VSV-Atlas, derde editie (incl. overzicht VO-scholen) VSV-Atlas Totaaloverzicht Nederland RMC-regio factsheets Aanval op schooluitval MBO-factsheets

Vergelijkbare documenten
Bijlage. Nieuwe voortijdig schoolverlaters. VSV-brief Convenantjaar Voorlopige cijfers.

Aanval op schooluitval. Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers. 5 e editie. VSV-Atlas

Bijlage. Nieuwe voortijdig schoolverlaters. VSV-brief Convenantjaar Voorlopige cijfers.

Bijlage. Nieuwe voortijdig schoolverlaters. VSV-brief Convenantjaar Voorlopige cijfers.

Aanval op schooluitval

Bijlage. Nieuwe voortijdig schoolverlaters. VSV-brief Convenantjaar Voorlopige cijfers.

ROC Albeda College ten opzichte van de sector

Bijlage. Nieuwe voortijdig schoolverlaters. VSV-brief Convenantjaar Voorlopige cijfers.

ROC Albeda College ten opzichte van sectorgemiddelden

Bijlage. Nieuwe voortijdig schoolverlaters. VSV-brief Convenantjaar Voorlopige cijfers

VSV-Atlas. Totaaloverzicht Nederland. Aanval op schooluitval. Definitieve cijfers. 6 e editie. Convenantjaar

Bijlage. Nieuwe voortijdig schoolverlaters. VSV-brief Convenantjaar Voorlopige cijfers

Voortijdige schoolverlaters MBO

Voorwoord. VSV-Atlas 2 de editie 1

Voortijdige schoolverlaters MBO

Voortijdige schoolverlaters MBO

Voortijdige schoolverlaters MBO

Voortijdige schoolverlaters MBO

Voortijdige schoolverlaters MBO

Voortijdige schoolverlaters MBO

CMHF is een van die Centrales en deze vertegenwoordigt de FvOv-verenigingen in het IGO.

Voortijdige schoolverlaters MBO

Bijlage. Nieuwe voortijdig schoolverlaters. VSV-brief Convenantjaar Voorlopige cijfers.

Voortijdige schoolverlaters MBO

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse)

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse)

Factsheet. Voortijdig Schoolverlaten

Doorstroom naar het mbo in de regio Haaglanden

Mijn resultaat medewerkerstevredenheid ten opzichte van sectorgemiddelden

RMC Factsheet. RMC Regio 30 Zuid-Holland-Zuid

Bijlage. Nieuwe voortijdig schoolverlaters. VSV-brief Convenantjaar Voorlopige cijfers.

RMC Factsheet. RMC Regio 20 Gooi en Vechtstreek

RMC Factsheet. RMC Regio 20 Gooi en Vechtstreek

Jaarlijkse urenomvang van het beweeg- en sportaanbod per mbo-instelling

VSV-cijfers. Aanval op schooluitval. RMC regio 1 Oost-Groningen. Convenantjaar Voorlopige cijfers

RMC Factsheet. RMC Regio 23 Kop van Noord-Holland

RMC Regio 23 Kop van Noord-Holland. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015

VSV-cijfers. Aanval op schooluitval. RMC regio 13 Achterhoek. Convenantjaar Voorlopige cijfers

/ & ) 2, ++ ( ) +$ /$ &1% + $) +, $$) 2, /++ 8(9 +( $, $/+, + +, $$1

In Tabel 2 zijn de 83 pc-gebieden nogmaals weergegeven, maar dan geclusterd naar de wijk waarin deze gebieden liggen.

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2017

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2017

RMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers Uitgave: oktober 2014

Aanval op schooluitval

RMC Regio 29 Rijnmond. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers Uitgave: oktober 2014

thema 1 Nederland en het water topografie

Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken

Bijlage verzuimcijfers

Hoe scoren onderwijsinstellingen op Twitter?

Opmerkelijke cijfers en interpretaties versie 7 maart 2013

RMC Factsheet. RMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg

RMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015

Gelderse Aanval op de Uitval Cijfers over voortijdig schoolverlaten in de Gelderse regio s

RMC Regio 12 Twente. RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2018

RMC Regio 12 Twente. RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2019

RMC Regio 12 Twente. RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2017

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Kampen 104 ( 2,3% ) Epe 84 ( 3,1% ) Apeldoorn 474 ( 3,8% ) Rozendaal. Westervoort 62 ( 3,8% ) 65 ( 2,6. Lingewaard 87 ( 2,3% ) Ubbergen 24 ( 3,4% )

Doelstelling Percentage en streefcijfers uitval naar onderwijssoort Haaglanden Tussenstand verloop dit schooljaar

RMC Factsheet. RMC Regio 14 Arnhem/Nijmegen

RMC Regio 32 Walcheren. RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2018

RMC Factsheet. RMC Regio 31 Oosterschelde regio

Absoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar

RMC Factsheet. RMC Regio 22 West-Friesland

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2018

Schooluitval voorkomen in Nederland

Documentatie bestand Jongeren in een kwetsbare positie naar RMC 2014/ 15

Factsheet voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord Schooljaar

RMC Regio 12 Twente. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2016

RMC Regio 12 Twente. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2016

Dieptestudie voortijdig schoolverlaten. Overzicht 2001

Documentatie bestand Jongeren in Kwetsbare Positie 14/15

RMC Factsheet. RMC Regio 24 Noord-Kennemerland

Handreiking voor het maken van een regionale analyse betreffende het voorkomen van voortijdig schoolverlaten

Aanval op schooluitval

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2018

ROC Alfa College ten opzichte van sectorgemiddelden

Aanval op schooluitval

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2017

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2018

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2018

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07

RMC Factsheet. RMC Regio 2 Noord-Groningen-Eemsmond

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2018

Sector Handel en ondernemerschap

RMC regio 2 Noord-Groningen Eemsmond

RMC Factsheet. RMC Regio 3 Centraal en Westelijk Groningen

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2017

RMC Regio 33 Zeeuwsch-Vlaanderen. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2019

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2019

Regionale arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2013

Duurzaam Middelbaar Beroepsonderwijs. Rob de Vrind Duurzaamheidscoördinator Koning Willem I College en voorzitter van DMBO (

Hoe scoren onderwijsinstellingen op Twitter?

Gelderse Aanval op de Uitval. Cijfers over voortijdig schoolverlaten in de Gelderse regio s

RMC Factsheet. RMC Regio 35 Midden-Brabant

RMC Factsheet. RMC Regio 28 Haaglanden/Westland

Transcriptie:

VSV-Atlas Totaaloverzicht Nederland Aanval op schooluitval Convenantjaar 2008-2009 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers 3e editie www.aanvalopschooluitval.nl

Convenantjaar 2008-2009, definitieve cijfers -cijferproducten VSV-Atlas, derde editie (incl. overzicht VO-scholen) In de VSV-Atlas worden de resultaten gepresenteerd van de convenanten Aanval op Schooluitval voor het schooljaar 2008-2009, op landelijk, regionaal, gemeentelijk en onderwijsinstellingniveau. Op deze niveaus worden -cijfers procentueel en absoluut weergegeven en de ontwikkeling t.o.v. het referentiejaar van de convenanten, schooljaar 2005-2006. De VSV-Atlas geeft antwoord op vragen als: Hoe zit het in de krachtwijken en wat zijn de onderwijs kenmerken en achtergrondkenmerken van nieuwe ers, hoe doen we het op Europees niveau? De ontwikkeling van de totale groep ers wordt ook in kaart gebracht, in het bijzonder de relatie met de arbeidsmarkt. Bij de VSV-Atlas zit een poster ingesloten met een overzichtskaart van Nederland. De VSV-Atlas is een gedrukte uitgave en kan besteld worden via www.aavalopschooluitval.nl. RMC-regio factsheets Per RMC-regio is een factsheet beschikbaar met de -cijfers voor het schooljaar 2008-2009. De -cijfers voor nieuwe voortijdig schoolverlaters worden procentueel en absoluut weergegeven (ook van de gemeenten binnen de RMC-regio) en de ontwikkeling t.o.v. het referentiejaar van de convenanten, schooljaar 2005-2006. De RMC-factsheet bevat -cijfers naar onderwijskenmerken, achtergrondkenmerken, van de vo-scholen en mbo-instellingen binnen de RMC-regio. De RMC-regio factsheets zijn digitaal beschikbaar als PDF-bestand via www.aanvalopschooluitval.nl bij RMC-regio. MBO-factsheets Per MBO-onderwijsinstelling is een factsheet beschikbaar met de -cijfers voor het schooljaar 2008-2009. De -cijfers voor nieuwe voortijdig schoolverlaters worden procentueel en absoluut weergegeven en de ontwikkeling t.o.v. het referentiejaar van de convenanten, schooljaar 2005-2006. De MBO-factsheets bevat -cijfers naar leerweg, leerniveau, sector, achtergrondkenmerken en laat zien van welke opleidingen het grootste aantal nieuwe ers afkomstig is. De MBO-factsheets zijn digitaal beschikbaar als PDF-bestand via www.aanvalopschooluitval.nl bij Scholen. VSV-verkenner Met de VSV-verkenner kan makkelijk en snel via de landkaart of ingezoomd worden op de -cijfers van schooljaar 2008-2009 op landelijk, regionaal, gemeentelijk en onderwijsinstellingniveau. Er wordt onderscheid gemaakt tussen -cijfers voor het vo, mbo, vo+mbo en vavo onderwijs. Het is mogelijk vergelijkingen te maken tussen landelijke cijfers en andere niveaus of bijvoorbeeld tussen gemeenten onderling of scholen binnen een RMC-regio. Naast -cijfers zijn onder extra informatie o.a. ook het convenant, het onderwijsprogramma, voorbeeldprojecten en de regionale en landelijke contactpersonen te vinden. De VSV-verkenner is beschikbaar via www.aanvalopschooluitval.nl en direct via www.verkenner.nl.

