gezien het voorstel van het presidium van 10 december 2009, nr. GRIF/2010/285707

Vergelijkbare documenten
Rechtspositieverordening raads- en commissieleden. gezien het voorstel van het presidium van 10 december 2009, nr.

Rechtspositieverordening raads- en commissieleden.

RAADSBESLUIT. Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2012, met nummer 33/2012;

Concept verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden De raad van de gemeente Maasdriel;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

4",..,,,.' B .C-. E R N H EZ E. gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april 2014;

gezien de circulaires van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten d.d. 17 mei 2006 (MARZ/CvA/U ) en 7 juli 2006 (MARZ/CvA/u );

Gemeente Wormerland. Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Burgerraadsleden Wetstechnische informatie. Tekst van de regeling

Gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden 2012.

- 1 - gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

CVDR. Nr. CVDR35860_1. Verordening voorzieningen raadsleden Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Gelet op de artikelen 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Valkenburg aan de Geul 2008

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Houten

Raadsbesluit Reg. nr : Ag. nr : 9 Datum :

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van ; gezien het voorstel van het college van 6 februari 2007,doc.nr. B /09192;

TOELICHTING OP DE VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2013

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden en de onkostenvergoeding raadsleden

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013 onder de WKR

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2009

Nr GEMEENTEBLAD De raad van de gemeente Westerveld, Hoofdstuk

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2006.

Artikel 3 Onkostenvergoeding Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen Artikel 5 Reiskosten Artikel 6 Verblijfkosten

vast te stellen de volgende: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011

2011 BESLUITEN Nr Afdeling: Griffie Leiderdorp,

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE SINT ANTHONIS

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Gemeenteblad van Zaltbommel 2011 Nr. 4.1

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2011, nr ;

Behandelend ambtenaar E.J. Maring-van der Ploeg, (t.a.v. E.J. Maring-van der Ploeg)

vast te stellen de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2012.

gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 9 maart 2010;

Reg. nr.: Z /INT *ZAADFBAC759* Oude versie met artikelsgewijs de aanpassingen.

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013

Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2006

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014

Onderwerp: Wijziging "Verordening wethouders en raadsleden 2007"

Verordening rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 mei 2007;

VERORDENING VOORZIENINGEN WETHOUDERS, RAADSLEDEN, DUO RAADSLEDEN EN COMMISSIELEDEN.

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden van de gemeente Leudal 2014

Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon (0184) 495. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2009;

RAADSBESLUIT. Datum en nummer 20 september 2007, nummer 040/2007. De raad van de gemeente Papendrecht;

Verordening rechtspositie raadsleden, fractievertegenwoordigers en wethouders

2007/045 VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN (inclusief 1 e wijziging)

Gelet op de artikelen 95 tot en met 99 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

Voorgestelde wijzigingen verordening: Was-wordt lijst verordening raadsleden en wethouders

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006

Concept verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016

Verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

De gemeenteraad van Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 28 juni 2007

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raadsen commissieleden gemeente Kerkrade 2014

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 201 4

verordening op rechtspositie wethouder, raads- en commissieleden van de gemeente Sliedrecht 2009

Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Forumleden in de gemeente Montfoort 2011

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen. Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden. gemeente Overbetuwe Ons kenmerk: 10RB Nr.

: Actualisering van de "Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007".

Verordening rechtspositie wethouders Dordrecht

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen. Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

gelet op de artikelen 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet en gelet op het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden; b e s l u i t :

Aan de Raad. Made, 2 december Raadsvergadering d.d. 9 januari Agendapunt: Onkostenvergoeding bestuurders

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 juni 2014, nr ;

voor commissiebehandeling naam opsteller: F.A.M. van Gorkum telefoonnummer: adres:

Onderwerp : Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006.

Tekstuitgave van de verordening voorzieningen wethouders-, raads-, burger- en commissieleden

vast te stellen de navolgende VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE WAALWIJK 2010

vast te stellen de navolgende VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE WAALWIJK 2006

RAADSVOORSTEL. Toelichting Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden.

