werken met bronnen deel v een project van het eerste tot en met het zesde leerjaar van het middelbaar onderwijs

Vergelijkbare documenten
Informatieblad Burgerlijke Stand

Archiefwegwijzer Bevolkingsregisters

Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB's)

Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken

DOOP-, TROUW- EN BEGRAAFBOEKEN. STADSARCHIEF s-hertogenbosch

DOOP-, TROUW- EN BEGRAAFBOEKEN. STADSARCHIEF s-hertogenbosch

Chronologie van de Burgerlijke Stand in de Nederlanden Op

Informatieblad Bevolkingsregister

Overzicht bevolkingstellingen en bevolkingsregisters van de stad Mechelen

Zoeken naar personen

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Zoetermeer

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Molenaarsgraaf

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Voorburg

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Zwijndrecht

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Krimpen a/d IJssel

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Brandwijk

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Rozenburg

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van `s Gravenzande

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Stompwijk

ONZE RUBRIEK VOOR BEGINNERS OPZOEKINGEN IN DE REGISTERS VAN DE BURGER- LIJKE STAND

2011: 200 jaar burgerlijke stand in Nederland

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Naaldwijk

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Leimuiden

De volgorde van de hieronder vermelde stappen hoef je niet per definitie te volgen.het zijn de belangrijkste bronnen voor familieonderzoek.

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van `s Gravenhage

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Bergambacht

Rooms-katholieke parochie Sint Jan, Sint Pieter en Sint Catharina ( Catharina tot juni 1763)

1. Geboorte, huwelijk en overlijden pagina 1 2. Geboorte 3 3. Huwelijk en echtscheiding 4 4. Overlijden 5 5. Naamsaanneming 7

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Capelle a/d IJssel

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Puttershoek

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Ter Aar

ARCHIEFNUMMER PLAATSINGSLIJST VAN HET BEVOLKINGSREGISTER VAN LOCHEM

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Leiden

Inventaris van de Burgerlijke Stand der gemeente Benthorn: registers van huwelijksakten (dubbelen),

Kopen, verkopen en erven van onroerend goed. Wat vind je in archieven van registratie- en hypotheekkantoren? (19de-20ste eeuw)

Genealogie via internet

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Rijnsburg

Archief van de Gemeente Nieuwer-Amstel (Amstelveen), met het Archief van de Gemeente Rietwijkeroord; Burgerlijke Stand

Genealogie voor Beginners. Ik wil mijn familiegeschiedenis onderzoeken. Hoe doe ik dat?

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Noordwijk

Mijn stamboom opmaken: hoe begin ik er aan? Hertogelijke Aarschotse Kring voor Heemkunde

Inventaris van de kopieën der Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) van Ameide en Tienhoven

Nummer Toegang: 14 Inventaris van de collectie Doop-, Trouw- en Begraafboeken van Delft

Inventaris van de Burgerlijke Stand der gemeente Alphen: registers van geboorten (dubbelen),

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) De ouders van Antoon

Nationaal register van overledenen: Persoonskaarten en persoonslijsten

Inventaris van de Burgerlijke Stand der gemeente Rotterdam / Hoek van Holland: registers van huwelijksakten (dubbelen),

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) De grootouders van Antoon

STADSARCHIEF S-HERTOGENBOSCH

Wat zijn registers van de Burgerlijke Stand?

Inventaris van de Burgerlijke Stand der gemeente Dirksland: registers van geboorten (dubbelen),

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Inventaris van de Burgerlijke Stand der gemeente Vrijhoef: registers van geboorten (dubbelen),

Aanvulling begraafgegevens Alphen (Gld) 1784 t/m 1813.

Doop-, Trouw- en begraafboeken Stompwijk

ONZE RUBRIEK VOOR BEGINNERS: DE PAROCHIEREGISTERS. EEN VERKENNING

Handleiding Stamboomonderzoek

08/04/ Huwelijksdatabase kreeg een update

Inventaris van de Burgerlijke Stand der gemeente Westmaas: registers van huwelijksakten (dubbelen),

Blad 1. Kwartierstaat van Betje Hendriks ( ) De ouders van Betje

Inventaris van de Burgerlijke Stand der gemeente Hoogeveen-Delfland: registers van geboorten (dubbelen),

Parenteel van Petrus (Peter) Eijsermans

Blad 2a. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) oudouders/oudgrootouders