32 31 33 28 26 34 25 23 22 24 27 21 Overzicht RMC-regio s Nederland 19 5 18 36 37 16 29 14 15 30 35 20 De VSV-Atlas bevat kaarten op landelijk- en regionaal niveau. Bovenstaande kaart dient samen met de RMC-regiolijst als navigatie hulpmiddel bij het gebruik van de VSV-Atlas. Alle gemeenten in Nederland moeten (potentiële) voortijdig schoolverlaters registreren en ervoor zorgen dat zij via een passend onderwijs- of arbeidstraject alsnog een startkwalificatie halen (minimaal diploma op vwo, havo of mbo 2 niveau). Een jongere is volledig leerplichtig tot en met het schooljaar waarin hij of zijn 16 jaar wordt. Daarna geldt voor alle jongeren de kwalificatieplicht. Jongeren tot 18 jaar zonder startkwalificatie vallen onder de Leerplichtwet. Dit is een gemeentelijke taak. De 18plussers vallen onder de RMC-wetgeving, een regionale taak. Gemeenten participeren in één van de 39 RMC-regio s (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie). Per RMC-regio is er één contactgemeente die de melding en registratie van voortijdig schoolverlaters door scholen coördineert. 17 39 4 6 11 38 9 10 13 2 7 3 12 8 1 RMC-regio 1 Oost-Groningen Veendam 2 Noord-Groningen Eemsmond 3 Centraal en Westelijk Groningen Contactgemeente Delfzijl Groningen 4 Friesland Noord Leeuwarden 5 Zuid-West Friesland Sneek 6 Friesland-Oost, de Friese Smallingerland Wouden 7 Noord- en Midden Drenthe Assen 8 Zuid-Oost Drenthe Emmen 9 Zuid-West Drenthe Hoogeveen 10 IJssel-Vecht Zwolle 11 Stedendriehoek Apeldoorn 12 Twente Enschede 13 Achterhoek Doetinchem 14 Arnhem/Nijmegen Nijmegen 15 Rivierenland Tiel 16 Eem en vallei Amersfoort 17 Noord-Veluwe Harderwijk 18 Flevoland Lelystad 19 Utrecht Utrecht 20 Gooi en Vechtstreek Hilversum 21 Agglomeratie Amsterdam Amsterdam 22 West-Friesland Hoorn 23 Kop van Noord-Holland Den Helder 24 Noord-Kennemerland Alkmaar 25 West-Kennemerland Haarlem 26 Zuid Holland Noord Leiden 27 Zuid-Holland-Oost Gouda 28 Haaglanden Den Haag 29 Rijnmond Rotterdam 30 Zuid-Holland-Zuid Dordrecht 31 Oosterschelde regio Goes 32 Walcheren Middelburg 33 Zeeuws-Vlaanderen Terneuzen 34 West-Brabant Breda 35 Midden-Brabant Tilburg 36 Noord-Oost-Brabant s-hertogenbosch 37 Zuidoost-Brabant Eindhoven 38 Gewest Limburg-Noord Venlo 39 Gewest Zuid-Limburg Heerlen www.aanvalopschooluitval.nl

Voorwoord Terugdringen van schooluitval is en blijft een belangrijk speerpunt. In 2002 kwamen er ruim 70.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters ( ers) bij. De doelstelling van het kabinet Balkenende IV was om dit aantal terug te brengen tot maximaal 35.000 in 2012, gemeten over schooljaar 2010-2011. Het kabinet Rutte heeft deze doelstelling verder aangescherpt naar maximaal 25.000 nieuwe ers. Onderwijsinstellingen en gemeenten vervullen een sleutelrol in het terugdringen van schooluitval. Daarom zijn met alle 39 RMC-regio s in 2007 vierjarige convenanten Aanval op Schooluitval 2008-2011 afgesloten waarin prestatieafspraken zijn gemaakt tussen het ministerie van OCW, gemeenten en onderwijsinstellingen (in voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs) om het aantal nieuwe ers te verminderen. Met deze convenanten moet de uitval jaarlijks cumulatief met 10% verminderen; 10% in het schooljaar 2007-2008 oplopend naar 40% in het schooljaar 2010-2011. Met deze aanpak wordt de doel stelling van het kabinet Balkenende IV gehaald. Aanvullend hierop worden er extra inspanningen en aanvullende maatregelen getroffen om de doelstelling van het kabinet Rutte te behalen. De definitieve resultaten over het schooljaar 2008-2009 zijn bekend; het aantal nieuwe ers bedraagt 41.800. Hiermee is op landelijk niveau de doelstelling voor het convenantjaar 2008-2009 gehaald; een vermindering van ruim 20% ten opzichte van het schooljaar 2005-2006. Met dit resultaat liggen we op schema richting de 35.000 in 2012. Het -percentage laat een daling zien van 5,5% in 2002 naar 3,2% in schooljaar 2008-2009. Ook voor het behalen van de Europese doelstelling, het terugdringen van de totale groep ers naar 8%, zijn we op de goede weg. Het percentage daalde in Nederland van 15,4% in 2000 naar 10,9% in 2009. Wat verder opvalt: Het -percentage in schooljaar 2008-2009 bedraagt 3,2%. Over het algemeen loopt het -percentage op naarmate de gemeente groter is. In de vier grootste gemeenten (G4) ligt het -percentage op 5,6%. In het voortgezet onderwijs is het aantal nieuwe ers zeer sterk gedaald, met ruim 30%, terwijl in het middelbaar beroepsonderwijs de daling kleiner is (-15%). Jongeren zonder startkwalificatie zijn vaker werkloos dan jongeren met startkwalificatie (20,1% tegen 12,1%, 1e kwartaal 2010). Vsv ers worden vaker verdacht van een misdrijf. In het schooljaar 2008-2009 is op landelijk niveau 22% van de ers verdacht geweest van een misdrijf. Onder niet ers is dit 5%. In de G4 is 29% van de ers verdacht geweest van een misdrijf. Onder niet ers is dit 8%. Van alle deelnemers is 22% allochtoon en 78% autochtoon, terwijl van alle nieuwe ers 34% allochtoon en 66% autochtoon is. Dit is terug te zien in een hoger -percentage onder allochtonen (5,0%) vergeleken met het -percentage onder autochtonen (2,7%). De daling van het -percentage onder allochtonen is enigszins groter dan onder autochtonen (-22,4% tegen -19,8%). De informatie uit deze VSV-Atlas kan gebruikt worden als hulpmiddel in de aanpak van schooluitval in uw regio, gemeente of onderwijsinstelling; waar is bijsturen nodig en waar liggen kansen?

Inhoudsopgave 1. De cijfers..............................................5 1.1 Het nationaal perspectief............................... 5 1.2 De Europese doelstelling en een internationale vergelijking.......... 6 1.3 De RMC-regio s......................................6 1.4 De gemeenten..................................... 12 1.4.1 Vsv in de gemeenten.................................. 12 1.4.2 Overzicht vier grootste gemeenten van Nederland (G4)............. 12 1.4.3 Krachtwijken...................................... 14 1.5 De onderwijsinstellingen............................... 16 1.5.1 Nieuwe ers op vo-scholen............................ 16 1.5.2 Nieuwe ers op mbo-instellingen........................ 16 2. Onderwijskenmerken van de nieuwe ers....................... 23 2.1 Onderwijsniveau en diplomakenmerken nieuwe ers............ 23 2.2 Nieuwe ers in het vo................................ 24 2.3 Nieuwe ers in het mbo.............................. 25 3. Achtergrondkenmerken nieuwe ers in Nederland................. 27 3.1 Geslacht......................................... 27 3.2 Leeftijd.......................................... 28 3.3 Etniciteit......................................... 29 3.4 Samenhangende sociaal-economische kenmerken en apc-gebieden..... 30 4. De totale groep ers (15 tot 23 jaar)........................... 33 4.1 Ontwikkeling totale groep ers.......................... 33 4.2 Arbeidsmarktpositie totale groep ers..................... 33 4.3 Jeugdwerkloosheid.................................. 35 4.4 Thuissituatie...................................... 37 4.5 Verdacht van een misdrijf............................... 38 Bijlage 1 Voortijdig schoolverlaten, doelstellingen en gegevensbronnen........ 39 Bijlage 2 Totaaloverzicht vo-scholen.............................. 43 Index Figuren en tabellen.................................. 58