Gemeente Stadskanaal: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Stadskanaal 2015

19 november /53 n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN BEEMSTER 2006

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2012

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Zeewolde 2014

gelet op de artikelen 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet en gelet op het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden; b e s l u i t :

Verordening rechtspositie wethouders, raads - en commissieleden 2014

Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers De Bilt 2015

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Toelichting bij de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

gelet op artikel(en) 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Boxmeer van 26 juni 2007;

Gulpen-Wittem, 24 juli 2007 Auteur Thea Bormans Portefeuillehouder Burgemeester Bijlagen Diversen Afdeling personeelszaken Ons Kenmerk

Transcriptie:

Nr. Grif/2010/285707 De RAAD van de gemeente Dordrecht, gezien het voorstel van het presidium van 10 december 2009, nr. GRIF/2010/285707 gelet op de artikelen 95, 96, 97 en 99 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden; besluit: vast te stellen de volgende RECHTSPOSITIEVERORDENING RAADS- EN COMMISSIELEDEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: 1. raadslid: een lid van de gemeenteraad van Dordrecht, dat niet tevens tijdelijk ook het ambt van wethouder bekleedt; 2. commissie: een door de raad op grond van artikel 82 van de Gemeentewet ingestelde raadscommissie; 3. commissielid: een burgerraadslid als genoemd in artikel 1 onder e van de Commissieverordening 2007; 4. rechtspositiebesluit: het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden; 5. de griffier: de griffier van de gemeente Dordrecht. Primaire vergoedingen Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden en de onkostenvergoeding raadsleden 1. Aan een raadslid wordt per maand een vergoeding voor de werkzaamheden als raadslid toegekend ter hoogte van het bedrag, dat wordt genoemd in tabel I behorend bij het rechtspositiebesluit. 2. Aan een raadslid wordt per maand een onkostenvergoeding toegekend ter hoogte van het bedrag, dat wordt genoemd in tabel II behorend bij het rechtspositiebesluit. 3. Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef, en onderdeel F van de wet op de loonbelasting voor de toepassing van die wet als een dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt per maand een onkostenvergoeding toegekend ter hoogte van het bedrag, dat wordt genoemd in tabel III behorend bij het rechtspositiebesluit. 4. De vergoeding voor de werkzaamheden en de onkosten worden aan het raadslid toegekend met ingang van de dag van beëdiging en eindigt op het tijdstip van beëindiging van het raadslidmaatschap. Artikel 2a. Vergoeding voor waarneming van het voorzitterschap van de raad Het raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoedingen.

Artikel 3. Presentiegeld commissieleden Commissieleden ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding die gelijk is aan het bedrag vermeld in tabel IV, behorend bij het rechtspositiebesluit. Secundaire voorzieningen Artikel 4. Reis- en verblijfkosten 1. Raads- en commissieleden hebben aanspraak op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van de raad, het college of de burgemeester. 2. Commissieleden hebben tevens aanspraak op een vergoeding van 6,-- per maand voor reiskosten gemaakt in verband met reizen voor het bijwonen van een vergadering van de commissie. 3. De vergoeding bedoeld in het eerste lid bedraagt: a. bij gebruik van het openbaar vervoer: het volledige bedrag van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke kosten; b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders; c. bij verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente: de in redelijkheid gemaakte kosten. 4. De reis- en verblijfkosten worden gedeclareerd bij de griffier door middel van het formulier opgenomen in bijlage 3 bij deze verordening. Artikel 5. Computer- en communicatietoebehoren 1. Een raads- of commissielid, dat de in bijlage 1 bij deze verordening opgenomen verklaring heeft ondertekend, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf en het gebruik van computer- en communicatietoebehoren geschikt voor breedbandinternet. 2. De tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 40, per maand. 3. De redelijkerwijs noodzakelijke aanlegkosten van een breedband internetverbinding op het huisadres komen in het geheel voor rekening van de gemeente en worden gedeclareerd bij de griffier door middel van het formulier opgenomen in bijlage 2 bij deze verordening. Artikel 6. Compensatie bij korting wegens samenloop van het raadslidmaatschap met een WW of WAO uitkering 1. Het raadslid dat een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet ontvangt en op deze uitkering gekort wordt wegens het bekleden van het ambt van raadslid, heeft een aanspraak op een vergoeding ten laste van de gemeente Dordrecht. 2. De vergoeding wordt toegekend als de korting hoger is dan de vergoeding voor werkzaamheden die het raadslid ontvangt. Hierbij wordt de vergoeding voor werkzaamheden toegerekend aan het aantal uren waarover geen werkloosheidsuitkering wordt ontvangen. 3. De vergoeding wordt berekend over de bruto verschillen, waarbij het verschil bruto wordt toegekend. 4. De vergoeding wordt op aanvraag toegekend na het overleggen van de betreffende bewijsstukken. 5. Op verzoek van een raadslid dat een uitkering ontvangt in verband met geheel of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, kan de vergoeding voor werkzaamheden worden verlaagd.