Invoerinstructie Verlos Gelderse Geboorteakten

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen terzake van de burgerlijke stand

Opzoekingen naar personen in het FelixArchief

eens een (stam)boompje op Waregem

LET OP!! AANVULLING MET BETREKKING TOT REGISTERS VAN DE BURGERLIJKE STAND (zie p. 7)

DTB Voorschoten 3. Inhoudsopgave

Cornelis Appelo Aaltje van de Beld Hendrik Appelo Egbertdina Smit Gerrit Appelo Anna van Dijk Anna van Dijk

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Inventaris van de Burgerlijke Stand der gemeente Rotterdam / Hoek van Holland: registers van geboorten (dubbelen),

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

INTEGRATIE BURGERLIJKE STAND EN BRP. Ronald Zijlstra

ONZE RUBRIEK VOOR BEGINNERS: DE PAROCHIEREGISTERS. ONMISBARE BRON VOOR IEDERE GENEALOGIE

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder

I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN

Datum ondertekening. Bron bekendmaking A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

Doopboek NG Rotterdam

Verklaart hierbij dat zijn/haar kind alleen in de Sint-Medardusschool, Hendelstraat 9A, 9910 in Ursel is ingeschreven en zal starten op / /.

Archiefvormers in de gerechtelijke arrondissementen Brugge, Ieper en Veurne

Nil desperare in archivo De Ware Vrienden van het Stadsarchief Mechelen. FAAD-studievoormiddag 16 maart 2013

PEDAGOGISCH DOSSIER DE RONDE VAN BELVUE

Maak je eigen audioguide! Leerkrachtenbundel

CIRCULAIRE NOTA SPECIAAL STATUUT VAN DE GEZINSLEDEN VAN HET PERSONEEL VAN INTERNATIONATIONALE INSTELLINGEN. (10 januari 2013)

I.T. 100 DE GEBOORTEPLAATS

Concordans wijknummers

9 d[it]o [maart 1760] is gedoopt Kornelis zoon van burgem[eester] Hendrik Appelo en Caatjen Baltus getuige Aaltjen Appeloo.

INFORMATIE OVER DE VERWERKING VAN UW GEGEVENS IN DE CONTEXT VAN DE EERSTE COMMUNIEPASTORAAL

Huwelijksaangifte en samenlevingscontract vereenvoudigd

Waar en hoe? Welke stukken dienen voorzien te worden bij de aangifte?

Archief van de Stadssecretaris: stukken betreffende de ontvangst van het middel op trouwen en begraven en de registratie van de aangegeven lijken

Kind Cornelis van der Stoel Vader onbekend Moeder Jannetje van der Stoel Plaats Katendrecht Geboortedatum Bron Katendrecht

INFORMATIEFICHE BETREFFENDE HET HUWELIJK

KLEEF EEN FOTO Aanvraag tot inschrijving in de consulaire bevolkingsregisters van een meerderjarig persoon

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) Zus Mina van den Berg

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

Senioren KU Leuven. Genealogie. 21 januari 2016 Welkom

Inventaris van de Doop-, Trouw- en Begraafboeken van Oud-Beijerland

Huwelijk op 30 december 1931 te Leiden (scan beschikbaar)

Transcriptie:

werken met bronnen deel v een project van het eerste tot en met het zesde leerjaar van het middelbaar onderwijs I Michel Vanhalme I Doel Geschiedenisleraren helpen de verticale samenhang in de leerplanrealisatie te verwezenlijken en de vakgroepwerking versterken. Onderwijsvormen In vorige artikels werd het belang van het werken met bronnen geschetst. Een tweede artikel beschreef een kort bezoek in het eerste jaar van de tweede graad aan het archief. Een derde artikel gaf aan leerlingen van het tweede leerjaar van de tweede graad vertrouwd kon maken met bronnen die ze thuis hadden. Een vierde artikel bouwde verder op dit artikel en daar werd uitgelegd hoe je via het internet op zoek kon gaan naar je voorouders. Dit vijfde artikel dat zowel voor ASO als voor TSO geschreven is gaat samen met de leerlingen op zoek naar materiële overblijfselen van hun grootouders. We moeten wel een onderscheid maken tussen ASO-leerlingen die doorgaans meer interesse hebben en bovendien twee uur per week geschiedenis krijgen en TSO-leerlingen waarbij de grote meerderheid weinig of geen interesse heeft voor dit onderwerp en die maar één uur per week geschiedenis hebben. Eindtermen Voor de derde graad ASO moeten de leerlingen doeltreffend informatie kunnen selecteren uit gevarieerd informatiemateriaal omtrent een ruim geformuleerde historische of actuele probleemstelling (ET 14) en deze selectie van informatie kritisch verantwoorden (ET15). De leerlingen kunnen zelfstandig de nodige gegevens voor het beantwoorden van een historische probleemstelling halen uit het historisch informatiemateriaal zoals beeldmateriaal, schema s, tabellen, diagrammen, kaarten, cartoons, dagboekfragmenten, reisverslagen, memoires (ET16). De leerlingen kunnen een vraagstelling ontwikkelen om de historische informatie kritisch en vanuit verschillende standpunten te benaderen (ET17). De leerlingen kunnen verschillende argumentaties tegen elkaar afwegen (ET 19). De leerlingen kunnen bij hun historisch onderzoek de aangewende methode evalueren en eventueel bijsturen (ET 21). De leerlingen kunnen omtrent een maatschappelijk relevante (actuele of historische) probleemstelling initiatieven nemen, met hun medeleerlingen een doelmatige historische methodiek afspreken, de deelconclusies evalueren en een samenhangende rapportering brengen (ET 22). De leerlingen van de derde graad TSO moeten doeltreffend informatie selecteren uit gevarieerd informatiemateriaal omtrent een historische of actuele probleemstelling (ET11) en hun selectie van informatie kritisch verantwoorden (ET 12). De leerlingen kunnen zelfstandig de nodige gegevens voor het beantwoorden van een beperkte historische probleemstelling halen uit het historisch informatiemateriaal zoals beeldmateriaal, schema s, tabellen, diagrammen, kaarten, cartoons, dagboekfragmenten, reisverslagen, memoires (ET 13). De leerlingen kunnen een vraagstelling ontwikkelen om de historische informatie kritisch en vanuit verschillende standpunten te benaderen (ET 14). De leerlingen kunnen bij hun historisch onderzoek de aangewende methode evalueren en eventueel bijsturen (ET 17). De leerlingen kunnen het resultaat van een eigen deelopdracht of van een groepswerk op een heldere manier weergeven in een mondelinge of schriftelijke uiteenzetting, of uitbeeldend of grafisch (ET 18). Werken met bronnen in de derde graad van het secundair onderwijs De leerlingen krijgen twee jaar de tijd om het project af te werken. Het is de bedoeling dat ze van twee van hun overgrootouders een kwartierstaat maken. Sommige leerlingen zullen daar niet in slagen om diverse redenen. Zorg dat je als leraar een aantal voorbeelden bij je hebt om te laten opzoeken. De eerste stap moet in de klas gebeuren. Leerlingen krijgen uitleg over de burgerlijke stand en over de bevolking. Deze uitleg komt naar aanleiding van de lessen over de Franse Revolutie en wordt eventueel het jaar nadien bij het begin van het schooljaar kort herhaald. Het is dan ook de bedoeling dat de leerlingen samen met de leraar een bezoek brengen aan het archief en 72

