Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/13/009 BERAADSLAGING NR 12/023 VAN 6 MAART 2012, GEWIJZIGD OP 5 JUNI 2012 EN OP 15 JANUARI 2013, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS AAN HET CENTRUM VOOR SOCIOLOGISCH ONDERZOEK VAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN VOOR HET VERRICHTEN VAN EEN ONDERZOEK AANGAANDE DE KWETSBAARHEID VAN ZESTIGPLUSSERS Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 5 en artikel 15, 1; Gelet op de aanvraag van het Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de Katholieke Universiteit Leuven van 17 februari 2012; Gelet op de auditoraatsrapporten van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 23 februari 2012, 21 mei 2012 en 14 december 2012; Gelet op het verslag van de Voorzitter. A. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG 1. In het kader van een onderzoek aangaande de kwetsbaarheid van zestigplussers wenst het Centrum voor Sociologisch Onderzoek (CESO) van de Katholieke Universiteit Leuven te kunnen beschikken over bepaalde gecodeerde persoonsgegevens uit het datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming. Het wil meer bepaald hun inkomenssituatie nagaan, zowel op individueel niveau als op huishoudniveau. 2. De onderzoeksgroep zou bestaan uit de personen van zestig jaar of ouder die in 2008 in België woonden en hun gezinsleden gekend op 31 december 2007. De Kruispuntbank van
2 de Sociale Zekerheid zou uit die onderzoeksgroep een steekproef van vijf procent trekken. Het betreft ongeveer 123.000 personen. Daarnaast zouden er twee bijkomende steekproeven worden getrokken: enerzijds een steekproef van 4.000 personen van zestig jaar of ouder gestratifieerd volgens herkomst en anderzijds een steekproef van 3.000 vrouwen tussen vierenzestig en zeventig jaar (leeftijdsgrenzen inbegrepen) gestratifieerd volgens historiek van de burgerlijke staat. 3. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid zou aangaande de steekproefpersonen (zestigplussers en gezinsleden) de volgende persoonsgegevens opzoeken, koppelen, coderen en aan het CESO meedelen. 4. Persoonskenmerken (situatie op 31 december 2007): het gecodeerd identificatienummer van de sociale zekerheid, het geslacht, de LIPRO-positie, de datum van overlijden (jaar en maand), het begin van de samenwoonst (het jaar waarin het kind en de zestigplusser voor het eerst in hetzelfde huishouden hebben samengewoond), het einde van de samenwoonst (het jaar waarin het kind en de zestigplusser voor het laatst in hetzelfde huishouden hebben samengewoond), het geboortejaar (gedeeltelijk in klassen), het geboortejaar van het kind (gedeeltelijk in klassen), het gecodeerd identificatienummer van de sociale zekerheid van het gezinshoofd, het gecodeerd identificatienummer van de sociale zekerheid van het kind waarmee de zestigplusser heeft samengewoond in de loop van zijn leven, het gewest of het land (in klassen) van de woonplaats, alle burgerlijke staten van de zestigplusser, de verwantschapsrelatie tot het gezinshoofd (de originele niet gehercodeerde waarde), de nationaliteit (in klassen), de begindatum van de huidige nationaliteit (jaar), de eerste nationaliteit (in klassen), het jaar van de eerste inschrijving in het Rijksregister, het geboorteland en de datum van inschrijving in de eerste gemeente van verblijf in België (jaar en maand, alleen voor de personen voor wie de geboorteplaats niet België is). 5. Persoonsgegevens met betrekking tot de socio-economische positie (voor de vier kwartalen van 2008): de socio-economische positie op de laatste dag van het kwartaal op basis van de nomenclatuur van de socio-economische positie en de aanduiding dat de pensioentrekkende toegelaten arbeid uitoefent als pensioentrekkende op de laatste dag van het kwartaal. 