Gemeente Breda M.J.M. van Leeuwen Postbus RH BREDA. Datum 8 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Vergelijkbare documenten
Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

Gemeente Elburg W. Jager Postbus AB ELBURG. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jager,

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Amarant Groep K. Hermens Postbus AS TILBURG. Datum 12 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Hermens,

Gemeente Renkum Postbus HA OOSTERBEEK. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Moerhave B.V. R.J. Noordman Raadhuisstraat 1b 4835 JA BREDA. Datum 30 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Gemeente Alphen aan den Rijn S. de Kogel Postbus AA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 15 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Koninklijke Woudenberg Ameide B.V. L.G.P.M. Camps Postbus ZG AMEIDE. Datum 25 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland A. Oosterhoff Hoofdweg BL VEENHUIZEN

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

Een kopie van deze brief en de ontheffing wordt verstuurd aan Arcadis Nederland B.V.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Gemeente Apeldoorn A.A.B. Klein Goldewijk Postbus ES APELDOORN. Datum 25 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Gemeente Den Haag M. Schalk Postbus DP DEN HAAG. Datum 12 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Waterschap Rijn en IJssel M.T. de Vos Postbus AC DOETINCHEM. Datum 11 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Stichting wonencentraal B. van der Marel Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN

WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan BG DEN HAAG. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

Brinkstad Holding B.V. J.C. van de Wetering Emmalaan 33 A 2405 GA ALPHEN AAN DEN RIJN

Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus GG AMSTERDAM. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van Wijnen Projectontwikkeling Noord B.V. P.W.L. Hutten Postbus AB GORREDIJK

Van den Berg Lopik B.V. W.T. van den Berg Handelsweg NZ LOPIK. Datum 17 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Reinbouw Vastgoed B.V. Postbus AA DIEREN. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Stichting Openbare Scholengemeenschap Vlaardingen Schiedam (OSVS) W.C.M. Kokx Postbus DA VLAARDINGEN

Stichting Beweging 3.0 D. J. van Wijk Postbus GD Amersfoort. Datum 11 december 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Accolade Postbus AH HEERENVEEN. Datum 17 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Woerden J. van Leer Blekerijlaan GR WOERDEN. Datum 22 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Waterschap Rijn en IJssel M. Schaap Postbus AC DOETINCHEM. Datum 20 april 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Gemeente Arnhem M. Geurs Postbus EL ARNHEM. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte mevrouw Geurs,

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 31 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Groningen Directie Ontwikkeling en Uitvoering G. Lieffering Postbs JB GRONINGEN

F.H. Nauta Van Hogendorplaan JM AMERSFOORT. Datum 10 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Nauta,

Gemeente Rotterdam M. Meyer Postbus BE Rotterdam. Datum 23 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Bestuurscommissie Sarsven en de Banen I.J. Orbons-Hettema Postbus MA MAASTRICHT

Dura Vermeer Onderhoud en Renovatie Hengelo Postbus AW HENGELO OV. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Actium Postbus AM ASSEN. Datum 16 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Dura vermeer Divisie Infra BV R. Schunk Taurusavenue 100 Postbus AC Hoofddorp

Gemeente Staphorst S. Brand Postbus AA STAPHORST. Datum 3 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Beter Wonen Vechtdal Stelling ND HARDENBERG. Datum 24 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Gemeente Amstelveen S. Kuijs Postbus BA AMSTELVEEN. Datum 20 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Combinatie Mouterijnoort VOF Postbus AC WAGENINGEN. Datum 30 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Koninklijke Burgers' Zoo B.V. E. Peeters Antoon van Hooffplein SH ARNHEM. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Hurks Vastgoedontwikkeling Eindhoven B.V. J. van Daal Postbus AR EINDHOVEN

Bots Bouwmanagement B.V. M.B.M. Bots Postbus AB DEURNE. Datum 12 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Servatius L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Dorpshuis De Dobbe A. van der Valk Hearrewei MS ANJUM. Datum 5 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting SallandWonen P. Jong Postbus AD RAALTE. Datum 8 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

GDF SUEZ Energie Nederland N.V. P. Verstappen Grote Voort BL ZWOLLE. Datum 27 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Eigen Haard Arlandaweg EX AMSTERDAM. Datum 30 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woonstad Rotterdam M. Bus Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen.