Artikel 6a. Cursus, congres, seminar of symposium De kosten van deelname door raads- en commissieleden aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. Artikel 6b. Voorziening bij tijdelijk ontslag van raadsleden wegens zwangerschap/bevalling of langdurige ziekte 1. De artikelen 2, 5 en 6 van deze verordening blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of langdurige ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding de helft bedraagt van de in artikel 2, tweede lid, bepaalde vergoeding. 2. De artikelen 2, 4, 5, 6, 6a en 6b van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte. Artikel 7. Slotbepalingen 1. Deze verordening treedt in werking op 11 maart 2010 en kan worden aangehaald als "Rechtspositieverordening raads- en commissieleden 2010'. 2. Met ingang van 11 maart 2010 wordt de Rechtspositieverordening raads- en commissieleden, vastgesteld op 28 februari 2006, ingetrokken. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van... 2010. De griffier, De voorzitter,

Toelichting Algemeen Op 28 februari 2006 is de huidige Rechtspositieverordening voor raads- en commissieleden vastgesteld. Sindsdien zijn er wijzigingen opgetreden in landelijke regelgeving, die aanpassing van de Rechtspositieverordening nodig of wenselijk maken. Wat de wijzigingen inhouden wordt in de artikelsgewijze toelichting nader omschreven. De rechtspositie van raads- en commissieleden heeft als basis drie niveaus van wet- en regelgeving. In de eerste plaats regelt de Gemeentewet. In de artikelen 95 t/m 99 is een aantal aanspraken geregeld, die een raadslid toekomen vanaf het moment dat zijn of haar benoeming is geaccepteerd. In de tweede plaats geeft het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden aanspraken die deels verplicht en deels facultatief zijn. De facultatieve aanspraken hebben in de regel betrekking op secundaire voorzieningen. In de derde plaats worden aanspraken geregeld in gemeentelijke verordeningen. Gemeenten hebben enige mate van keuzevrijheid bij het bepalen van welke aanspraken een raads- of commissielid heeft en de wijze waarop dit wordt vormgegeven. Behalve wat bij wet- of regelgeving aan het raads- of commissielid is toegekend, kunnen geen financiële aanspraken op de gemeente worden gedaan. Dit is vastgelegd in artikel 99 van de Gemeentewet. Het politieke ambt van raadslid is een taakfunctie. Dat wil zeggen dat een raadslid zeven dagen per week en 24 uur per dag raadslid is. Het uitgangspunt van de wetgever is dat het raadslidmaatschap geen hoofdfunctie en geen voltijdse functie is. De vergoeding voor werkzaamheden is hierbij gebaseerd op de invulling van het raadslidmaatschap als nevenfunctie, naast een hoofdfunctie. Dit heeft ook tot gevolg dat een raadslid dat naast de raadsvergoeding aanspraak heeft op een uitkering krachtens een sociale zekerheidswet, beschikbaar blijft voor arbeidsmarkt wanneer geen andere werkzaamheden worden beoefend. Anderzijds wordt de raadsvergoeding ook aangemerkt als inkomsten die voor verrekening met de uitkering in aanmerking komen. Nergens in de wet- of regelgeving is dan ook vastgelegd hoeveel tijd een raadslid aan de invulling van het ambt dient te besteden. Echter voor de toepassing van de verrekening in de sociale zekerheidswetgeving worden door UWV vaste criteria gehanteerd. Voor raadsleden in de gemeenteklasse 14 wordt uitgegaan van een tijdsbesteding van 24 uur per week. Een raadslid heeft geen arbeidsrelatie met de gemeente. Ook in het geval een raadslid heeft gekozen voor het zogenaamde pseudowerknemerschap leidt dat niet tot een arbeidsrelatie. Het pseudowerknemerschap heeft slechts betrekking op de wijze waarop loon- of inkomstenbelasting wordt ingehouden: door de gemeente bij uitbetaling (pseudowerknemerschap) of door het raadslid zelf (fiscale status van zelfstandige). Er is dus geen gezagsverhouding op basis waarvan een raadslid aangesproken kan worden op het functioneren. Binnen ons staatsrecht wordt het raadslid eens in de vier jaar op het functioneren aangesproken: tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Er is ook geen direct verband tussen de rechtspositie van raadsleden en de rechtspositie van ambtenaren. Voor wethouders ligt dit genuanceerder omdat zijwei geacht worden het ambt als hoofdfunctie te bekleden, tenzij de raad heeft besloten een of meer wethouders in deeltijd te benoemen. Hierdoor wordt voor de rechtspositie van wethouders regelmatig aangesloten bij de rechtspositie van ambtenaren. Om de uitvoering en vormgeving van rechtspositionele aanspraken van raadsleden eenvoudig, efficiënt en uniform te houden, wordt echter wel gekeken naar de wijze waarop dit voor wethouders geregeld is. Daarom is ook in deze verordening op enkele punten een regeling getroffen die overeenkomt met die voor ambtenaren.