6. Pensioenkenmerken (voor de vier kwartalen van 2008, inzake de kapitaaluitkeringen ook voor alle jaren van de periode 1980-2007, per kwartaal indien mogelijk): de begindatum van de referteperiode (jaar en maand), de code die aanduidt dat het rustpensioen werd berekend op basis van het tarief alleenstaande of het tarief gezin, de code voordeel, de einddatum van de referteperiode (jaar en maand), de maand van betaling, de oorsprong van het recht, de periodiciteit, het type pensioen, de code gezinslast, de factoren waarmee rekening moet gehouden worden bij de bepaling van de inhouding voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, het teken van het bedrag van de inhouding voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (plus/min), het bedrag van de inhouding voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (in klassen), het teken van het bedrag van de solidariteitsafhouding (plus/min), het bedrag van de solidariteitsafhouding (in klassen), het percentage van de solidariteitsafhouding, de code echtgenoot ten laste, het aantal kinderen ten laste, het aantal andere personen ten laste, het bedrag van de voorheffing (in klassen),
3 het percentage van de voorheffing, het brutobedrag van de betaling die betrekking heeft op het voordeel (dit bedrag wordt opgegeven vóór er fiscale en sociale verminderingen zijn toegepast, in klassen), het gecodeerd aansluitingsnummer, het gecodeerd dossiernummer, de code die het soort instelling die het pensioen uitbetaalt aangeeft en het soort pensioen. 7. Loopbaangegevens over loontrekkenden: de loopbaancode, het loopbaanjaar, de bron, de bezoldiging op jaarbasis (in klassen), het aantal gepresteerde dagen, het aantal gelijkgestelde dagen, het aantal gepresteerde uren, het aantal uren gepresteerd door de maatman, de begindatum van de periode van arbeidsongeschiktheid, de einddatum van de periode van arbeidsongeschiktheid, het percentage arbeidsongeschiktheid en de toekenningscode. 8. Loopbaangegevens over zelfstandigen: teller en noemer van de loopbaanbreuk. 9. Loopbaangegevens over ambtenaren: het ingangsjaar van het pensioennummer, de startdatum van de periode waarop de prestaties/afwezigheden betrekking hebben (jaar en maand), de einddatum van de periode waarop de prestaties/afwezigheden betrekking hebben (jaar en maand), de aanduiding dat de periode betrekking heeft op actieve dienst of verlof/afwezigheid, het type afwezigheid/verlof waarop de periode betrekking heeft, de verhouding tussen de feitelijke prestaties en de volledige duur voor de betrokken periode, de verhouding tussen de feitelijke afwezigheden/verlof en de volledige duur voor de betrokken periode, het aantal maanden effectieve tewerkstelling, het aantal maanden dat effectief gewerkt zou zijn bij voltijdse aanstelling en het aantal maanden van de afwezigheid/verlof dat als aanneembaar wordt beschouwd voor de pensioenberekening. 10. Persoonsgegevens berekend op basis van de data uit het pensioenkadaster (kapitaaluitkeringen hebben betrekking op de periode 1980-2008, de overige gegevens op het jaar 2008, tenzij het gegeven verwijst naar een toestand vóór 2008): het gecumuleerd bedrag per persoon op jaarbasis per soort pensioen (in klassen), het totaalbedrag aan overlevingspensioen (in klassen), de aangepaste versie van het bedrag van het rustpensioen werknemer (in klassen, het gezinstarief wordt omgerekend naar het tarief van alleenstaande), de aangepaste versie van het bedrag rustpensioen zelfstandige (in klassen, het gezinstarief wordt omgerekend naar het tarief van alleenstaande), het totaalbedrag aan rustpensioen (in klassen), het totale tweedepijlerpensioen (uitgekeerd in kapitaal, overleving en rust, in klassen), het totale eerstepijlerpensioen exclusief inkomensgarantie voor ouderen (in klassen), het totale eerstepijlerpensioen op basis van het tarief van alleenstaanden (in klassen), het totale eerstepijlerpensioen inclusief inkomensgarantie voor ouderen (in klassen), het totale tweedepijlerpensioen (uitbetaald in reële rente, overleving en rust, in klassen), de leeftijd bij de opname van de eerste pijler (in jaren), de leeftijd bij de opname van de tweede pijler (in jaren), de leeftijd bij de opname van de tweede pijler (kapitaal, in jaren), de leeftijd bij de opname van de tweede pijler (rente, in jaren), het jaar waarin voor het eerst een eerstepijlerpensioen werd ontvangen, het jaar waarin voor het eerst een tweedepijlerpensioen werd ontvangen, het jaar waarin voor het eerst een tweedepijlerpensioen in kapitaal werd ontvangen en het jaar waarin voor het eerst een tweedepijlerpensioen in rente werd ontvangen.