dat je ter plaatse met maximum 5 leerlingen kan aantonen hoe ze moeten opzoeken. Let wel, dit is moeilijk te realiseren binnen het uurrooster. Bovendien ben je er een hele tijd mee bezig. Vraag aan je collega s of ze er niets op tegen hebben dat er iedere week wel een paar leerlingen tijdens hun les afwezig zullen zijn. Het zal enige aanpassing aan je lesrooster vergen om bij voorbeeld met een klas van 30 leerlingen 6 weken lang naar het archief te gaan. Persoonlijk deed ik het altijd wanneer ik een voormiddag of namiddag geen les moest geven. Eenmaal je naar het archief kan gaan moeten de leerlingen gewezen worden op de noodzaak van het noteren van brongegevens. Zeker voor burgerlijke stand en bevolkingstellingen is dat een absoute noodzaak. Bv. Bugerlijke Stand, Sint-Michiels, geboorten, 1852, nr. 22 (18 februari 1852), akte van Karel Janssens. Spoor de leerlingen aan een kopie te nemen zodat je weet dat ze effectief die bron bekeken hebben. Let wel: een kopie moet ook steeds een beschrijving van de bron bevatten. Leer de leerlingen identificatiefiches van de personen maken (zie Hermes nr. 40). Na deze inleiding zijn ze vrij. Het is wel aangewezen in samenspraak met het archief een document te maken waaruit blijkt dat de leerlingen zelf opzoekingen gedaan hebben in het archief. Dit is zeker een meerwaarde. Het is zeker aan te bevelen dat de ouders of grootouders samen met de kinderen naar het archief trekken. Dit kan goed werken maar vaak zoeken de leerlingen niet zelf maar vragen aan een grootouder de gegevens voor hen op te zoeken, zodat ze zelf geen stap in een archief gezet hebben (deze mogelijkheid moet zeker uitgesloten worden alhoewel een sluitende controle onmogelijk is). Sommige leerlingen zoeken de gegevens op via het internet of beschikken over een stamboom In principe is daar niets mis mee. Vraag steeds aan de leerlingen om de stamboom waarover ze beschikken te tonen. Het is ook belangrijk dat de leerlingen een kopie van hun kwartierstaat aan jou bezorgen. Zo kan je als leraar beter de problemen inschatten. Spreek vooraf met de leerlingen af wanneer ze vragen in verband met hun taak kunnen beantwoord krijgen. Noteer het probleem en vraag ter controle steeds alle kwartierstaten op waarover de leerlingen beschikken. Probeer tijdens de les niet te veel aandacht te besteden aan problemen van leerlingen. Zorg dat je wel over de middag of tijdens de recreatie leerlingen kan te woord staan. Je moet als leraar wel een vermoeden hebben waar de bronnen vandaan komen. Daarom moeten de meeste punten staan op de bibliografische referenties. Bij het maken van deze kwartierstaat moeten de leerlingen onderzoeksvragen beantwoorden. Bij het formuleren van een antwoord is het enkel de bedoeling een onderscheid tussen de generaties te kunnen aangeven. De leerlingen onderzoeken uiteindelijk 7 generaties. De leerlingen vergelijken de kwartierstaten van twee overgrootouders. Volgende onderzoeksvragen kunnen gesteld worden. Waar werden mijn overgrootouders geboren? Waar zijn mijn overgrootouders gehuwd? Waar zijn mijn overgrootouders gestorven? Wanneer werden mijn overgrootouders geboren? Wanneer zijn mijn overgrootouders gehuwd? Wanneer zijn mijn overgrootouders gestorven? Welke leeftijd heeft de moeder bij de geboorte van haar eerste, tweede, laatste kind? Hoeveel tijd verloopt er tussen de geboorte van de kinderen? Wat is de sociale status van de overgrootouders? Hoe oud was men toen men de eerste keer huwde? Wat is het verschil tussen de leeftijd van de bruid en de bruidegom? Waren de overgrootouders in staat om te tekenen? Wie waren de getuigen welke is de verwantschap? Hoe oud was men toen men stierf? Hoeveel kinderen zijn er per gezin? In welke maanden worden de meeste kinderen geboren? Zijn bij het huwelijk van de bruidgom of bruid beide ouders nog in leven? Zijn bij het huwelijk van de bruidegom of bruid beide ouders gestorven? Komen zo wel de bruid als de bruidegom uit dezelfde gemeente als de gemeente waar ze huwen? Is enkel de bruid van een andere gemeente afkomstig? Is enkel de bruidegom van een andere gemeente afkomstig? Zijn zowel bruid als bruidegom van een andere gemeente als de gemeente waar ze huwen? Hoe oud was de bruid toen ze huwde? Hoe oud is de bruidegom bij zijn huwelijk? Hebben bruid en bruidegom dezelfde leeftijd als ze huwen? Is de bruid ouder dan de bruidegom bij het huwelijk? Is de bruid jonger dan de bruidegom bij het huwelijk? Hoe oud is men bij het overlijden? De mededeling van de onderzoeksresultaten kan schriftelijk of mondeling gebeuren. 73

