 4 1 25,0% 3 1 33,3% 3 1 33,3% 1 1 6 2 33,3% College 3 1 33,3% 1 0,0% 8 4 50,0% 9 3 33,3% 5 1 20,0% 4 1 25,0% 1 0,0% Totaal 116 21 18,1% 80 17 21,3% 112 31 27,7% 117 15 12,8% 56 7 12,5% 87 20 23,0% 25 3 12,0% 2 0,0% Tabel 4.2: uitval in het Friese cohort 2014 in de propedeuse van de RuG uitgesplitst naar Vo-school en universitaire sector, 2014-2015 (gemiddelde uitval = 19,2%). 14

4.2 Uitval per Ho-opleiding Welke opleiding in Noord-Nederland biedt aan Friese schoolverlaters de meeste kans op succes in het eerste jaar? Deze vraag is niet afdoende te beantwoorden, omdat de 2.502 eerstejaars uit het cohort 2014 moeten worden verdeeld over 99 hbo- en 42 universitaire opleidingen. Met de tabellen 4.3 en 4.4 pretenderen we dan ook hooguit een indicatie te geven van de kans van slagen. Net als vorig jaar lijkt het erop dat opleidingen met een helder beroepsbeeld (zoals verpleegkundige of dier- en veehouderij) in doorsnee een lage uitval kennen, maar erg sterk is dit verband niet. Bij de Hbo-opleidingen met meer dan twintig Friese eerstejaars (tabel 4.3, vetgedrukte percentages) valt op dat de uitval nogal varieert. Bij European Studies en International Business & Management Studies (beiden in de sector economie) valt ruim de helft uit, terwijl de uitval bij de Hotelschool en bij Facility Management met respectievelijk 9,8% en 15,4% ver onder het Hbo-gemiddelde van 31,0 % ligt. Binnen de hbo-sector onderwijs kennen de pabo-opleidingen een tamelijk hoge uitval en in de technieksector geldt dat voor de opleidingen Communicatie & Multimedia Design en Biotechnologie. In de universitaire propedeuses was de uitval veel lager (gemiddeld 19,2%, tabel 4.4) dan in het Hbo, maar ook bij de RuG was de spreiding in de percentages aanzienlijk. Van de opleidingen met meer dan twintig Friese eerstejaars kende International Business de hoogste uitval (27,3%) en Geneeskunde de laagste (7,1%). Verdere conclusies laten we aan de lezer over. 15

Tabel 4.3: Uitval in het Friese cohort 2014 per hbo-opleiding, 2014-2015 (gemiddelde = 31,0%) Sector Hbo-opleiding Instroom Uitval % uitval Autonome Beeldende Kunst 3 3 100,0% Creatieve Therapie 10 4 40,0% Culturele en Maatschappelijke Vorming 1 1 100,0% Dans 1 0,0% Gedrag en Maatschappij Economie Groen en Agrarisch Human Resource Management 31 6 19,4% Maatschappelijk Werk en Dienstverlening 47 18 38,3% Muziek 5 3 60,0% Pedagogiek 25 3 12,0% Sociaal-Pedagogische Hulpverlening 76 16 21,1% Sociaal-Juridische Dienstverlening 22 8 36,4% Toegepaste Psychologie 23 6 26,1% Vormgeving 4 0,0% Accountancy 26 8 30,8% Bedrijfseconomie 65 25 38,5% Bedrijfskunde MER 51 15 29,4% Bestuurskunde / Overheidsmanagement 16 4 25,0% Business IT & Management 7 5 71,4% Commerciële Economie 49 16 32,7% Communicatie 52 15 28,8% European Studies 21 11 52,4% Facility Management 26 4 15,4% Financial Services Management 12 3 25,0% Fiscaal Recht en Economie 1 0,0% HBO - Rechten 49 21 42,9% HM Internationaal TO 1 0,0% Hoger Hotelonderwijs 51 5 9,8% Integrale Veiligheid 19 9 47,4% International Business & Languages 19 6 31,6% International Business & Management Studies 61 31 50,8% International Development Management 2 1 50,0% International Hotel Management 3y fast track 5 0,0% Media & Entertainment Management 20 9 45,0% Small Business & Retail Management 45 16 35,6% Toegepaste Bedrijfskunde 3 0,0% Tourism Management 13 1 7,7% Vastgoed en Makelaardij 5 2 40,0% Vrijetijdsmanagement 18 6 33,3% Bedrijfskunde en Agribusiness 18 2 11,1% Bos- en Natuurbeheer 2 0,0% Dier- en Veehouderij 11 1 9,1% Diermanagement 13 5 38,5% Kust- en Zeemanagement 5 3 60,0% Land- en Watermanagement 1 1 100,0% Management van de Leefomgeving 9 3 33,3% Milieukunde 13 3 23,1% Tuin- en Landschapsinrichting 2 0,0% Tuinbouw en Akkerbouw 3 1 33,3% Voeding en Diëtetiek 17 7 41,2% Voedingsmiddelentechnologie 19 6 31,6% 16