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 5 Hoofdstuk 1 De cijfers Wat is het resultaat van convenantjaar 2008-2009? Dit hoofdstuk toont van meerdere jaren de resultaten op landelijk, regionaal, gemeente- en instellingsniveau. Op deze verschillende niveaus wordt naast het procentuele en absolute percentage gekeken naar de ontwikkeling van het aantal ers ten opzichte van schooljaar 2005-2006. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de stand van zaken omtrent het behalen van de Europese doelstelling. Een uitleg van de berekening van de Europese cijfers, de landelijke cijfers en de cijfers op regionaal,- gemeentelijk en instellings niveau staat in bijlage 1. Figuur 1: nationale doelstelling en realisatie absoluut aantal nieuwe ers 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 1.1 Het nationaal perspectief Doelstelling Realisatie Nieuwe voortijdig schoolverlater ( er): leerling van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie (diploma van havo, vwo of minimaal mbodiploma niveau 2) in een bepaald schooljaar het onderwijs verlaat. Het -percentage staat voor het aantal ers als percentage van het aantal onderwijsdeelnemers aan het begin van het schooljaar. De focus in Nederland ligt op het voorkómen van schooluitval. De doelstelling van kabinet Balkenende IV was het aantal nieuwe ers in 10 jaar terugbrengen van 71.000 in 2002 tot 35.000 in 2012, gemeten over schooljaar 2010-2011. Het kabinet Rutte heeft deze doelstelling aangescherpt: maximaal 25.000 nieuwe ers. 0 2001-2002 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 Op landelijk niveau bedraagt het aantal nieuwe ers dat er tussen 1 oktober 2008 en 1 oktober 2009 bij is gekomen 41.800. Het aantal nieuwe ers is in schooljaar 2008-2009 ten opzichte van 2005-2006 gemiddeld over alle regio s gedaald met 20%. Daarmee is op landelijk niveau de doelstelling voor het convenantjaar 2008-2009 gehaald. Tabel 1: nationale realisatie nieuwe ers in aantallen 1 en percentages 2002 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2015 Realisatie 71.000 2 58.600 52.700 50.900 3 46.800 4 41.800 5 35.000 25.000 5,5% 4,6% 4,0% 3,9% 3,6% 3,2% 1 Er wordt hier gebruik gemaakt van afgeronde getallen, zoals gemeld aan de Tweede Kamer op 13-02-2009 (Kamerstuk 2008-2009, 26695, nr. 61). De doelstelling is gebaseerd op een gemiddelde daling tot 35.000 nieuwe ers over het schooljaar 2010-2011. In de tabel staan cijfers vanaf het schooljaar 2004-2005. In dit schooljaar is de registratie op onderwijsnummer ingevoerd. 2 Het aantal van 71.000 in 2002 is gebaseerd op RMC- rapportages; registratie op onderwijsnummer was destijds nog niet beschikbaar. 3 Dit betreft het definitieve cijfer 2006-2007. In februari 2008 is aan de Tweede Kamer het voorlopige cijfer 2006-2007 gemeld. Dit waren 53.100 nieuwe ers in 2006-2007. 4 Dit betreft het definitieve cijfer 2007-2008. In februari 2009 is aan de Tweede Kamer het voorlopige cijfer 2007-2008 gemeld. Dit waren 48.800 nieuwe ers in 2007-2008. 5 Dit betreft het definitieve cijfer 2008-2009. In februari 2010 is aan de Tweede Kamer het voorlopige cijfer 2008-2009 gemeld. Dit waren 42.600 nieuwe ers in 2008-2009.

6 Definitieve cijfers Convenantjaar 2008-2009 Finland Oostenrijk Ierland Nederland Denemarken Duitsland 1.2 De Europese doelstelling en een internationale vergelijking In Europees verband is afgesproken het aantal jongeren van 18 tot 25 jaar dat geen onderwijs volgt en geen startkwalificatie heeft in de periode van 2000 tot 2010 te halveren. 1 In de EU-15 beschikte 16,7% van de 18 tot 25 jarigen in 2008 niet over een startkwalificatie. In 2000 was dat nog 20%; In Nederland ligt dit aantal lager dan in de EU-15. Het percentage daalde in ons land van 15,4% in 2000 naar 10,9% in 2009 (en 11,4% in 2008); In vergelijking met andere Europese landen volgen relatief veel jongeren in Nederland een opleiding. Gemiddeld minder jongeren verlaten in Nederland het onderwijs zonder startkwalificatie dan in de rest van de EU. Van de Nederlandse jongeren tussen de 15 en 25 gaat 68% naar school. Het Europese gemiddelde is 60%. Figuur 2 2 : de ontwikkeling van het percentage van de totale groep ers in Europa, 2000 en 2008 Bron: Eurostat 2000 2008 1.3 De RMC-regio s In de convenanten Aanval op Schooluitval is met alle 39 RMCregio s afgesproken het aantal nieuwe ers in de schooljaren 2007-2008 tot en met 2010-2011 te verminderen met 40% t.o.v. het peiljaar 2005-2006. De uitval moet jaarlijks cumulatief met 10% verminderen; 10% in schooljaar 2007-2008, 20% in schooljaar 2008-2009, oplopend naar 40% reductie in 2010-2011. Het resultaat van schooljaar 2008-2009 laat verschillen zien tussen de RMC-regio s. Deze paragraaf gaat over de -cijfers van de RMC-regio s. Meer informatie over de onderwijsen achtergrondkenmerken van afzonderlijke RMC-regio s staan op www.aanvalopschooluitval.nl bij RMC-regio. 17 regio s (43%) hebben de reductie van 20% of meer behaald. In 19 regio s (49%) ligt de reductie tussen de 10 en 20%. 3 regio s (8%) hebben een reductie van minder dan 10% gerealiseerd; In 8 regio s is de reductie meer dan 25%. Daarentegen is in 9 regio s de daling minder dan 15%. In geen enkele regio is sprake van een toename van het aantal ers; Het -percentage ligt hoog in de regio s Rijnmond, Agglomeratie Amsterdam, Haaglanden, Flevoland, Noord- Kennemerland, West-Kennemerland en Midden-Brabant; De regio s Rijnmond, Agglomeratie Amsterdam, Haaglanden en Utrecht hebben absoluut gezien het hoogste aantal ers; Zuid-West Friesland, Noord- en Midden Drenthe, IJssel- Vecht, Noord-Groningen en Eemsmond en Twente hebben procentueel de laagste uitval. Frankrijk België Zweden Luxemburg Griekenland Verenigd Koninkrijk Italie Spanje Portugal 0% 10% 20% 30% 40% 50% 1 De landen in de Europese unie in 2000. Om een goede vergelijking te maken tussen 2000 en 2008, is ook voor de situatie in 2008 de EU-15 gebruikt. 2 Deze derde editie bevat gegevens over het schooljaar 2008-2009 waardoor hier de Europese cijfers van 2008 worden gepresenteerd.

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 7 Figuur 3: RMC-regio s, realisatie reductie nieuwe ers in 2008-2009 t.o.v. 2005-2006 Figuur 4: RMC-regio s, percentage nieuwe ers in 2008-2009 Realisatie: 20% of meer minder dan 20% Figuur 5: RMC-regio s, aantal nieuwe ers in 2008-2009 VSV percentage 2008/2009 Minder dan 3,0% 3,0% - 3,8% 3,8% - 4,6% Meer dan 4,6% VSV-aantal per RMC-regio Minder dan 500 501-1.000 1.001-1.500 Meer dan 1.500

8 Definitieve cijfers Convenantjaar 2008-2009 Tabel 2: RMC-regio s, ontwikkeling nieuwe ers in 2008-2009 t.o.v. 2005-2006 RMC-regio 2005-2006 2008-2009 %-ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 Agglomeratie Amsterdam 91.246 5.790 6,3 92.161 4.085 4,4-29,4 Zuid-West Friesland 10.203 335 3,3 10.370 237 2,3-29,3 Walcheren 9.352 440 4,7 9.278 316 3,4-28,2 Noord-Groningen en Eemsmond 9.228 327 3,5 8.959 236 2,6-27,8 Kop van Noord-Holland 13.707 649 4,7 13.689 469 3,4-27,7 Oosterschelde 13.531 539 4,0 13.742 392 2,9-27,3 Zuid-Oost Drenthe 13.818 558 4,0 13.865 407 2,9-27,1 Twente 51.006 1.770 3,5 51.023 1.320 2,6-25,4 Gewest Zuid-Limburg 46.430 2.207 4,8 44.452 1.670 3,8-24,3 IJssel-Vecht 37.480 1.121 3,0 37.106 869 2,3-22,5 Friesland Noord 21.846 888 4,1 21.772 692 3,2-22,1 Gooi en Vechtstreek 18.784 853 4,5 18.918 665 3,5-22,0 Haaglanden 72.070 3.999 5,5 72.432 3.122 4,3-21,9 Gewest Limburg -Noord 38.288 1.398 3,7 38.403 1.101 2,9-21,2 Utrecht 60.556 2.731 4,5 60.690 2.164 3,6-20,8 West-Brabant 52.939 2.306 4,4 53.672 1.826 3,4-20,8 Midden-Brabant 29.864 1.493 5,0 29.857 1.184 4,0-20,7 Oost-Groningen 11.985 492 4,1 12.001 396 3,3-19,5 Noord-Oost-Brabant 52.565 1.923 3,7 53.415 1.548 2,9-19,5 Noord- en Midden Drenthe 15.587 468 3,0 16.129 379 2,3-19,0 De Friese Wouden 22.893 804 3,5 22.904 656 2,9-18,4 Rijnmond 96.478 5.575 5,8 95.046 4.609 4,8-17,3 West-Friesland 16.975 770 4,5 17.415 642 3,7-16,6 Zeeuwsch-Vlaanderen 7.762 313 4,0 7.859 261 3,3-16,6 Zuidoost-Brabant 57.404 2.202 3,8 57.863 1.837 3,2-16,6 Eem en Vallei 49.778 1.999 4,0 50.607 1.671 3,3-16,4 Zuid-Holland-Zuid 40.477 1.733 4,3 40.304 1.457 3,6-15,9 West-Kennemerland 27.216 1.373 5,0 27.990 1.160 4,1-15,5 Stedendriehoek 34.269 1.387 4,0 34.363 1.179 3,4-15,0 Achterhoek 26.409 886 3,4 26.696 753 2,8-15,0 Zuid-Holland-Noord 31.758 1.254 3,9 31.662 1.079 3,4-14,0 Centraal en Westelijk Groningen 21.769 830 3,8 22.092 721 3,3-13,1 Zuid-Holland-Oost 31.329 1.180 3,8 30.957 1.028 3,3-12,9 Noord-Kennemerland 21.599 1.018 4,7 21.696 908 4,2-10,8 Arnhem/Nijmegen 52.522 2.075 4,0 53.737 1.855 3,5-10,6 Noordwest-Veluwe 17.071 580 3,4 17.048 519 3,0-10,5 Zuid-West Drenthe 10.614 318 3,0 10.473 288 2,7-9,4 Rivierenland 20.118 696 3,5 20.721 654 3,2-6,0 Flevoland 33.364 1.554 4,7 33.948 1.476 4,3-5,0

