Monitor creatieve industrie 2012



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Twente Index 2016

Fact sheet. Ondernemerschap in Oost. Ondernemerschap in Oost. Het aantal vestigingen in stadsdeel Oost groeit sterk. november 2011

Fact sheet Ondernemerschap in Centrum Ondernemers in Centrum, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010

Fact sheet. Ondernemerschap in West. gen. In stadsdeel West zijn er in Amsterdam als geheel. Zo wordt er bijvoorbeeld

Zzp ers in de provincie Utrecht Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Fact sheet Ondernemerschap in Zuidoost Ondernemers in Zuidoost, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE

Cross Media update. Cross Media Monitor 2011 compacte versie. immovator Cross Media Network, Hilversum

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Ontwikkeling creatieve industrie in de Noordvleugel

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Fact sheet. Ondernemers in Nieuw-West, te bestuderen kijken we eerst naar alle vesti- merschap in stadsdeel Nieuw-West zich verhoudt

Monitor creatieve industrie 2008

Mapping van creatieve stad en innovatiedynamiek

Huidig economisch klimaat

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Fact sheet. Ondernemerschap in Westpoort. Vestigingen en ondernemingen in Westpoort. Ondernemerschap in Westpoort. november 2011

Mei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011

Fact sheet. Werkgelegenheid in Amsterdam in 2004 op peil. nummer 6 juni 2005

Starters zien door de wolken toch de zon

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Werkgelegenheidsonderzoek

Fact sheet. Ondernemerschap in Noord. In stadsdeel Noord zijn er in ves gekeken of de gemiddelde bedrijfsgrootte van

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Trendrapportage Economie Arnhem

KvK-Bedrijvendynamiek

Regionaal-Economische Barometer

Onderzoek werkgelegenheid en werkloosheid

Mei Economische Barometer Weerterland en Cranendonck. Verwachting voor 2010 en 2011

Consumentenvertrouwen in Amsterdam

Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2017

Cross Media in Cijfers

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Juni Economische Barometer Bollenstreek. Verwachting voor 2011 en 2012

Zzp er: werknemer nieuwe stijl

Meting economisch klimaat, november 2013

Van baan naar eigen baas

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Minder startende ondernemers

Cross Media in Cijfers

Kortetermijnontwikkeling

Aantal medewerkers West-Brabant

Monitor creatieve industrie 2006

Plan gemeente Utrecht en Provincie Utrecht

Monitor creatieve industrie 2010

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

Zakelijke dienstverlening

Regiobericht 1.0 Noord

M Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins

Kwartaalmonitor detacheringsbranche Rapportage Q4 2016

Top 25 Cross Media Steden in Nederland

KvK-Bedrijvendynamiek. Jaaroverzicht 2017

Artikelen. Arbeidsmarktdynamiek en banen. Peter Kee en Robin Milot

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

Werkgelegenheid in de Drechtsteden

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Meer ouderen langer werkzaam

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af

Statistisch Bulletin. Jaargang

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Snapshots van de regionale economie

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Ondernemers in Amsterdam, dan ook op de economische agenda van zowel het rijk als de gemeente.

Sectorrapport zakelijke dienstverlening Arnhem

Monitor Economie 2018

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

Regionale arbeidsmarktprognose

KvK-Bedrijvendynamiek

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Noord-Holland heeft hoogste startersquote

Fact sheet Opmars zzp ers in Amsterdam Aandeel zzp ers in de werkzame beroepsbevolking, (procenten)

EBU College Snapshots van de economie in regio Utrecht. Monique Roso, 12 maart 2014!

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf

Studenten aan lerarenopleidingen

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

Bedrijvigheid & werkgelegenheid in Zuidoost-Brabant. Tabellenboek Vestigingsregister 2014

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Monitor creatieve industrie 2005

KWARTAALMONITOR OKTOBER Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Werken in startende bedrijven

Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers

Persbericht. Aantal vacatures onveranderd hoog. Centraal Bureau voor de Statistiek

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Transcriptie:

Monitor creatieve industrie 2012 Eindrapportage In opdracht van: Amsterdam Economic Board Projectnummer: 13082 drs. Carine van Oosteren Marrit Teirlinck Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658, 1000 AR Amsterdam www.os.amsterdam.nl Amsterdam, juli 2013

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Foto voorpagina: Amsterdam EYE film museum 3", fotograaf Rene den Engelsman. 2

Monitor creatieve industrie 2012 Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding 9 1.1 Beleidsrelevantie 9 1.2 Definitie creatieve industrie 10 1.3 Toespitsing op deelsegmenten 11 1.4 Opzet monitor 11 2 Creatieve industrie Metropoolregio Amsterdam 13 2.1 Inleiding 13 2.2 Metropoolregio Amsterdam en Nederland 13 2.3 Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad 19 2.4 Conclusie 24 3 Creatieve industrie Amsterdam 27 3.1 Inleiding 27 3.2 Effect wetswijziging 27 3.3 Dynamiek 28 3.4 Bedrijfsgrootte creatieve industrie 29 3.5 Zzp ers in de creatieve industrie 30 3.6 Spreiding creatieve industrie 31 3.7 Conclusie 36 4 Design, digitale media, mode en reclame 37 4.1 Inleiding 37 4.2 Design 38 4.3 Digitale media 42 4.4 Mode 45 4.5 Reclame 49 4.6 Conclusie 53 Bijlage 1: SBI-codes creatieve industrie 55 Bijlage 2: SBI-codes mode 57 Bijlage 3: SBI-codes digitale media 59 Bijlage 4: geïnterviewden 61 3

4 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek

Monitor creatieve industrie 2012 Samenvatting De Monitor Creatieve Industrie 2012 is de zesde uitgave waarin de ontwikkelingen in de creatieve industrie in kaart worden gebracht. In deze monitor wordt aandacht besteed aan de creatieve industrie in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) in vergelijking met Nederland en een vijftal gemeenten: Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad. De ontwikkelingen zijn onderzocht aan de hand van de toegevoegde waarde cijfers, het aantal vestigingen en de werkgelegenheid. Voor Amsterdam zijn bovendien de verschillen tussen de creatieve industrie en de totale economie nader in kaart gebracht. In het laatste hoofdstuk is er extra aandacht besteed aan vier subsectoren van de creatieve industrie: reclame, design, digitale media en mode. Figuur 0.1 Samenvatting belang creatieve industrie (in %) 30 25 20 toegevoegde waarde 15 vestigingen 10 banen 5 0 Nederland MRA Amsterdam bron: TNO en LISA De creatieve industrie in de MRA levert een bijdrage van 5% aan de totale toegevoegde waarde, een bijdrage van 7% van alle banen en 17% van alle vestigingen. Dit is meer dan de bijdrage die de creatieve industrie aan de totale Nederlandse economie levert. In Amsterdam is het aandeel van de creatieve industrie op alle drie de punten nog hoger. Grote groei De afgelopen 15 jaar is de creatieve industrie enorm gegroeid. Van 1996-2012 is het aantal vestigingen van de creatieve industrie in Nederland meer dan verdrievoudigd en in Amsterdam zelfs vervijfvoudigd, terwijl het aantal vestigingen in de totale economie verdubbelde. Het aantal banen is daarentegen minder hard gestegen. Deze ontwikkeling 5