Vervolg tabel 4.3: Uitval in het Friese cohort 2014 per hbo-opleiding, 2014-2015 (gemiddelde = 31,0%) Sector Hbo-opleiding Instroom Uitval % uitval Aardrijkskunde 2e graad 7 3 42,9% Algemene Economie 2e graad 1 1 100,0% Bedrijfseconomie 2e graad 3 0,0% Biologie 2e graad 4 1 25,0% Docent Beeldende Kunst en Vormgeving 7 1 14,3% Docent Muziek 3 1 33,3% Docent Theater 5 0,0% Duits 2e graad 2 0,0% Engels 2e graad 18 9 50,0% Frans 2e graad 5 3 60,0% Onderwijs Gezondheidszorg Techniek Geschiedenis 2e graad 19 11 57,9% Gezondheidszorg en Welzijn 2e graad 3 0,0% Leraar Basisonderwijs 56 22 39,3% Leraar Lichamelijke Opvoeding 1ste graad 12 4 33,3% Maatschappijleer 2e graad 1 0,0% Nederlands 2e graad 7 0,0% OLB Assen 3 2 66,7% OLB Friesland 64 21 32,8% OLB Groningen 23 8 34,8% OLB Meppel Internationaal 5 1 20,0% Scheikunde 2e graad 5 1 20,0% Wiskunde 2e graad 11 5 45,5% Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek 9 2 22,2% Fysiotherapeut 39 9 23,1% Logopedie 6 1 16,7% Medisch Beeldvormende en Radiotherapeut 14 1 7,1% Mondzorgkunde 8 1 12,5% Sport, Gezondheid en Management 30 10 33,3% Verpleegkundige 141 27 19,1% Advanced Sensor Applications 1 1 100,0% Bedrijfswiskunde 8 4 50,0% Bio-informatica 2 0,0% Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek 20 1 5,0% Biotechnologie 70 28 40,0% Bouwkunde 21 5 23,8% Chemie 11 2 18,2% Chemische Technologie 11 4 36,4% Civiele Techniek 18 5 27,8% Communicatie & Multimedia Design 49 21 42,9% Communicatiesystemen 10 8 80,0% Elektrotechniek 28 8 28,6% Human Technology 4 3 75,0% Informatica 40 15 37,5% Informatica ICT-Beheer 1 0,0% Maritiem Officier 12 3 25,0% Mobiliteit 6 3 50,0% Ocean Technology 3 0,0% Scheepsbouwkunde 5 0,0% Technische Bedrijfskunde 38 8 21,1% Werktuigbouwkunde 40 15 37,5% 17

Tabel 4.4: Uitval in het Friese cohort 2014 per opleiding aan de RuG (gemiddelde = 19,2%) Sector Opleiding Instroom Uitval % Uitval American Studies 7 3 42,9% Archeologie 5 1 20,0% Communicatie- en Informatiewetenschappen 9 3 33,3% English Language and Culture 17 5 29,4% Europese Talen en Culturen 13 3 23,1% Geschiedenis 18 5 27,8% Taal en Cultuur Gedrag en Maatschappij Griekse en Latijnse Taal en Cultuur 3 1 33,3% Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie 16 3 18,8% Kunsten, Cultuur en Media 3 2 66,7% Kunstgeschiedenis 3 1 33,3% Nederlandse Taal en Cultuur 6 1 16,7% Religiestudies 3 1 33,3% Taalwetenschap 2 1 50,0% Theologie 1 0,0% Wijsbegeerte 6 1 16,7% Pedagogische Wetenschappen 41 4 9,8% Psychologie 38 7 18,4% Sociale Geografie en Planologie 14 0,0% Sociologie 16 0,0% Technische Planologie 8 4 50,0% Recht Rechtsgeleerdheid 80 17 21,3% Bedrijfskunde 63 6 9,5% Economie Sector overstijgend Gezondheidszorg Natuur Techniek Econometrie en Operationele Research 6 3 50,0% Economie en Bedrijfseconomie 25 6 24,0% International Business 22 6 27,3% Bewegingswetenschappen 10 3 30,0% Geneeskunde 42 3 7,1% Tandheelkunde 4 1 25,0% Biologie 28 5 17,9% Farmacie 8 3 37,5% Informatica 3 0,0% Informatiekunde 1 0,0% Kunstmatige Intelligentie 9 3 33,3% Life Science and Technology 17 3 17,6% Natuurkunde 4 1 25,0% Scheikunde 8 4 50,0% Sterrenkunde 5 1 20,0% Wiskunde 4 0,0% Scheikundige Technologie 4 0,0% Technische Bedrijfskunde 15 2 13,3% Technische Natuurkunde 6 1 16,7% Liberal Arts and Sciences 2 0,0% 18