wat zijn bevolkingsregisters? Bevolkingsregisters zijn repertoria van alle inwoners van een gemeente die er hun gewone verblijfplaats hebben. Zij registreren over een bepaalde periode de mutaties die de inwoners van een gemeente ondergingen ten gevolge van geboorten, sterften en woonstveranderingen. Twee jaar na de Franse Revolutie vaardigde de Nationale Vergadering het decreet van 19-22 juli 1791 uit over de ordehandhaving in de gemeenten (bij ons van kracht vanaf 15 december 1795). Dat verplichtte de gemeentelijke administratie onder meer om een bevolkingsregister bij te houden. Dit register ( Etat des habitants genoemd) moest de verklaringen van de inwoners bevatten betreffende hun naam, leeftijd, geboorteplaats, laatste domicilie, beroep en andere bestaansmiddelen. De realisatie van deze wet zou aanvankelijk heel wat te wensen overlaten. Het opstellen en bijhouden van deze registers was hoofdzakelijk afhankelijk van de ijver van de gemeentebesturen. Pas met het Koninklijk Besluit van 30 juni 1846 werd het bijhouden van bevolkingsregisters door de gemeenten verplicht en gereglementeerd. Welke gegevens bevatten deze registers? Voor elk huishouden wordt een blad of folio in het register voorbehouden. De rangschikking gebeurt per wijk of straat. Bovenaan of in de linkermarge vind je de wijk (of straat) en het huisnummer; elk blad is verdeeld in kolommen waarvan het aantal verschilt naargelang de periode. Je vindt er volgende gegevens in terug: 1. Naam en voornamen (gezinshoofd, echtgenote, kinderen, verwanten, dienstboden en inwonende personen vreemd aan het huishouden) 2. Geboortedatum 3. Geboorteplaats 4. Beroep 5. Datum van eerste inschrijving in de gemeente 6. Vorig adres 7. Tijdstip van aankomst op het huidige adres 8. Datum en adres van woonstverandering 9. Vermelding van overlijden 10. Eventuele opmerkingen, zoals bijvoorbeeld vermeldingen van veroordelingen. De bevolkingsregisters bevatten dus gegevens van persoonlijke aard en zijn volgens het archiefreglement bijgevolg pas openbaar indien ze ouder dan honderd jaar zijn. De registers na 1900 worden op de dienst Bevolking bewaard. De Brugse bevolkingsregisters Hier volgt een kort overzicht van de Brugse bevolkingsregisters die zich in het Stadsarchief bevinden. 1) 1790-1812 Op 12 mei 1790 riep het stadsbestuur de functie van wijkmeester in het leven, die als een soort politie met de controle van de inwoners belast was. Hiertoe werd ieder zestendeel (bestuurlijke indeling van de stad in zes secties) in een aantal wijken opgesplitst, 95 in totaal. De wijkmeester was verplicht om een register aan te leggen waarin hij per huis de namen van alle inwoners moest noteren met vermelding van hun beroep en eventuele verhuizingen. Om alles te registreren kreeg elk huis voortaan een huisnummer. Dit gebeurde per wijk en bestond uit een zestendeel-letter (A tot F), een wijknummer en een doorlopend nummer, bijv. C 20/92. Na de Franse inval en de officiële invoering van de bevolkingsregisters in 1795 werden de door het stadsbestuur bewaarde registers verder gebruikt als bevolkingsregisters (enkele wijkmeesterregisters zijn bewaard gebleven onder het nr. 132 van het Oud Archief). In deze oudste registers zijn op drie tijdstippen summiere gegevens ingeschreven, nl. in 1790, ca. 1800 en ca. 1806. Ze zijn op drie manieren toegankelijk: een tweedelige klapper op naam, een straatnamenregister en een toegang via huisnummer. Deze oudste reeks is evenwel niet volledig bewaard gebleven. 2) 1809-1830 De persoonlijke gegevens zijn meer uitgebreid en de informatie over woonstveranderingen wordt voortaan nauwkeuriger aangevuld. De inschrijving gebeurde niet meer per wijk maar per straat (met vermelding van het oude huisnummer). Bij elke woonstverandering binnen de stad werd het gezin (of de persoon) opnieuw ingeschreven in het register op het blad van zijn nieuwe woning (men zal deze werkwijze blijven volgen tot 1866). Deze registers zijn slechts toegankelijk via een straatnamenregister. 3) 1830-1846 Opnieuw zijn deze registers per wijk (dus met het oude huisnummer) opgemaakt. Het weergeven en bijhouden van de gegevens wordt nog meer uitgebreid. De toegang is optimaal door middel van steek- 74