2% 9 Noord- en Midden-Drenthe IJssel-Vecht Zuid-West-Friesland Twente Noord-Groningen en Eemsmond Zuid-West-Drenthe Achterhoek De Friese Wouden Gewest Noord-Limburg Oosterschelde regio Rivierenland Noordwest-Veluwe Noord-Oost-Brabant Zuidoost-Brabant 3% Friesland-Noord Zuid-Oost-Drenthe Zuid-Holland-Oost Centraal en westelijk Groningen Eem en Vallei Oost-Groningen Kop van Noord-Holland Walcheren 0% -5% -10% -15% Zeeuwsch- Vlaanderen -20% West-Brabant -25% -30% -35% Procentuele ontwikkeling Arnhem/Nijmegen Stedendriehoek Zuid-Holland- Noord Zuid-Holland-Zuid Utrecht Gooi en Vechtstreek West-Friesland 4% Gewest Limburg-Zuid Midden-Brabant Midden-Brabant West-Kennnemerland Noord-Kennemerland Flevoland Haaglanden Agglomeratie Amsterdam Rijnmond % 5% Figuur 6: de ontwikkeling, het -percentage en absolute aantal ers per RMC-regio in 2008-2009 Toelichting figuur 6 Per RMC-regio worden voor het schooljaar 2008-2009 drie relevante dimensies getoond: de ontwikkeling, het -percentage en het absolute aantal nieuwe ers in 2008-2009 t.o.v. 2005-2006. De grootte van de cirkel geeft het aantal ers weer; De horizontale positie van elke cirkel geeft de procentuele ontwikkeling weer van het aantal nieuwe ers in het schooljaar 2008-2009 t.o.v het schooljaar 2005-2006. Regio s rechts van de as hebben het aantal ers met meer dan 20% teruggedrongen. Regio s links van de as hebben een kleinere afname. De verticale positie van elke cirkel geeft het -percentage weer. Het middelpunt van de grafiek ligt bij het gemiddelde van de regio s (3,2%). Regio s onder de as hebben een hoger percentage ers t.o.v. het gemiddelde percentage. Regio s boven de horizontale as hebben een lager percentage ers dan het gemiddeld percentage. De grootte van de cirkel geeft de omvang van het aantal nieuwe -ers in de RMC-regio weer. Er is t.o.v. 2005/2006 een -afname van 20% of meer gerealiseerd, en het percentage ligt lager dan het gemiddelde voor RMC-regio s. Er is t.o.v. 2005/2006 een -afname van 20% of meer gerealiseerd, en het percentage ligt hoger dan het gemiddelde voor RMC-regio s. Er is t.o.v. 2005/2006 geen -afname van 20% of meer gerealiseerd, en het percentage ligt hoger dan het gemiddelde voor RMC-regio s. Er is t.o.v. 2005/2006 geen -afname van 20% of meer gerealiseerd, en het percentage ligt lager dan het gemiddelde voor RMC-regio s.

10 Definitieve cijfers Convenantjaar 2008-2009 Verdeling van voortijdig schoolverlaters naar 18 en 18+ per regio Jongeren tot 18 jaar zonder startkwalificatie vallen onder de Leerplichtwet. Dit is een gemeentelijke taak. Het uitvalpercentage onder jongeren tot 18 jaar loopt uiteen van 1,4% van de deelnemers in twee noordelijke RMC-regio s tot 3,1% in Flevoland en 3,2% in de regio Rijnmond. De 18plussers vallen onder de RMC-regelgeving. De uitvalpercentages onder deze doelgroep lopen uiteen van 5,6% in regio IJssel-Vecht en 5,7% in Noord-Limburg tot 10,7% in regio Haaglanden en 11,2% in regio Rijnmond. Tabel 3: nieuwe ers naar 18- en 18+ RMC-regio aantal 18- % 18- 'ers aantal 18+ % 18+ 'ers 'ers binnen populatie 'ers binnen populatie Oost-Groningen 89 1,2 307 7,2 Noord-Groningen en Eemsmond 54 0,9 182 5,9 Centraal en westelijk Groni 131 0,9 590 7,7 Friesland-noord 145 1,0 547 7,4 Zuidwest-Friesland 49 0,7 188 5,6 De Friese Wouden 144 0,9 512 6,7 Noord- en midden-drenthe 79 0,7 300 5,8 Zuidoost-Drenthe 95 1,0 312 6,9 Zuidwest-Drenthe 75 1,1 213 6,2 IJssel-Vecht 177 0,7 692 5,6 Stedendriehoek 340 1,5 839 7,6 Twente 350 1,0 970 5,9 Achterhoek 199 1,1 554 6,5 Arnhem/Nijmegen 384 1,0 1471 8,6 Rivierenland 155 1,1 499 7,9 Eem en Vallei 443 1,3 1228 8,1 Noordwest-Veluwe 136 1,2 383 7,1 Flevoland 460 2,0 1016 9,1 Utrecht 643 1,5 1521 8,3 Gooi en Vechtstreek 231 1,7 434 8,3 Agglomeratie Amsterdam 1183 1,9 2902 10,0 Westfriesland 169 1,4 473 8,7 Kop van Noord-Holland 121 1,3 348 8,2 Noord-Kennemerland 243 1,6 665 10,0 West-Kennnemerland 338 1,7 822 9,9 Zuid-Holland-Noord 256 1,2 823 8,6 Zuid-Holland-Oost 285 1,3 743 7,9 Haaglanden 838 1,7 2284 10,1 Rijnmond 1158 1,8 3451 10,8 Zuid-Holland-Zuid 353 1,3 1104 8,9 Oosterschelde regio 117 1,2 275 6,7 Walcheren 81 1,3 235 7,9 Zeeuwsch-Vlaanderen 83 1,5 178 7,2 West-Brabant 508 1,4 1318 8,0 Midden-Brabant 290 1,4 894 9,2 Noordoost-Brabant 335 0,9 1213 7,1 Zuidoost-Brabant 581 1,5 1256 7,0 Gewest Noord-Limburg 329 1,3 772 6,1 Gewest Limburg-Zuid 498 1,7 1172 8,0

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 11 Figuur 7: gemeenten, realisatie reductie nieuwe ers in 2008-2009 t.o.v. 2005-2006 Figuur 8: gemeenten, percentage nieuwe ers in 2008-2009 Realisatie: 20% of meer minder dan 20% VSV - percentage Minder dan 2 % 2-3% 3-4% Meer dan 4 % VSV - aantal per gemeente 0-49 50-99 100-199 200-2.734 Figuur 9: gemeenten, absoluut aantal nieuwe ers in 2008-2009

