I gemeente Bt* nssipm

I gemeente Bt* nssipm EP Oplegnotitie Langdurigheidstoeslag 2013 en 2014 (LDT) Registratiekenmerk 396467 Gemeenteblad nr. 2013/12 Rol yan de raad Kaderstellend, de raad stek op grond van artikel 147 van de Gemeentewet verordeningen vast. Op grond van artikel 8 lid 1 onderdeel d WWB moet de gemeenteraad bij verordening nadere regels stellen met betrekking tot het recht op langdurigheidstoeslag. Op grond van artikel artikel 8 lid 2 onderdeel b WWB moet de gemeenteraad in elk geval in de verordening vastleggen wat verstaan wordt onder de begrippen 'langdurig' en 'laag' inkomen en wat de hoogte van de langdurigheidstoeslag is. De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd door het College van B&W ter vaststelling van de bijgevoegde verordening. Context van het raadsvoorstel De Verordening Langdurigheidstoeslag (LDT) wordt aan de raad aangeboden, teneinde de hoogte van de LDT op hetzelfde niveau te brengen als de gemeenten Landgraaf en Onderbanken. Een korte beschrijving waarom het raadsvoorstel nu aan de raad voorgelegd wordt: Wijziging van de hoogte van de LDT is alleen mogelijk door wijziging van de Verordening Langdurigheidstoeslag. In de bijgevoegde verordening zijn de bedragen LDT temggebracht naar het niveau 2010. Opties van het raadsvoorstel op hoofdlijnen Wijziging van de bedragen LDT met ingang van 01-01 -2013 (met temgwerkende kracht). Financiële/personele/juridische gevolgen Het ophogen van de bedragen LDT brengt extra kosten met zich mee, namelijk ca. 98.000 per jaar voor 2013 en 2014, tot aan de invoering van de Participatiewet per 01-01-2015. Wijziging van de bedragen LDT heeft geen consequenties voor de uitvoeringskosten door ISD BOL. De bedragen worden met temgwerkende kracht per 01-01-2013 gewijzigd. Dit betekent dat reeds genomen besluiten inzake toekenning LDT met een peildatum op of na 01-01-2013 herzien moeten worden. Deze klanten zullen een nieuw besluit ontvangen, incl. een nabetaling i.v.m. de hogere bedragen. Is achteraf meetbaar of de doelstellingen gehaald zijn? N.v.t. het betreft een inkomensregeling. Is er een tijdpad bijgevoegd? Ja, globale tijdsplarming. Zijn er bijlagen bijgevoegd of ter inzage? - Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2013 (kenmerk 396555) 1 van 9

Raadsvoorstel Collegeverg. d.d. : 14 mei 2013 Registratiekenmerk 396467 Gemeenteblad nr. 2013/12 Dienst/Afdeling Beleid en strategie Behandelvoorstelnr. 396467 Portefeuillehouder H. Janssen Onderwerp Langdurigheidstoeslag 2013 en 2014 (LDT) Raadsverg. d.d. 11 juni 2013 Uiterlijke (Motivering, wettelijke verplichtmg c.q. toezegging) beslisdatum Aan de raad. Voorstel/ambtelijk advies De Raad van de gemeente Brunssum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013, dienst/afdeling Beleid en strategie gelet op het bepaalde in (aanduiding van de relevante wetten / verordeningen / beleidsregels); Besluit: Met ingang van 1 januari 2013: in te trekken de Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2012; vast te stellen de Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2013. Inleiding In december 2010 hebben de gemeenteraden van de drie BOL-gemeenten het Meerjarenbeleidsplan ISD BOL 2011-2014 (MJB) vastgesteld. Onderdeel van dit Meerjarenbeleidsplan, was het Minimabeleid. In het MJB zijn de volgende algemene uitgangspunten t.a.v. het Minimabeleid (en dus ook voor de langdurigheidstoeslag) opgenomen: Het minimabeleid blijft eenvoudig, zowel voor de klant als voor de uitvoering; Het minimabeleid is ondersteimend voor wie het nodig hebben en mag niet demotiverend werken om uit te stromen naar werk; De armoedeval wordt verminderd. De nadmk wordt gelegd op financiële prikkels bij participatie en uitstroom; Kinderen kurmen blijven participeren. Het recht op langdurigheidstoeslag (LDT) treedt op indien een belanghebbende gedurende de referteperiode een inkomen heeft dat niet hoger is dan de bijstandsnorm. Naast cliënten van ISD BOL kunnen ook mensen met een andere vorm van inkomen (AOW, WAO, etc) in aanmerking komen voor een LDT. De duur en de hoogte van het inkomen is bepalend, niet de mkomensbron. Voortvloeiend uit de genoemde uitgangspunten in het MJB, is de LDT met ingang van 01-01-2011 versoberd voor burgers uit de gemeente Bmnssum. Dit is gebeurt op basis van de volgende argumenten: 1) Referteperiode van 3 naar 5 iaar: De LDT is alleen beschikbaar voor klanten die langdurig zijn aangewezen op bijstand. Met een termijn van 5 jaar wordt invulling gegeven aan het begrip "langdurig". Er is gekozen voor een termijn van 5 jaar, teneinde klanten die perspectief hebben op acfivering/werk niet te snel te laten wennen aan de langdurigheidstoeslag en daarmee klanten te demotiveren om uit te stromen (het lock-in effect). Met een referteperiode van 5 jaar komt een klant voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking wanneer hij/zij minimaal 5 jaar een inkomen op WWB-niveau heeft. 2) Verlagen van de bedragen LDT: hiermee is beoogd de armoedeval te verkleinen en de prikkel te leggen bij uitstroom en participatie door middel van het verhogen van de uitstroompremie en het invoeren van een 2 van 9

