Raadsvoorstel jaar Raad categorie / agendanr. B.enW. 2015 RA15.0041 A 9 15/458 ~ ~~~ Gemeente ~'i" ~ Emmen ~ Onderwerp: I Verordening loonkostensubsidie gemeente Emmen 2015 Portefeuillehouder: H.R. Arends Leren en Werken Kwaliteit Reitze Wellen, telefoon ((0591)68 93 28) Aan de gemeenteraad Voorgesteld besluit 11. de verordening loonkostensubsidie gemeente Emmen 2015 per 1 juli 2015 vast te stellen Samenvatting Met dit voorstel wordt de verordening loonkostensubsidie aan de gemeenteraad voorgelegd. Deze verordening vormt een uitwerking van het op 19 februari 2015 door de raad vastgestelde Meerjarenbeleidskader Participatiewet Werk en Wederkerigheid. Deze verordening loonkostensubsidie betreft een nieuwe verordening. Ingevolge de Participatiewet dient de gemeenteraad bij verordening regels te stellen over deze nieuwe vorm van loonkostensubsidie. Het betreft hier loonkostensubsidie specifiek voor arbeidsbeperkte mensen, die met deze loonkostensubsidie aan de slag kunnen op een zogenaamde 'baanafspraakbaan' bij reguliere werkgevers. De Participatiewet vereist op grond van artikel 78z lid 7 dat deze verordening vóór 1 juli 2015 door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Bijlagen: - de verordening loonkostensubsidie gemeente Emmen 2015 - advies Cliëntenraad WWB d.d. 15 april zorg - adviesantwoord Cliëntenraad WWB - advies Cliëntenraad Wsw d.d. 14 apri12015 - adviesantwoord Cliëntenraad Wsw Stukken ter inzage: Collegebesluit d.d. 19 mei 2015.
-2- jaar Raad categorie / agendanr. B.enW. 2015 A 9 15/458 1. Aanleiding voor het voorstel Sinds 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht. Verschillende nieuwe en aangepaste verordeningen zijn reeds vastgesteld om vorm te geven aan deze wet. Met dit voorstel wordt de verordening loonkostensubsidie aan de gemeenteraad voorgelegd. Deze verordening vormt een uitwerking van het op 19 februari 2015 door de raad vastgestelde Meerjarenbeleidskader Participatiewet Werk en Wederkerigheid. De Participatiewet vereist op grond van artikel 78z lid 7 dat deze verordening vóór 1 juli 2015 door de gemeenteraad wordt vastgesteld. 2. Argumentatie/beoogd effect Deze verordening loonkostensubsidie betreft een nieuwe verordening. Ingevolge de Participatiewet dient de gemeenteraad bij verordening regels te stellen over deze nieuwe vorm van loonkostensubsidie. Het betreft hier loonkostensubsidie specifiek voor arbeidsbeperkte mensen - mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen - die met deze loonkostensubsidie aan de slag kunnen op een zogenaamde 'baanafspraakbaan' bij reguliere werkgevers. De loonkostensubsidie compenseert de werkgever voor de lagere arbeidsproductiviteit van deze doelgroep en voorziet in een vergoeding voor de werkgeverslasten. De persoon die aan de slag gaat op een dergelijke baanafspraakbaan ontvangt het reguliere cao-loon behorend bij de baan en zodoende minimaal het wettelijk minimumloon. Werkgevers hebben zich in het Sociaal Akkoord van april 2013 gecommitteerd om in de aankomende jaren 125.000 van deze baanafspraakbanen te creëren voor deze groep mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Kenmerkend is dat deze vorm van loonkostensubsidie langdurig, oftewel meerjarig, aangeboden kan worden. Daarnaast kan deze loonkostensubsidie betaald worden uit het Inkomensdeel, in plaats van uit het Participatiebudget, wat de gemeente meer financiële armslag geeft om het instrument in te zetten. De kaders en artikelen opgenomen in de verordening volgen grotendeels direct uit de Participatiewet. Wel is expliciet opgenomen dat de gemeente het UWV om advies vraagt bij de vaststelling van de doelgroep loonkostensubsidie. Vanuit de ambitie om de werkgeversdienstverlening in de regio te harmoniseren, is deze verordening bestuurlijk afgestemd in de arbeidsmarktregio Drenthe. De arbeidsmarktregio Drenthe bestaat - naast centrumgemeente Emmen - uit de gemeenten Borger-Odoorn, Coevorden, De Wolden, Hoogeveen en Midden-Drenthe, alsmede het UWV. Het voldoen aan het vereiste van artikel 78z lid 7 Participatiewet om deze verordening vóór 1 juli 2015 vast te stellen, is van extra belang in het kader van kwalificatie voor de zogenaamde vangnetregeling. Om in aanmerking te komen voor deze vangnetregeling, oftewel de rijksaanvulling op het Emmens tekort op het inkomensdeel, dient de gemeente Emmen haar beleid en uitvoering goed op orde te hebben. Tijdige vaststelling van de aan de Participatiewet aangepaste verordeningen vormt hier expliciet onderdeel van. 3. Relatie met bestaand beleid/eerder genomen besluiten Het raadsbesluit d.d. 19 februari 2015 met kenmerk RAt5.0005 met betrekking tot het Meerjarenbeleidskader Participatiewet Werk en Wederkerigheid. 4. Afstemming met externe partijen/communicatie De verordening is voor advies voorgelegd aan de Cliëntenraad WWB en de Cliëntenraad Wsw. De adviezen zijn gedeeltelijk overgenomen. De adviezen van beide cliëntenraden alsmede de antwoordbrieven van het college hierop zijn bij dit voorstel gevoegd. 5. Financiële eonsequenties/voorgestelde dekking Niet van toepassing. Een concept-besluit is bijgevoegd. Emmen, 19 mei 2015. Burgemeester en wethouders van Emm de gemee eseeris, {)!:.