12 Definitieve cijfers Convenantjaar 2008-2009 1.4 De gemeenten Iedere RMC-regio is een verzameling van grotere en kleinere gemeenten. Met het onderwijsnummer zijn ook op gemeentelijk niveau verschillen aan te geven. Tabel 4 toont de procentuele reductie van de 31 grootste gemeenten (G31), beginnend met Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4). 1.4.1 Vsv in de gemeenten Figuur 10: totale groep ers naar gemeentegrootte in 2008-2009 17% <100.000 inwoners 100.000 inwoners G4 50% van de gemeenten (213 gemeenten) heeft de 20% reductie behaald; 13% van de gemeenten (55 gemeenten) laten een stijging zien; Van de 31 grootste gemeenten (G31) en de 5 Ortegagemeenten hebben 13 gemeenten de 20% reductie behaald. Alleen Lelystad laat een stijging van het aantal nieuwe ers zien. 1.4.2 Gemeentegrootte Circa 10% van het totaal aantal deelnemers woont in de G4. 17% van de ers komt echter uit de G4. Het percentage ligt hier bovengemiddeld (5,5%); De grootste groep deelnemers woont in gemeenten kleiner dan 100.000 inwoners. Hier komen ook de meeste ers vandaan (62%). Het percentage is hier 3,1%. 1.4.3 Overzicht vier grootste gemeenten van Nederland (G4) Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht zijn de vier grootste gemeenten van Nederland en hebben te maken met een specifieke situatie en problematiek. Binnen de grote gemeenten verschilt het percentage nieuwe ers per postcodegebied. In de figuren 12, 13, 14 en 15 is het percentage in de verschillende postcodegebieden zichtbaar gemaakt. Postcodegebieden die liggen in één van de 40 krachtwijken zijn herkenbaar omlijnd en benoemd. Het percentage nieuwe ers ligt in de 4 grootste gemeenten hoger dan het landelijk gemiddelde; Ruim 10% van de deelnemers woont in de G4. Echter ruim 17% van alle ers komt uit de G4; Zowel Amsterdam als Den Haag laten een grotere daling dan de 20% zien ten opzichte van 2005-2006. Rotterdam en Utrecht hebben een daling van minder dan 20%. 21% 62%

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 13 Tabel 4: gemeenten, ontwikkeling nieuwe ers in 2008-2009 t.o.v. 2005-2006 Gemeente 2005-2006 2008-2009 %-ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 G4 's-gravenhage 31.275 2.207 7,1 31.540 1.689 5,4-23,5 G4 Amsterdam 45.077 3.532 7,8 43.730 2.318 5,3-34,4 G4 Rotterdam 45.318 3.183 7,0 43.467 2.734 6,3-14,1 G4 Utrecht 15.407 906 5,9 15.707 796 5,1-12,1 G31 Venlo 8.043 403 5,0 7.873 276 3,5-31,5 G31 Emmen 8.655 392 4,5 8.749 269 3,1-31,4 G31 Almelo 5.742 270 4,7 5.679 191 3,4-29,3 G31 Heerlen 6.500 407 6,3 6.253 310 5,0-23,8 G31 Hengelo 6.411 236 3,7 6.377 180 2,8-23,7 G31 Leeuwarden 6.819 372 5,5 6.951 286 4,1-23,1 G31 Breda 12.027 610 5,1 12.418 473 3,8-22,5 G31 Sittard-Geleen 7.228 338 4,7 6.909 263 3,8-22,2 G31 Zwolle 8.959 375 4,2 8.983 294 3,3-21,6 G31 Schiedam 5.569 352 6,3 5.777 277 4,8-21,3 G31 Nijmegen 10.220 526 5,1 10.102 423 4,2-19,6 G31 Enschede 11.079 572 5,2 11.271 460 4,1-19,6 G31 Amersfoort 10.434 484 4,6 11.145 391 3,5-19,2 G31 Haarlem 9.712 561 5,8 9.620 456 4,7-18,7 G31 Eindhoven 13.589 731 5,4 13.678 595 4,4-18,6 G31 Maastricht 7.191 423 5,9 6.838 347 5,1-18,0 G31 Tilburg 14.366 834 5,8 14.309 685 4,8-17,9 G31 Deventer 7.233 369 5,1 7.375 306 4,1-17,1 G31 Helmond 6.250 340 5,4 6.550 282 4,3-17,1 G31 Zaanstad 10.303 581 5,6 10.755 483 4,5-16,9 G31 Arnhem 9.752 573 5,9 10.011 479 4,8-16,4 G31 Dordrecht 9.644 560 5,8 9.531 491 5,2-12,3 G31 Leiden 7.261 368 5,1 7.232 327 4,5-11,1 G31 's-hertogenbosch 9.654 499 5,2 9.770 444 4,5-11,0 G31 Groningen 9.840 469 4,8 9.939 430 4,3-8,3 G31 Alkmaar 7.260 418 5,8 6.992 385 5,5-7,9 G31 Lelystad 5.885 304 5,2 5.828 312 5,4 2,6 Ortega gemeenten Almere 16.970 863 5,1 17.664 821 4,6-4,9 Ortega gemeenten Apeldoorn 12.659 552 4,4 12.477 459 3,7-16,8 Ortega gemeenten Ede 9.487 352 3,7 9.537 321 3,4-8,8 Ortega gemeenten Haarlemmermeer 10.478 498 4,8 11.106 390 3,5-21,7 Ortega gemeenten Zoetermeer 11.113 526 4,7 10.718 419 3,9-20,3 Overige gemeenten 100000 tot 250000 inwoners 60.707 2.791 4,6 61.502 2.410 3,9-13,7 Overige gemeenten 50000 tot 100000 inwoners 169.808 7.743 4,6 170.526 6.255 3,7-19,2 Overige gemeenten 20000 tot 50000 inwoners 496.369 17.787 3,6 499.516 14.513 2,9-18,4 Overige gemeenten minder dan 20000 inwoners 190.701 6.318 3,3 192.412 5.001 2,6-20,8

14 Definitieve cijfers Convenantjaar 2008-2009 1.4.4 De krachtwijken Het kabinet Balkenende IV heeft 40 krachtwijken 1 benoemd. De 40 krachtwijken zijn gedefinieerd op basis van een aantal sociaaleconomische kenmerken. Het percentage is daarbij buiten beschouwing gebleven. In tabel 5 is te zien wat de -cijfers en ontwikkeling zijn in de 40 krachtwijken. Het percentage varieert tussen de 4,1% en de 10,1% en ligt daarmee in alle krachtwijken hoger dan het landelijk gemiddelde (3,2%); 21 krachtwijken (53%) hebben een reductie van 20% of meer behaald. 4 krachtwijken laten een toename zien; Circa 9% van alle ers woont in een krachtwijk. Figuur 11: gemeente Amsterdam, percentage nieuwe ers per (kracht)wijk in 2008-2009 Figuur 13: gemeente Den Haag, percentage nieuwe ers per (kracht)wijk in 2008-2009 NIEUWENDAM-NOORD LANDLUST DE KOLENKIT OOSTERPARKBUURT TRANSVAALKWARTIER-ZUID HUYGENSPARK SCHILDERSBUURT-WEST MOERWIJK-ZUID BIJLMER OOST (E,G,K) Krachtwijken Minder dan 5% 7% - 9% Krachtwijken Minder dan 5% 7% - 9% <25 deelnemers 5% - 7% Meer dan 9% <25 deelnemers 5% - 7% Meer dan 9% Figuur 12: gemeente Rotterdam, percentage nieuwe ers per (kracht)wijk in 2008-2009 Figuur 14: gemeente Utrecht, percentage nieuwe ers per (kracht)wijk in 2008-2009 TAAGDREEF - RUBICONDREEF SCHAAKBUURT - ZWANENVECHTLAAN ONDIEP - HOGELANDEN W.Z. KLEINPOLDER BERGPOLDER RUBROEK OUDE WESTEN UTRECHT INDUSTRIEGEBIED AFRIKAANDERWIJK VREEWIJK PENDRECHT ZUIDWIJK Krachtwijken Minder dan 5% 7% - 9% Krachtwijken Minder dan 5% 7% - 9% <25 deelnemers 5% - 7% Meer dan 9% <25 deelnemers 5% - 7% Meer dan 9% 1 Deze wijken staan ook wel bekend onder de naam Vogelaarwijken, naar oud-minister Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie.