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Dordrecht R.P.E. Koppelaar Postbus AA DORDRECHT. Datum 7 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Stam + De Koning Bouw B.V. R. Thijssen Postbus JB EINDHOVEN. Datum 22 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Zaans Medisch Centrum Koningin Julianaplein DV ZAANDAM. Datum 1 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Thuisvester Projectontwikkeling B.V. E.J.C. Hartman Rucphensebaan RE SPRUNDEL

Gemeente Deventer E.T.M. Masman Postbus GC DEVENTER. Datum 17 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stadhuis Gemeente Tiel B. Jagt Postbus HH TIEL. Datum 4 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jagt,

Innovatiekracht b.v. S. Verwaijen Oudhuizerstraat BS KLARENBEEK. Datum 20 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

De 4 jaargetijden B.V. A.R. Beumer Vijverlaan RC HAARLEM. Datum 26 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Ecoresult M. Kaales Schipbeekstraat AS DORDRECHT. Datum 23 september 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 2 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Wovesto L.A.M. Overmars Postbus AC SINT-OEDENRODE. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Beheer B.V. G. van der Vlies Veenslagen RT AMERSFOORT

TU/e Dienst Huisvesting Mw.ir. V.H.H. Marks Postbus MB EINDHOVEN. Datum 24 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Noordwijk W.J. Groenendijk Postbus AG NOORDWIJK ZH. Datum 13 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting UWOON M. de Jager Postbus AG HARDERWIJK. Datum 9 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Teylingen W. Kosters Postbus ZJ VOORHOUT. Datum 5 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Mebin B.V. M. Molenaar Postbus DE S-HERTOGENBOSCH. Datum 8 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Dalfsen Postbus AA DALFSEN. Datum 18 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Emmtec Services bv D. van der Meer Postbus CA EMMEN. Datum 25 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van Hoogevest Architecten B.V. M. Bakker Westsingel BA AMERSFOORT. Datum 21 december 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam F. van Hage Postbus BC AMSTERDAM

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Woningstichting SWZ M. Boeijen Postbus DA ZWOLLE. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

TriVia/School met de Bijbel De Kandelaar Meidoornlaan 2- Bestuursknt 4233 CN AMEIDE

Stichting Twickel A.H. Schimmelpenninck Twickelerlaan VG AMBT DELDEN. Datum 18 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van der Valk Hotel, Akersloot M. Wulp Geesterweg 1A 1921 NV AKERSLOOT. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijksvastgoedbedrijf Directie Transactie en Ontwikkeling J. de Lange Postbus BS DEN HAAG

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Breda M.J.M. van Leeuwen Postbus 90156 4800 RH BREDA Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen Kenmerk FF/75C/2016/0218.toek.td Bijlagen 3 Geachte mevrouw Van Leeuwen, Naar aanleiding van uw verzoek van 2 mei 2016 en de aanvullingen hierop van 20 mei 2016, 13 september 2016 en 14 oktober 2016 geregistreerd onder aanvraagnummer, om een ontheffing als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet te krijgen, deel ik u het volgende mee. Ik verleen u ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van voortplantings- of andere vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger. De aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project Bavelselaan, Breda, gelegen in de gemeente Breda. Het project betreft het verwijderen, herstellen en aanleggen van riolering. De werkzaamheden bestaan uit: het rooien van bomen; het vervangen van een gemengd rioolstelsel door een gescheiden stelsel; het vervangen van lagedrukgasleiding van asbest; het vervangen van bestrating; het herplanten van bomen; het plaatsen van conische lichtmasten; het vervangen en verleggen van diverse nutsvoorzieningen. Ontheffing wordt gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor wat betreft exemplaren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en de laatvlieger (Eptesicus serotinus). Pagina 1 van 6

Overwegingen Wettelijk kader Beschermde soorten De gewone dwergvleermuis en de laatvlieger zijn beschermde inheemse diersoorten als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder a, van de Flora- en faunawet en zijn tevens opgenomen in bijlage IV van de EU-Habitatrichtlijn, dier- en plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. Verbodsbepalingen Op grond van artikel 11 van de Flora- en faunawet is het verboden om nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse diersoorten te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen Tot voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen als bedoeld in artikel 11 van de Flora- en faunawet worden locaties gerekend waarin zich kraamkolonies, paarverblijven, overwinteringsplaatsen en verblijven van groepen mannetjes bevinden, afhankelijk van de soort. Essentiële migratie- en vliegroutes en foerageergebieden die van belang zijn voor de instandhouding van een voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van de soort op populatieniveau, vallen hier ook onder. Daarnaast vallen ook tijdelijke, seizoensgebonden, verblijfplaatsen (bijvoorbeeld holen) of standplaatsen die van belang zijn voor de gunstige staat van instandhouding van een soort op populatieniveau of per exemplaar hieronder. Ontheffing Op grond van artikel 75, lid 5, van de Flora- en faunawet worden ontheffingen slechts verleend wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Op grond van artikel 75, lid 6, aanhef en onder c, wordt voor soorten genoemd op bijlage IV van de Habitatrichtlijn ontheffing slechts verleend wanneer er, naast de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, geen andere bevredigende oplossing bestaat en met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen. De belangen waarnaar verwezen wordt, zijn genoemd in artikel 2, lid 3 van het Besluit vrijstelling beschermde dieren plantensoorten. Pagina 2 van 6