Artikelsgewijze toelichting Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden en de onkostenvergoeding raadsleden Lid 1. In dit artikellid wordt de hoogte van de vergoeding vastgesteld op het maximale bedrag dat raadsleden op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden mogen ontvangen. Het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van het indexcijfer CAO-Ionen overheid, inclusief bijzondere beloningen. Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig omdat het bedrag van de vergoeding is gekoppeld aan het maximumbedrag dat de minister van BZK jaarlijks bijstelt. Lid 2 In dit lid is de vaste vergoeding voor aan het raadslidmaatschap verbonden kosten geregeld. De volgende kostencomponenten worden geacht hieruit bekostigd te worden: representatie vakliteratuur contributies, lidmaatschappen telefoonkosten bureaukosten, porti zakelijke giften bijdrage aan fractiekosten ontvangsten thuis excursies. In de onkostenvergoeding zijn niet langer de kostensoorten fax/pc en cursussen en congressen opgenomen. In verband daarmee is de maximale hoogte van deze vergoeding, zoals opgenomen in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden verlaagd en zijn voor fax/pc en cursussen en congressen aparte vergoedingen opgenomen. Zie de artikelen 5 en 6a. Het bedrag van de onkostenvergoeding is eveneens geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van de consumentenprijsindex. Lid 3 De vaste vergoeding voor werkzaamheden kan sinds 1 januari 2001 niet meer onbelast worden verstrekt. Om netto het bedrag van de vaste vergoeding gelijk te houden is het bedrag gebruteerd tegen het belastingtarief van 52%. Deze brutering heeft echter geen betrekking op raadsleden die niet hebben geopteerd voor het loonbelastingregime (pseudowerknemerschap). Voor hen blijven de aftrekmogelijkheden van de werkelijk gemaakte kosten op het resultaat uit onderneming bestaan. Zij ontvangen de vaste kostenvergoeding zonder de brutering. Voor zover de werkelijke kosten niet aannemelijk worden gemaakt, wordt de vaste onkostenvergoeding alsnog belast. Lid 4 In het vierde lid van dit artikel is het moment vastgelegd waarop de raadsvergoeding aanvangt en eindigt. Artikel 2a. Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad In artikel 77 van de Gemeentewet is geregeld dat het voorzitterschap van de gemeenteraad bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester wordt waargenomen door het langstzittende raadslid. De gemeenteraad kan ook een ander raadslid met de waarneming van het voorzitterschap belasten. In het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is geregeld dat de toeslag gelijk is aan 8% van geldende vergoeding voor de werkzaamheden en onkostenvergoeding. Na verloop van 30 kalenderdagen wordt de vergoeding met terugwerkende kracht toegekend. Artikel 3. Presentiegeld commissieleden In dit artikel is het presentiegeld voor leden van gemeentelijke commissies ex art. 82 geregeld. Deze bepaling geldt niet voor raadsleden die in de commissie zitten. De hoogte van het presentiegeld wordt bij gemeentelijke verordening bepaald. In het