kaarten op naam, een straatnamenregister en een toegang op huisnummer. Voor de sectie C is er nog een bijkomende reeks registers aangelegd voor de periode 1841-1846. 4) 1846-1866 Voor deze periode is er een toegang via klappers op naam, maar deze zijn niet gebruiksvriendelijk omdat ze per sectie en per beginletter (maar niet alfabetisch) geklasseerd zijn. Daarnaast is er ook nog een straatnamenregister en een toegang via het oude huisnummer. Voor de secties A en B is er een bijkomende reeks registers aangelegd voor de periode 1856-1866. 5) 1866. - 1880 Door het afschaffen van het oude huisnummer en de invoering van het huisnummer per straat gebeurde de inschrijving voortaan per straat. Er komen nog enkele nieuwe gegevens bij, zoals de vermelding van een tweede verblijfplaats en verwijzingen naar de vorige reeks bevolkingsregisters. Nieuw is ook dat voortaan de inwoners slechts eenmaal werden ingeschreven en dat alle woonstveranderingen binnen de stad op hetzelfde folio werden bijgehouden. Als toegang beschikt men over een gebruiksvriendelijke klapper op naam en een straatnamenregister. 6) 1880-1890 en 1890-1900 Deze registers hebben erg geleden van brandschade (in 1946) waardoor er een aantal vernietigd zijn. De registers die bewaard gebleven zijn, zijn losbladig en hebben zwart geblakerde randen zodat een aantal gegevens (zoals het adres) niet meer leesbaar zijn. Als toegang zijn er klappers (ook brandschade) en steekkaarten op naam. Deze laatste zijn pas na de brand opgemaakt en bevatten dus alle bewaarde gegevens. 75

de doopboeken, trouwboeken en begraafboeken in het stadsarchief van brugge Vóór de oprichting van de Burgerlijke Stand in 1796 werden dopen, huwelijken en overlijdens door de pastoors geregistreerd. De registratie gebeurde in het Latijn. Het Latijn was en is nog steeds de officiële taal van de kerk. Aanleiding van deze registratie was de afkondiging van de decreten van het Concilie van Trente, in het bisdom Brugge op 1565. De Brugse Doop-, Trouw- en Begraafboeken -in Vlaanderen ook wel parochieregisters genoemd - zijn uitzonderlijk oud. Meestal beginnen de bewaarde reeksen parochieregisters in de eerste helft van de 17de eeuw, in een enkel geval in de laatste tien jaar van de 16de eeuw. De Doop-, Trouw- en Begraafboeken van de Brugse parochies zijn evenwel bewaard vanaf het laatste kwart van de 16de eeuw, in enkele gevallen zelfs vanaf het derde kwart (1565). 1. Welke gegevens bevatten ze? De oudste registers zijn zeer slordig en onvolledig omdat het opstellen en bijhouden ervan hoofdzakelijk afhankelijk was van de ijver van de pastoors. Vanaf het begin van de 17de eeuw werden de registers beter bijgehouden maar toch was eenvormigheid bij het registreren nog heel zeldzaam. De meeste pastoors noteerden in hun doopregisters de namen van beide ouders, hoewel de conciliedecreten hen daar niet toe verplichtten. In de loop van de 17de eeuw begonnen ze naast de doopdatum ook de geboortedatum te vermelden. In de huwelijksregisters noteerden ze de datum, de naam van bruid en bruidegom en die van de getuigen. Veel 17de-eeuwse registers bevatten ook de akten van ondertrouw of sponsalia. Ook in de begraafboeken is de eenvormigheid ver te zoeken. Het Concilie van Trente had namelijk geen voorschriften bepaald in verband met deze boeken. De ene pastoor noteerde de overlijdensdatum, de andere de begraafdatum, nog anderen noteerden beide. In enkele Brugse parochies begint de reeks begraafboeken pas op het einde van de 17de eeuw. De begraafboeken zijn de minst betrouwbare en dikwijls onvolledig 2. Overheidsbemoeienis. In de tweede helft van de 18de eeuw ging de burgerlijke overheid zich steeds meer bemoeien met de Doop-, Trouw- en Begraafboeken. Vanaf 1754 moesten de pastoors jaarlijks een dubbel van hun gegevens opmaken ( Theresiaanse dubbels genoemd) en dit overhandigen aan de lokale burgerlijke overheid. In Brugge was dat het stadsbestuur. Op die manier ontstond in Brugge vanaf 1754 al een stedelijk georganiseerde Burgerlijke Stand. Het is duidelijk dat de parochiale geestelijkheid tot in 1796 de gegevens moest registreren, maar onder een steeds sterker wordende controle van de wereldlijke autoriteiten. Deze evolutie zorgde in Brugge voor de uitbouw van een algemene stedelijke reeks Doop-, Trouwen Begraafboeken. Door het bestaan van deze reeks alleen al is het gebruik van de term parochieregisters eigenlijk onmogelijk. De inlijving van ons land bij de Franse Republiek stelde een eind aan deze situatie. De Franse wetten bepaalden dat het registreren van geboorten, huwelijken en overlijdens een taak van het gemeentebestuur was. De registers die van de Brugse parochies afkomstig waren, werden door het gemeentebestuur opgevraagd. Op die manier ontstond het fonds van de Brugse Doop-, Trouw- en Begraafboeken, dat van dan af bewaard werd in de bureaus van de Burgerlijke Stand. Het zou nog duren tot 1988 vooraleer deze registers, die tot de meest geraadpleegde documenten in de leeszaal behoren, in het Stadsarchief konden worden geraadpleegd. 3. Hoe raadplegen? In het tweede kwart van de 19de eeuw werden de Doop-, Trouw- en Begraafboeken volledig geïndiceerd in 333 klappers. Deze klappers zijn per parochie en per letter van het alfabet chronologisch opgesteld. Het zoeken in de klappers is echter vrij ingewikkeld en vooral tijdrovend. Daarom is het initiatief van de heer Paul Coghe (voorzitter van de Brugse afdeling van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde en vertegenwoordiger van de genealogen in de raadgevende commissie van het Stadsarchief) zeker toe te juichen: dankzij vrijwilligerswerk zijn de jaarlijkse klappers op de doop- en begraafboeken in een geautomatiseerd gegevensbestand ingevoerd. Op die manier ontstonden tienjaarlijkse alfabetische klappers die resp. op naam van de dopeling de ouders vermelden, en op naam van de overledene de overlijdensdatum, de parochie, de naam van de eventuele echtgenoot of de ouders. De raadpleging van de Doop-, Trouwen Begraafboeken gebeurt momenteel nog door middel van fotokopieën die in open rek in de leeszaal staan. Vanaf het jaar 2000 zijn de nieuwe tienjaarlijkse klappers ook via een computerterminal in de leeszaal toegankelijk. Een onmisbare handleiding bij de raadpleging is de Inventaris van de Doop-, Trouw- en Begraafboeken bewaard in het Stadsarchief van de hand van archivaris Noël Geirnaert (1982). 76