-3- jaar Raad categotie/ agendanr. 2015 A 9 B. en W. Raadsbesluit De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2015, nummer: 15/458; gelet op het bepaalde in artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet; besluit: de verordening loonkostensubsidie gemeente Emmen 2015 per 1 juli 2015 vast te stellen Verordening loonkostensubsidie gemeente Emmen 2015 Artikel r Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort 1. Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. 2. Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht: a. een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet; b. die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen; en c. die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. 3. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) adviseert het college met betrekking tot het oordeel of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Het UWV neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht. Artikel 2 Vaststelling loonwaarde Het college maakt bij de vaststelling van de loonwaarde van een persoon gebruik van een methode die ten minste voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet en de daarop gebaseerde Regeling loonkostensubsidie Participatiewet. Artikel 3 Loonkostensubsidie Het college bepaalt de loonkostensubsidie nadat de loonwaarde is vastgesteld overeenkomstig de Regeling loonkostensubsidie Participatiewet. Artikel 4 Onvoorzien en nadere regels 1. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. 2. Het college kan nadere regels stellen over de uitvoering van deze verordening. Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2015. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening loonkostensubsidie gemeente Emmen 2015. Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 juni 2015. de griffier, H.D. Werkman
Toelichting Algemeen Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet. Overeenkomstig deze bepaling dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te stellen over de doelgroep loonkostensubsidie en de loonwaarde. De regels dienen in ieder geval te bepalen: de wijze waarop wordt vastgesteld wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort; en de wijze waarop de loonwaarde wordt vastgesteld. Het college kan op verzoek of ambtshalve vaststellen wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel roc van de Participatiewet). Personen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet die mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben en van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie (artikei6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet). Heeft het college vastgesteld dat een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en is een werkgever voornemens met die persoon een dienstbetrekking aan te gaan, dan stelt het college in beginsel de loonwaarde van die persoon vast (artikel tod, eerste lid, van de Participatiewet). Hiervoor is geen aanvraag vereist. De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen. De loonwaarde is een vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon - die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie - verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikei6, eerste lid, onderdeel g, van de Participatiewet). Voor de duidelijkheid wordt hier vermeld dat de loonkostensubsidie zoals omschreven in deze verordening een andere vorm van ondersteuning betreft als de plaatsingssubsidie zoals omschreven in de Reintegratieverordening gemeente Emmen 2015. De loonkostensubsidie zoals beschreven in deze verordening loonkostensubsidie kan uitsluitend worden ingezet als de persoon in kwestie behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet: mensen met een arbeidsbeperking. Deze met de Participatiewet geïntroduceerde loonkostensubsidie is niet per definitie tijdelijk, maar kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet. Met dit instrument compenseert de gemeente werkgevers voor de verminderde productiviteit van de werknemer (zie Kamerstukken II 2013/14,33 161, nr. 107, blz. 60). Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet zijn vanzelfsprekend ook van toepassing op deze verordening. Hiervan zijn in deze verordening daarom geen begripsomschrijvingen opgenomen. Voor de duidelijkheid zijn een aantal belangrijke wettelijke definities hieronder weergegeven. doelgroep loonkostensubsidie (artikei6, eerste lid, onderdeel e, Participatiewet): personen als bedoeld in artikel r, eerste lid, onderdeel a, van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben; loonwaarde (artikei6, eerste lid, onderdeel g, Participatiewet): vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon, die tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort; dienstbetrekking (artikel 6, eerste lid, onderdeel f Participatiewet): een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking. Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.