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek wordt weerspiegeld in de schaalverkleining van ondernemingen. De opkomst van het ondernemerschap heeft onder andere bijgedragen aan een verkleining van de ondernemingsomvang. Dit verschijnsel doet zich in de totale economie voor, maar vooral in de creatieve industrie. In 2012 bestaat een vestiging in de creatieve industrie van de MRA gemiddeld uit 2,3 werknemers, terwijl dit voor de totale economie gemiddeld 5,5 werknemers is. Hoge dynamiek, kleine vestigingen De creatieve sector is een dynamische sector met relatief veel starters en stoppers. Voor Amsterdam is dit nader onderzocht. Hier zijn starters een belangrijke drijfveer voor de banengroei. In de totale economie is met name de groei van bestaande ondernemingen van belang voor de banengroei. In de creatieve industrie zijn er dan ook niet veel snelgroeiende bedrijven oftewel gazelles. De dynamiek van de creatieve sector kan onder andere worden verklaard door de relatief hoge concurrentie in deze sector. De creatieve industrie bestaat voornamelijk uit kleine bedrijven. In Amsterdam heeft 84% van de vestigingen in de creatieve industrie één werknemer. In de rest van de Amsterdamse economie is het aandeel 1 persoonsvestigingen 65%. Er zijn relatief weinig grote bedrijven actief in de creatieve sector. Een groot deel van de kleine ondernemingen zijn zzp ers. In Amsterdam bestaat twee derde deel van de creatieve industrie uit zzp ers, terwijl de totale werkgelegenheid voor 12% uit zzp ers bestaat. Tabel 0.2 Ontwikkeling in de toegevoegde waarde van de creatieve industrie per deelsegment voor MRA en Nederland voor 2007-2011 (in %) MRA gemiddelde 2008 2009 2010 2011 groei 2008-11 kunsten -3,4 3,5 6,9-2,7 1,1 media en entertainment -0,2-2,3-2,8-5,2-2,6 creatieve zakelijke dienstverlening 1,7-7,8 0,5-2,7-2,1 totale creatieve industrie -0,5-2,3-0,2-4,2-1,8 totale economie 3,2-3,2 3,1 1,2 1,1 Nederland gemiddelde 2008 2009 2010 2011 groei 2008-11 kunsten -1,1-1,1-0,3-1,1-0,9 media en entertainment -0,1-4,1-0,2-4,0-2,1 creatieve zakelijke dienstverlening 2,5-9,5-2,3-3,1-3,1 totale creatieve industrie 0,4-4,8-0,7-3,1-2,1 totale economie 2,1-3,3 2,0 1,2 0,5 bron: TNO Recessie duidelijk effect op de toegevoegde waarde In zowel de MRA als Nederland kromp de toegevoegde waarde van de creatieve industrie in de periode 2008-2011, terwijl de toegevoegde waarde van de gehele economie gemiddeld genomen groeide, ondanks een flinke krimp in 2009. Voor de creatieve industrie waren 2009 en 2011 de moeilijkste jaren tot nu toe. De recessie heeft dus een duidelijke impact op de creatieve industrie. De ontwikkelingen per deelsector verschillen in de MRA en in Nederland. Bepaalde delen van de creatieve industrie blijken conjunctuur gevoeliger dan andere. In de MRA is de gemiddelde krimp van de toegevoegde waarde het grootst in de sector media en entertainment. In heel Nederland nam de toegevoegde 6

Monitor creatieve industrie 2012 waarde van de creatieve zakelijke dienstverlening het meeste af, tussen 2008 en 2011. De afnemende vraag vanuit het bedrijfsleven resulteert in een lagere omzet in deze sectoren. Vooral in 2009. Daarentegen leek de kunstensector tot 2011 minder gevoelig voor economisch slechte tijden. Vanaf 2011 is dit aan het veranderen. En met het oog op de geplande bezuinigen door de overheid in de kunstensector is de echte klap van de recessie hier nog te verwachten. Van de onderzochte gemeenten is met name in Haarlem en Hilversum een daling van de toegevoegde waarde van de creatieve industrie zichtbaar. Afgezien van het bovenstaande deden zich de afgelopen jaren de volgende ontwikkelingen zich voor: Het aantal vestigingen in de creatieve industrie is fors gestegen. Dit komt onder andere door de Wet op Handelsregister. In de MRA en in Nederland stijgt de werkgelegenheid in de creatieve industrie met name in de kunstensector en in de creatieve zakelijke dienstverlening. In de sector media en entertainment neemt de werkgelegenheid al jaren af. In alle gemeenten behalve Hilversum stijgt de werkgelegenheid van de creatieve industrie. Het aantal vestigingen en de werkgelegenheid in de deelsector kunsten is in bijna alle onderzochte regio s fors gestegen. Dit heeft als gevolg dat in 2012 de sector kunsten het grootste aandeel in de creatieve industrie in Nederland heeft qua werkgelegenheid en vestigingen. In de MRA is dit ook zo qua vestigingen, maar wat werkgelegenheid betreft is media en entertainment nog steeds het grootst. De creatieve industrie is een arbeidsintensieve sector: het aandeel van de toegevoegde waarde van de creatieve industrie in de totale economie is kleiner dan het aandeel van de creatieve industrie in de totale werkgelegenheid. In de creatieve industrie is de afgelopen jaren minder toegevoegde waarde gegenereerd door meer mensen. Het maatschappelijke en economische belang van de creatieve industrie uit zich vooral in de groeiende bijdrage die het levert aan het aantal vestigingen en de werkgelegenheid. De creatieve industrie is een van de belangrijke en kansrijke regionale clusters waar de Amsterdam Economic Board zich op richt. Binnen de creatieve industrie ligt de focus op design, digitale media, mode en reclame. Voor wat betreft deze sub clusters is nog het volgende te concluderen: Zowel design, digitale media, mode en reclame zijn binnen Nederland geclusterd in de MRA, met Amsterdam als concentratie daarbinnen. Voor alle vier de deelsectoren geldt dat het aantal werkzame personen meer gegroeid is dan de totale creatieve industrie. Dit geldt in elk geval voor Amsterdam. Dit betekent dat de concentratie in Amsterdam voor alle vier de deelsectoren gecontinueerd wordt. Er doen zich een aantal overeenkomstige ontwikkelingen voor: de recessie laat haar sporen na, flexibilisering voert de toon, digitalisering doet zich overal voor en duurzaamheid begint een grotere rol te krijgen. 7

