Dorpskerk De Bilt 1 november 2015, aanvang 10.00 uur Voorganger: ds. P. van Duijvenboden 1 Dienst, waarin de bevestiging van Gert-Jan van Duijvenboden tot jeugdouderling.
Psalm 122: 1 Ik ben verblijd, wanneer men mij Godvruchtig opwekt: "Zie, wij staan Gereed, om naar Gods huis te gaan; Kom, ga met ons en doe als wij." Jeruzalem, dat ik bemin, Wij treden uwe poorten in; Daar staan, o Godsstad, onze voeten. Jeruzalem is wèl gebouwd, Wel saâmgevoegd: wie haar beschouwt, Zal haar voor 's Bouwheers kunstwerk groeten. Stil gebed, Votum en Groet Psalm 45: 6 Dan zal de Vorst van al uw schoon getuigen. Hij is uw HEER, dies moet g' u voor Hem buigen. 'k Zie Tyrus dan, die rijke wereldstad, U hulde doen, en off'ren schat op schat. De Koningstelg, die Hij zijn bruid wil noemen, Is meest om haar inwendig schoon te roemen; 't Borduursel is, naar vorstelijken staat, Van louter goud gewerkt in 't praalgewaad. 7 Straks leidt men haar in statie, uit haar woning, In kleding, rijk gestikt, tot haren Koning; Zo treedt zij voort met al den maagdenstoet, Die haar verzelt, U vrolijk tegemoet. Zij zullen blij, geleid met lofgezangen, De vreugde voên, die afstraalt van haar wangen, Tot zij, daar elk gewaagt van haren lof, Ter bruiloft treên in 't koninklijke hof. Apostolische Belijdenis Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde; en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onzen Heere, Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven, en begraven, neergedaald in de hel, op de derde dag weer opgestaan van de doden, opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God, De almachtige Vader, vanwaar Hij zal komen om te oordelen de levenden en de doden; Ik geloof in de Heilige Geest, een heilige, algemene Christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen, de vergeving van zonden, de wederopstanding van het vlees, en een eeuwige leven. 2
Opwekking 733 (begeleiding muziekgroep Dorpskerk) De zon komt op, maakt de morgen wakker; mijn dag begint met een lied voor U. Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen, laat mij nog zingen als de avond valt. : Loof de Heer, o mijn ziel. O mijn ziel, prijs nu zijn heilige Naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige Naam. Heer, vol geduld toont U ons Uw liefde. Uw Naam is groot en Uw hart is zacht. Van al Uw goedheid wil ik blijven 3 zingen; tienduizend redenen tot dankbaarheid. En op die dag, als mijn kracht vermindert, mijn adem stokt en mijn einde komt, zal toch mijn ziel Uw loflied blijven zingen; tienduizend jaar en tot in eeuwigheid. (2x) Verheerlijk zijn heilige naam (2x). Gebed om de opening van het Woord en de verlichting met de Heilige Geest Kinderen gaan naar de kindernevendienst Schriftlezing Joh. 3: 22 Daarna ging Jezus met Zijn discipelen naar het Judese land en verbleef daar met hen en doopte. 23 Maar ook Johannes doopte in Enon bij Salim, omdat daar veel water was; en de mensen kwamen daar en werden gedoopt, 24 want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen. 25 Er ontstond dan een woordenstrijd vanuit de discipelen van Johannes met de Joden over de reiniging. 26 En zij gingen naar Johannes en zeiden tegen hem: Rabbi, Hij Die bij u was aan de overkant van de Jordaan, van Wie u getuigenis gaf, zie, Hij doopt en allen komen bij Hem. 27 Johannes antwoordde en zei: Een mens kan niets aannemen, als het hem niet uit de hemel gegeven is. 28 U bent zelf mijn getuigen dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet, maar ik ben voor Hem heen uitgezonden. 29 Wie de bruid heeft, is de bruidegom, maar de vriend van de bruidegom, die erbij staat en hem hoort, verblijdt zich zeer over de stem van de bruidegom. Deze blijdschap van mij nu is volkomen geworden. 30 Hij moet meer worden, ik echter minder. 31 Wie van boven komt, is boven allen; wie uit de aarde is, is uit de aarde en spreekt uit de aarde. Wie uit de hemel komt, is boven allen. 32 En wat Hij gezien en gehoord heeft, dat getuigt Hij, en Zijn getuigenis neemt niemand aan. 33 Wie Zijn getuigenis aangenomen heeft, die heeft daarmee bezegeld dat God waarachtig is. 34 Want Hij Die God gezonden heeft,
