ZAALHOCKEY

Vergelijkbare documenten
Spelregels zaalhockey

9. Aanvulling Arbitrage Zaalhockey Seizoen

Briefing clubscheidsrechters zaalhockey pag 1-4 Spelregelswijziging zaal pag 5

Spelregels zaalhockey sept 2016

BRIEFING BONDSSCHEIDSRECHTERS ZAALHOCKEY SEIZOEN

BRIEFING BONDSSCHEIDSRECHTERS ZAALHOCKEY SEIZOEN

Zaal: hoe was het ook al weer?

Briefing Zaalhockey

Belangrijkste regels zaalhockey

SPELREGELBOEKJE ZAALHOCKEY

Fluiten in de zaal. seizoen

ZAALHOCKEY. Kleiner veld, minder spelers. Start zaalseizoen. Oranje en zaalhockey. De regels in het kort Belangrijk om te weten Bijzonderheden

Zaalhockeyregels 2017/2018

Nieuwe regel in seizoen

Opfrissen Zaalregels

Fintro: BE TVA/BTW BE Av. Ch. Schallerlaan Bruxelles/Brussel

ZAALHOCKEYREGELS

Zaalbriefing Spelregels 2017

Zaalregels 2015/2016. opfrissen of eerste keer

Probeer de regels te interpreteren op een manier die past bij het niveau en aard van de wedstrijd.

ZAALHOCKEY COACH INFO ZAALHOCKEY

1. Hoeveel spelers moet een team minimaal in het veld hebben bij het begin van de wedstrijd? A. 8 B. 11 C. 16

ZAALHOCKEYREGELS

Zoek de verschillen!

ZAALHOCKEY Boxtel, 8 december 2011

Proefexamen 1. Spelregels VELDHOCKEY. 1. Moet een team een aanvoerder hebben? A. Als er een coach is hoeft er geen aanvoerder te zijn B. Ja C.

Opfrissen Zaalregels

PROEFEXAMEN 1 VELDHOCKEY

zaalhockey spelregelboekje 2017

Arbitrage zaalhockey Seizoen 2015/2016

Zaalhockey 2015/2016 Jorrit Peters / Rob van Gemert

Opleiding tot clubscheidsrechter

Arbitrage : van 8-tal hockey naar 11-tal hockey Versie november 2010 Bron: KNHB / B.Bams

ZAALHOCKEY

A B C. veld veld veld

HOCKEYVELD... 2 HOCKEYSPEL ALGEMEEN... 3 HOCKEYREGELS...

Oefenblad scheidsrechtersexamen

SPELREGELBOEKJE ZAALHOCKEY-EDITIE. RHV Leonidas LEONIDAS Spelregelboekje ZAAL docx 3063 NJ Rotterdam

BRIEFING BONDSSCHEIDSRECHTERS ZAALHOCKEY SEIZOEN

spelregelboekje zaalhockey-editie Bas van de Griendt november 2018 versie 3.01

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Spelregels 8:8. Rijswijksche Hockey Club Seizoen

Verschillen veldhockey - zaalhockey. Alain Paumen

Spelregels achttal hockey. Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen

Spelregels achttal hockey. Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen

1 Fluiten in t algemeen

15m. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen. Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

HOCKEYVELD... 2 HOCKEYSPEL ALGEMEEN... 3 HOCKEYREGELS...

Spelregels Achttal hockey

Zaalhockey Spelregelbriefing voor clubscheidsrechters en CS+

ZAALHOCKEY MHC GOIRLE Instructieavond 1 zaalhockey seizoen Zaalhockeycommissie

Zaalhockey Spelregelpresentatie voor clubscheidsrechters en CS+

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen. Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Spelregels : Achttal Hockey Versie oktober 2011 Bron: KNHB / District Zuid JJ

Zaalhockey Spelregelpresentatie voor clubscheidsrechters en CS+

Wedstrijdduur De wedstrijdduur wordt bepaald door de zaalhockeycommissie van het district.

Spelregelavond VELDHOCKEY. 11-tallen. R.M.H.C. de Pelikaan. Georganiseerd door: Tijs Jacobs Timothy van der Scheun Melanie Mathijssen

Zaalhockey Voor clubscheidsrechters en CS+

Spelregels zestal hockey

Spelregels : Zestal Hockey Versie oktober 2011 Bron: KNHB / District Zuid JJ

Zaalhockey Spelregelbriefing voor clubscheidsrechters en CS+

Zaalhockey

Briefing spelbegeleiders Jongste Jeugd

Zaalhockey Spelregelbriefing voor clubscheidsrechters en CS+

Hockey begeleiding Jongste Jeugd

Zaalhockeyregels Midden Nederland Jongste Jeugd (6- en 8-tallen)

speelrichting speelrichting.