8 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek

Monitor creatieve industrie 2012 1 Inleiding 1.1 Beleidsrelevantie Sinds vorig jaar behoort Nederland tot de top 5 van de meest concurrerende kenniseconomieën in de wereld. Kennis en innovatie blijken essentieel te zijn voor de economische groei van welvarende landen, waaronder Nederland. Vandaar dat het kabinet streeft deze positie te versterken. Hierbij zijn er meerdere topsectoren benoemd die de innovatiekracht van Nederland kunnen vergroten, waaronder de creatieve industrie. 1 De creatieve industrie wordt vaak beschreven als jong en dynamisch. Deze dynamiek hangt samen met de samenstelling van de sector, die grotendeels bestaat uit zzp ers, starters en MKB s. Met het oog op de veranderingen in de mondiale economische verhoudingen en de complexere maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, wordt het versterken van de innovatiekracht als noodzakelijk beschouwd. 2 In dit kader wordt steeds vaker het economische en maatschappelijke belang van de creatieve sector benadrukt, naast het culturele belang. De creatieve sector wordt gezien als een motor van economische groei. Eén van de doelstellingen van de rijksoverheid is dan ook dat Nederland de meest creatieve economie van Europa moet worden in 2020. 3 In het verlengde van de landelijke doelstellingen heeft de Amsterdam Economic Board een aantal clusters benoemd om de internationale concurrentiepositie van de Metropoolregio Amsterdam te versterken. Eén van deze clusters is de creatieve industrie. De MRA staat in de top 5 van creatieve hotspots in de wereld. 4 Desalniettemin staat de creatieve sector onderdruk door het economische klimaat. 5 In deze zesde uitgave van de Monitor Creatieve Industrie zal aan de hand van de toegevoegde waarde, het aantal vestigingen en de werkgelegenheid ontwikkelingen in de creatieve industrie in kaart worden gebracht. Vergelijking met eerdere publicaties De cijfers in deze monitor sluiten niet naadloos aan op die van de vorige Monitor creatieve industrie en op de Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2012. 6 Deze monitor is gebaseerd op de laatst beschikbare cijfers van LISA, het CBS en TNO. LISA en het CBS passen jaarcijfers met terugwerkende kracht aan. Bovendien heeft TNO in 2012 1 Ministerie van Economische Zaken en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2013) Brief uitwerking regeerakkoord voor versterking kenniseconomie. 2 Marlet, G., Oort, van F. en Rutten, P.(2011) Creatieve industrie als vliegwiel. Creative Cities Amsterdam Area 3 Advies topteam creatieve industrie (2011) Creatieve industrie in topvorm 4 Clusters Amsterdam Economic Board (2012) www.iamsterdam.com 5 Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2012 6 Monitor creatieve industrie 2010, O+S 9

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek de toegevoegde waarde voor de creatieve industrie voor het eerst berekend op basis van SBI 2008. Dit pakt gunstig uit voor de creatieve industrie. 7 1.2 Definitie creatieve industrie Zoals in de eerdere onderzoeken naar de creatieve industrie wordt de definitie van TNO gebruikt voor een omschrijving van de creatieve industrie: De creatieve industrie is een specifieke vorm van bedrijvigheid die producten en diensten voortbrengt die het resultaat zijn van individuele of collectieve creatieve arbeid en ondernemerschap. Inhoud en symboliek zijn de belangrijkste elementen van deze producten en diensten. Ze worden aangeschaft door consumenten en zakelijke afnemers omdat ze een betekenis oproepen. Op basis daarvan ontstaat een ervaring. Daarmee speelt de creatieve industrie een belangrijke rol in ontwikkeling en onderhoud van levensstijlen en culturele identiteiten in de samenleving. De creatieve sector is een sector waarin de creatie, productie en exploitatie van symbolisch materiaal centraal staan. Aan de hand van onderlinge verschillen en overeenkomsten wordt er binnen de creatieve industrie onderscheid gemaakt tussen drie deelsegmenten: kunsten, media en entertainment en de creatieve zakelijke dienstverlening. 8 In het deelsegment kunsten staan artistieke motieven hoog in het vaandel en spelen economische motieven een secundaire rol. Daarnaast hebben kunsten een groot maatschappelijk en cultureel belang in de samenleving. De kunstensector wordt grotendeels gefinancierd door de overheid. Onder de kunstensector vallen onder andere podiumkunsten, scheppende kunsten, cultureel erfgoed en overige kunst en erfgoed. Media en entertainment is daarentegen zeer markt-gedreven en maakt onderdeel uit van de consumentenmarkt. Media en entertainment zijn nauw verbonden met de populaire cultuur. De sector is relatief kapitaalintensief, omvangrijk en complex in vergelijking met kunsten en de creatieve zakelijke dienstverlening. Technologie speelt een belangrijke rol. Bij media gaat het om creatie, productie en exploitatie van informatie voor een algemeen publiek. Daarnaast heeft de entertainmentindustrie betrekking op het uitgeven van producties in verschillende vormen, zoals films, muziek, boeken en games. Belangrijke onderdelen van media en entertainment zijn omroep, persmedia, film, muziekindustrie, uitgeverijen en live entertainment. In het deelsegment creatieve zakelijke dienstverlening opereren de bedrijven op de zakelijke markt. Bedrijven in deze sector leveren producten en/of diensten die een symbolische waarde toevoegen aan de producten en diensten van de afnemers. Door middel van het toevoegen van deze symbolische waarde wordt de concurrentiepositie van 7 Uit de Monitor creatieve industrie 2010 bleek dat de creatieve industrie een aandeel van 4% had in de totale toegevoegde waarde. Volgens de nieuwe berekening van TNO is het aandeel in hetzelfde jaar 6,4%. 8 Koops, O., Roso, M. en Rutten, P. (2010) Creatieve industrie in de SBI 2008 bedrijfsindeling, TNO 10

Monitor creatieve industrie 2012 bedrijven versterkt. In wezen komen er in dit segment kenmerken samen van zowel de kunsten als media en entertainment, namelijk artistieke en creatieve appreciatie en marktgerichtheid. Het is een relatief arbeidsintensieve sector. Belangrijke onderdelen van creatieve zakelijke dienstverlening zijn mode, architectuur, vormgeving en reclame. Wet op Handelsregister In 2008 is de Wet op het Handelsregister officieel van kracht geworden. De invoering van deze wet heeft een aanzienlijk effect gehad op het aantal vestigingen en de werkgelegenheid. Voor de cijfers van Amsterdam heeft O+S zoveel mogelijk geprobeerd te corrigeren voor deze wet en zo de reële aantallen en groei in het aantal vestigingen en banen weer te geven. 1.3 Toespitsing op deelsegmenten In hoofdstuk 4 wordt er ingezoomd op design, reclame, mode en digitale media. Deze deelsegmenten zijn interessant om nader te bekijken, omdat ze vaak worden gezien als de toonaangevende onderdelen van de creatieve industrie in de MRA. Design, reclame en mode vallen onder de creatieve zakelijke dienstverlening. De Nederlandse design sector behoort anno 2010 tot de wereldtop. Ook mode en reclame worden regelmatig beschreven als spraakmakend. Nederland kent een aantal bekende namen in de modeindustrie, zoals G-star, Mart Visser en Viktor en Rolf. 9 Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de digitale media sector in de Metropoolregio een steeds grotere importantie heeft. In 2011 waren 8% van het totaal aantal banen in de MRA in de digitale media sector en dit was zelfs 9% in Amsterdam. 10 Om ontwikkelingen te duiden zijn er interviews gehouden met experts op het gebied van mode, design, digitale media en reclame. De uitkomsten van deze interviews zijn samen met de beschikbare data verwerkt in hoofdstuk 4 om zo meer inzicht te krijgen in de ontwikkelingen in deze deelsegmenten. 1.4 Opzet monitor In dit rapport komen de volgende onderwerpen aanbod. In hoofdstuk 2 zullen de ontwikkelingen in de creatieve industrie in de MRA en Nederland belicht en vergeleken worden. De toegevoegde waarde, het aantal vestigingen en het aantal banen in de totale creatieve sector en per deelsegment worden in kaart gebracht voor zover deze gegevens beschikbaar zijn. Daarnaast wordt er gekeken naar de volgende gemeenten: Amsterdam, Haarlem, Zaanstad, Hilversum en Almere. Het aantal banen en het aantal vestigingen is berekend op basis van data van LISA. Voor de toegevoegde waarde is gebruikt gemaakt van berekeningen van TNO. In het derde hoofdstuk wordt er nader ingegaan op de creatieve industrie in Amsterdam. Verder wordt er gekeken naar ontwikkelingen in het aantal zzp ers in de creatieve industrie in Amsterdam en wordt de verdeling over de stadsdelen onderzocht. Het vestigingenregister van O+S is de bron die ten grondslag ligt aan hoofdstuk 3. Voor het aantal banen worden zowel kleine banen (<12 uur werk per week) en grote banen (>12 uur werk per week) meegeteld. In hoofdstuk 4 worden 4 deelsegmenten van de creatieve industrie van de MRA onder de loep genomen: design, reclame, mode en digitale media. Hier worden onder meer de 9 Visie en strategische agenda creatieve industrie, CCAA (2010) 10 Monitor digitale media, O+S, 2012 11