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 15 Tabel 5: Krachtwijken, een overzicht van de nieuwe ers in 2008-2009 Gemeente Wijk 2005-2006 2008-2009 ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 totaal 59.437 4.928 8,3 56.411 3.787 6,7-23,2 Alkmaar Overdie 595 52 8,7 527 53 10,1 1,9 Amersfoort De Kruiskamp 310 25 8,1 356 32 9,0 28,0 Amsterdam Amsterdam Noord 1.862 161 8,6 1.832 127 6,9-21,1 Amsterdam Amsterdam Oost 1.474 110 7,5 1.300 72 5,5-34,5 Amsterdam Bijlmer 1.915 165 8,6 2.023 147 7,3-10,9 Amsterdam Bos en Lommer 2.913 252 8,7 2.621 165 6,3-34,5 Amsterdam Nieuw West 9.138 750 8,2 8.553 472 5,5-37,1 Arnhem Het Arnhemse Broek 638 49 7,7 678 46 6,8-6,1 Arnhem Klarendal 508 36 7,1 433 38 8,8 5,6 Arnhem Malburgen/Immerloo 1.153 103 8,9 1.102 80 7,3-22,3 Arnhem Presikhaaf 710 58 8,2 662 36 5,4-37,9 Deventer Rivierenwijk 434 51 11,8 325 31 9,5-39,2 Dordrecht WielwijkCrabbehof 905 96 10,6 837 68 8,1-29,2 Eindhoven Bennekel 522 44 8,5 484 30 6,2-32,1 Eindhoven Doornakkers 394 32 8,1 395 31 7,8-3,1 Eindhoven Woensel West 212 20 9,4 191 10 5,2-50,0 Enschede Velve-Lindehof 334 26 7,8 375 24 6,4-7,7 Groningen De Hoogte 142 13 9,2 149 14 9,4 7,7 Groningen Korrewegwijk 299 35 11,7 289 20 6,9-42,9 Heerlen Meezenbroek 536 34 6,3 513 22 4,3-35,3 Leeuwarden Heechterp/Schieringen 263 27 10,3 247 15 6,1-44,4 Maastricht Maastricht Noordoost 875 67 7,7 760 62 8,2-7,5 Nijmegen Hatert 469 26 5,5 415 21 5,1-19,2 Rotterdam Overschie 542 33 6,1 531 28 5,3-15,2 Rotterdam Bergpolder 283 24 8,5 268 13 4,9-45,8 Rotterdam Oud Zuid 6.133 508 8,3 5.981 443 7,4-12,8 Rotterdam Rotterdam Noord 3.225 246 7,6 2.790 184 6,6-25,2 Rotterdam Rotterdam West 5.522 480 8,7 5.255 407 7,7-15,2 Rotterdam Vreewijk 1.085 68 6,3 1.020 58 5,7-14,7 Rotterdam Zuidelijke Tuinsteden 1.769 156 8,8 1.645 135 8,2-13,5 s-gravenhage Den Haag Z-West 2.954 254 8,6 2.961 212 7,2-16,5 s-gravenhage Schilderswijk 3.195 247 7,7 3.178 194 6,1-21,5 s-gravenhage Stationsbuurt 859 81 9,4 851 50 5,9-38,3 s-gravenhage Transvaal 822 73 8,9 807 47 5,8-35,6 Schiedam Nieuwland 1.090 101 9,3 1.121 65 5,8-35,6 Utrecht Kanaleneiland 1.594 111 7,0 1.528 95 6,2-14,4 Utrecht Ondiep 408 44 10,8 326 31 9,5-29,5 Utrecht Overvecht 2.150 182 8,5 1.952 146 7,5-19,8 Utrecht Zuilen Oost 520 35 6,7 453 35 7,7 0,0 Zaanstad Poelenburg 686 53 7,7 677 28 4,1-47,2 Zaanstad Poelenburg 686 53 7,7 677 28,00 4,1-47,2

16 Definitieve cijfers Convenantjaar 2008-2009 1.5 De onderwijsinstellingen De volgende figuren besteden aandacht aan de resultaten van vo-scholen en mbo-instellingen 1. Belangrijk hierbij op te merken is dat diverse factoren van invloed kunnen zijn op het aantal ers. Zo zijn er verschillende sociaaleconomische kenmerken op regioniveau die van invloed zijn op het -risico van de onderwijspopulatie. Dit zijn factoren als het aandeel huishoudens met uitkeringen, lage inkomens en niet-westerse allochtonen in een regio. Ook het onderwijsniveau speelt een rol. Bij onderwijsinstellingen die verhoudingsgewijs meer leerlingen in niveau 1 en 2 van het mbo hebben dan andere onderwijsinstellingen is het risico om uit te vallen hoger. De uitval in het vo (gemiddeld 1,1%) is lager dan in het mbo (7,8%). In deze paragraaf wordt daarom ook uitgebreider ingegaan op de uitval in het mbo. Figuur 15: totaal van vo-scholen naar hoeveelheid reductie in 2008-2009 t.o.v. 2005-2006 11% 7% 9% 13% 60% <-20% -20 tot -10% -10 tot 0% 0 tot 20% 20% Figuur 16: totaal van mbo-instellingen naar hoeveelheid relatieve -reductie in 2008-2009 t.o.v. 2005-2006 7% <-20% 1.5.1 Nieuwe ers op vo-scholen 60% van de scholen laat een daling zien van 20% of meer. 20% van de scholen heeft een toename van het aantal ers. 41% van de jongeren, die zonder havo of vwo diploma het vo verlaten, heeft een vmbo-diploma. Figuur 15 geeft de -ontwikkeling weer van 2008-2009 ten opzichte van 2005-2006. Bijlage 2 bevat een overzicht van de cijfers van alle voortgezet onderwijs scholen. 1.5.2 Nieuwe ers op mbo-instellingen 30% van de mbo-instellingen heeft een reductie van 20% of meer behaald. 26% van de mbo-instellingen heeft een toename van het aantal ers. 74% van het aantal nieuwe ers stroomt uit op het mbo. 12% van de jongeren die uitvallen uit het mbo heeft wel een mbo-1 diploma. Dit is echter geen startkwalificatie en daarom worden ze tot de groep ers gerekend. Figuur 16 geeft de -ontwikkeling weer van 2008-2009 ten opzichte van 2005-2006. Tabel 6 bevat een overzicht van de -cijfers van alle mboinstellingen en hun procentuele ontwikkeling ten opzichte van 2005-2006. De laatste kolom laat het verschil zien tussen voorlopige en definitieve cijfers van het schooljaar 2008-2009 in absolute aantallen. De verschillen tussen de voorlopige en definitieve cijfers zijn voor de meeste scholen gering. Een beperkt aantal mbo-instellingen laat echter -na de accountantscontrole -bijstellingen groter dan 100 ers (zowel positief als negatief ) zien. De neerwaartse bijstellingen overheersen. Op www.aanvalopschooluitval.nl bij scholen is meer informatie beschikbaar per mbo-instelling, o.a. over het leerniveau, de onderwijssoort en de achtergrondkenmerken van de ers. 19% 30% -20 tot -10% -10 tot 0% 0 tot 20% 20% 22% 22% 1 Onder mbo-instellingen wordt verstaan ROC s, AOC s en vakinstellingen.

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 17 Tabel 6: Totaal overzicht van de -cijfers van alle mbo-instellingen Instellingen Hogeschool INHOLLAND Edudelta Onderwijsgroep Hoofdvestiging in RMC-regio 2005-2006 2008-2009 -reductie t.o.v 2005-2006 %ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 -reductie t.o.v voorlopig 2008-2009 Haaglanden 58 19 32,8 12 7 58,3-12 -63,2 3 Oosterschelde regio 749 103 13,8 818 58 7,1-45 -43,7 10 ROC Drenthe College Zuid-Oost Drenthe 6.499 633 9,7 6.109 369 6,0-264 -41,7-5 Lentiz Rijnmond 880 105 11,9 928 66 7,1-39 -37,1-1 Effatha Chr Sch v BBO Haaglanden 10 3 30,0 9 2 22,2-1 -33,3 0 Leidse Instr Makers Sch Zuid-Holland-Noord 134 3 2,2 167 2 1,2-1 -33,3-1 Clusius College Noord-Kennemerland 1.208 121 10,0 1.270 83 6,5-38 -31,4-2 Hoornbeeck College Eem en Vallei 3.989 186 4,7 4.242 129 3,0-57 -30,6-19 ROC Friesland College Friesland-Noord 8.794 744 8,5 7.478 524 7,0-220 -29,6-30 ROC van Twente Twente 13.942 1.165 8,4 13.499 827 6,1-338 -29,0-69 ROC Gilde Opleidingen Gewest Noord-Limburg 8.850 718 8,1 8.797 526 6,0-192 -26,7 19 ROC de Leijgraaf Noord-Oost-Brabant 4.593 389 8,5 5.026 287 5,7-102 -26,2-65 ROC Leeuwenborgh Gewest Limburg-Zuid 6.554 658 10,0 6.250 494 7,9-164 -24,9-216 Hout en Meubileringscoll Rijnmond 1.941 153 7,9 2.075 116 5,6-37 -24,2-6 ROC Amarantis ROC van Amsterdam Agglomeratie Amsterdam Agglomeratie Amsterdam 14.297 1.808 12,6 14.836 1.377 9,3-431 -23,8-64 18.960 2.890 15,2 19.508 2.221 11,4-669 -23,1 63 ROC Mondriaan Haaglanden 14.234 1.890 13,3 13.377 1.457 10,9-433 -22,9 25 AOC Oost Achterhoek 1.832 138 7,5 1.793 107 6,0-31 -22,5-29 ROC West-Brabant West-Brabant 11.993 1.447 12,1 11.920 1.127 9,5-320 -22,1-139 C I B A P IJssel-Vecht 1.229 54 4,4 1.230 43 3,5-11 -20,4-5 SG De Rooi Pannen Midden-Brabant 4.763 335 7,0 5.436 267 4,9-68 -20,3-13 ROC Zeeland Walcheren 6.433 566 8,8 6.208 453 7,3-113 -20,0-23 ROC Tilburg Midden-Brabant 6.670 926 13,9 6.671 751 11,3-175 -18,9-158 ROC Albeda College Rijnmond 16.658 2.487 14,9 16.296 2.018 12,4-469 -18,9 86 ROC Friese Poort Friesland-Noord 9.489 701 7,4 10.093 572 5,7-129 -18,4-59 ROC Arcus College Gewest Limburg-Zuid 5.557 653 11,8 5.435 543 10,0-110 -16,8 58 ROC Zaanstreek- Waterland Nimeto SGM v Mbo Kmbo ROC Midden Nederland Agglomeratie Amsterdam 4.371 553 12,7 4.425 462 10,4-91 -16,5-11 Utrecht 1.138 51 4,5 1.184 43 3,6-8 -15,7-4 Utrecht 13.876 1.703 12,3 13.175 1.437 10,9-266 -15,6-95 ROC Ter AA Zuidoost-Brabant 2.920 305 10,4 2.975 263 8,8-42 -13,8-5 ROC Nova College West-Kennnemerland 9.604 1.130 11,8 9.476 985 10,4-145 -12,8-37