Instandhouding van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger De gewone dwergvleermuis en de laatvlieger zijn in het plangebied aangetroffen. In de bebouwing zijn vier zomer- en drie paarverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en één kraamkolonie van de laatvlieger vastgesteld. Voor één zomerverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis is een boom essentieel tegen predatie en als vliegroute. Voor de kraamkolonie van de laatvlieger is de gehele bomenlaan tussen de Valentijnlaan/Brigidastraat en de Overakkerstraat van essentieel belang als vliegroute en foerageergebied. Aantasting van foerageergebieden en vliegroutes is enkel ontheffingsplichtig indien deze van groot belang zijn voor de functionaliteit van de vaste rust- of verblijfplaatsen van de betreffende soort, doordat er onvoldoende alternatieven voorhanden zijn. Door de werkzaamheden kunnen voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger worden beschadigd, vernield en verstoord. Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven op de pagina s 25 tot en met 28 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Projectplan gewone dwergvleermuis en laatvlieger Ruimtelijke Ingrepen; In het kader van de Flora- en faunawet van 2 mei 2016 en zoals beschreven in de aanvulling op de aanvraag van 14 oktober 2016. De door u voorgestelde maatregelen zijn voldoende. De kap van de bomen kan resulteren in het in onbruik raken van de aangetroffen verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger. Daarnaast kan een essentiële vlieg- en foerageerroute van de laatvlieger verloren gaan. Er zijn voldoende geschikte alternatieve paarverblijfplaatsen voor de gewone dwergvleermuis en kraamverblijfplaatsen voor de laatvlieger in de omgeving van het plangebied aanwezig, waar de exemplaren van deze soorten naar kunnen uitwijken. Ter mitigatie van de kraamkolonie van de laatvlieger worden vier tijdelijke paalkasten geplaatst in het buitengebied, nabij de aangetroffen kraamverblijfplaats. Als tijdelijke mitigatie voor de vliegroute wordt gefaseerd gewerkt en worden boombakken geplaatst. Na de werkzaamheden worden nieuwe bomen per fase teruggeplant. Hierdoor blijft de vliegroute van de laatvlieger al op korte termijn functioneel en blijven de verbindingen naar buitenstedelijke foerageergebieden intact. Daarnaast bieden de bomen luwte en voedsel voor insecten, waardoor een deel van de foerageerfunctie van de bomenlaan voor de laatvlieger functioneel blijft. Met inachtneming van de door u voorgestelde maatregelen zorgt u vooraf voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats voor de aanwezige populatie van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger. De functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger blijft hierdoor behouden. Pagina 3 van 6

Echter, ondanks deze maatregelen worden door het realiseren van de werkzaamheden voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger verstoord. Immers, de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger worden mogelijk gedwongen om de huidige verblijfplaats te verlaten en een alternatief te gaan zoeken. Door de werkzaamheden wordt het in artikel 11 van de Flora- en faunawet neergelegde verbod op het verstoren van de vaste rust- of verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger derhalve overtreden, zodat voor die werkzaamheden een ontheffing is vereist. Daar de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger wel in de omgeving aanwezig blijven komt de gunstige staat van instandhouding niet in het geding. De verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger zijn onderdeel van een netwerk in de omgeving. Omdat er alternatieven in de omgeving zijn en de bomenlaan na de werkzaamheden wordt hersteld is er geen sprake van permanent verlies van verblijfplaatsen. Op termijn bied de permanent nieuw ingerichte bomenlaan meer beschutting aan de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger en wordt de voedselfunctie gewaarborgd. De gunstige staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. Belang van de ingreep U heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van de belangen: de volksgezondheid of openbare veiligheid en de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Het belang de volksgezondheid of openbare veiligheid is niet van toepassing op uw project. U heeft niet voldoende onderbouwd in hoeverre er in het betreffende plangebied sprake is van een gevaar voor de volksgezondheid en/of openbare veiligheid. De aanvraag is daarom uitsluitend beoordeeld op grond van het belang de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Voor soorten die zijn opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn kan alleen ontheffing verleend worden ten behoeve van belangen genoemd in de Habitatrichtlijn. Het door u aangevraagde belang de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling is niet genoemd in de Habitatrichtlijn. Het belang genoemd in artikel 2, derde lid, aanhef en onder j, van het Vrijstellingsbesluit kan in dit geval echter wel aan de ontheffingverlening ten grondslag liggen, er is immers geen sprake van verstoring die afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding. Pagina 4 van 6