Zaalhockeyregels Midden Nederland Jongste Jeugd (6- en 8-tallen)

Zaalhockeyregels Jongste Jeugd (6- en 8-tallen)

Spelregels zestal hockey

Spelregels 3-tal, 6-tal en 8-talhockey bij de mini's

V Zaalhockey. Inleiding

Zaalhockey Bart-Jan Rijlaarsdam

AFSPRAKEN BONDSSCHEIDSRECHTERS (ZAAL) SEIZOEN

AFSPRAKEN CLUBSCHEIDSRECHTERS EN CS+ (ZAAL) SEIZOEN

Zaalhockey seizoen Informatieavond coaches Donderdag 9 november

Spelbegeleiding Jongste Jeugd. Vrijdag 18 november 2011

Amvj. Zaalhockey regels Voor coaches, spelers en clubscheidsrechters. 23 november 2016

Spelregels 8 tal hockey (E8-tallen)

: Beheer commissie. : Bar commissie. : Trainers zaalhockey :

Een spelbegeleider moet de spelregels handhaven, maar belangrijker is zorgen dat de kinderen plezier hebben.

Spelregels elftallen. Korte uitleg van de belangrijkste regels voor spelers, coaches, trainers en ouders

BRIEFING CLUBSCHEIDSRECHTERS SEIZOEN

(Spel)regels 6-tallen seizoen

Spelregels Jongste Jeugd. Rijswijksche Hockey Club Seizoen

Categorieën U7/U8 U9 U10 U11/U12 Scheidsrechter 1 (ontvangende) 2 (een van elke club) Coach op het

8-TAL HOCKEY : SPEL- EN GEDRAGSREGELS

ZAALHOCKEY basisinformatie

Handvest voor de zaalscheids november Zaalhockey volgens de regels PROGRAMMA. I) Inleiding. II) Uitleg. III) Vragenronde. IV) Nazit (drankje?

Spelregels 3-tal hockey (KNHB) Instructie Spelregels 3-, 6- en 8-tallen M.M.H.C. Voordaan

Hockeyregels Een overzicht, voorbereiding op arbitrage cursus. Hockeyclub Hasselt Stix Oktober 2013

(Spel)regels 8-tallen seizoen

Planning zaalhockey MHCV winter

Zaalhockey. & fluiten. Belangrijkste regels & tips

Hockeyspelregels. in een notendop

SCHEIDSRECHTERSCOMITE

Introductie. q Nu zo n 15 jaar hockey ouder. q Januari 2012: clubscheidsrechter. q Mei 2016: benoemd tot BS

BRIEFING BONDSSCHEIDSRECHTERS SEIZOEN

Spelregels Indoor Hockey

Positionering op het veld

Transcriptie:

Inleiding Samenvatting belangrijke spelregels. Voor zaalhockey is de vliegende keep al jaren bekend; deze is nu op het veld overgenomen. Omdat het al weer bijna een jaar geleden is dat de laatste zaalhockeywedstrijd werd gespeeld, is het echt heel verstandig om het spelreglement zaalhockey goed door te nemen. Afspraken en communicatie Een scheidsrechter wordt beoordeeld op de juistheid van zijn beslissingen. De positioning bij het zaalhockey is anders dan bij het veldhockey. Maak daar goede afspraken met elkaar over en pas, aan de hand van de ervaring bij situaties, je opstelling aan. Maak met name vooraf goede afspraken over je positie bij vrije pushes voor de aanval in de buurt van de cirkel. Fluiten tot ver op de helft van je collega is regeltechnisch geen probleem, maar stem dit goed samen af om te voorkomen dat er dubbel gefloten wordt. Maak goede afspraken met de zaalwacht of de tijdwaarnemer en laat geen misverstanden ontstaan over wie de tijd bijhoudt. Laat dit ook duidelijk vooraf aan de teams weten, zodat zij weten of ze op de toeter of het fluitje moeten letten. Spelen van de bal Een push voldoet aan de regels wanneer de bal van dichtbij wordt weggeduwd, terwijl op dat moment zowel de haak van de stick als de bal op de grond zijn. Wanneer de speelbeweging wordt ingezet van meer dan 50 cm van de bal, dan is er sprake van een slapshot en dat is verboden. In het normale spel, dus anders dan bij een push op doel, dient de bal over de grond te worden gespeeld. Wanneer hierbij de bal omhoog gaat, geldt een maximaal toelaatbare hoogte van 10 cm. Ook als de bal minder dan 10 cm van de grond gaat, kan de tegenstander hier in bepaalde gevallen hinder van hebben. In die gevallen moet je ook voor hoog fluiten. Dus: boven de 10 cm is altijd fout, onder de 10 cm is alleen fout als de tegenstander hier hinder van ondervindt. Onder liggend spelen wordt verstaan: echt liggen, of een knie, arm of hand aan de grond hebben. De hand die de stick vasthoudt mag bij het spelen van de bal met de stick wel op de grond komen. De regel is bedoeld om de speler te bestraffen die eerst een hand, knie of arm aan de grond zet, voor hij de bal speelt. Als hij gaat steunen wanneer de bal al gespeeld is, is het geen overtreding. Spelhervattingen Bij alle spelhervattingen dienen tegenstanders minimaal 3 meter afstand te houden van de bal. Bij een vrije push voor de aanvallers binnen 3 meter van de cirkel moeten alle spelers (behalve degene die de bal neemt) 3 meter afstand te houden. De bal moet bij een vrije push stil liggen of duidelijk gecontroleerd worden neergelegd. Bij het nemen moet de bal minstens 10 cm bewegen. Net als bij veldhockey hoeft de vrije push niet exact op de plaats van de overtreding genomen te worden. De aanvaller mag echter geen onredelijk voordeel krijgen uit het op een andere plaats nemen van de bal. Gebeurt dit wel, dan is een vrije push voor de tegenpartij de enig juiste straf. Na een overtreding van een aanvaller in de cirkel mag de verdediger de bal op iedere willekeurige plaats in de cirkel nemen of langs de loodlijn tot 9.10 meter van de achterlijn verplaatsen. Alle tegenstanders moeten drie meter afstand houden. Als de bal over de achterlijn is gegaan is de spelhervatting zoals op het veld, op de loodlijn tot maximaal 9.10 meter. De 5-meter straf is een strafverzwaring. De regel wordt net als de 10-meter straf in het veldhockey toegepast. De 5-meter straf kan ook worden toegepast op de helft van de overtredende speler. De 5-meter straf (gebaar: gestrekte arm omhoog, met gebalde vuist) wordt dan toegepast bij een minder zwaar vergrijp. De strafverzwaring tot een strafcorner wordt

toegepast bij een fysiek vergrijp of wanneer de verplaatsing van vijf meter zou leiden tot een vrije bal binnen de cirkel. Let erop dat het geven van een 5-meterstraf ook daadwerkelijk een straf is voor de partij die de overtreding begaat. Soms is snel mogen doorspelen voordeliger voor de benadeelde partij. Gebruik van lichaam en stick Bij zaalhockey gebruikt een speler de hand waarmee hij zijn stick vasthoudt in sommige gevallen bewust om de bal te spelen of beter te controleren. Dat is niet toegestaan en dient als shoot bestraft te worden. Wanneer de bal echter tegen een hand wordt aangespeeld, is dit net als in het veldhockey geen overtreding. Dus: bal raakt hand is niet fout; hand raakt bal wel. Omdat je er als scheidsrechter in de zaal veel dichter bijstaat dan op het veld, is het stickafhouden beter te zien. Fluit alleen voor dié gevallen die er duimendik bovenop liggen en die het spel beïnvloeden. Een verdediger mag sticks maken wanneer hij zonder gevaarlijk spel te veroorzaken een schot op doel stopt. Dit soort reddingen wordt meestal in een reflex gedaan, dus zal hij zijn stick niet doodstil hebben. Dat is geen probleem, mits de bal maar niet bewust wordt voortbewogen. Gaat de bal na de stop over de achterlijn, dan is het uitpushen. Self-pass Met ingang van vorig seizoen zijn ook in de zaal de nieuwe spelregels van kracht. De meest in het oog springende wijzigingen voor dit seizoen zijn die van de self-pass en de spelhervatting. Hier volgt een korte uitleg. Een spelhervatting (vrije push, inpush, uitpush en beginpush) mag met een zogenaamde self-pass worden genomen. Dit geldt niet voor het nemen van een strafcorner en strafbal. De self-pass betekent dat je de bal als het ware naar jezelf mag spelen in plaats van naar een medespeler. Hierdoor zal de snelheid van het spel zeker toe gaan nemen. Wel zijn er een aantal bepalingen waaraan een self-pass moet voldoen: Voordat je de spelhervatting neemt moet de bal duidelijk onder controle zijn gebracht. Je mag niet een ongecontroleerde rollende bal snel naar jezelf spelen en dan verder gaan. Je moet eerst duidelijk de bal d.m.v. een push een tikje geven en daarna de bal nogmaals spelen voordat je gaat drijven of dribbelen. De scheidsrechters moeten dus duidelijk 2 acties van je zien. Direct met de bal aan de stick weglopen na het fluitsignaal is dus niet toegestaan. Natuurlijk mag je een spelhervatting ook nog steeds op de oude manier naar een medespeler spelen. De bal moet dan wél een meter gerold hebben voordat een medespeler de bal mag spelen. De spelregel is hier dus niet veranderd. Om te voorkomen dat een vrije push gevaarlijk hard door een volle cirkel wordt gespeeld, is de spelregel aangepast. Bij een spelhervatting voor de aanvallende partij op de helft van de verdedigende partij zijn er enkele wijzigingen. Alle andere spelers (zowel medespelers en tegenstanders) dan degene die de spelhervatting neemt moeten minimaal 3 meter afstand houden. De bal mag vanuit een spelhervatting (vrije push of inslag) niet direct de cirkel in gespeeld worden. Dit betekent dat na het nemen van de spelhervatting: 1. een andere speler van een willekeurige partij de bal moet hebben geraakt voordat de bal de cirkel in gespeeld mag worden, of 2. de bal na het nemen minimaal 3 meter heeft afgelegd voordat je hem zelf de cirkel in mag spelen. Let op spelen betekent dus een 2e keer de bal pushen of raken. De bal 3 meter laten rollen en dan