spreekt de woorden van God, want God geeft Hem de Geest zonder maat. 35 De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle dingen in Zijn hand gegeven. 36 Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. Psalm 138: 1 'k Zal met mijn ganse hart Uw eer Vermelden, HEER, U dank bewijzen; 'k Zal U in 't midden van de goôn, Op hogen toon, Met psalmen prijzen; Ik zal mij buigen, op Uw eis, Naar Uw paleis, Het hof der ho - ven, En, om Uw gunst en waarheid saâm, Uw groten naam Eerbiedig loven. 3 Dan zingen zij, in God verblijd, Aan Hem gewijd, Van 's HEEREN wegen; Want groot is 's HEEREN heerlijkheid, Zijn Majesteit Ten top gestegen; Hij slaat toch, schoon oneindig hoog, Op hen het oog, Die need'rig knie - len; Maar ziet van ver met gramschap aan Den ijd'len waan Der trotse zielen. Verkondiging n.a.v. Johannes 3: 29 Wie de bruid heeft, is de Bruidegom, maar de vriend van de Bruidegom, die erbij staat en hem hoort, verblijdt zich zeer over de stem van de Bruidegom. Deze blijdschap van mij nu is volkomen geworden. 30 Hij moet meer worden, ik echter minder. Gezang 481 1 O grote God die liefde zijt, o Vader van ons leven, vervul ons hart, dat wij altijd ons aan uw liefde geven. Laat ons het zout der aarde zijn, het licht der wereld, klaar en rein. Laat ons uw woord bewaren, uw waarheid openbaren. 2 Maak ons volbrengers van dat woord, getuigen van uw vrede, dan gaat wie aarzelt met ons voort, wie afdwaalt met ons mede. Laat ons getrouw de weg begaan tot allen die ons verre staan en laat ons zonder vrezen de minste willen wezen. 4 Dienst der offeranden (zie nieuwsbrief) Bevestiging van Gerrit Jan van Duijvenboden tot jeugdouderling Formulier voor de bevestiging van ambtsdragers: Gemeente, laten wij dan horen en overwegen wat de kerk aan ouderlingen en diakenen heeft toevertrouwd. In het vergaderen en onderhouden van zijn kerk maakt onze Here Jezus Christus gebruik van de dienst van mensen, aan wie Hij in de gemeente een
bijzondere taak heeft toevertrouwd. Hun ambtswerk is bedoeld om de gelovigen toe te rusten tot getuigenis en dienst in de wereld en tot opbouw van het lichaam van Christus. (Ef. 4:12) Zij mogen dit werk verrichten, ziende op Hem, die niet gekomen is om zich te laten dienen maar om te dienen. (Mc. 10: 45) Het ambt van ouderling Een ander ambt is dat van ouderling. Zoals de oudsten in Israël het volk vertegenwoordigden (Ex. 24: 9) en tegelijk opzicht hadden over de gemeente van God, (Num. 11: 16) zo worden in de kerk van Christus de ouderlingen aangesteld om de gemeente te houden aan haar roeping: een koninkrijk van priesters en een heilig volk te zijn. (Ex. 19: 6) Door op te treden als vertrouwenspersoon en geweten van de gemeente in deze tijd bemoedigen zij hun broeders en zusters in de navolging van Christus onze Here. Hoe zouden wij een levende gemeente zijn, die hij ontvangen heeft, als goede rentmeesters over de velerlei genade Gods. (1 Pe. 4: 10) als niet mensen telkens weer belangeloos werden opgezocht? En hoe zouden de predikanten de opdracht van de Goede Herder: Hoed mijn schapen! (Joh. 21: 16) kunnen vervullen, als zij daarbij niet op de medewerking van ouderlingen mochten rekenen? Alle ambtsdragers hebben tezamen de verantwoordelijkheid als raad der kerk om de gemeente en elkaar in vieren, leren en dienen bij de heilsgeheimen te bewaren: voor alle dingen zoeken wij immers Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid. (Mt. 6: 33) De apostel Paulus schrijft: Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest; er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Heer; en er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt. (1 Kor. 12: 4-6) En de apostel Petrus zegt: Dient elkander, een ieder naar de genadegaven. Zo worden in de gemeente van Jezus Christus mensen geroepen tot het ambt van ouderling en diaken, om samen met de predikant deze dienstbaarheid te bevorderen en