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is het maximale bedrag aangegeven, zij het dat de raad bevoegd is een hogere vergoeding vast te stellen wanneer het commissielid op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid is aangetrokken (leden van bestuurscommissies of commissies als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet) dan wel wanneer de vergoeding niet in een redelijke verhouding staat tot de werkzaamheden. Het bedrag van het presentiegeld is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid, inclusief bijzondere beloningen. Bij de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting moeten de gelden opgegeven worden. Artikel 4. Reis- en verblijfkosten Lid 1 In dit lid is de aanspraak op de vergoeding van reis- en verblijfkosten buiten de gemeente geregeld. De grondslag hiervoor is te vinden in artikel 97 van de Gemeentewet. De vergoeding kan worden toegekend als het raads- of commissielid een dienstreis buiten de gemeente maakt ter uitvoering van een besluit van de raad, het college of de burgemeester. De beperking dat de dienstreis buiten de gemeentegrenzen moet plaatsvinden, geldt niet voor commissieleden. Lid 2 Op grond van artikel 96, eerste lid, onder b van de Gemeentewet hebben commissieleden aanspraak op een vergoeding van reis- en verblijfskosten in verband met reizen binnen de gemeente. Deze aanspraak was totnogtoe niet verwerkt in de verordening. In dit lid is deze aanspraak voor commissieleden uitgewerkt door het toekennen van een vergoeding van reiskosten voor het bijwonen van een vergadering van de commissie waarin zij zijn benoemd. De vergoeding bedraagt 6, per maand, waarmee wordt aangesloten bij de vergoeding die ambtenaren van de gemeente Dordrecht ontvangen. Lid 3 Vergoed worden de kosten van openbaar vervoer of, bij gebruik van eigen vervoermiddelen, een kilometervergoeding zoals die op grond van de Regeling Rechtspositie wethouders voor deze bestuurders geldt. Het gaat om het vergoedingsbedrag voor reiskosten in verband met de uitoefening van het ambt. Dit bedraagt 0,37 per kilometer. Lid 4 De kosten kunnen worden gedeclareerd bij de griffier, waarbij gebruik kan worden gemaakt van het formulier, dat als bijlage 3 bij deze verordening is opgenomen. Daarbij moeten bewijsstukken worden overgelegd, zoals trein- of buskaartjes en/of een opgave van de gelegenheid ten behoeve waarvan de reiskosten zijn gemaakt. Artikel 5. Computer- en communicatieapparatuur Lid 1. Een computer met een breedband internetverbinding is een belangrijk hulpmiddel bij de uitoefening van het ambt van raadslid. Een raads- of commissielid heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf en het gebruik van computer- en communicatietoebehoren geschikt voor breedbandinternet. Daarvoor moet de verklaring worden ondertekend die is opgenomen in bijlage 1 bij deze verordening. Lid 2. Het bedrag van de vergoeding is 40, per maand. In de 'oude' verordening was een bedrag opgenomen van 32,60. Dat bedrag was opgebouwd uit drie onderdelen. In de eerste plaats het vaste deel voor het gebruik van de infrastructuur. In de regel wordt dit betaald aan KPN voor gebruik van de telefoonlijn, maar ook betalingen aan de kabelexploitant zijn denkbaar. Dit deel van de vergoeding mag onbelast verstrekt worden en bedroeg 20,-. Ten tweede was een onderdeel opgenomen dat aan de provider moet worden betaald voor het gebruik van de verbinding. Dit onderdeel maakte 10, van het vergoedingsbedrag uit. En ten derde was een bedrag van 2,60 opgenomen als compensatie voor belastingheffing. Dit laatste is als gevolg van gewijzigde fiscale wetgeving niet langer toegestaan. Voor de berekening van het bedrag

