Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d.

Vergelijkbare documenten
AEGON Spaarkas N.V, gevestigd te Leeuwarden, hierna te noemen: Aangeslotene.

2. Feiten Begripsomschrijvingen spaarsaldo Kosten Vaststelling van het spaarsaldo

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

Consument 1 en Consument 2 hierna ook tezamen te noemen: Consumenten,

Monuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene,

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 3 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene,

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 19 mei 2015 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d.

ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Consument 1 en Consument 2, hierna ook tezamen te noemen: Consumenten

Goudse Levensverzekeringen N.V, gevestigd te Gouda, hierna te noemen: Aangeslotene.

Fiën Adviesgroep Haarlemmermeer B.V., gevestigd te Haarlem, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V., handelend onder de naam Centraal Beheer Achmea, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Verzekeraar.

Aegon Levensverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L.Hendrikse, voorzitter en mr. M.B.Beunders, secretaris)

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procedure

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M.B. Beunders, secretaris)

de naamloze vennootschap Achmea Pensioen- en Levensverzekering N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

ASR Schadeverzekering N.V, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen: Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

: Assurantiekantoor E. van der Roest B.V., gevestigd te Huizen, verder te noemen Adviseur

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Allianz Nederland Levensverzekering N.V, gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. Consument, Allianz Nederland Levensverzekering N.V, gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: Aangeslotene,

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

: ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen Verzekeraar

de besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Delta Lloyd Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. 1. Procesverloop

ABN AMRO Verzekeringen B.V., gevestigd te Zwolle, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 19 mei 2015 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procesverloop

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

- het door Consument ingevulde en op 5 februari 2011 ondertekende vragenformulier;

: Arts & Advies, gevestigd te Eemnes, verder te noemen Adviseur Datum uitspraak : 14 december 2017

AEGON Levensverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Sinke Bedrijven B.V., gevestigd te Lelystad, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Coöperatieve Rabobank Sneek Zuidwest Friesland U.A., gevestigd te Sneek, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea Pensioen en Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

SRLEV N.V, gevestigd te Amstelveen, hierna te noemen: Aangeslotene.

Allianz Nederland Levensverzekering N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. Consument, tegen

1.2 De Bank heeft een op 22 mei 2014 gedateerd verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel beroep ingesteld.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Axent NabestaandenZorg N.V., gevestigd te Groningen, hierna te noemen Verzekeraar.

AEGON Levensverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea pensioen- en Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Administratiekantoor H.C. Snoei, gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. Consumenten, tegen. Westenburg Assurantiën B.V., hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop

J.H. van Duuren Assurantie Adviseurs B.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M.B. Beunders, secretaris)

: ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

de coöperatie Coöperatieve Rabobank [plaats] Friesland Oost U.A., gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Levensverzekering N.V., gevestigd te s-gravenhage, hierna te noemen Aangeslotene.

Goudse Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Gouda, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Achmea Pensioen- en Levensverzekering N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Delta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

Het Servicekantoor B.V., gevestigd te Groningen, hierna te noemen Tussenpersoon.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Transcriptie:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-122 d.d. 24 maart 2016 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. E.H. Hondius en mr. R.J. Verschoof, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting Beleggingsverzekering. Gesloten in 1993. Consument stelt onvolledig te zijn geïnformeerd over de kosten en het aan sterke rendementsfluctuaties verbonden risico. Verder beroept zij zich op de brochures van Aangeslotene waarin de indruk zou worden gewekt dat de kosten laag zijn. De Commissie stelt vast dat Consument is geïnformeerd over de kosten en over de hoogte daarvan. Dat de brochures misleidend zijn is door Consument niet aannemelijk gemaakt. In 1993 bestond er geen verplichting om specifiek op aan sterke rendementsfluctuaties verbonden risico te wijzen. De vordering wordt afgewezen. Consument, en AEGON Levensverzekering N.V, gevestigd te Den Haag, hierna te noemen: Aangeslotene, 1. Procesverloop De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: - het door de Ombudsman Financiële Dienstverlening overgelegde dossier; - het op 17 april 2014 door Consument ondertekende vragenformulier met bijlagen; - het verweerschrift van Aangeslotene met bijlagen; - de repliek van Consument; - de dupliek van Aangeslotene; - de pleitnota van Consument; - de pleitnotities namens Aangeslotene. Consument en Aangeslotene zijn na de zitting in de gelegenheid gesteld te reageren op het arrest van het Europese Hof van Justitie van 29 april 2015 (C-51/13, ECLI:EU:C:2015:286, hierna te noemen: uitspraak HvJ ) en twee uitspraken van de Commissie van Beroep van 12 februari 2015 (nummers 2015,003 en 2015,004, hierna te noemen: uitspraken CvB ). De reactie van partijen blijkt uit navolgende stukken: - de op 10 juni 2015 door de Commissie ontvangen mededeling namens Consument dat Consument geen aanvulling op haar klacht heeft; - de brief van 21 september 2015 namens Aangeslotene.

