Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Vergelijkbare documenten
MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/bd

MLAV1/ /RP/si

MLAV1/ /RP/bd

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /RTH/vive

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /MV/pn.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 725, SCHELDELAAN 600.

Besluit van de Bestendige Deputatie

MLAV1/ /FL/DL

MLAV1/ /MV/lydr.

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

MLVER/ /PAG/sdv

MLVER/ /RTH/AG/sdv

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

MLAV1/ /MV/PVB.

BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de Deputatie

MLAV1/ /fl/bama

Besluit van de Deputatie

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2.

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1026

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Besluit van de Deputatie

MLAV1/ /MV/AG

Besluit van de Deputatie

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Besluit van de Deputatie

MLAV1/ /LDS/lh

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

MLAV1/ /LDS-HS/lh

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990 en 12 december 1990;

Vlaamse Regering ::J..~-

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. INDAVER MET BETREKKING TOT EEN AFVALVERWERKEND BEDRIJF, GELEGEN TE 2030 ANTWERPEN, POLDERVLIETWEG 5.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Besluit van de Bestendige Deputatie

2/MLAV1/ /MV/IAN/PVB Milieuvergunningen

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Gelet op het M.B. d.d waarbij in beroep het besluit d.d van de Bestendige Deputatie wordt bevestigd;

College van burgemeester en schepenen

Besluit van de Deputatie

:.~~'l. ::?i. n'l AMV/ /1017

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

::7 :.~~~ AMV/ /1027

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 december 2016

Overwegende dat het verzoek voldoet aan artikel 45 3 van het voormeld reglement;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

p r o v i n c i e Limburg

o v in c i e Limburg De deputatie van de provincie Limburg 1/5

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Besluit van de Deputatie

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

college van burgemeester en schepenen Zitting van 13 november 2015

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Transcriptie:

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen MLAV1/0300000170/MV-AK/bd BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV MARPOBEL MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING VOOR DE VERWERKING EN OVERSLAG VAN AFVALSTOFFEN GELEGEN TE 2030 ANTWERPEN, HAVEN 261 - BLAUWE WEG 7. De bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 27 mei 2003 ingediend door de NV Marpobel, gevestigd Haven 261 - Blauwe Weg 7 te 2030 Antwerpen, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting voor de verwerking en overslag van afvalstoffen, gelegen te 2030 Antwerpen, Haven 261 - Blauwe weg 7, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 14-B-34/w3deel, 14- B-34/e3deel, te veranderen door uitbreiding met: de bijkomende op- en overslag van: 200 ton papier/karton; 50 ton niet gevaarlijke slibs; 50 ton kunststoffen; 50 ton metaal; 50 ton glas; 450 ton GFT (2.1.1); de bijkomende overslag van 7.500 ton/jaar afval tot een totaal van 15.000 ton/jaar (2.1.2); een bijkomende brandstofverdeelslang tot een totaal van 3 (17.3.9.3); Vlarem-rubricering volgens aanvrager : 2.1.1 2.1.2 17.3.9.3; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag : Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (Vlarem): besluit van de bestendige deputatie dd. 09.07.1998 (MLAV1/97-456) houdende vergunning voor het exploiteren van een overslagcentrum voor (rest)afvalstoffen met een termijn verstrijkend op 09.07.2018; diverse uitbreidingen en wijzigingen; Koningin Elisabethlei 22-2018 Antwerpen 1 - Tel 03/240.50.11 - Fax 03/240.57.79

Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 9 mei 2003 en werd vervolledigd op 27 mei 2003; op het feit dat op datum van 2 juni 2003 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek dd. 14 augustus 2003 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke, noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies dd. 9 juli 2003 van het college van burgemeester en schepenen van Antwerpen (kenmerk OB/M/VLA AN2003/317/JV); Gelet op het gunstig advies dd. 11 augustus 2003 van de Afdeling Milieuvergunningen (AMV) van de Administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer; op volgende elementen uit dit advies : 1. Overwegende dat de milieuvergunningsaanvraag van de nv Marpobel de verandering betreft door wijziging en uitbreiding van een vergunde verwerkings- en ontvangstinstallatie voor afvalstoffen van maritieme oorsprong en afvalstoffen afkomstig van op het land; dat afvalstoffen van op het land worden ontvangen en verwerkt voor zover de mogelijkheid bestaat in de bestaande infrastructuur. 2. Overwegende dat op overslagstation volgende afvalstoffen worden geaccepteerd: a) Huishoudelijke afvalstoffen afkomstig van de bedrijfsvoering van de scheepvaart. b) Aan huishoudelijke afvalstoffen gelijkgestelde afvalstoffen afkomstig van de industrie. c) Bedrijfsafvalstoffen. d) Selectief ingezamelde afvalstoffen van maritieme en kaaigebonden bedrijven (o.a. hout, papier en karton, kunststoffen, metalen, glas, rubber, bouw- en sloopafval en textiel). e) Inert afval en groenafval van maritieme en kaaigebonden bedrijven. f) Gevaarlijke afvalstoffen: tussenopslag van Marpol II stoffen in gesloten tanks. 3. Aangezien voor wat de opslag betreft (2.1.1.) er eveneens reeds selectief ingezamelde stromen worden samengebracht om een voldoende grote partij op economisch verantwoorde wijze te kunnen afvoeren is hierop eveneens rubriek 2.1.2. van toepassing. 4. Overwegende dat de huidige aanvraag in hoofdzaak betrekking heeft op de uitbreiding van de opslag en de overslag van afvalstoffen; dat deze afvalstoffen zowel afkomstig zijn van havengebonden activiteiten en van zeeen binnenschepen als van landgebonden activiteiten. 5. Overwegende dat de afvalstoffen afkomstig van de landgebonden activiteiten bestaan uit KGA van containerparken, de restfractie van het huishoudelijk afval van gezinnen en bedrijven uit de omgeving (stad Antwerpen), de reeds geselecteerde fracties bestaande uit papier en karton, niet gevaarlijke slibs, kunststoffen, metalen, glas en GFT zowel van particuliere gezinnen als bedrijven in de omgeving; dat deze afvalstoffen worden aangevoerd per vrachtwagen en op- en/of overgeslagen in afwachting van een optimale afvoer naar erkende verwerkers; 6. Overwegende dat de aard en de samenstelling van de afvalstoffen niet wijzigt t.o.v. de lopende vergunning; dat de uitbreiding beperkt is in vergelijking met de reeds vergunde hoeveelheden. 2 / 8

Overwegende dat de verhoging van de opslagcapaciteit toelaat op een soepeler manier de binnenkomende afvalstromen te accepteren en een betere onderlinge scheiding mogelijk maakt. 7. Overwegende dat de uitbreiding verder betrekking heeft op een verdeelslang voor diesel bij een nieuwe dubbelwandige bovengrondse houder die wordt opgesteld links voor de overslaghal. 8. De rubriek voor de opslag van 2.160 l diesel is niet aangevraagd omdat de vergunde hoeveelheid P3-producten (rubriek 17.3.6.3 ) niet toeneemt. Voor alle duidelijkheid stelt AMV voor de tank wel te vermelden bij de bijhorende verdeelslang. 9. Overwegende dat de afvalstromen in de mate van het mogelijke reeds aan de bron gescheiden worden; dat de rest- en recupereerbare fracties in de overslag d.m.v. een kraan in containers worden geladen; dat de volle containers worden afgesloten met een dekzeil en op regelmatige tijdstippen naar de eindverwerkers of recuperatiebedrijven afgevoerd. Overwegende dat alle behandelingen van restafval gebeuren binnen een gesloten gebouw op een voldoende sterke en vloeistofdicht uitgevoerde betonvloer zodat mogelijke bodem- en grondwaterverontreiniging uitgesloten is. 10. Overwegende dat de opslag, zowel in containers als in de open opslagbunkers, gebeurt op een vloeistofdichte betonvloer, voorzien van een afwateringscircuit dat alle mogelijk verontreinigd hemelwater verzamelt in een vloeistofdichte opvangput van waaruit het afvalwater wordt afgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie van Marpobel. Overwegende dat de verdeelslang binnen wordt opgesteld op een vloeistofdichte vloer zodat eventuele lekvloeistoffen kunnen worden verwijderd met absorptiemateriaal en geen aanleiding kunnen geven tot verontreiniging van de bodem of het grondwater. Overwegende dat bijgevolg voldoende maatregelen zijn voorzien om verontreiniging van de bodem en het grond- en oppervlaktewater te voorkomen. 11. Overwegende dat de opslag- en overslagactiviteiten deels binnen een gesloten gebouw gebeuren; dat wegens de ligging van de inrichting in het industriegebied van de Antwerpse haven op ruime afstand van woongebieden geen geluidshinder te verwachten valt. 12. Overwegende dat volgens het aanvraagdossier de uitbreiding met de opslag van 450 ton GFT en de opslag van restafval geen geurhinder zal veroorzaken omdat deze activiteit in de overslaghal plaatsvindt en er steeds naar gestreefd wordt om dagelijks de aangevoerde GFT- en restafvalstoffen af te voeren. Overwegende dat de milieucoördinator van Marpobel bij plaatsbezoek heeft verklaard dat het niet geheel uit te sluiten valt dat bij warm weer en geopende poorten de aanvoer en de opslag van GFT, afhankelijk van de windrichting, in de omgeving enige geurhinder kan veroorzaken; dat om hieraan te verhelpen aan de toegangspoort een geurgordijn zal worden geplaatst dat bestaat in het vernevelen van etherische oliën die zogen voor de absorptie van de geurcomponenten. 13. Overwegende dat de aanvraag geen invloed heeft op de lozing van afvalwater. 14. Overwegende dat de gevraagde vergunning geen nieuwe activiteiten omvat; dat de aanvraag onder de in de lopende vergunningen opgelegde voorwaarden gunstig kan worden geadviseerd; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Cel Ruimtelijke Ordening van de Afdeling ROHM van de Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (AROHM); op het laattijdig gunstig advies dd. 21 3 / 8