5. Monitorcijfers HBO-Aansluitingsmonitor De vier noordelijke hogescholen en de hogeschool Windesheim hebben wederom samengewerkt in HBO- Aansluitingsmonitor. Dit tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoek onder eerstejaarsstudenten geeft een beeld van hoe studenten de aansluiting tussen vooropleiding (havo/vwo/mbo) en hbo opleiding ervaren en biedt informatie over de kwaliteit van de aansluiting. De aansluitfactoren in het onderzoek zijn: de voorlichting, het keuzeproces, de inhoud van de vakken, de didactische werkvormen, de verwachtingen over en tevredenheid met de gekozen opleiding. Het onderzoek van cohort 2014 vond ruim drie maanden na de start van de opleiding plaats. De resultaten zijn in rapportages op maat teruggekoppeld naar alle hbo opleidingen van de vijf deelnemende hogescholen en naar toeleverende scholen met voldoende respons. De overall-uitkomsten van cohort 2014 staan op de website www.hboaansluitingsmonitor.nl. De monitortabellen in dit hoofdstuk bieden een vergelijkend overzicht van de uitkomsten van alle aansluitaspecten bij een zestiental Friese havo/vwo scholen. In de laatste kolom staan de gemiddelde tevredenheidscores van alle ruim 2.200 respondenten. Doel Bij vo-scholen en hbo-instellingen zien we een toenemende aandacht voor verbetering van de voorlichting, het studiekeuzeproces, de onderwijskwaliteit en het onderwijsrendement. Dit onderzoek van HBO Aansluitingsmonitor kan hier een bijdrage aan leveren. De monitortabellen bieden de Friese toeleverende scholen inzicht in: aansluitaspecten die goed scoren, dan wel verbetering behoeven aspecten die betrekking hebben op de onderwijskwaliteit en het studiesucces de keuze voor en uitvoering van studiekeuzeactiviteiten. Vergelijking met cohort 2012 Dankzij een grotere respons in vergelijking met 2012 kunnen we nu alle Friese scholen opnemen in de vergelijkende tabellen. Vergelijken we de gemiddelde uitkomsten van 2012 met 2014, dan zien we over vrijwel de hele linie iets positievere uitkomsten. Voorbeeld: het gemiddelde rapportcijfer voor de aansluiting is toegenomen met 0,2 punt naar 6,8 gemiddeld. Mogelijk dat dit samenhangt met de invoering van de 1 mei-maatregel. Toelichting bij de tabellen In de tabellen hebben we gebruik gemaakt van een kleurmarkering: Kleur groen: de school scoort op het aspect significant hoger dan gemiddeld Kleur rood: de school scoort op het aspect significant lager dan gemiddeld (tabel 12 vormt een uitzondering; daar is de kleurmarkering rood en groen omgewisseld omdat we daar een lage score positief waarderen) Bij nogal wat aansluitingsaspecten zien we forse verschillen tussen scholen. Elke school kan zelf nagaan of bepaalde uitkomsten aanleiding geven tot aanpassingen in het schoolbeleid. 19

Tabellenoverzicht vergelijking resultaten Aansluitingsmonitor 2014-2015 Friese scholen en overall gemiddeldes Tabel 1. Aantal respondenten School Totaal Aantal respondenten 20 43 37 41 40 45 56 20 26 27 22 56 49 31 30 24 2.207 Tabel 2. Mate van tevredenheid over voorlichting vanuit de vooropleiding % (zeer) tevreden de moeilijkheidsgraad 94% 86% 72% 80% 83% 78% 70% 72% 73% 80% 65% 74% 67% 65% 70% 71% 77% inhoud van deze hbo-opleiding 94% 89% 77% 86% 84% 78% 74% 83% 78% 76% 72% 78% 80% 81% 83% 88% 81% studiekeuzebegeleiding 67% 75% 57% 71% 79% 75% 63% 71% 68% 68% 53% 82% 79% 76% 75% 62% 76% de verschillen tussen vooropleiding en hbo 57% 69% 68% 67% 65% 65% 58% 78% 65% 60% 67% 73% 48% 58% 59% 54% 66% Voorlichting vo 81% 79% 69% 77% 77% 73% 67% 72% 71% 69% 61% 76% 68% 68% 73% 71% 75% Tabel 3: Mate van tevredenheid over voorlichting door hogeschool over studeren op het hbo % (zeer) tevreden het type studenten 85% 79% 81% 82% 90% 76% 81% 80% 68% 81% 78% 80% 79% 69% 89% 75% 81% het type docenten 75% 69% 60% 83% 76% 56% 75% 71% 68% 57% 78% 81% 62% 50% 74% 75% 74% de motivatie die iemand moet hebben voor deze opleiding 86% 73% 83% 81% 90% 94% 80% 81% 77% 65% 78% 80% 87% 75% 100% 75% 86% de inhoud 93% 81% 86% 75% 90% 78% 85% 81% 86% 87% 95% 87% 90% 94% 86% 75% 88% de mogelijkheid van vrijstellingen/versneld studeren 23% 62% 65% 64% 58% 62% 48% 53% 74% 42% 63% 55% 51% 69% 39% 75% 56% Voorlichting hbo over studeren op het hbo 77% 73% 77% 76% 80% 74% 73% 75% 76% 68% 78% 77% 74% 69% 75% 73% 78% 20