zonder een 2e keer te zijn gespeeld de cirkel in laten rollen is dus niet toegestaan. Indien de spelhervatting via de balk wordt gespeeld hoeft de bal niet meer 3 meter te rollen voordat de speler die de spelhervatting heeft genomen de bal de cirkel in mag spelen. Het is echter niet toegestaan de spelhervatting rechtstreeks via de balk de cirkel in te spelen. Als de scheidsrechter fluit voor een overtreding van een verdediger net buiten de cirkel, dan moet de spelhervatting op minimaal 3 meter van de cirkel worden genomen. Bij een spelhervatting van de verdedigende partij mag een medespeler van degene die de bal neemt wél binnen 3 meter staan. De spelregel is hier dus niet veranderd. Ruw en gevaarlijk spel Met name in de zaal komt het regelmatig voor dat spelers in balbezit een soort pirouette maken om vervolgens de bal hard in de richting van een dichtbij staande tegenstander te spelen. Deze manier van spelen is gevaarlijk (men raakt gemakkelijk de hand van de laagzittende verdediger) en moet worden tegengegaan. Let wel, de draaibeweging is niet de fout die hier (met een vrije push en een waarschuwing) bestraft wordt, maar het feit dat de verdediger een totaal onverwacht en hard schot van dichtbij in zijn richting krijgt gespeeld. Het gevaar is met name het breken van vingers / handen en afketsen van de bal via de eigen stick van een laagzittende verdediger in zijn gezicht. Ook als de bal in het gewone spel of bij een spelhervatting van korte afstand hard in de richting van een laag zittende tegenstander wordt gepusht, met de intentie om een stopfout te veroorzaken of de tegenstander op het lichaam te raken, krijgt de veroorzaker een vrije push tegen (uitlokken van een overtreding). Let op dat het hier gaat om een harde pass van korte afstand recht op de tegenstander af. Het gaat er om dat de verdediger in die situatie geen tijd of mogelijkheid heeft gehad om op de pass te reageren (en zichzelf te beschermen). Zorg er voor dat de verdediger dus op ruim 3 meter afstand staat bij een spelhervatting. Keeper De standaard keeper (dus met volledige uitrusting), moet zijn helm ophouden. Dat moet om het risico van blessures tegen te gaan; de keeper zal immers vaak met zijn lichaam zijn doel verdedigen. Deze keeper mag alleen op zijn eigen helft spelen (behalve om een strafbal te nemen). Een verdediger die zonder keeperuitrusting als keeper optreedt (de vliegende keep) is verplicht om een helm te dragen bij het verdedigen van een strafcorner of strafbal, maar verder is hij vrij om wel of niet een helm op te zetten. Spelen met de helm op mag, maar alleen op eigen helft. De vliegende keep mag geen overige beschermende keeperkleding dragen, dus ook geen keeperhandschoenen. Alleen als én de keeper én de bal in de cirkel zijn, mag de keeper (in zijn eigen cirkel) liggend spelen. De keeper mag een bal met zijn hand of arm voortbewegen indien er sprake is van doelgevaar. Indien de bal over de grond wordt gespeeld is er geen probleem. Een bal die in de lucht is, mag niet actief door de keeper worden weggeslagen. Er gelden hierbij twee beoordelingspunten. De keeper mag de bal niet wegslaan, maar mag de bal wel laten afkaatsen. Als tweede geldt de richting waarin de bal wordt gespeeld. Als de keeper een bal die hoog aankomt, omlaag wegkaatst, is dit in principe goed. Als de bal omhoog wordt weggespeeld, is dit in principe een verkeerde stop en krijgt de keeper een strafcorner tegen. Wisselen De wisselregel in de zaal is gelijk aan de veldhockeyregel: wisselen mag op elk gewenst