augustus 2003 van de AROHM (kenmerk N/107.016(3)a73761.doc); op volgende elementen uit dit advies : 1. Het goed ligt volgens gewestplan Antwerpen in industriegebied. 2. Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling. 3. De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende plan, zoals hoger omschreven. 4. Stedenbouwkundige vergunningstoestand: a) Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd dd. 14 januari 1999 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen en verbouwen van een marine afvalverwerkingsinstallatie b) Stedenbouwkundige vergunning afgeleverd dd. 14 februari 2001 door het college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een overslaghal, kantoorunit en terreinindeling; Gelet op het gunstig advies dd. 9 juli 2003 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM) (kenmerk AB/SIS/PVDD/03-354); op volgende elementen uit dit advies : 1. Overwegende dat de huidige aanvraag betrekking heeft op de afvalstoffenrubrieken 2.1.1 en 2.1.2, nl. op- en overslag van afvalstoffen niet aan een verwerking van de afvalstoffen gebonden. Overwegende dat deze rubrieken reeds op 20.07.2000 werden vergund. Overwegende dat deze rubrieken betrekking hebben op de tijdelijke opslag en uitsplitsing van ongevaarlijke afvalstoffen afkomstig van watergebonden (zee- en binnenvaart- en landgebonden activiteiten. 2. Overwegende dat de nv Marpobel middels rubriek 2.1.1 reeds werd vergund voor de opslag in 10 containers (elk met een volume van 25 m³) van vast afval eigen aan binnen- en zeeschepen. 3. Overwegende dat de nv Marpobel middels rubriek 2.1.2 reeds werd vergund voor de overslag van 7.500 ton/jaar vuilnis van schepen; dat de huidige aanvraag betrekking heeft op de bijkomende overslag van 7.500 ton/jaar zowel afkomstig van watergebonden (zee- en binnenvaart) als landgebonden activiteiten, waarbij de nadruk vooral op landgebonden afvalstromen zal liggen. Overwegende dat beide rubrieken aangevraagd worden omdat de dagelijkse afvoer van ingezamelde afvalstoffen naar de eindverwerkers niet gegarandeerd kan worden. 4. Overwegende dat alle behandelingen van restafval gebeuren in een gesloten gebouw op een vloeistofdichte vloer; dat alle opslag, zowel in de containers als in de open opslagbunkers, gebeuren op een vloeistofdicht beton, voorzien van een afwateringscircuit aangesloten op de eigen waterzuiveringsinstallatie. 5. Overwegende dat volgens de bepalingen van onderafdeling 5.5.5 van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en beheer (Vlarea), ter implementatie van Richtlijn 2000/59/EG betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen, de lidstaten en havens dienen te voorzien in de aanwezigheid van voldoende en adequate havenontvangstvoorzieningen; dat deze aanvraag tot uitbreiding hierop aansluit. 6. Overwegende dat het bedrijf over voldoende verwerkings- en opslagcapaciteiten beschikt om afvalstoffen van landzijde te kunnen aanvaarden; dat het voor het bedrijf waarschijnlijk niet rendabel is enkel afvalstoffen van maritieme oorsprong te accepteren. Overwegende dat het bedrijf voer de technische middelen beschikt om de afvalstoffen van landzijde, gelijkaardig qua aard en samenstelling aan 4 / 8