2. Overwegingen De Commissie heeft het volgende vastgesteld. Tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft niet tot oplossing van het geschil geleid. Beide partijen zullen het advies van de Commissie als bindend aanvaarden. Partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 1 december 2014 en zijn aldaar verschenen. 3. Feiten De Commissie gaat uit van de volgende feiten: 3.1 Door de advisering en bemiddeling van een tussenpersoon ( ATP ) heeft de echtgenoot van Consument in 1993 bij (een rechtsvoorganger van) Aangeslotene op zijn leven een beleggingsverzekering, een zogenoemde Perspectief Rekening, (hierna: de Verzekering ) met overlijdensrisicodekking afgesloten. Consument trad vanaf 1 december 2001 op als verzekeringnemer. De ingangsdatum van de Verzekering was 1 december 1993, de einddatum 1 december 2023. De kwartaalpremie bedroeg bij aanvang 136,13 en steeg jaarlijks met 3% samengestelde interest. Consument heeft de premie in 2003 verlaagd. De uitkering bij in leven zijn van de verzekerde op de einddatum bestond uit de opgebouwde waarde. Bij overlijden van de verzekerde voor de einddatum zou 90% van de afkoopwaarde van de Verzekering worden uitgekeerd. 3.2 In de in 1993 door Consument en haar echtgenoot ontvangen brochure van Aangeslotene over het product staat onder meer het volgende: (.) Lage kosten, hoog rendement De kosten van Van Nierop behoren tot de laagste van de markt. Vandaar dat Van Nierop als enige volkomen openheid geeft over de kosten. (.) In de brochure De kapitaalrekening De kapitaalverzekering met de kenmerken van een bankrekening staat onder meer: (.) Lage kosten De kosten van de Kapitaalrekening behoren tot de laagste in de markt. Vandaar dat Van Nierop als enige volledige openheid geeft over de kosten. (.) In de brochure Het is en Blijft uw Eigen Geld met een Levensverzekering van Van Nierop staat onder meer: (.) Bovendien wordt uw premie bij Van Nierop Assuradeuren efficiënt benut. Een premie bestaat altijd uit drie gedeelten: een spaarpremie, een risico-premie (overlijdensrisico) en een kostenpremie. (.) Kosten- en risicopremies van Van Nierop behoren niet alleen tot de laagste uit de markt maar worden bovendien het best gespreid over de looptijd van de verzekering.(.)