dat in deze verordening is opgenomen, is de component van 12,60 uit de 'oude' verordening gebruteerd, waarbij is uitgegaan van een heffingspercentage van 52%. Het totaalbedrag is naar boven afgerond op 40,. Lid 3. Op grond van dit artikellid komen de kosten voor de aanleg van een breedband internetverbinding voor rekening van de gemeente. Het gaat om de "redelijkerwijs noodzakelijke' kosten. Dat betekent de hoogte van de te vergoeden kosten verband moet houden met de eisen die het lidmaatschap van raad of commissies aan de verbinding stelt. Ook hiervoor moet een declaratieformulier worden gebruikt; zie bijlage 2. Artikel 6. Compensatie bij korting wegens samenloop van het raadslidmaatschap met een WW of WAO uitkering. Lid 1. t/m 4. Door de systematiek van de Werkloosheidswet zal de WW uitkering van een raadslid gekort worden wegens de vergoeding voor werkzaamheden die het raadslid ontvangt. In sommige gevallen kan deze korting hoger zijn dan de vergoeding voor werkzaamheden. Hierdoor ontstaat een (verdere) inkomensdaling vanwege de samenloop van een WW uitkering met het raadslidmaatschap. Dit verschil kan door de gemeente gecompenseerd worden. Dit artikel regelt deze compensatie. Lid 5. Ook voor raadsleden die geheel of gedeeltelijk een beroep doen op een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid, kunnen onevenredige nadelige inkomenseffecten ontstaan door de samenloop met het raadslidmaatschap. Deze kunnen niet worden gecompenseerd, maar het raadslid kan op verzoek afstand doen van een deel van de vergoeding voor werkzaamheden. Hierdoor kunnen onevenredige inkomenseffecten worden vermeden. Artikel 6a. Cursus, congres, seminar of symposium. De kosten van door de gemeente georganiseerde en/of noodzakelijk geachte cursussen, seminars congressen of symposia behoren tot de gemeentelijke bedrijfsvoering. In de 'oude' verordening was deze bepaling abusievelijk niet opgenomen. In de praktijk werden deze kosten wel vergoed. Denk aan het jaarlijkse VNG-congres, debattrainingen en het introductieprogramma voor nieuwe raads- en commissieleden. Het gaat om cursussen en congressen etc. die in het gemeentelijke belang worden georganiseerd. De kosten van cursussen voor individuele raads- en commissieleden, die nodig zijn met het oog op een goede vervulling van hun lidmaatschap van raad of commissie, kunnen worden bestreden uit de fractievergoeding. Artikel 6b. Vervanging bij zwangerschap of langdurige ziekte. Het opnemen van dit artikel is noodzakelijk als gevolg van het opnemen van de mogelijkheid in de Kieswet, dat raadsleden tijdelijk ontslag vragen bij zwangerschap en bevalling en bij langdurige ziekte. In de vacature wordt voorzien door de benoeming van een tijdelijke vervanger. Het gaat steeds om vaste periodes van 16 weken. Het is dus niet nodig afspraken te maken over de duur van de vervanging. Daardoor is het ook niet mogelijk om binnen de termijn van 16 weken de uitoefening van het raadslidmaatschap te hervatten. In de artikelen X10 t/m X12 van de Kieswet zijn de voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan voor vervanging, de ingangsdatum van de vervanging en de datum waarop deze eindigt. De verklaring van een verloskundige dan wel een behandelend arts is bepalend voor de aanvang van de vervanging. De benoeming van de vervanger kan later plaatsvinden, maar wijzigt het tijdstip van het einde van het tijdelijke ontslag niet. De feitelijke vervanging kan daardoor korter zijn dan 16 weken. Na afloop van de termijn wordt, zonder dat enig verzoek of besluit nodig is, de oude situatie weer hersteld. Dat geldt zowel voor de hervatting van het raadslidmaatschap als voor het einde van het tijdelijke raadslidmaatschap en de rechtspositionele aspecten daarvan.

Artikel 7. Slotbepalingen De verordening treedt in werking op de datum waarop de nieuwe raad voor de periode 2010-2014 aantreedt.

Bijlage 1 bij de Rechtspositieverordening Raads- en commissieleden Verklaring besteding tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en gebruik van breedband internetapparatuur Hierbij verklaart: Naam: Voorletters: Functie: (raadslid/commissielid) De tegemoetkoming in de kosten voor het ter beschikking krijgen van breedband internetapparatuur te gebruiken ter bestrijding van de kosten die voortvloeien uit een breedband internetabonnement. En verklaart tevens: Op de hoogte te zijn van de geldende fiscale regels die betrekking hebben op deze tegemoetkoming en de verbinding voor ten minste 50% van de tijd voor aan het ambt van raadslid verbonden activiteiten te besteden. Handtekening Datum, plaats RechtspositieverordenJng definitief

Bijlage 2 bij de Rechtspositieverordening Raads- en commissieleden Declaratieformulier kosten aansluiting breedband internetverbinding Naam: Voorletters: Functie: (raadslid/commissielid) Dient hierbij, met bijgevoegd een kopie van de originele factuur, een declaratie in van de werkelijke gemaakte kosten voor de aanleg of aansluiting van een breedband internetverbinding. Handtekening Datum, plaats

Bijlage 3 bij de Rechtspositieverordening Raads- en commissieleden Declaratieformulier vergoeding reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen commissielid Naam: Voorletters: Functie: lid van de Adviescommissie declareert hierbij de reis- en/of verblijfskosten, gemaakt in verband met (omschrijving reis en doel van de reis) op (datum waarop de reis werd gemaakt) Handtekening Datum, plaats