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek cijfers van de toegevoegde waarde (voor zover bekend), het aantal vestigingen en de werkgelegenheid gepresenteerd, net als in hoofdstuk 2 gebaseerd op LISA en TNOcijfers. Interviews met vertegenwoordigers van de verschillende branches worden gebruikt om deze ontwikkelingen te duiden. 12

Monitor creatieve industrie 2012 2 Creatieve industrie Metropoolregio Amsterdam 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen in de creatieve industrie van de Metropoolregio Amsterdam en Nederland in kaart gebracht. Verder wordt er aandacht besteed aan de gemeenten Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat nader in op de ontwikkelingen binnen de creatieve industrie van de MRA ten opzichte van Nederland aan de hand van de toegevoegde waarde, het aantal vestigingen en de werkgelegenheid. Het tweede deel beschrijft de ontwikkelingen in de creatieve industrie van de gemeenten en vergelijkt deze met elkaar. De veranderingen in het aantal banen en vestigingen worden onderzocht tot en met 2012, voor de toegevoegde waarde zijn er data beschikbaar tot en met 2011. 2.2 Metropoolregio Amsterdam en Nederland De Metropoolregio Amsterdam (MRA) is een belangrijke spil in de Nederlandse economie. In 2010 groeide de totale toegevoegde waarde van de MRA in vergelijking met heel Nederland 0,5 procentpunt sneller, maar dit verschil is nu aan het afnemen. De Amsterdam Economic Board heeft een aantal clusters vastgesteld die een gewichtige rol spelen in het concurrentievermogen van de MRA, waaronder de creatieve industrie. Deze sector beslaat dan ook een groter aandeel van de economie van de MRA dan in Nederland als geheel. 2.2.1 Toegevoegde waarde Om de ontwikkelingen in en het economische belang van de creatieve industrie aan te tonen, is de toegevoegde waarde een belangrijke graadmeter. 11 De toegevoegde waarde van de creatieve sector van de MRA bedraagt in 2011 ongeveer 4,3 miljard euro. Dit is 5% van de totale toegevoegde waarde ofwel het bruto regionaal product van de MRA. Bijna 35% van de totale toegevoegde waarde in de Nederlandse creatieve industrie wordt gerealiseerd in de MRA, bijna twee keer zoveel als het aandeel van de totale economie van de MRA in de Nederlandse economie (17%). Dit betekent een concentratie van de creatieve industrie in de MRA. Tussen 2008 en 2011 heeft de creatieve industrie zich minder gunstig ontwikkeld dan de totale economie: de toegevoegde waarde van de creatieve industrie daalde in de MRA met 1,8%, terwijl de toegevoegde waarde van de totale economie met 1,1% groeide. Dit ligt in lijn met de ontwikkelingen in heel Nederland. 11 De toegevoegde waarde is een maatstaf voor de omvang van de productie. De toegevoegde waarde is gelijk aan de totaal gerealiseerde omzet verminderd met de kosten voor grondstoffen en halffabricaten. De som van de toegevoegde waarde van alle sectoren is het bruto binnenlands product (bbp). 13

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Tabel 2.1 Toegevoegde waarde van de creatieve industrie per deelsegment voor de MRA en Nederland voor 2007-2011 (bedrag in miljoenen euro's) MRA 2007 2008 2009 2010 2011 kunsten 925 894 925 989 963 media en entertainment 2.817 2.810 2.746 2.669 2.530 creatieve zakelijke dienstverlening 903 919 847 850 828 totale creatieve industrie 4.645 4.623 4.518 4.509 4.321 totale economie 83.503 86.195 83.408 85.983 87.041 aandeel c.i. van totaal in % 5,6 5,4 5,4 5,2 5,0 Nederland 2007 2008 2009 2010 2011 kunsten 3.299 3.265 3.228 3.220 3.184 media en entertainment 6.890 6.886 6.601 6.590 6.326 creatieve zakelijke dienstverlening 3.461 3.549 3.213 3.140 3.041 totale creatieve industrie 13.651 13.700 13.042 12.949 12.551 totale economie 517.162 528.239 510.796 521.126 527.239 aandeel c.i. van totaal in % 2,6 2,6 2,6 2,5 2,4 bron: TNO Tabel 2.2 Ontwikkeling in de toegevoegde waarde van de creatieve industrie per deelsegment voor MRA en Nederland voor 2007-2011 (in %) MRA Gemiddelde 2008 2009 2010 2011 groei 2008-11 kunsten -3,4 3,5 6,9-2,7 1,1 media en entertainment -0,2-2,3-2,8-5,2-2,6 creatieve zakelijke dienstverlening 1,7-7,8 0,5-2,7-2,1 totale creatieve industrie -0,5-2,3-0,2-4,2-1,8 totale economie 3,2-3,2 3,1 1,2 1,1 Nederland Gemiddelde 2008 2009 2010 2011 groei 2008-11 kunsten -1,1-1,1-0,3-1,1-0,9 media en entertainment -0,1-4,1-0,2-4,0-2,1 creatieve zakelijke dienstverlening 2,5-9,5-2,3-3,1-3,1 totale creatieve industrie 0,4-4,8-0,7-3,1-2,1 totale economie 2,1-3,3 2,0 1,2 0,5 bron: TNO 14

Monitor creatieve industrie 2012 Uit de daling in de toegevoegde waarde cijfers kan men constateren dat de recessie een duidelijke impact heeft op de creatieve industrie. De ontwikkelingen per deelsector verschillen. Bepaalde delen van de creatieve industrie blijken conjunctuur gevoeliger dan andere. De kunstensector is voor een groot deel door de overheid gefinancierd en is tot en met 2011 het minst gevoelig voor economisch slechte tijden. Met het oog op de geplande bezuinigen door de overheid in de kunstensector zal dit met alle waarschijnlijkheid gaan veranderen. 2011 is daar de voorbode van. De groei in de sectoren media en entertainment en de creatieve zakelijke dienstverlening is lager dan de gemiddelde groei van de creatieve industrie in de MRA. De afnemende vraag vanuit het bedrijfsleven resulteert in een lagere omzet in deze sectoren. Media en entertainment genereert nog steeds het grootse aandeel van de toegevoegde waarde in de creatieve industrie. Tegelijkertijd is de toegevoegde waarde die in de MRA verdiend wordt in dit deel het meest gedaald. In heel Nederland nam vooral de toegevoegde waarde van de creatieve zakelijke dienstverlening af. Dit is onder andere te wijten aan de ontwikkelingen in de reclame. De reclamebranche, een belangrijk onderdeel van de creatieve zakelijke dienstverlening, heeft de afgelopen jaren te kampen gehad met een negatieve groei. Ten opzichte van 2008 is de omzet in 2012 gekrompen met 25%. Het laatste kwartaal van 2012 ondervond ruim 22% van de ondernemers in de reclame branche een verslechtering van het economische klimaat. 12 Figuur 2.3 Ontwikkeling in de toegevoegde waarde van de totale creatieve industrie en per deelsector voor de MRA in indexcijfers (2007=100) 110 105 100 95 kunsten media en entertainment creatieve zakelijke dienstverlening totale creatieve industrie totale economie 90 85 2007 2008 2009 2010 2011 bron: TNO 12 CBS (2013) Monitor reclamebranche vierde kwartaal 2012 15