Door de gunstige spreiding van de kosten ontwikkelt de waarde van uw levensverzekering zich sneller dan gebruikelijk en kunt u een hoger eindkapitaal verwachten. (.) 3.3 In de aan de Verzekering ten grondslag liggende offerte van 13 oktober 1993 (hierna: de offerte ) staat onder meer het volgende: (.) PROGNOSEKAPITAAL : FL 250385 (bij leven) BRUTO-RENDEMENT : 12% (verondersteld i.v.m. bel. eenheden) (.) 3.4 In het op 19 oktober 1993 door (de echtgenoot van) Consument ondertekende aanvraagformulier is onder het kopje BELEGGING PREMIERESERVE de volgende belegging aangegeven: 20% in Obligatie beleggings pool; 10% in Asian Tigers Fund; 20% in ABN AMRO Aandelenfonds; 25% Unilever; 25% K. Olie. 3.5 Volgens de op 22 oktober 1993 gedateerde polis is clausule nr. 20 ( clausule 20 ) inzake Perspectiefrekening met beleggingseenheden van toepassing. In die clausule staat onder meer het volgende: Artikel 3 Belegging 1. De premiereserve van deze verzekering (het spaardeel van de premie en de daaruit verkregen inkomsten) wordt door de maatschappij belegd in met de verzekeringnemer overeengekomen waarden, hierna te noemen fondsen. Indien de verzekeringnemer niet schriftelijk een beleggingskeuze aan de maatschappij heeft opgegeven bepaalt de maatschappij in welke fondsen de premiereserve wordt belegd. (.) Artikel 5 Kosten 1. De Maatschappij is bevoegd met inachtneming van artikel 5 van de algemene voorwaarden de navolgende kosten in rekening te brengen ten laste van de premie en/of de premiereserve van deze verzekering: a. Kosten ter zake van incasso en aankoop van beleggingen. b. Kosten ter zake van het afsluiten of verhogen van de verzekering. c. Administratiekosten. d. Kosten van risicobeheer. e. Kosten ter zake van het beheer van de beleggingen. f. Aan- en/of verkoopkosten van beleggingen bij verandering van belegging of beëindiging van de verzekering. 2. De kosten worden tezamen met eventuele risicopremies aan het eind van iedere kalendermaand in mindering gebracht op de premie en/of de premiereserve van de verzekering.

3.6 De Verzekering is per 7 juli 2010 afgekocht. De afkoopwaarde bedroeg 7.146,59. 3.7 In februari 2013 heeft Aangeslotene op grond van haar compensatieregeling Consument een bedrag van 1.175,- betaald. 4. De vordering en grondslagen 4.1 Consument vordert dat Aangeslotene gehouden wordt tot betaling van een bedrag van 4.393,-. Dit is het bedrag van de door Consument tot en met juli 2010 betaalde premies, opgerent met de wettelijke rente en verminderd met de afkoopwaarde en de eerder ontvangen compensatie. 4.2 Deze vordering steunt, kort en zakelijk weergegeven, op de volgende grondslagen: Consument is in de precontractuele fase door Aangeslotene ernstig misleid waardoor zij gedwaald heeft over het aangeboden product. Aangeslotene is verder jegens Consument toerekenbaar tekortgeschoten in haar zorgplicht c.q. heeft onrechtmatig jegens Consument gehandeld door in het kader van de totstandkoming van de Verzekering onvolledige informatie over de kosten van de Verzekering respectievelijk de hoogte van die kosten te verschaffen. Verder heeft Aangeslotene nooit het negatieve effect van grote rendementsfluctuaties op het resultaat uitgelegd. Als Consument bij het sluiten van de Verzekering volledig was geïnformeerd had zij de Verzekering nooit gesloten. Ten slotte stelt Consument dat de Verzekering niet paste bij haar beleving, de Verzekering was bedoeld als studiespaarpot. In dit kader voert Consument het volgende aan: - Aangeslotene is verantwoordelijk voor het verkoopgedrag van de ATP. Door de torenhoge provisie werd de ATP aangespoord dit product te verkopen en verloor hij het belang van Consument uit het oog; - de kosten respectievelijk de hoogte daarvan waren niet kenbaar uit de offerte. Bovendien bevatte de offerte uitsluitend één positief scenario; - uit het verweer blijkt dat de totaal in rekening gebrachte kosten 3.127,29 bedragen. Afgezet tegen de betaalde premies is dat buiten alle proporties. In de destijds verstrekte brochure wordt de indruk gewekt dat de kosten laag zijn; - Consument is niet gebonden aan de akkoorden van Aangeslotene met de stichtingen. 4.3 Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd: a. Consument heeft niet tijdig geklaagd in de zin van artikel 6:89 Burgerlijk Wetboek ( BW ). Consumenten zijn bij aanvang volledig op de hoogte gesteld van alle relevante informatie omtrent de kosten. Consument was in ieder geval al in 1994 na ontvangst van het individueel rekeningoverzicht bekend met de hoogte van de kosten. Consument heeft pas bij brief van 25 oktober 2012 geklaagd over de informatieverschaffing bij aanvang. Tevens is Aangeslotene door het te late klagen benadeeld omdat zij geen schadebeperkende maatregelen heeft kunnen treffen. Ook stelt Aangeslotene dat de vordering tot vernietiging die Consument op dwaling baseert, is verjaard op grond van artikel 3:52 onder d BW.