De werkzaamheden die nodig zijn voor de realisatie van het project worden uitgevoerd in het kader van ruimtelijke inrichting en ontwikkeling. Ten behoeve van dit belang kan ontheffing worden verleend, mits geen benutting of economisch gewin plaatsvindt en zorgvuldig wordt gehandeld. Van benutting of economisch gewin van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger is geen sprake. Ik verwacht dat er door het realiseren van het project geen permanent negatieve effecten optreden ten aanzien van de aanwezige populaties van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger. Andere bevredigende oplossing Het project is locatiegebonden nu de leidingen op deze locatie moeten worden vervangen. Er zijn meerdere scenario's voor fasering van de werkzaamheden overwogen. Deze zijn niet uitvoerbaar gebleken omdat er dan praktische problemen zouden ontstaan in de werkwijze. Straten moeten dan opnieuw worden opengebroken voor het aanplanten van bomen in de plantvakken. Hierdoor ontstaat grotere overlast voor omwonenden. Het alternatief om de leidingen te behouden, waardoor de bomen gespaard blijven, heeft nadelen. Er blijft dan asbestcement in de bodem zitten, wat per 2017 uit de bodem moet worden verwijderd. De bomen worden gekapt voordat het actieve seizoen van de gewone dwergvleermuis en laatvlieger begint en er worden tijdens de werkzaamheden aanvullende mitigerende maatregelen getroffen om de functionaliteit van de verblijfplaatsen en de vlieg- en foerageerroute voor deze soorten te behouden. Door de gekozen inrichting, werkwijze en de planning (buiten de kwetsbare periode) wordt schade aan de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee is het voldoende aangetoond dat geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Zorgplicht Voor de soorten waarvoor ik u ontheffing verleen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 2 van de Flora- en faunawet, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Vogels U dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Ik wijs u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Flora- en faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voorts wijs ik u erop dat verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken jaarrond zijn beschermd. Voor het verwijderen van dergelijke verblijfplaatsen is te allen tijde een ontheffing vereist. Pagina 5 van 6

Conclusie Gelet op het voorgaande verleen ik u ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Aan deze ontheffing zijn voorschriften verbonden. De ontheffing en de voorschriften treft u hierbij aan. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval onze referentie, het briefkenmerk en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt onze referentie en het briefkenmerk in de rechter kantlijn van deze brief. Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen Pagina 6 van 6

ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van mevrouw M.J.M. van Leeuwen op 2 mei 2016, namens gemeente Breda en de aanvullingen hierop van 20 mei 2016, 13 september 2016 en 14 oktober 2016 gelet op artikel 75, lid 3, van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris 1 van Economische Zaken hierbij aan: Naam: Gemeente Breda (hierna: ontheffinghouder) Adres: Claudius Prinsenlaan 10 Postcode en woonplaats: 4811 DJ BREDA Ontheffing voor het tijdvak van: tot en met 1 januari 2019 Van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van voortplantings- of andere vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en de laatvlieger (Eptesicus serotinus). Het gebied waarvoor de ontheffing geldt, betreft het plangebied voor de realisatie van het project Bavelselaan, Breda, gelegen in de gemeente Breda, aan de Bavelselaan, tussen de Allerheiligenweg en de Muiderslotstraat, één en ander zoals is weergegeven in afbeelding 1 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Aanvullend onderzoek vleermuizen; In het kader van de Flora- en faunawet van 3 maart 2016. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met Ondernemend Nederland indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 1 Krachtens de wettekst is de Minister bevoegd tot het afgeven van een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Op basis van de portefeuilleverdeling tussen de Minister van EZ en de Staatssecretaris van EZ is deze bevoegdheid belegd bij de Staatssecretaris. 1 van 3

6. De ontheffinghouder dient, zodra de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen bekend is, het bijgevoegde meldingsformulier volledig in te vullen en naar Ondernemend Nederland te zenden. Specifieke voorschriften 7. U dient, met in achtneming van onderstaande voorschriften, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven op de pagina s 25 tot en met 28 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Projectplan gewone dwergvleermuis en laatvlieger Ruimtelijke Ingrepen; In het kader van de Flora- en faunawet van 2 mei 2016 (bijlage 2 bij dit besluit) en zoals beschreven in de aanvulling op de aanvraag van 14 oktober 2016 (bijlage 3 bij dit besluit). 8. U dient bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met de paarperiode van de gewone dwergvleermuis en de kraamperiode van de laatvlieger. De paarperiode van de gewone dwergvleermuis loopt globaal van half augustus tot en met half oktober en de kraamperiode van de laatvlieger loopt globaal van half mei tot en met half juli. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kunnen deze perioden langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige 2 op het gebied van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger. Overige voorschriften 9. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. 10. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden. 11. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. 12. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, minimaal vier maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 2 Het Ministerie van Economische Zaken verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: - op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of - op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of - als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of - bescherming. 2 van 3

13. Aanspreekpunt in het kader van deze ontheffing en de daaruit voortvloeiende voorschriften is, Postbus 40225, 8004 DE Zwolle. Den Haag, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen 3 van 3