dit rentmeesterschap vorm te geven tot heil van allen en tot eer van de ene en gezegende Naam. En u broeder, die nu gereed staat uw ambtswerk te aanvaarden: herinner u altijd met dankbaarheid dat het Christus eigen kudde is, die u wordt toevertrouwd. Hij heeft haar verworven door zijn bloed; (Hnd. 20: 28) Het is zijn kerk. Aanvaard dan uw dienst met blijdschap, voed uzelf met het Woord van God, volhard in het gebed en vertrouw op de kracht van de heilige Geest. De kinderen komen terug Op Toonhoogte lied 394 De Heer is mijn Herder Hij is alles wat ik nodig heb Hij brengt mij tot rust en Hij geeft nieuwe kracht 5 Hij leidt mij steeds verder op de juiste weg die ik moet gaan de Heer is mijn Herder Al ga ik door een donkere dal
ik hoef niet bang te zijn ik weet dat U mij bij zal staan U bent heel dichtbij Want wat mij ook wordt aangedaan U helpt mij telkens weer U geeft mij wat ik nodig heb en nog zoveel meer U goedheid en Uw liefde,heer volgen mij altijd En ik mag heel dichtbij U zijn tot in de eeuwigheid Bevestiging Er zijn geen bezwaren ingebracht tegen de bevestiging van broeder Gerrit Jan van Duijvenboden. Daarom gaan wij nu tot zijn bevestiging over. Opdat de gemeente moge horen, dat u bereid bent dit dienstwerk in de Naam des Heeren te verrichten, zo vragen we u op te staan en straks voor u gaat knielen te antwoorden op de volgende vragen: 1. Gelooft u, dat u in uw verkiezing door deze gemeente door God zélf tot deze heilige dienst geroepen zijt? 2. Erkent u de Heilige Schrift als de bron der prediking en als enige regel des geloofs en verwerpt u elke leer en levenspraktijk, die daarmee in strijd is? 3. Belooft u uw ambt waardig en trouw te zullen bedienen, met liefde voor de gemeente van Christus en voor alle mensen die de Here op uw weg brengt? Belooft u geheim te houden wat vertrouwelijk te uwer kennis komt, u te gedragen waardig der roeping waarmede u geroepen bent en u te onderwerpen aan het opzicht en tucht der kerk? Wat is uw antwoord op deze vragen? Bevestiging met handoplegging Ps. 134: 3 Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal'; Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer; Looft, looft dan aller heren HEER. Opwekking 697 (begeleiding muziekgroep Dorpskerk) Al wat ik ben, leg ik in uw hand, ik geef mijzelf volledig. Mijn leven rust in de palm van uw hand, ik ben van U voor eeuwig. Jezus, ik geloof in U. Jezus, ik vertrouw op U. En de reden dat ik leef, de reden dat ik zing, bent U alleen. Zo wandel ik heel dicht aan uw zij, ook in mijn pijn vertroost U mij. En ik vertrouw op wat U belooft, uw woord staat vast voor eeuwig. Jezus, ik geloof in U. ) Jezus, ik vertrouw op U. ) En de reden dat ik leef, ) 2x 6
de reden dat ik zing... ) bent U alleen. Ik aanbid U, ) ik aanbid u, Heer. ) 4x Ik vertrouw U, ) ik vertrouw op U. ) 2x Jezus, ik geloof in U. ) Jezus, ik vertrouw op U. ) En de reden dat ik leef, ) 2x de reden dat ik zing... ) bent U alleen. Ja-woord van de gemeente: Gemeente van Christus, ontvangt u deze broeder in uw midden als dienstknechten van God? Luistert u naar hem? Belooft u om met hem mee te bidden, mee te werken en mee te strijden? Lied 312 (Evangelische Liedbundel) Jezus vol liefde, U wilt ons leiden. Wij prijzen U als onze Heer. Kom met Uw kracht, o Heer en vul ons tot Uw eer, kom tot Uw doel met ieder van ons. Maak ons een volk, Heer, heilig en rein, dat U, Heer, volkomen steeds toegewijd zal zijn. Dankgebed en voorbeden Psalm 108: 1 Mijn hart, o Hemelmajesteit, Is tot Uw dienst en lof bereid. 'k Zal zingen voor den Opperheer; 'k Zal psalmen zingen tot Zijn eer. Gij, zachte harp, gij schelle luit, Waakt op; dat niets uw klanken stuit'; 'k Zal in den dageraad ontwaken, En met gezang mijn God genaken. 2 Ik zal, o HEER, Uw wonderdaân, Uw roem den volken doen verstaan; Want Uwe goedertierenheid Is tot de heem'len uitgebreid; Uw waarheid heeft noch paal noch perk, Maar streeft tot aan het hoogste zwerk. Verhef U boven 's hemels kringen, En leer al d' aard' Uw grootheid zingen. Zegen 7
8