18 Definitieve cijfers Convenantjaar 2008-2009 Instellingen AOC Groenhorst College Hoofdvestiging in RMC-regio 2005-2006 2008-2009 -reductie t.o.v 2005-2006 %ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 -reductie t.o.v voorlopig 2008-2009 Eem en Vallei 2.125 165 7,8 2.220 144 6,5-21 -12,7-8 ROC Deltion College IJssel-Vecht 10.173 829 8,1 10.572 725 6,9-104 -12,5-102 AOC Terra Centraal en Westelijk Groningen 1.882 113 6,0 1.761 99 5,6-14 -12,4-2 ROC Eindhoven Zuidoost-Brabant 12.116 1.122 9,3 12.122 983 8,1-139 -12,4-7 Landstede IJssel-Vecht 8.083 544 6,7 8.247 484 5,9-60 -11,0-45 AOC De Groene Welle IJssel-Vecht 1.064 62 5,8 1.116 56 5,0-6 -9,7-9 ROC Menso Alting Centraal en Westelijk Groningen 564 21 3,7 537 19 3,5-2 -9,5-1 ROC Nijmegen eo Arnhem/Nijmegen 6.724 743 11,0 7.178 676 9,4-67 -9,0-63 ROC Noorderpoortcollege Centraal en Westelijk Groningen 10.585 917 8,7 10.498 842 8,0-75 -8,2 9 ROC Koning Willem I Noord-Oost-Brabant 9.255 909 9,8 9.068 837 9,2-72 -7,9-37 AOC Friesland Friesland-Noord 1.127 111 9,8 1.073 103 9,6-8 -7,2-3 ROC Zadkine Rijnmond 14.306 1.658 11,6 14.149 1.547 10,9-111 -6,7-16 ROC Leiden Zuid-Holland-Noord 6.418 774 12,1 6.842 723 10,6-51 -6,6-20 STC Rijnmond 2.622 319 12,2 3.114 299 9,6-20 -6,3 54 ROC Alfa-college Centraal en Westelijk Groningen 8.155 576 7,1 8.765 541 6,2-35 -6,1 27 ID College Haaglanden 8.438 919 10,9 9.122 866 9,5-53 -5,8-12 ROC Graafschap College ROC Onderwijsgroep A12 Achterhoek 6.467 451 7,0 6.572 430 6,5-21 -4,7-58 Eem en Vallei 6.564 520 7,9 6.053 498 8,2-22 -4,2-27 ROC AVENTUS Stedendriehoek 9.816 790 8,0 9.464 760 8,0-30 -3,8-41 ROC Horizon College Noord-Kennemerland 10.072 1.106 11,0 9.984 1.079 10,8-27 -2,4-64 BBO de Schalm Noord-Oost-Brabant 3 0 0,0 1 0 0,0 0 0,0 0 Hanzehogeschool Centraal en Westelijk Groningen 4 0 0,0 11 1 9,1 0 0,0-1 Windesheim IJssel-Vecht 8 0 0,0 0 0 0,0 0 0,0 0 Rijn IJssel Arnhem/Nijmegen 8.718 892 10,2 9.679 897 9,3 5 0,6-50 ROC Westerschelde Zeeuwsch-Vlaanderen 1.631 145 8,9 1.779 147 8,3 2 1,4-4 Grafisch Lyceum Utrecht CITAVERDE College ROC West-Brabant (sector LNV) Utrecht 1.450 84 5,8 1.784 87 4,9 3 3,6-3 Gewest Noord-Limburg 1.033 90 8,7 1.381 95 6,9 5 5,6-1 West-Brabant 1.113 76 6,8 1.195 81 6,8 5 6,6-14 Helicon Opleidingen Arnhem/Nijmegen 3.197 210 6,6 3.536 225 6,4 15 7,1-10 ROC Kop v Noord- Holland Kop van Noord-Holland 1.804 182 10,1 1.994 196 9,8 14 7,7 0 Wellantcollege Utrecht 3.145 277 8,8 3.407 308 9,0 31 11,2 1 ROC Da Vinci College Zuid-Holland-Zuid 6.583 721 11,0 6.768 804 11,9 83 11,5-47

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 19 Instellingen Grafisch Lyceum R'dam Mediacollege Amsterdam Ma Hoofdvestiging in RMC-regio 2005-2006 2008-2009 -reductie t.o.v 2005-2006 %ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 -reductie t.o.v voorlopig 2008-2009 Rijnmond 2.820 190 6,7 3.274 216 6,6 26 13,7-2 Agglomeratie Amsterdam 1.672 122 7,3 2.118 139 6,6 17 13,9-1 SOMA College Noordwest-Veluwe 597 14 2,3 675 16 2,4 2 14,3-3 ROC Flevoland Flevoland 4.547 468 10,3 4.765 550 11,5 82 17,5-7 ROC Rivor Rivierenland 1.819 155 8,5 1.871 195 10,4 40 25,8 27 SintLucas - De Eindhovense sch SVO Opl vd Vleessector Zuidoost-Brabant 2.180 83 3,8 2.391 106 4,4 23 27,7-9 Utrecht 782 92 11,8 1.119 118 10,5 26 28,3-6 Hogeschool Zeeland Walcheren 8 3 37,5 7 4 57,1 1 33,3 0 Berechja College Flevoland 70 3 4,3 67 10 14,9 7 233,3 0

20 Definitieve cijfers Convenantjaar 2008-2009 Toelichting figuur 17 Per mbo-instelling worden voor het schooljaar 2008-2009 drie relevante dimensies getoond: het absolute aantal nieuwe ers, het -percentage en de procentuele ontwikkeling van het absoluut aantal ers t.o.v. schooljaar 2005-2006. De grootte van de cirkel geeft het aantal ers; De horizontale positie van elke cirkel geeft de procentuele ontwikkeling weer van het aantal nieuwe ers in schooljaar 2008-2009 t.o.v. 2005-2006. Mboinstellingen rechts van de as hebben het aantal ers met 20% of meer teruggedrongen. Mbo-instellingen links van de as hebben een lagere afname dan 20% en een aantal mbo-instellingen links van de 0%-lijn laat een toename van het aantal ers zien; De verticale positie van elke cirkel geeft het -percentage weer. Het middelpunt van de grafiek ligt bij het gemiddelde van de mbo-instellingen. Mbo-instellingen onder de as hebben een hoger dan gemiddeld percentage ers. Mbo-instellingen boven de horizontale as hebben een lager dan gemiddeld percentage ers. De grootte van de cirkel geeft de omvang van het aantal nieuwe -ers van de MBO-instelling weer. Er is t.o.v. 2005/2006 een -afname van 20% of meer gerealiseerd, en het percentage ligt lager dan het gemiddelde voor MBO-instellingen. Er is t.o.v. 2005/2006 een -afname van 20% of meer gerealiseerd, en het percentage ligt hoger dan het gemiddelde voor MBO-instellingen. Er is t.o.v. 2005/2006 geen -afname van 20% of meer gerealiseerd, en het percentage ligt hoger dan het gemiddelde voor MBO-instellingen. Er is t.o.v. 2005/2006 geen -afname van 20% of meer gerealiseerd, en het percentage ligt lager dan het gemiddelde voor MBO-instellingen.

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 21 Figuur 17: de relatieve ontwikkeling, het -percentage en het absoluut aantal nieuwe ers per mbo-instelling in 2008-2009 t.o.v. 2005-2006. 2% SOMA College 3% Hoornbeeck College ROC Menso Alting C I B A P SintLucas - De Eindhovense sch Nimeto SGM v Mbo Kmbo 4% 40% 30% Grafisch Lyceum Utrecht ROC West-Brabant (sector LNV) CITAVERDE College AOC De Groene Welle 5% ROC Friese Poort Hout en Meubileringscoll AOC Terra ROC de Leijgraaf Landstede ROC Gilde Opleidingen Helicon Opleidingen ROC Alfa-college ROC van Twente ROC Drenthe College AOC 6% Mediacollege Amsterdam Ma AOC Oost College Groenhorst ROC Graafschap College Clusius College Grafisch Lyceum R'dam ROC Onderwijsgroep A12 20% ROC AVENTUS ROC Westerschelde 10% 0% ROC Deltion College ROC Noorderpoortcollege -10% ROC Eindhoven SG De Rooi Pannen 7% 8% -20% ROC Zeeland ROC Leeuwenborgh -30% ROC Friesland College Lentiz -40% Edudelta Onderwijsgroep -50% -60% Procentuele ontwikkeling ROC Koning Willem I ROC Ter AA Rijn IJssel ROC Wellantcollege Nijmegen eo ID College STC AOC Friesland ROC Arcus College ROC Kop v Noord-Holland ROC Nova College ROC Leiden 9% ROC Amarantis ROC West-Brabant 10% ROC Zaanstreek-Waterland SVO Opl vd Vleessector ROC Rivor ROC Horizon College 11% ROC Mondriaan ROC Flevoland ROC Zadkine ROC Midden Nederland ROC Tilburg 12% ROC van Amsterdam ROC Da Vinci College ROC Albeda College 13% 14% % 15%