de registers van de burgerlijke stand De registers van de Burgerlijke Stand behoren tot de belangrijkste bronnen voor genealogische onderzoek. De Burgerlijke Stand (BS) werd in 1796 in onze gewesten ingevoerd. Van toen af, werden de gemeentebesturen verplicht, akten van geboorte, huwelijk en overlijden in tweevoud op te maken en de registers te bewaren. Eén exemplaar van elk register wordt tot op heden overgemaakt aan de griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg en het andere exemplaar blijft in de stedelijke administratie bewaard. Na 100 jaar belandt het eerst genoemde exemplaar dan in het Rijksarchief, het andere in het Stadsarchief. De registers kunnen er vrij, worden geraadpleegd in de leeszaal. De registers van de Burgerlijke Stand die nog geen 100 jaar oud zijn, kunnen bij de dienst Burgerlijke Stand worden geraadpleegd mits toelating van de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van het gerechtelijk arrondissement Brugge. In principe berusten alle registers van de Burgerlijke Stand van Brugge en van de deelgemeenten van Brugge (Sint-Pieters-op-de-Dijk, Assebroek, Dudzele, Koolkerke, Lissewege, Sint-Andries, Sint-Kruis en Sint-Michiels) voor de periode 1796-1910 in het Stadsarchief. Bij de deelgemeenten vind je de geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten chronologisch in één register. 1. Hoe raadplegen? Opzoekingen in de registers van de Burgerlijke Stand van Brugge zijn mogelijk via de jaarlijkse en tienjaarlijkse tafels of klappers (afzonderlijk voor de geboorten, de huwelijken en de overlijdens). De tienjaarlijkse tafels beslaan de jaren 1796-1802, 1802-1812, 1813-1823, 1823-1833, 1833-1843, 1843-1850. Vanaf 1851 zijn ze per decennium bijgehouden. Tot 1823 zijn ze per letter van het alfabet chronologisch opgesteld. Vanaf 1823 zijn ze dan strikt alfabetisch opgesteld. De jaarlijkse tafels (die per 5 jaar in één band ingebonden zijn) zijn chronologisch opgesteld en bevatten meer gegevens dan de tienjaarlijkse tafels. Achteraan elk register bevindt zich ook nog een namenindex. Eenmaal jaartal en aktenummer via de tafels zijn opgespoord, kan de eigenlijke akte geraadpleegd en gekopieerd worden. Om de originele registers optimaal te beschermen, worden deze enkel nog in uitzonderlijke omstandigheden bovengehaald. Daarom zijn de registers van de Burgerlijke Stand tot 1900 in de leeszaal raadpleegbaar op microfilm (afdrukken zijn mogelijk). 2. Welke gegevens bevatten de registers van de Burgerlijke Stand? In een geboorteakte vind je volgende gegevens: 1. Naam, voornamen, geslacht en eventuele wettiging van het kind. In principe wordt de juiste spelling van een naam geregistreerd aan de hand van de geboorteakte. 2. Naam en voornaam, beroep, leeftijd, geboorteplaats en domicilie van de ouders (of van de moeder). 3. Naam en voornaam, beroep, leeftijd, domicilie en eventueele graad van verwantschap van de getuigen 4. Exacte geboortedatum, -tijdstip en -plaats Een huwelijksakte biedt volgende informatie: 1. Naam, voornamen, geboortedatum, geboorte- en woonplaats en leeftijden van bruid en bruidegom. 2. Eventuele vermelding of de bruidegom aan de militieverplichtingen heeft voldaan 3. Naam, voornamen, beroep en domicilie van de ouders van bruid en bruidegom (ev. met vermelding van tijdstip en plaats van overlijden). 4. Beroep van de bruid en bruidegom. 5. De burgerlijke staat van de bruid en bruidegom. 6. Naam en voornaam, leeftijd, beroep, domicilie en eventueel de graad van verwantschap van de getuigen. 7 Eventueel de datum van het huwelijkscontract en vermelding van de notaris die het heeft opgemaakt. De verschillende akten, bewijsstukken en papieren die door de partijen worden voorgelegd om de gegevens te verschaffen die in de huwelijksakte moeten worden vermeld, zijn eveneens gebundeld. We spreken hier van de huwelijksbijlagen. 77