-5- Artikel r Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort In artikelloc van de Participatiewet is geregeld wanneer wordt vastgesteld of een persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort: op schriftelijke aanvraag van een persoon als bedoeld in artikel 7 eerste lid sub a Participatiewet of ambtshalve. Ambtshalve vaststelling is alleen mogelijk bij: personen die algemene bijstand ontvangen; personen als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35, vierde lid, onderdeel b, en 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel iod is verleend; personen als bedoeld in artikel io, tweede lid, van de Participatiewet; personen met een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; en personen met een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. In artikelloc van de Participatiewet is ook bepaald dat het aan het college is om vast te stellen of een persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. Binnen de kaders van de wet is het aan de gemeente om vast te stellen op welke wijze zij bepaalt of mensen tot de doelgroep loonkostensubsidie behoren en of loonkostensubsidie voor hen wordt ingezet (zie Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 107, blz. 62). In artikel i, tweede lid, is vastgelegd welke criteria daarbij in acht genomen worden. Deze cumulatieve criteria zijn ontleend aan artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet. Daarin is immers wettelijk de doelgroep loonkostensubsidie vastgelegd. Bij de vaststelling of iemand behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie laat het college zich adviseren door het UWV. Het college draagt personen voor die zouden kunnen behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie, het UWV adviseert en neemt daarbij eveneens de in het tweede lid neergelegde criteria in acht. Op basis van het advies beslist het college of iemand tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. Alleen als sprake is van een onzorgvuldige totstandkoming van het advies, kan besloten worden het advies niet te volgen. Artikel 2 Vaststelling loonwaarde In artikel tod, eerste lid, van de Participatiewet is bepaald dat als een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en een werkgever voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met die persoon, het college de loonwaarde van die persoon vaststelt. Hiervoor is geen aanvraag vereist. De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen. Met het oog op een reële vaststelling van de loonwaarde kan het college een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, sub a, onder 1, 2, 3, 5 of 6, en die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, gedurende maximaal drie maanden bij een werkgever onbeloonde werkzaamheden laten verrichten. Dit instrument proefplaatsing staat nader omschreven in de Re-integratieverordening gemeente Emmen 2015. De externe organisatie die de loonwaardebepaling uitvoert dient daartoe gecertificeerd te zijn en te voldoen aan de door het Rijk geformuleerde vereisten. De wetgever heeft bepaald dat gemeenten en werkgevers binnen de 35 regionale Werkbedrijven (arbeidsmarktregio's) overeenstemming moeten bereiken over de inzet van loonkostensubsidie, de methode van loonwaardebepaling en de externe organisatie die deze loonwaardebepaling uit gaat voeren. De organisatie die de loonwaardebepaling uitvoert moet de door het Rijk omschreven vereisten in acht nemen. De loonwaarde dient periodiek te worden herbepaald. Voor mensen die op een beschutte werkomgeving zijn aangewezen heeft de wetgever bepaald dat de loonwaarde elke drie jaar plaats moet vinden. Voor mensen met een arbeidsbeperking die niet op beschut werk zijn aangewezen dient jaarlijks ambtshalve de loonwaarde vastgesteld te worden (artikel to d Participatiewet). Het is de bedoeling van de wetgever dat de ontwikkeling van de loonwaarde van werknemers, en de hoogte van de loonkostensubsidie die hierop wordt afgestemd, op de voet worden gevolgd.
-6- Artikel 3 Loonkostensubsidie De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen. Als een dienstbetrekking tot stand komt, verleent het college loonkostensubsidie aan de werkgever met inachtneming van artikel rod van de Participatiewet. Artikel 4 Onvoorzien en nadere regels Dit artikel is bedoeld als vangnetartikel. Waar de verordening onvoldoende aansluit bij een bijzondere situatie uit de praktijk, kan het college een besluit nemen om daarin te voorzien. Dit kan in een individueel geval zijn waarin de verordening niet voorziet. Dit kan ook door vaststelling door het college van nadere regels over de uitvoering van deze verordening. Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.