afvalstoffen van maritieme oorsprong, op een milieutechnisch verantwoorde manier te verwerken. 7. Overwegende dat de keten van inzameling en verwerking zodanig dient te worden ingericht dat de afgegeven partijen herleidbaar zijn tot de ontdoener; dat het daarom aangewezen is voor de inkomende stromen ten minste twee afvalstoffenregisters (zie artikel 5.1.5.4 Vlarea) bij te houden, waarvan één uitsluitend gebruikt wordt voor de inkomende stromen van landzijde en een ander voor de inkomende stromen van maritieme oorsprong; Gelet op het gunstig advies dd. 26 augustus 2003 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies: 1. Horen van de exploitant. De heer G. Momerency, milieucoördinator, en de heer E. Beckers, consulent, worden gehoord. Desgevraagd verklaren zij dat de installatie van een geurgordijn zal voorzien worden binnen enkele weken. De aanvoer van de GFT-fractie is ondertussen reeds gewijzigd. Het gedeelte afkomstig van appartementsblokken wordt niet meer opgeslagen maar rechtstreeks naar een verwerker afgevoerd. Het was vooral deze fractie die geurproblemen kon veroorzaken. 2. Omschrijving en rubrieken De omschrijving, zoals voorgesteld door de AMV, wordt overgenomen omdat ze gedetailleerder is. 3. Stedenbouwkundige verenigbaarheid De inrichting is stedenbouwkundig verenigbaar. 4. Openbaar onderzoek bezwaren Er werden geen bezwaren, noch opmerkingen ingediend. 5. Milieutechnische evaluatie De PMVC volgt de gunstige adviezen. 6. Termijn De vergunning kan verleend worden voor een termijn die verstrijkt op 9 juli 2018 met een termijn voorafgaand aan de ingebruikname van 3 jaar. 7. Algemene en sectorale voorwaarden De algemene en sectorale milieuvoorwaarden, opgelegd in de lopende vergunningen blijven van kracht, zoals voorgesteld door de AMV. 8. Bijzondere voorwaarden De bijzondere voorwaarden opgelegd in de lopende vergunningen blijven van kracht, zoals voorgesteld door de AMV. De brandweervoorwaarden, zoals voorgesteld door het schepencollege, moeten niet opgelegd worden als een bijzondere voorwaarde, maar moeten tot stand komen in overleg tussen de exploitant en de brandweer; Gelet op de ligging van de inrichting in een industriegebied van het gewestplan Antwerpen; Overwegende dat gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat voor de evaluatie van de elementen die de aanvrager heeft aangebracht tijdens het horen door de PMVC, kan verwezen worden naar het advies van de PMVC; Overwegende dat de gunstige adviezen in aanmerking worden genomen; 5 / 8

Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn verstrijkend op 9 juli 2018; ARTlKEL 1 - Voorwerp BESLUIT : Aan de NV Marpobel, gevestigd Haven 261 - Blauwe Weg 7 te 2030 Antwerpen, wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om een inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen, gelegen te 2030 Antwerpen, Haven 261 - Blauwe weg 7, kadastergegevens (afdeling-sectieperceelnummer) 14-B-34/w3deel, 14-B-34/e3deel te veranderen door: uitbreiding met de opslag van volgende afvalstoffen, zowel van maritieme oorsprong als afkomstig van activiteiten op het vaste land (reeds vergund: vaste afval eigen aan binnen- en zeeschepen in 10 containers, elk met een volume van 25 m³) (2.1.1 en 2.1.2): Papier en karton: 200 ton in de overslaghal; Niet-gevaarlijke slibs in container: 50 ton; Kunststoffen in container: 50 ton; Metaal in container: 50 ton; Glas in container: 50 ton; GFT: 450 ton in de overslaghal; uitbreiden met de overslag van 7.500 ton/jaar vuilnisafval afkomstig van schepen en het vaste land tot in totaal 15.000 ton/jaar (reeds vergund: de overslag van 7.500 ton/jaar vuilnisafval afkomstig van schepen) (2.1.2); uitbreiden met een verdeelslang voor diesel (bij een bovengrondse houder met een inhoud van 2.160 l) tot in totaal 3 verdeelslangen (17.3.9.3). Vlarem-rubricering: 2.1.1, 2.1.2, 17.3.9.3. ARTIKEL 2 Koppeling aan de bouwvergunning 1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een bouwvergunning vereist is krachtens de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, en deze bouwvergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de bouwvergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de bouwvergunning te melden aan de bestendige deputatie bij ter post aangetekende zending. 2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de bouwvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. 3 De bouwvergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. 6 / 8

4 Deze geschorste bouwvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. ARTIKEL 3 Voorwaarden De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, opgelegd in de lopende vergunningen. ARTIKEL 4 - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde verandering dient in gebruik genomen te worden binnen de 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege. ARTIKEL 5 - Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn : 1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer : a) deze milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning voor de verandering op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de bouwvergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de bestendige deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan. 2. die eindigt op 9 juli 2018, samenvallend met de einddatum van de termijn van de eerder verleende lopende vergunning dd. 9 juli 1998. ARTIKEL 6 - Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 7-1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningsverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. 3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. 7 / 8

ARTIKEL 8 - Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert IIlaan 20 bus 8, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden. Antwerpen, in zitting van 11 september 2003. Aanwezig : de heer C. Paulus, Gouverneur-Voorzitter, de heren J. Geuens en F. Geudens, mevrouw M. De Graef en de heer C. Masson, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever : Jos Geuens In opdracht: De Provinciegriffier, De Voorzitter, D. Toelen. C. Paulus