b. Aangeslotene wijst het beroep op dwaling, toerekenbare tekortkomingen of onrechtmatig handelen (misleiding) van haar jegens Consument van de hand. Zij voert het volgende aan: - de betrokken ATP was onafhankelijk. Aangeslotene heeft niet geadviseerd; - het in de offerte genoemde voorbeeldkapitaal was, zoals destijds gebruikelijk, een netto kapitaal dat wil zeggen dat het berekend was op de inleg van Consument na aftrek van alle kosten en overlijdensrisicopremie. In de berekening van het voorbeeldkapitaal is bovendien uitgegaan van een meetkundig gemiddelde waarbij rekening wordt gehouden met koersfluctuaties; - Consument heeft in totaal 8.541,24 aan premie betaald; - de kosten staan in artikel 5 van clausule 20 bij de polis. Hiernaast werden vanaf januari 1994 jaarlijks individuele rekeningoverzichten toegezonden waarin de hoogte van de in rekening gebrachte kosten en premie expliciet werd vermeld; - de compensatieregeling van Aangeslotene voorziet in een redelijk kostenniveau en een redelijke overlijdensrisicopremie. Door het bedrag van 1.175,- is Consument in redelijkheid gecompenseerd; - Aangeslotene betwist dat Consument de Verzekering niet zou hebben gesloten indien Aangeslotene haar meer specifieke informatie had verschaft; - Consument heeft nagelaten het causaal verband aan te tonen tussen het vermeende onrechtmatige handelen van Aangeslotene en de door Consument gevorderde schade. Hiernaast is sprake van eigen schuld bij Consument omdat zij zich kennelijk onvoldoende in het verstrekte informatiemateriaal heeft verdiept. 5. Beoordeling 5.1 Het aan de Commissie voorgelegde geschil betreft in de kern de volgende vragen: a. heeft Consument bij het sluiten van de Verzekering gedwaald omtrent het karakter van de Verzekering en de kenmerken daarvan? b. is Aangeslotene jegens Consument toerekenbaar tekortgeschoten in haar verplichtingen c.q. heeft zij onrechtmatig jegens Consument gehandeld door in het kader van de totstandkoming van de Verzekering onvolledige informatie te verstrekken over (i) de kosten en de hoogte daarvan en (ii) het effect van sterke rendementsfluctuaties op het uiteindelijk te behalen resultaat? c. is Consument in de precontractuele fase misleid omdat in de door Aangeslotene verstrekte brochures wordt geschreven dat de kosten van het product tot de laagste in de markt behoren? Bij de beantwoording van deze vragen gaat de Commissie uit van de onder 3 weergegeven feiten.