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.2.2 Vestigingen In zowel de MRA als in Nederland is het aantal vestigingen in de creatieve industrie bovengemiddeld gestegen. Dit is onder andere te verklaren door de nieuwe Wet op Handelsregister: In 2008 is de Wet op het Handelsregister officieel van kracht geworden. Dit houdt in dat iedere economische activiteit moet worden geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Deze wet heeft een aanzienlijke stijging teweeg gebracht in het aantal vestigingen en de werkgelegenheid, al is deze stijging de laatste jaren aan het afnemen. Het positieve effect is ook sterk terug te zien in de groei in het aantal vestigingen en banen in de creatieve industrie, met name in de kunstensector (+10.000 vestigingen sinds 2007) en de creatieve zakelijke dienstverlening. (+4.400). Vooral in 2009 en 2010 zijn de groeipercentages torenhoog, waarna de groei afvlakt. In deze subsectoren is in verhouding de invloed van de Wet op Handelsregister sterk terug te zien, aanzien er relatief veel kleine ondernemingen actief zijn. Deze kleine bedrijven waren voor 2008 niet verplicht zich te registeren. Tabel 2.4 Aantal vestigingen in de creatieve industrie per deelsegment voor de MRA en Nederland voor 2008-2012 (in aantallen) MRA 2008 2009 2010 2011 2012 kunsten 7.271 10.757 14.990 16.079 17.008 media en entertainment 7.491 9.146 10.535 10.743 10.917 creatieve zakelijke dienstverlening 7.949 9.251 10.723 11.871 12.387 totale creatieve industrie 22.711 29.154 36.248 38.693 40.312 totaal aantal vestigingen 186.200 202.180 217.260 227.750 233.150 aandeel c.i. van totaal in % 12,2 14,4 16,7 17,0 17,3 Nederland 2008 2009 2010 2011 2012 kunsten 29.918 36.194 43.714 47.426 49.729 media en entertainment 23.577 26.831 29.114 30.958 31.834 creatieve zakelijke dienstverlening 31.193 34.569 38.132 41.834 43.648 totale creatieve industrie 84.688 97.594 110.960 120.218 125.211 totaal aantal vestigingen 1.088.380 1.142.540 1.191.230 1.239.180 1.258.130 aandeel c.i. van totaal in % 7,8 8,5 9,3 9,7 10,0 bron: LISA 16

Monitor creatieve industrie 2012 Tabel 2.5 Ontwikkeling in de vestigingen in de creatieve industrie per deelsegment voor de MRA en Nederland voor 2009-2012 (in %) MRA gemiddelde 2009 2010 2011 2012 groei 2009-12 kunsten 47,9 39,4 7,3 5,8 25,1 media en entertainment 22,1 15,2 2,0 1,6 10,2 creatieve zakelijke dienstverlening 16,4 15,9 10,7 4,3 11,8 totale creatieve industrie 28,4 24,3 6,7 4,2 15,9 totaal aantal vestigingen 8,6 7,5 4,8 2,4 5,8 Nederland gemiddelde 2009 2010 2011 2012 groei 2009-12 kunsten 21,0 20,8 8,5 4,9 13,8 media en entertainment 13,8 8,5 6,3 2,8 7,9 creatieve zakelijke dienstverlening 10,8 10,3 9,7 4,3 8,8 totale creatieve industrie 15,2 13,7 8,3 4,2 10,4 totaal aantal vestigingen 5,0 4,3 4,0 1,5 3,7 bron: LISA Tabel 2.6 Grootste deelsegmenten in termen van aantal vestigingen in de MRA deelsegmenten per onderdeel vestigingen groei in % kunsten 2012 2012 beoefening van podiumkunst 4.457 10,4% schrijven en scheppende kunst 7.538 6,6% media en entertainment productie van films 2.913 1,6% Fotografie 3.121 3,3% creatieve zakelijke dienstverlening Reclamebureaus 6.828 3,7% industrieel ontwerp en vormgeving 3.345 6,2% bron: LISA 2.2.3 Werkgelegenheid In de creatieve industrie is het aantal banen sterker gestegen dan in de totale economie. Behalve in het deelsegment media en entertainment, waar het aantal banen in de MRA in 2011 en 2012 daalt. Evengoed is het nog steeds het onderdeel van de creatieve industrie dat de meeste werkgelegenheid biedt (37%). Het deelsegment media en entertainment staat al meerdere jaren onder druk door de groeiende concurrentie van het internet en door de toenemende automatisering. Het internet wordt steeds meer gebruikt om bijvoorbeeld naar de radio te luisteren, het nieuws te volgen en televisieprogramma s te kijken. Dit gaat ten koste van de traditionele mediavormen, zoals de uitgeverijenbranche en de productie van televisie. Digitale media is een sterk groeiende sector, die voor een deel overlapt met de creatieve industrie. Binnen de creatieve industrie compenseert deze groei momenteel nog niet de daling in de traditionele media.¹¹ 13 13 CBS (2009) Internet verdringt traditionele mediaproducten 17

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek De creatieve zakelijke diensten zorgt voor 29% van het aantal banen. Een snel groeiende tak van de creatieve zakelijke dienstverlening is industrieel ontwerp, waarbij het aantal werkzame personen met gemiddeld 7,8% is toegenomen van 2008 tot en met 2012. De sterkste groei van de werkgelegenheid deed zich voor in de kunsten, nu goed voor 35% van het aantal banen. Tabel 2.7 Werkzame personen in de creatieve industrie per deelsegment voor de MRA en Nederland voor 2008-2012 (in aantallen) MRA 2008 2009 2010 2011 2012 kunsten 23.134 25.765 30.397 31.170 31.397 media en entertainment 35.202 36.652 34.631 33.762 33.233 creatieve zakelijke dienstverlening 22.649 23.709 24.514 25.298 26.097 totale creatieve industrie 80.985 86.126 89.542 90.230 90.727 totaal aantal banen 1.274.800 1.284.590 1.288.540 1.295.710 1.290.670 aandeel c.i. in % 6,4 6,7 7,0 7,0 7,0 Nederland 2008 2009 2010 2011 2012 kunsten 84.671 89.678 97.408 100.721 100.533 media en entertainment 91.550 93.280 90.155 89.896 89.668 creatieve zakelijke dienstverlening 87.348 89.629 90.193 93.655 94.921 totale creatieve industrie 263.569 272.587 277.756 284.272 285.122 totaal aantal banen 8.109.300 8.139.830 8.101.560 8.141.700 8.084.740 aandeel c.i. van totaal in % 3,3 3,3 3,4 3,5 3,5 bron: LISA Tabel 2.8 Ontwikkeling in de banen in de creatieve industrie per deelsegment voor de MRA voor 2009-2012 (in %) gemiddelde 2009 2010 2011 2012 groei 2009-12 kunsten 11,4 18,0 2,5 0,7 8,2 media en entertainment 4,1 0,2-2,5-1,6 0,1 creatieve zakelijke dienstverlening 4,7 3,4 3,2 3,2 3,6 totale creatieve industrie 6,3 4,0 0,8 0,6 2,9 totaal aantal banen 0,8 0,3 0,6-0,4 0,3 bron: LISA Tabel 2.9 Ontwikkeling in de banen in de creatieve industrie per deelsegment voor Nederland voor 2009-2012 (in %) gemiddelde 2009 2010 2011 2012 groei 2009-12 kunsten 5,9 8,6 3,4-0,2 4,4 media en entertainment 1,9-3,4-0,3-0,3-0,5 creatieve zakelijke dienstverlening 2,6 0,6 3,8 1,4 2,1 totale creatieve industrie 3,4 1,9 2,3 0,3 2,0 totaal aantal banen 0,4-0,5 0,5-0,7-0,1 bron: LISA Uit verschillende onderzoeken blijkt de opkomst van ondernemerschap en in het bijzonder het groeiende belang van de kleine ondernemer. In Nederland en in Amsterdam is de 18