4 11. Inkomensgegevens andere dan pensioenen: het bruto belastbaar loon (in klassen), het nettobedrag van het beroepsinkomen als zelfstandige (in klassen), de bruto belastbare uitkering uitbetaald door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (in klassen), de bruto belastbare uitkering uitbetaald door de ziekenfondsen (in klassen), de bruto belastbare uitkering uitbetaald door het Fonds voor Arbeidsongevallen (in klassen), de bruto belastbare uitkering uitbetaald door het Fonds voor de Beroepsziekten (in klassen), de bruto belastbare uitkering uitbetaald door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (in klassen), de bruto belastbare uitkering uitbetaald door de programmatorische overheidsdienst Maatschappelijke Integratie (in klassen), de bruto belastbare uitkering uitbetaald door de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid (in klassen), de bruto belastbare uitkering uitbetaald door de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (in klassen), de bruto belastbare uitkering uitbetaald door het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen in het kader van kinderbijslag (in klassen), de aanduiding dat de betrokkene recht heeft op een integratietegemoetkoming, een inkomensvervangende tegemoetkoming of een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden en de maand waarvoor de persoon met een handicap recht heeft op een integratietegemoetkoming, een inkomensvervangende tegemoetkoming of een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Daarnaast worden volgende geaggregeerde statistieken en parameters gevraagd: - de verdeling van het aantal Poolse werknemers van Poolse afkomst binnen de groep personen afkomstig uit de EU-12 behorende tot de steekproef (de EU-12 omhelst volgende landen: Polen, Hongarije, Slowakije, Slovenië, Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Cyprus, Malta, Bulgarije en Roemenië); - het aantal personen per nationaliteitsklasse van herkomst (de eerste nationaliteit) voor de ganse bevolking van zestig jaar of ouder; - het aantal personen uit de steekproef woonachtig in België van zestig jaar of ouder; - het aantal vrouwen tussen vierenzestig en zeventig jaar per groep (gebaseerd op de historiek van de burgerlijke staat) voor de ganse bevolking van vrouwen tussen vierenzestig en zeventig jaar; - het aantal vrouwen tussen vierenzestig en zeventig jaar woonachtig in België; - het mediaan netto equivalent inkomen. B. BEHANDELING VAN DE AANVRAAG 12. Krachtens artikel 5, 1, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid verzamelt de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid persoonsgegevens bij de instellingen van sociale zekerheid, slaat ze op, voegt ze samen en deelt ze mee aan de personen die ze nodig hebben voor het verrichten van onderzoeken die nuttig zijn voor de kennis, de conceptie en het beheer van de sociale zekerheid. 13. Het betreft een mededeling van persoonsgegevens die krachtens artikel 15, 1, van de wet van 15 januari 1990 een principiële machtiging van de afdeling sociale zekerheid van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid vereist.
5 14. De mededeling beoogt het verrichten van een onderzoek aangaande de kwetsbaarheid van zestigplussers. Het betreft een gerechtvaardigd doeleinde. 15. De persoonsgegevens in kwestie zijn, uitgaande van dat doeleinde, ter zake dienend en niet overmatig. De mee te delen persoonsgegevens kunnen slechts door middel van een betekenisloos volgnummer in verband worden gebracht met een geïdentificeerde of identificeerbare persoon. De eigenlijke persoonskenmerken worden daartoe beperkt en doorgaans in klassen meegedeeld. 16. Overeenkomstig artikel 4, 1, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens mogen persoonsgegevens niet verder worden verwerkt op een wijze die, rekening houdend met alle relevante factoren, met name met de redelijke verwachtingen van de betrokkene en met de toepasselijke regelgeving, onverenigbaar is met die doeleinden. Voor zover het gaat om een latere verwerking van persoonsgegevens waarvan het doeleinde niet op zich verenigbaar is met het oorspronkelijk doeleinde, is deze latere verwerking van persoonsgegevens verboden behalve indien wordt beantwoord aan de voorschriften van afdeling II van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. 17. Het CESO kan het hogervermelde doeleinde niet verwezenlijken aan de hand van anonieme gegevens vermits het de situatie van individuen dient te kunnen opvolgen. 18. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid mag de gecodeerde persoonsgegevens slechts meedelen nadat ze, overeenkomstig artikel 13 van het hogervermelde koninklijk besluit van 13 februari 2001, in het bezit werd gesteld van het door de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer aan het CESO uitgereikte ontvangstbewijs van de aangifte van de verwerking voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden. 19. Overeenkomstig artikel 23 van het hogervermelde koninklijk besluit van 13 februari 2001 mogen de resultaten van de verwerking voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden niet worden bekendgemaakt in een vorm die de identificatie van de betrokken persoon mogelijk maakt tenzij deze laatste daartoe zijn toestemming heeft gegeven en de persoonlijke levenssfeer van derden niet wordt geschonden of tenzij de bekendmaking van niet-gecodeerde persoonsgegevens beperkt blijft tot persoonsgegevens die kennelijk door betrokkene zelf publiek zijn gemaakt of die in nauw verband staan met het publiek karakter van betrokkene of van de feiten waarbij deze laatste betrokken is of is geweest. Met voorbehoud van voormelde uitzonderingen, dienen de onderzoeksresultaten aldus op een anonieme wijze te worden gepubliceerd. 20. Het CESO dient bij de verwerking van de persoonsgegevens rekening te houden met de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, hun uitvoeringsbesluiten
6 en elke andere wettelijke of reglementaire bepaling tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 21. Het CESO mag de ontvangen gecodeerde persoonsgegevens bijhouden tot en met 31 december 2015. Na deze datum dient het de gecodeerde persoonsgegevens te vernietigen, behoudens indien het vooraf vanwege het sectoraal comité de machtiging verkrijgt om ze ook na deze datum nog bij te houden. Om deze redenen, machtigt de afdeling sociale zekerheid van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid om de hogervermelde gecodeerde persoonsgegevens onder de hogervermelde voorwaarden mee te delen aan Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de Katholieke Universiteit Leuven voor het verrichten van een onderzoek aangaande de kwetsbaarheid van zestigplussers. Yves ROGER Voorzitter De zetel van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid is gevestigd in de kantoren van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, op volgend adres : Willebroekkaai 38 1000 Brussel (tel. 32-2-741 83 11)