moment, behalve bij een strafcorner (met de bekende uitzondering voor de verdedigende keeper). De afstanden in de zaal zijn klein; let dus goed op het juist wisselen. Wisselspelers moeten op de teambank zitten. Bij een wissel moet de speler eerst het veld uit, voordat de wisselspeler er in mag en veldspelers moeten binnen 3 meter van de middenlijn wisselen. Er zal nauwelijks een strafcorner gegeven worden voor het verkeerd wisselen, dat kan in feite alleen nog wanneer men met te veel spelers in het veld komt te staan. Bij een strafbal mag zowel de keeper als de aanvaller worden gewisseld. Wanneer een strafbal zou moeten worden overgenomen, mag dat ook. Strafcorner Het opzettelijk spelen van de bal over de eigen achterlijn moet ook bij zaalhockey worden bestraft met een strafcorner. Opzettelijk houdt in dit geval in dat de verdediger bewust en actief koos voor de optie van het spelen over de achterlijn. Een keeper mag de bal laten afkaatsen over zijn achterlijn, ook als dit (waarschijnlijk) opzettelijk gebeurt (een veldspeler echter niet). In lange corner situaties geef je in de zaal gewoon een uitpush. Een opzettelijke overtreding door een verdediger buiten de cirkel, maar op eigen helft wordt bestraft met een strafcorner. Consequent toepassen van deze regel voorkomt discussie. De cirkel is klein, dus het voordeel van te vroeg uitlopen is al snel groot. Dit moet worden tegengegaan. De teller begint hierbij niet bij elke strafcorner weer op nul. Wanneer men bij de eerste strafcorner al tweemaal te vroeg is uitgelopen, volgt bij de volgende strafcorner, als dezelfde partij wéér te vroeg uitloopt, een groene kaart. De daaropvolgende speler van dezelfde partij die het trucje weer probeert, krijgt geel. Let goed op dat het hier over hetzelfde team gaat, dus niet team B een gele kaart geven bij zijn eerste keer te vroeg uitlopen, omdat team A al groen heeft gehad. En als er een paar strafcorners tussen de twee waarschuwingen in zitten, begint de teller in principe weer op nul. Maar als de situatie zich na rust bij je collega herhaalt, trek de lijn dan consequent door. Overleg in de rust! Voor er uit een strafcorner gescoord kan worden, moet de bal na het aangeven buiten de cirkel geweest zijn. Niet het eerste schot is verboden, maar het scoren kan niet voordat de bal buiten de cirkel is geweest. Shoot op de doellijn leidt dan dus tot een strafcorner. Als de bal nog niet buiten de cirkel is geweest en de aanvaller tóch richting doel pusht, is dit dus geen schot op doel (want je kunt niet scoren) en dus mag de bal niet hoog. * Bij de strafcorner mag de verdedigende partij ervoor kiezen om niet alle verdedigers op de achterlijn te zetten. De oude regel was dat bij een strafcorner de verdedigende partij ALLE verdedigers op de achterlijn moest plaatsen (aan de andere kant van de goal waar de strafcorner wordt genomen). Je mag er nu voor kiezen, als verdedigende partij, om bijvoorbeeld één of twee spelers (of meer) bij een strafcorner, die je moet verdedigen, op de middellijn te zetten. De spelers die daadwerkelijk bij de strafcorner uitlopen moeten aan de andere kant van de goal van waar de strafcorner wordt genomen plaats nemen. Officiële tekst: Artikel 13.3 f: de doelverdediger of de veldspeler met de rechten van een doelverdediger van de verdedigende partij moet in het doel staan, maximaal 5 andere veldspelers van dat team mogen achter hun achterlijn zijn aan de andere kant van het doel dan waar de strafcorner wordt genomen, zonder met hun stick, handen of voeten de grond binnen het speelveld aan te raken Kortom, het is ook toegestaan om met een aantal aanvaller op de helft van de tegenstander te wachten totdat de corner is genomen om direct te kunnen aanvallen als de bal wordt onderschept!