Monitor creatieve industrie 2012 groeiende importantie van ondernemerschap terug te zien in het relatief hoge aandeel ondernemers in de beroepsbevolking in vergelijking met andere West-Europese landen.¹² Dit heeft consequenties voor de samenstelling van de werkgelegenheid: minder mensen in loondienst, terwijl het aandeel zelfstandigen (al dan niet met personeel) in de beroepsbevolking toeneemt. Het groeiende belang van het ondernemerschap heeft een aantal oorzaken. Technologische ontwikkelingen hebben bijgedragen aan een reductie in de opstartkosten van een bedrijf. Daarnaast kunnen activiteiten gemakkelijker worden uitbesteed, waardoor bedrijven zich meer kunnen focussen op hun core business. Het internet speelt ook een rol in het kleiner worden van ondernemingen, het maakt de productie en distributie van niche producten rendabeler. Veranderingen in institutionele factoren, zoals de zelfstandigenaftrek en de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie), dragen bij aan een flexibelere arbeidsmarkt.¹³ De flexibilisering van de arbeidsmarkt maakt het makkelijker om naast een baan in loondienst een eigen bedrijf te starten. In het kader van de recessie huren bedrijven vaak liever een klein bureau in voor een opdracht, aangezien deze vaak flexibeler en goedkoper zijn. Het gevolg van de schaalverkleining, flexibilisering en digitalisering is dat de kleine bedrijven gezien worden als de nieuwe groeimotor van de economie. 1 1415 De verkleining van de gemiddelde ondernemingsomvang is een grotere mate waarneembaar in de creatieve industrie dan in de totale economie. Dit is terug te zien in het aantal werkzame personen per vestiging. In de MRA werken er gemiddeld 2,3 personen per vestiging in de creatieve industrie tegenover 5,5 in de totale economie. Tabel 2.10 Gemiddelde werkzame personen per vestiging voor de creatieve industrie van de MRA en Nederland, 2008-2012 (in aantallen) gemiddelde werkzame personen per vestiging afname in % MRA 2008 2009 2010 2011 2012 van 2008 tot 2012 creatieve industrie 3,6 3,0 2,5 2,3 2,3-36,9 totale economie 6,8 6,4 5,9 5,7 5,5-19,1 Nederland creatieve industrie 3,1 2,8 2,5 2,4 2,3-25,8 totale economie 7,5 7,1 6,8 6,6 6,4-14,7 bron: LISA 2.3 Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad In deze paragraaf wordt er ingezoomd op een vijftal, dat onderdeel is van de MRA, namelijk Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad. Aan de hand van toegevoegde waarde, het aantal vestigingen en de werkgelegenheid worden ontwikkelingen in deze gemeenten in kaart gebracht en vergeleken. 14 O+S (2012) Fact sheet: Opmars zzp ers in Amsterdam 15 Bron (2013), de creatieve sector als inspirator 19

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.3.1 Toegevoegde waarde In de gemeenten Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad wordt in 2011 3,5 miljard euro verdiend in de creatieve industrie. In totaal wordt 27,9% van de toegevoegde waarde van de creatieve industrie in Nederland gegenereerd in deze vijf gemeenten. De mate van specialisatie is het grootst in Hilversum. Hier wordt 21,1% van de totale toegevoegde waarde gegenereerd in de creatieve industrie. Daarna volgen Amsterdam en Haarlem waarbij de creatieve industrie een bijdrage levert van respectievelijk 6,8% en 4,2% aan de totale toegevoegde waarde. Figuur 2.11 Aandeel toegevoegde waarde per gemeente in totale toegevoegde waarde van de creatieve industrie van de MRA voor 2011 (in %) 19% 3% 2% Almere Amsterdam 15% Haarlem Hilversum 57% Zaanstad overig MRA 4% bron: LISA In de jaren 2007 tot en met 2011 nam de toegevoegde waarde van de creatieve industrie in Haarlem, Hilversum en Zaanstad af. De gemiddelde jaarlijkse krimp was respectievelijk 4,3%, 4,9% en 2,3%. De toegevoegde waarde van de totale economie daalde in deze gemeenten ook in deze periode, maar in mindere mate. In alle gemeenten op Almere na blijft de groei in de toegevoegde waarde van de creatieve industrie achter bij de groei in de toegevoegde waarde van de totale economie. In het eerste deel van dit hoofdstuk werd deze tendens ook geconstateerd in de gehele MRA en in Nederland. Er zijn grote verschillen in de ontwikkelingen per deelsector in de gemeenten. In Hilversum is er een afname in de toegevoegde waarde voor alle drie de deelsectoren kunsten, media en entertainment en de creatieve zakelijke dienstverlening over de jaren 2007 tot en met 2011. In Almere neemt alleen de creatieve zakelijke dienstverlening sterk af, met 10%. Amsterdam is de enige gemeente met een positieve gemiddelde groei van de toegevoegde waarde van de creatieve zakelijke dienstverlening. 20

Monitor creatieve industrie 2012 Tabel 2.12 Toegevoegde waarde per gemeente in miljoenen euro's voor de jaren 2007-2011 en de gemiddelde jaarlijkse groei van de creatieve industrie en de totale economie in %, 2008-2011 toegevoegde waarde aandeel c.i gemiddelde gemiddelde in % groei % c.i groei % ec. 2007 2008 2009 2010 2011 2011 08-11 08-11 Almere 115 127 145 129 115 2,5 0,8-0,4 Amsterdam 2.380 2.419 2.465 2.530 2.489 6,4 1,1 2,7 Haarlem 222 217 211 213 162 4,3-4,3-0,8 Hilversum 804 768 696 683 657 21,1-4,9-0,7 Zaanstad 84 88 82 83 76 2,2-2,3 0,4 bron: TNO Figuur 2.13 De gemiddelde jaarlijkse groei 2007-2011 in de toegevoegde waarde per deelsegment en de gemiddelde jaarlijkse groei 2007-2011 van de totale toegevoegde waarde per gemeente 8 6 4 2 kunsten 0-2 -4 media en entertainment creatieve zakelijke dienstverlening -6 totale economie -8-10 -12 Almere Amsterdam Haarlem Hilversum Zaanstad bron: TNO 2.3.2 Vestigingen Amsterdam heeft ruimschoots de meeste vestigingen van de vijf gemeenten. Daarnaast is het aandeel van het totaal aantal vestigingen per gemeente het hoogst in Amsterdam, namelijk 25%. Daaropvolgend hebben Hilversum en Haarlem een aandeel van resp. 18% en 17%. In alle vijf gemeenten is het aantal vestigingen in de creatieve industrie bovengemiddeld toegenomen, behalve in Hilversum. Een groot deel van de creatieve industrie van Hilversum is onderdeel van het segment media en entertainment, een deel dat al enige jaren onder druk staat door veranderingen in de markt. Dit blijkt behalve uit het afgenomen aandeel van de toegevoegde waarde ook uit een daling van het aantal vestigingen. De Wet op het Handelsregister heeft weinig invloed gehad op het aantal 21