5.2 In het onderhavige geval staat vast dat Consument in de precontractuele fase de volgende informatie heeft ontvangen: - de onder 3.2 genoemde brochures over de Verzekering; - de offerte van 13 oktober 1993; - het aanvraagformulier voor de Verzekering; - de polis; - de Algemene Voorwaarden Perspectief Rekening AV 85; - clausule 20. Aan de hand van deze stukken zal de Commissie hierna onderzoeken hoe de in overweging 5.1 gestelde vragen dienen te worden beantwoord 5.3 Dwaling Consument stelt dat zij is misleid en dat zij de Verzekering onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken omtrent het karakter en de kenmerken van de Verzekeringen heeft gesloten. De Commissie verwerpt deze stelling. Dat het bij de Verzekering om een beleggingsverzekering gaat waarbij het beleggingsrisico voor rekening van de verzekeringnemer is, blijkt klip en klaar uit de offerte, het aanvraagformulier, de polis en clausule 20. Bijvoorbeeld wordt in de offerte een prognoserendement gehanteerd en is sprake van een prognosekapitaal. In het aanvraagformulier heeft Consument aangegeven in welke beleggingsfondsen de premiereserve moet worden belegd. In de polis staat dat bij in leven zijn van de verzekerde op de einddatum de guldenswaarde van de beleggingen wordt uitgekeerd onder aftrek van de verkoopkosten. Tevens worden in de polis de gekozen beleggingsfondsen vermeld. Uit clausule 20 volgt dat de premiereserve (het spaardeel van de premie en de daaruit verkregen inkomsten) wordt belegd en dat kosten in rekening worden gebracht. Op basis van deze informatie heeft Consument zonder meer kunnen begrijpen dat sprake was van een beleggingsverzekering met een niet gegarandeerde einduitkering (afgezien van de meeverzekerde overlijdensuitkering), dat de premiereserve zou worden belegd en dat er uit hoofde van de verzekering kosten in rekening zouden worden gebracht. Voor zover Consument zulks desondanks niet heeft begrepen moet dat voor haar rekening blijven. Van Consument mag worden verwacht dat zij de aan haar verstrekte informatie aandachtig doorleest alvorens zij besluit een langlopende verzekering af te sluiten, en dat zij daarover vragen stelt indien zij de verstrekte informatie niet begrijpt. Niet gesteld of gebleken is dat Consument nadere uitleg heeft gevraagd bij haar ATP of Aangeslotene of een poging heeft gedaan de Verzekering kort na de totstandkoming te beëindigen. Dit in aanmerking genomen wordt zij geacht te hebben ingestemd met het karakter en de kenmerken van de door haar gesloten Verzekering. Het beroep op dwaling stuit daar op af. 5.4 Kosten Consument stelt dat Aangeslotene jegens haar toerekenbaar is tekortgeschoten in haar verplichtingen c.q. onrechtmatig jegens Consument heeft gehandeld door in het kader van de totstandkoming van de Verzekering onvolledige informatie te verstrekken over de kosten en de hoogte daarvan.

De Commissie verwerpt deze stelling. Uit artikel 5 van clausule 20 blijkt duidelijk en begrijpelijk dat uit hoofde van de Verzekering de in dat artikel genoemde kosten in rekening worden gebracht. De Commissie is van oordeel dat Aangeslotene met deze informatie aan de in de precontractuele fase op haar rustende verplichting tot het verschaffen van volledige en begrijpelijke informatie omtrent de kenmerkende eigenschappen van de verzekering, waaronder de kosten die uit hoofde van de verzekering in rekening worden gebracht, heeft voldaan. Dat aan Consument uit hoofde van de Verzekering nog andere, niet in artikel 5 van clausule 20 genoemde kosten in rekening zijn gebracht, is door Consument niet gesteld en ook niet gebleken. Voor wat betreft de nominale hoogte van de kosten geldt dat uit de ten tijde van de totstandkoming van de Verzekering (1993) geldende regelgeving noch uit de destijds binnen de branche algemeen gehuldigde inzichten noch uit destijds geldende algemene maatstaven van het contractenrecht een verplichting voortvloeide om de verzekeringnemer daarover te informeren. Overigens heeft Aangeslotene onweersproken gesteld dat Consument vanaf 1994 jaarlijks (mede) is geïnformeerd over de hoogte van de in rekening gebrachte kosten. 5.5 Beleggingsrisico. Consument stelt dat Aangeslotene toerekenbaar tekortgeschoten is in haar verplichtingen c.q. onrechtmatig jegens Consument heeft gehandeld door in het kader van de totstandkoming van de Verzekering onvoldoende informatie te verstrekken over het effect van sterke rendementsfluctuaties op het uiteindelijk te behalen resultaat uit hoofde van de Verzekering. De Commissie verwerpt deze stelling. Uit de ten tijde van de totstandkoming van de Verzekering (1993) geldende regelgeving noch uit de destijds binnen de branche algemeen gehuldigde inzichten noch uit destijds geldende algemene maatstaven van het contractenrecht vloeide een verplichting voort om de verzekeringnemer specifiek te informeren over het effect van sterke fluctuaties in het rendement op het uiteindelijk te behalen resultaat uit hoofde van de beleggingsverzekering. Overigens wordt in het door Aangeslotene overgelegde Individueel Rekeningoverzicht over 1994 uitdrukkelijk gewezen op het beleggingsrisico en het gegeven dat rendementen die in het verleden zijn behaald geen garantie vormen voor de toekomst. Los hiervan is het een feit van algemene bekendheid dat beleggen in aandelen koersrisico s met zich meebrengt. 5.6 Misleiding? Consument stelt dat zij in de precontractuele fase is misleid omdat in de door Aangeslotene verstrekte brochures wordt geschreven dat de kosten van het product tot de laagste in de markt behoren. De Commissie stelt het volgende vast: Consument heeft tot aan de afkoop in totaal een bedrag van 8.541,24 aan premie betaald. De kosten bedroegen 3.127,29. Dit betekent dat van de premie 36,6% aan kosten is opgegaan. Uit hoofde van de compensatieregeling van Aangeslotene heeft Consument een bedrag van 1.175,- aan kostencompensatie ontvangen. Dat in het onderhavige geval sprake is van omstandigheden die ertoe zouden moeten leiden dat een andere, hogere kostencompensatie zou moeten worden toegekend, is niet gebleken zodat de Commissie uitgaat van het bedrag van 1.175,-. Dit leidt ertoe dat uiteindelijk van de premie een bedrag van 1.952,29 ( 3.127,29 -/- 1.175,- ) is opgegaan aan kosten.