Deze bijlagen (waarvan geen dubbel bestaat) worden samen met de huwelijksakten aan de rechtbank overgemaakt. Een overlijdensakte bevat volgende informatie: 1. Naam, voornamen, geboorteplaats en -datum, leeftijd, beroep en domicilie van de overledene. 2. Exacte datum en tijdstip van overlijden. 3. Plaats van overlijden. 4. Burgerlijke staat van de overledene. 5. Indien gehuwd, naam van de echtgeno(o)t(e). 6. Naam en voornaam, leeftijd, beroep en domicilie van de ouders van de overledene. 7. Naam en voornaam, leeftijd, beroep, domicilie en eventueel de graad van verwantschap van de getuigen. 3. Enkele obstakels bij opzoeking Bij de raadpleging van de registers van de Burgerlijke stand kunnen soms problemen optreden. Dit is vooral het geval in het begin van de Franse periode (eind 18de - begin 19de eeuw). Naast het gebruik van het Frans (ook de straatnamen werden verfranst) levert vooral het gebruik van de republikeinse kalender problemen op. Deze kalender heeft als begindatum 22 september 1792, de uitroeping van de Franse Republiek. Om data uit deze kalender om te zetten, beschikken we over allerlei tabellen waarvan die van Michiel Mispelon (uitg. 1972, beschikbaar in de leeszaal) de makkelijkst hanteerbare is. Op 1 januari 1806 verdween de republikeinse kalender definitief. Napoleon had de Franse Republiek toen al afgeschaft en zich tot keizer laten uitroepen. Vanaf 1816 zijn de akten meestal in het Nederlands. Dit bleef ook het geval na de onafhankelijkheid van België, toen de administratie en het openbare leven grotendeels werden verfranst. Een ander probleem is dat sommige mensen bij huwelijk of overlijden een andere naam hebben dan bij hun geboorte omdat zij pas na wettiging de naam van hun vader hebben gekregen. Deze wettiging wordt in de marge van de geboorteakte vermeld. 78