22

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 23 Hoofdstuk 2 Onderwijskenmerken van de nieuwe ers In dit hoofdstuk worden de onderwijskenmerken van de groep nieuwe ers getoond op basis van de cijfers op landelijk niveau. Informatie over de onderwijskenmerken van ers op regionaal of instellingen niveau zijn beschikbaar via www.aanvalopschooluitval.nl bij RMC-regio en scholen. Voortijdig schoolverlaten komt voor in alle onderwijssoorten. Op het voortgezet onderwijs vindt uitval plaats in het vmbo, de havo of het vwo. Op het mbo kan de uitval binnen de Beroeps Opleidende Leerweg (bol) of de Beroeps Begeleidende Leerweg (bbl) op alle niveaus en in alle sectoren plaatsvinden. 2.1 Onderwijsniveau en diplomakenmerken nieuwe ers Het vavo heeft het hoogste percentage ers (12,4%). Dit is absoluut een kleine groep. Het grootste deel van de uitvallers komt uit het mbo (74%); Zowel het vavo (-27,0%) als het vo (-33,1%) hebben ten opzichte van 2005-2006 een grotere reductie dan het landelijk gemiddelde behaald (-20,7%). Het mbo heeft een afname van 15,3%; 41% van de jongeren, die zonder startkwalificatie het vo verlaten, heeft een vmbo-diploma behaald; 12% van de jongeren die uitvallen op het mbo heeft een mbo-1 diploma behaald; Figuur 18: totale groep nieuwe ers naar schoolsoort in 2008-2009 2% vo met vmbo-diploma met mbo-1 diploma 59% van de totale groep nieuwe ers heeft een vmbo-diploma. 9% van de totale groep verlaat de school met een mbo-1 diploma. zonder diploma 74% 32% 24% mbo vavo Figuur 19: totale groep nieuwe ers naar diplomakenmerken in 2008-2009 59% Tabel 7: nieuwe ers naar schoolsoort in 2008-2009 2005-2006 2008-2009 met vmbo diploma 2005-2006 2008-2009 2005-2006 met mbo-1 diploma 2008-2009 2005-2006 9% zonder diploma 2008-2009 2005-2006 2008-2009 2005-2006 2008-2009 %ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 Totaal 1.306.767 1.311.719 30.379 24.549 2.828 3.804 19.474 13.432 52.681 41.785 4,0 3,2-20,7 vo 908.652 908.610 6.733 4.199 59 102 8.427 5.882 15.219 10.183 1,7 1,1-33,1 mbo 389.711 396.132 23.028 19.840 2.762 3.690 10.484 7.205 36.274 30.735 9,3 7,8-15,3 vavo 8.404 6.977 618 510 7 12 563 345 1.188 867 14,1 12,4-27,0 2008-2009

24 Definitieve cijfers Convenantjaar 2008-2009 2.2 Nieuwe ers in het vo De grootste groep ers (53%) komt uit het lwoo 3-4 en vmbo 3-4. Een deel hiervan heeft zijn vmbo-diploma, maar is (nog) niet gestart aan een vervolgopleiding; De grootste afname van ers is bewerkstelligd in brug 3, lwoo 3-4, vmbo 3-4 en lwoo 1-2; Wat opvalt is de afname van in havo 3-5 en vwo 3-6. Vorig jaar was hier een toename te zien. De -percentages liggen in deze groepen nog beneden het vo- en landelijk gemiddelde. Van het aantal ers uit het vo komt 25% uit havo 3-5 en vwo 3-6. Figuur 20 1 : totale groep nieuwe ers in het vo naar onderwijssoort in 2008-2009 9% 16% brug 1-2 16% lwoo 1-2 7% lwoo 3-4 vmbo 3-4 16% havo 3-5 vwo 3-6 37% Tabel 8: nieuwe ers in het vo naar onderwijssoort in 2008-2009 2005-2006 2008-2009 %-ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 vo totaal 908.652 15.219 1,7 908.610 10.184 1,1-33,1 brug 1-2 337.038 1.817 0,5 324.805 1.606 0,5-11,6 lwoo 1-2 54.627 1.080 2,0 51.984 683 1,3-36,8 brug 3 6.444 19 0,3 6.620 4 0,1-78,9 lwoo 3-4 43.845 2.814 6,4 48.062 1.656 3,4-41,2 vmbo 3-4 181.890 6.773 3,7 164.129 3.743 2,3-44,7 havo 3-5 136.097 1.774 1,3 148.508 1.591 1,1-10,3 vwo 3-6 148.711 942 0,6 164.502 901 0,5-4,4 1 De som van deze figuur is niet gelijk aan 100%. Dit komt doordat de getallen in de tabel zijn afgerond.

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 25 2.3 Nieuwe ers in het mbo De grootste groep ers komt uit bol2, bol4 en bbl2. Gezamenlijk zijn deze niveaus verantwoordelijk voor bijna tweederde van het aantal ers in het mbo; Op niveau 1 is het percentage het hoogst (37%). Een deel van deze jongeren heeft zijn mbo-1 diploma behaald; De grootste procentuele reductie is gerealiseerd in de bol. In de bbl is bij sommige niveau s wederom een stijging van het aantal nieuwe ers te zien; Uitgezonderd de sector combinatie (met 1% van de ers) is binnen de sector techniek het -percentage het hoogste (9,1%); De grootste procentuele reductie is gerealiseerd in de sector economie (-24,8%); Bijna drie kwart van het aantal ers uit het mbo komt uit de sectoren economie en techniek. Figuur 21: totale groep nieuwe ers naar onderwijssoort mbo in 2008-2009 1% 3% 3% 4% 9% Bol1 Bbl2 23% Bol2 Bbl3 21% Bol3 bbl4 Bol4 Examenleerling 4% bbl1 vavo 11% 21% Tabel 9: nieuwe ers in het mbo per onderwijssoort in 2008-2009 2005-2006 2008-2009 %-ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 totaal 398.115 37.462 9,4 403.109 31.602 7,8-15,6 bol 1 12.592 4.577 36,3 8.628 2.928 33,9-36,0 bol 2 63.160 9.382 14,9 56.512 7.186 12,7-23,4 bol 3 67.919 4.586 6,8 69.076 3.466 5,0-24,4 bol 4 169.605 7.762 4,6 172.213 6.601 3,8-15,0 bbl 1 3.095 1.306 42,2 3.442 1.374 39,9 5,2 bbl 2 37.219 5.810 15,6 44.427 6.669 15,0 14,8 bbl 3 24.893 1.559 6,3 27.858 1.287 4,6-17,4 bbl 4 7.026 452 6,4 8.618 395 4,6-12,6 Examenleerlingen 1 134 81 60,4 193 109 56,5 34,6 Examenleerlingen 2 1.413 385 27,2 1.743 408 23,4 6,0 Examenleerlingen 3 1.655 235 14,2 2.013 156 7,7-33,6 Examenleerlingen 4 1.000 139 13,9 1.409 156 11,1 12,2 vavo 8.404 1.188 14,1 6.977 867 12,4-27,0

26 Definitieve cijfers Convenantjaar 2008-2009 Figuur 22: totale groep nieuwe ers in het mbo per sector mbo in 2008-2009 4% 1% economie 23% 38% techniek zorg en welzijn landbouw combinatie 34% Tabel 10: nieuwe ers in het mbo per sector in 2008-2009 MBO (exclusief vavo) totaal 2005-2006 2008-2009 %-ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 389.711 36.274 9,3 396.132 30.735 7,8-15,3 economie 142.857 15.474 10,8 137.002 11.629 8,5-24,8 techniek 109.273 11.001 10,1 116.090 10.516 9,1-4,4 zorg en welzijn 117.796 8.337 7,1 119.977 6.986 5,8-16,2 landbouw 19.785 1.462 7,4 20.901 1.288 6,2-11,9 combinatie 2.162 316 14,6

Convenantjaar 2008-2009 Definitieve cijfers 27 Hoofdstuk 3 Achtergrondkenmerken nieuwe ers in Nederland In hoofdstuk 3 worden de belangrijkste achtergrondkenmerken weergegeven van de groep nieuwe ers op basis van de cijfers op landelijk niveau. Er wordt ingegaan op geslacht, leeftijd, etniciteit en gemeentegrootte. Tot slot wordt ingegaan op de armoedeprobleemcumulatiegebieden (de zogenaamde apc-gebieden). Hier komen verschillende sociaaleconomische kenmerken samen. 3.1 Geslacht Binnen de groep ers zijn er meer jongens dan meisjes, 59% van de totale groep ers is jongen; De afname onder meisjes (-22%) is iets groter dan onder jongens (-19,8%); Onder de jongens is het percentage uitvallers hoger (3,8%) dan het percentage onder de meisjes (2,6%). Figuur 23: totale groep nieuwe ers naar geslacht in 2008-2009 man 41% vrouw 59% Tabel 11: nieuwe ers naar geslacht in 2008-2009 2005-2006 2008-2009 %-ontwikkeling t.o.v. 2005-2006 totaal 1.306.767 52.681 4,0 1.311.719 41.785 3,2-20,7 man 666.287 31.308 4,7 667.756 25.117 3,8-19,8 vrouw 640.480 21.373 3,3 643.963 16.668 2,6-22,0