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek vestigingen in Hilversum, omdat deze gemeente verhoudingsgewijs veel grote ondernemingen telt, zoals omroepen en commerciële televisiezenders. In Hilversum is het gemiddelde aantal werkzame personen dan ook een stuk hoger dan in de andere gemeenten. Figuur 2.14 Ontwikkeling in het aantal vestigingen in de creatieve industrie per gemeente, voor de jaren 2008-2012 (indexcijfers 2008=100) 220 200 180 160 140 120 Almere Amsterdam Haarlem Hilversum Zaanstad 100 80 2008 2009 2010 2011 2012 bron: LISA Tabel 2.15 Aantal vestigingen in de creatieve industrie per deelsegment per gemeente voor 2012 (in aantallen) en de gemiddelde jaarlijkse groei in % voor 2009-2012 vestigingen 2012 Almere Amsterdam Haarlem Hilversum Zaanstad kunsten 553 12.267 807 396 428 media en entertainment 463 7.252 427 517 267 creatieve zakelijke dienstverlening 437 7.588 722 341 408 totaal creatieve industrie 1.453 27.107 1.956 1.254 1.103 totaal aantal vestigingen 15.620 107.160 11.690 7.030 12.040 aandeel c.i. in % 9,3 25,3 16,7 17,8 9,2 gemiddelde banen per vestiging 1,8 2,0 2,0 8,2 1,7 gemiddelde jaarlijkse groei in %, 2009-2012 Almere Amsterdam Haarlem Hilversum Zaanstad kunsten 19,8 35,8 7,3 3,7 19,6 media en entertainment 7,1 14,1 5,8-1,3 9.6 creatieve zakelijke dienstverlening 4,9 16,9 6,5 1,4 8,3 totaal creatieve industrie 10,2 22,5 6,7 0,9 12,3 totaal aantal vestigingen 6,0 9,6 1,6 0,2 4,8 bron: LISA 22

Monitor creatieve industrie 2012 2.3.3 Werkgelegenheid Amsterdam heeft met 55.034 banen het grootste aantal werkzame personen in de creatieve industrie van de 5 gemeenten. Daarna volgt Hilversum met 10.241 banen. De creatieve industrie van Hilversum beslaat 22% van de totale werkgelegenheid. In de gemeenten Almere, Amsterdam, Haarlem en Zaanstad is het aantal banen in de creatieve industrie bovengemiddeld toegenomen. Alleen in Hilversum is het aantal banen in de creatieve industrie gedaald met gemiddeld -3,3% in de jaren 2008 tot en met 2012. Er is met name een daling te zien in het aantal, dat behoort tot de subsectoren televisieomroepen en facilitaire activiteiten voor film- en televisieproductie, met uitzondering van het jaar 2012. Opvallend is dat in 2012 de deelsector kunsten het grootste aandeel van de creatieve industrie beslaat in de gemeenten Almere, Amsterdam, Haarlem en Zaanstad, al zijn de verschillen in aandeel per deelsector soms niet heel groot. In voorgaande monitoren van de creatieve industrie besloeg de creatieve zakelijke dienstverlening of media en entertainment het grootste aandeel in de werkgelegenheid. In 2012 beslaat de deelsector kunsten het grootste aandeel van de creatieve industrie in de gemeenten Almere, Amsterdam, Haarlem en Zaanstad. Ook als men kijkt naar de creatieve industrie in heel Nederland is dit het geval. Deze verschuiving komt onder andere doordat de afgelopen jaren de sterkste stijging in het aantal banen heeft plaatsgevonden in de sector kunsten. Tot en met 2011 lijkt de kunstensector minder last te hebben gehad van de recessie. Met het oog op de door de overheid geplande bezuinigingen kan deze sector de klap nog verwachten. 23

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Figuur 2.16 Aandeel van het aantal banen per deelsector in de totale creatieve industrie en het aandeel van de creatieve industrie in de totale werkgelegenheid, per gemeente voor 2012 100 aandeel sector in CI aandeel CI in totaal banen 25 90 80 20 70 60 50 40 30 20 15 10 5 media en entertainment creatieve zakelijke dienstverlening kunsten aandeel CI in werkgelegenheid 10 0 0 bron: LISA Tabel 2.17 Aantal banen creatieve industrie per gemeente voor 2008-2012 (in aantallen) en de gemiddelde jaarlijkse groei werkgelegenheid in % voor de creatieve industrie en de economie werkgelegenheid aandeel c.i gemiddelde gemiddelde in % groei % c.i groei % ec. 2008 2009 2010 2011 2012 2012 09-12 09-12 Almere 2.580 3.068 2.883 2.664 2.632 3,2 1,0 0,5 Amsterdam 42.573 47.576 52.148 54.278 55.034 10,1 6,7 1,4 Haarlem 3.893 4.139 4.212 3.838 4.009 6,1 0,9-1,0 Hilversum 11.734 11.314 10.934 10.627 10.241 21,9-3,3-2,2 Zaanstad 1.791 1.893 1.938 1.926 1.915 3,1 1,7 0,3 bron: LISA 2.4 Conclusie In dit hoofdstuk komt een aantal factoren naar voren die invloed hebben op de omvang van en de ontwikkelingen in de creatieve industrie. De recessie heeft een duidelijk effect op de toegevoegde waarde cijfers van de creatieve industrie. In zowel de MRA als Nederland kromp de toegevoegde waarde van de creatieve industrie in de periode 2008-2011 terwijl de toegevoegde waarde van de gehele economie gemiddeld genomen iets groeide. De toegevoegde waarde nam niet in alle gemeenten in de MRA af. Van de vijf gemeenten die in dit onderzoek uitgelicht zijn, deed de krimp zich voor in drie van de vijf: in Haarlem, Hilversum en Zaanstad. De deelsectoren media en entertainment en de creatieve zakelijke dienstverlening bleken tussen 2008 en 2011 het meest 24