Strafbal Hoewel de spelregels anders toestaan, blijft het in Nederland regel dat de scheidsrechter hardop vaststelt dat de keeper en de aanvaller klaar zijn voordat hij fluit voor het nemen van de strafbal. Als de keeper te vroeg van zijn lijn komt en daardoor een doelpunt voorkomt, wordt de strafbal opnieuw genomen. Dit geldt niet alleen wanneer de keeper de bal daadwerkelijk stopt. Wanneer je er van overtuigd bent dat de aanvaller wordt beïnvloed door het te vroeg van de lijn komen van de keeper en daardoor hij de bal naast pusht, laat je de strafbal overnemen. Persoonlijke straffen Zeker in de zaal, waar de afstanden gering zijn, is een verbale waarschuwing vaak makkelijk in het voorbijgaan te geven. Dat kan door een gebaar, een extra fluitsignaal of soms een opmerking. Hiervoor wordt de tijd niet stilgezet. De regel is echter: als je de tijd stil zet voor een persoonlijke straf, dan móét een kaart volgen. De minimum tijdstraf voor een speler bij een gele kaart is twee minuten. Deze minimale straf wordt toegepast bij verbale of minder zware vergrijpen (geen afstand, bal wegtikken). Bij echt fysieke overtredingen is de tijdstraf vijf minuten. Houd de lengte van de tijdstraf simpel: 2 minuten, 5 minuten of de hele wedstrijd. Bij alle tijdstraffen geldt dat de scheidsrechter duidelijk de duur van de straf aangeeft, zodat de tijdwaarnemer weet wanneer hij de speler weer het veld in kan laten gaan. Bij een rode kaart moet de betrokken speler de hal verlaten. Teambegeleiders die een gele kaart krijgen moeten tien minuten naar de tribune, waar ze zich niet met het spel mogen bemoeien. Mochten zij zich op de tribune blijven misdragen, dan wordt de straf verzwaard en volgt dus een rode kaart. Ze mogen na een gele of rode kaart niet als speler aan dezelfde wedstrijd meedoen. Bij een strafcorner mag niet gewisseld worden, maar als de straftijd van een speler eindigt nadat een strafcorner is gegeven mag de speler terug het veld in. Omdat een verdediger direct achter de achterlijn moet staan, mag een gestrafte speler niet terug het veld in worden gestuurd tussen het moment van aangeven en het eind van de strafcorner. Maar als de partijen nog niet gereed zijn om de strafcorner te nemen, staat niets het terugkomen van de speler in de weg. In alle gevallen is twee keer groen geel en twee keer geel rood, behalve bij een aanvoerder, want daar worden de kaarten voor de speler en de functionaris apart geteld. Het noteren van een tweede gele kaart gaat net als bij veldhockey: bij een identieke overtreding schrijft u een gele en een rode kaart op; bij twee verschillende overtredingen schrijft u twee gele kaarten op. In de wedstrijd blijft het resultaat gelijk: na de tweede gele kaart komt de speler niet meer terug het veld in. Het komt te veel voor dat een teambegeleider de scheidsrechter gebruikt als middel om zijn team op te jutten. Dit soort acties leidt de scheidsrechter af en wekt naar spelers en publiek de indruk alsof orde en gezag ontbreekt. Treed daar tegen op! Waarschuw de begeleider, geef hem de grenzen aan en bestraf hem als hij die grenzen over gaat. En dan niet met een groene kaart, maar direct met geel. Hij wéét dat hij zich moet gedragen en is al gewaarschuwd, dus een extra waarschuwing met een groene kaart hoeft niet meer. Laat je de begeleider zijn eigen grenzen bepalen en jou steeds maar weer afleiden, dan wordt het uiteindelijk jouw probleem. Een begeleider die het veld in loopt om zijn ongenoegen te uiten, krijgt zonder waarschuwing geel. En schelden betekent rood.