In procenten uitgedrukt 22.9%. Ofschoon dit een fors percentage is en de Commissie de onvrede van Consument hierover kan invoelen, kan hieruit niet worden geconcludeerd dat Consument in de precontractuele fase is misleid over de kosten. In de brochures van Aangeslotene wordt niet gezegd dat de kosten van het product laag zijn maar dat de kosten van het product tot de laagste in de markt behoren. Deze formulering sluit niet uit dat de kosten als zodanig als fors moeten worden aangeduid, maar vergeleken met de door andere verzekeraars bij soortgelijke producten in rekening gebrachte kosten desondanks als laag zijn te betitelen. Dat de kosten van de Verzekering niet tot de laagste in de markt behoorden is door Consument niet feitelijk onderbouwd zodat haar stelling dat zij door de mededelingen in de brochures over de kosten is misleid, niet aannemelijk is geworden en dient te worden verworpen. 5.7 Diversen Hieronder gaat de Commissie nog in op een ander door Consument aangevoerd onderdeel van haar klacht. 5.7.1 Handelen ATP Volgens Consument is Aangeslotene verantwoordelijk voor het verkoopgedrag van de ATP. Door de torenhoge provisie werd de ATP aangespoord dit product te verkopen en verloor hij het belang van Consument uit het oog. De Commissie overweegt als volgt. De Verzekering is tot stand gekomen door bemiddeling van een onafhankelijke en zelfstandige ATP. Deze ATP is degene die Consument heeft geadviseerd over de door haar te sluiten beleggingsverzekering en de ATP is daarbij in principe zelf verantwoordelijk voor inhoud en de kwaliteit van de door hem aan Consument verleende diensten. Dit betekent dat voor de eventuele onjuistheid van een door de ATP gegeven advies en de eventuele als gevolg daarvan geleden schade in beginsel slechts de ATP kan worden aangesproken. Consument heeft vervolgens niet onderbouwd waarom desondanks in dit geval Aangeslotene aansprakelijk zou zijn voor mogelijke tekortkomingen van de ATP. Ook de stelling dat sprake was van een torenhoge provisie en, zo ja, of en in hoeverre de ATP daardoor is beïnvloed in zijn verkoopgedrag is door Consument niet nader met feiten onderbouwd of toegelicht. Onder deze omstandigheden kan bij gebreke aan onderbouwing niet worden aanvaard dat Aangeslotene aansprakelijk zou zijn voor de beweerdelijk onjuiste en/of onvolledige advisering door de ATP. De stellingen van Consument worden ook op dit punt gepasseerd. 5.8 Uit het bovenstaande vloeit voort dat de klachten van Consument worden verworpen en haar vordering wordt afgewezen. Het door Aangeslotene gedane beroep op de artikelen 6:89 BW en 3:52 onder d BW behoeft daarom geen bespreking. Alle overige door partijen ingebrachte stellingen en argumenten kunnen niet tot een ander oordeel leiden en zullen derhalve onbesproken blijven. 6. Beslissing De Commissie wijst, als bindend advies, de vordering van Consument af.

In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/hoe-wordt-uw-klacht-behandeld.