Monitor creatieve industrie 2012 conjunctuurgevoelig. De sector kunsten is afhankelijk van overheidsbudgetten. Dit heeft het effect van de recessie tot 2011 gedempt. Het aantal vestigingen in de creatieve industrie is fors gestegen. Dit komt onder andere door de Wet op het Handelsregister. De stijging in het aantal vestigingen overtreft de stijging in het aantal banen. Hieruit kan worden opgemaakt dat er sprake is van een schaalverkleining. De opkomst van het ondernemerschap heeft voor een stijging in het aantal kleine ondernemingen gezorgd. Technologische ontwikkelingen en de lagere kosten van het ondernemerschap hebben hieraan bijgedragen. Zowel in de MRA als in Nederland stijgt de werkgelegenheid in de creatieve industrie, met name in de kunstensector en in de creatieve zakelijke dienstverlening. In de sector media en entertainment neemt de werkgelegenheid al jaren af. Deze trendmatige ontwikkeling is ook in eerdere monitoren van de creatieve industrie benoemd. Hierdoor daalt de werkgelegenheid in Hilversum. In de andere gemeenten neemt de werkgelegenheid in de creatieve industrie toe tussen 2008 en 2012. In haast alle onderzochte regio s en gemeenten is vooral in de deelsector kunsten het aantal banen en vestigingen hard gestegen. In 2012 heeft de sector kunsten het grootste aandeel in de creatieve industrie in Nederland qua werkgelegenheid en vestigingen. In de MRA is dit ook zo qua vestigingen, maar wat werkgelegenheid betreft is media en entertainment nog steeds het grootst. Media en entertainment levert bovendien nog steeds de belangrijkste bijdrage aan de toegevoegde waarde, zowel in de MRA als in heel Nederland. In de creatieve industrie in zowel de MRA, Nederland als de onderscheiden gemeenten neemt het aantal banen percentueel gezien meer toe dan de toegevoegde waarde in de jaren 2008 tot en met 2012. In veel gevallen neemt de toegevoegde waarde zelfs af. Er is dus minder toegevoegde waarde gegenereerd door meer mensen. Vermoedelijk is dit ook een effect van de recessie. Het maatschappelijke en economische belang van de creatieve industrie is vooral terug te zien in de groeiende bijdrage die het levert aan het aantal vestigingen en aan de werkgelegenheid. Het aandeel van de toegevoegde waarde van de creatieve industrie in de totale economie is kleiner dan het aandeel van de creatieve industrie in de totale werkgelegenheid in zowel de MRA, Amsterdam en Nederland. Hieruit kan men constateren dat de creatieve industrie een arbeidsintensieve sector is, die geconcentreerd is in de MRA en daarbinnen in Amsterdam. 25

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Figuur 2.18 Aandeel van de toegevoegde waarde, het aantal vestigingen en het aantal banen in de totale economie voor de MRA, Amsterdam en Nederland in 2011 (in %) 30 25 20 toegevoegde waarde 15 vestigingen 10 banen 5 0 Nederland MRA Amsterdam bron: TNO en LISA 26

Monitor creatieve industrie 2012 3 Creatieve industrie Amsterdam 3.1 Inleiding De creatieve industrie in de MRA is geconcentreerd in Amsterdam. Hier is het aandeel van de creatieve industrie in de toegevoegde waarde, totale aantal vestigingen en de werkgelegenheid het hoogst. In dit hoofdstuk wordt er verder ingezoomd op de creatieve industrie van Amsterdam. Er wordt gekeken naar het effect van de wetswijziging. Daarnaast worden en aantal eigenschappen van de creatieve industrie onderzocht, namelijk de dynamiek, de bedrijfsgrootte en het aandeel zzp ers. In dit hoofdstuk is er gebruik gemaakt van het vestigingen bestand van O+S, genaamd ARRA. 3.2 Effect wetswijziging In het vorige hoofdstuk is het belang van het effect van de Wet op het Handelsregister al belicht. Figuur 3.1 laat zien dat de invoering van de wet een aanzienlijke stijging teweeg heeft gebracht in het aantal banen in de creatieve industrie. Het aantal geregistreerde banen neemt in 2009 voor een groot deel toe door de wetswijziging. In 2010 en 2011 neemt het effect van de wetswijziging af. Figuur 3.1 Effect van de wetswijziging op het aantal banen in de creatieve industrie van Amsterdam (in aantallen) 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0-2000 -4000 andere toename toename door wetswijziging afname saldo incl. wetswijziging saldo excl. wetswijziging -6000-8000 2008 2009 2010 2011 bron: O+S 27

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 3.3 Dynamiek De creatieve sector is een dynamische sector met relatief veel starters en stoppers. Hiermee onderscheidt de creatieve industrie zich van de totale economie. Uit figuur 3.2 blijkt dat starters, ondernemers die naar Amsterdam zijn verhuisd en de wetswijziging behoren tot de belangrijkste oorzaken van banengroei in de creatieve industrie van Amsterdam. Voor de totale economie geldt dat de banengroei in sterkere mate wordt gegenereerd bij bestaande bedrijven. De verschillen tussen de creatieve industrie en de totale economie zijn minder groot wanneer men kijkt naar het banenverlies. Wel kan worden geconstateerd dat de krimp van bestaande ondernemingen in de totale economie vaker voorkomt dan in de creatieve industrie. Gezien de vele 1 persoonsvestigingen in de creatieve industrie is dit aannemelijk. Het banenverlies in de creatieve industrie wordt in sterkere mate veroorzaakt door verhuizing naar een andere regio. Binnen de totale economie van Amsterdam wordt een groter deel van de stijging en daling in het aantal banen dus bepaald door reeds bestaande ondernemingen. In de creatieve industrie zijn relatief weinig snelgroeiende bedrijven oftewel gazelles. De banengroei wordt met name bepaald door startende ondernemingen, die daarna niet veel meer groeien. Het aantal werkzame personen per vestiging is dan ook relatief laag in de creatieve industrie. De dynamiek van de creatieve sector is te verklaren door de relatief hoge concurrentie, wat ook wordt weerspiegeld in de relatief lage overlevingskansen van ondernemers in de creatieve industrie. 16 Figuur 3.2 Uitsplitsing van de banengroei in 2007-2011 naar verschillende categorieën voor de creatieve industrie en de totale economie (aandeel in %) 100 80 overig 60 groei bestaande ondernemingen wijziging activiteit 40 20 wetswijziging starters verhuisd 0 creatieve industrie totale economie bron: O+S 16 Bron (2013), de creatieve sector als inspirator 28

Monitor creatieve industrie 2012 Figuur 3.3 Uitsplitsing van de dynamiek in 2007-2011 naar verschillende categorieën voor de creatieve industrie en de totale economie (aandeel in %) 100 80 60 40 20 overig krimp bestaande onderneming wijziging activiteit failliet verhuisd 0 creatieve industrie totale economie bron: O+S 3.4 Bedrijfsgrootte creatieve industrie De creatieve industrie bevat voornamelijk kleine bedrijven. In Amsterdam bestaat 84% van de vestigingen in de creatieve industrie uit 1 persoonsvestigingen. In de rest van de economie beslaat het aantal 1 persoonsvestigingen 65% van het totale aantal vestigingen. Zo n kleine ondernemingsomvang heeft zijn voordelen, het zorgt onder andere voor meer flexibiliteit. 17 De keerzijde is dat creatieve industrie weinig grote ondernemingen kent: 4% van het aantal vestigingen in de creatieve industrie van Amsterdam heeft meer dan 5 werknemers, voor de totale economie is dit 15%. Er zijn niet veel bedrijven waarvoor het belangrijk is om schaalvoordelen te behalen, met uitzondering van facilitaire ondersteuners van tv en distribiteurs van films en televisie producten. Met name in Hilversum zijn er relatief veel facilitaire ondersteuners van tv gevestigd: 11% van het totale aantal vestigingen in de creatieve industrie. In Amsterdam maken facilitaire ondersteuners van tv en distribiteurs van films en televisie maar 2,6% uit van het totaal aantal vestigingen in de creatieve industrie. Dit verklaart onder andere de relatief grote ondernemersomvang van de creatieve industrie in Hilversum, die al aan de orde kwam in hoofdstuk 2. Middelgrote bedrijven in de creatieve industrie zijn bijvoorbeeld musea, omroepen en bibliotheken. 17 Bron (2013), de creatieve sector als inspirator 29