participatiepremie. De verlaging van de LDT gaat hierdoor samen met de verhoging van de uitstroompremie. Hierdoor wordt uitstroom bevorderd en niet afgestraft door het verlies van de LDT. Voor personen die geen perspectief hebben op uitstroom, kan de verlaging van de LDT worden gecompenseerd door premies voor participatie (bv. vrijwilligerswerk). In de Minima-Effectrapportage (MER) van het Nibud in 2009 is geconstateerd dat er bij vrijwel alle huishoudens sprake is van een armoedeval. In de MER van 2012 heeft het Nibud echter geconstateerd dat de sitaaties waarin een armoedeval zichtbaar was in 2009, duidelijk is afgenomen. 3) Aanpassing verordening LDT: er is een nieuwe passage in de verordening LDT opgenomen dat kortdurende uitstroom niet betekent dat de klant niet meer in aanmerking komt voor de LDT. Inmiddels is gebleken dat de andere BOL-gemeenten de versobering van de LDT niet hebben vastgesteld. Gemeente Landgraaf heeft de versobering van de LDT in 2011 niet ingevoerd en bij de behandeling van de begroting 2013 in Gemeente Onderbanken heeft de gemeenteraad van Onderbanken een motie aangenomen om de hoogte van de langdurigheidstoeslag vanaf 2013 weer temg te brengen naar het niveau 2010. Het college van Burgemeester en wethouders van Onderbanken heeft op 20 november 2012 besloten deze motie uit te voeren. In de raadsvergadering van december 2012 heeft de gemeenteraad van Onderbanken de verordening LDT op dit punt dan ook aangepast. Als gevolg hiervan past alleen Gemeente Brunssum van de 3 BOL-gemeenten nog de verordening LDT toe conform het vastgestelde MJB ISD BOL (lage bedragen, referteperiode van 5 jaar). Vanuit meerdere invalshoeken binnen Bnmssum (o.a. door de Cliëntenraad WWB en de raadsfi-acties van Gemeente Bmnssum) wordt om heroverweging van deze versobering LDT gevraagd, gezien de huidige negatieve economische omstandigheden en de geringe uitstroom van LDT-cliënten naar betaald werk. Het doel van dit raadsvoorstel is de versobering van de LDT dan ook te heroverwegen. Probleemstelling/Doelstelling De probleemstelling aangaande de heroverweging van de versobering van de LDT is tweeledig; Ten eerste streven de BOL-gemeenten naar een zo uniform mogelijk minimabeleid. Bij de behandeling van het MJB ISD BOL hebben de bestaurders van de gemeenten c.q. ISD BOL zich sterk gemaakt voor uniformiteit van het minimabeleid. Uniformiteit is met name in het belang van de klanten. Daamaast is dit voor de uitvoering door ISD BOL ook efficiënter. Er is sprake van hogere uitvoeringskosten bij verschillend beleid en een groter risico op fouten. Ook de Cliëntenraad ISD BOL en de Cliëntenraad WWB dringen aan op uniform beleid, vooral ook t.a.v. de langdurigheidstoeslag. Voor de cliëntenraad is het moeilijk uit te leggen aan klanten waarom in Landgraaf en Onderbanken een hogere LDT wordt ontvangen dan in Bmnssum. Ten tweede zijn, naast de huidige negatieve economische omstandigheden en de geringe uitstroom van LDT-cliënten naar betaald werk, de woonlasten en tarieven voor energie de afgelopen twee jaar sterk gestegen. Dit blijkt uit de minimaeffectrapportage (MER) van 2012 door het Nibud. Deze kosten nemen daardoor een groter aandeel in birmen de huishoudbegroting van minima, waardoor hun koopkracht verder is gedaald. Kaderstelling Wet Werk en Bijstand GR ISD-BOL Gemeentewet Overwegingen o.a. Het centt-ale thema in het Meerjarenbeleidsplan ISD BOL 2011-2014 is: Kiezen voor werk! Dit betekent dat de focus vooral ligt op werk en participatie van bijstandsklanten. Ook binnen het Minimabeleid (waaronder de LDT) wordt dit uitgangspimt toegepast. Het Minimabeleid mag niet belemmerend zijn om uit te stromen naar werk; dit was destijds de belangrijkste overweging om de LDT te versoberen (en tegelijkertijd de premie uitstroom en de participatiepremie fors te verhogen). Echter: gezien het beleid van de BOL-gemeenten Onderbanken en Landgraaf t.a.v. de hoogte van de LDT; gezien het feit dat steeds meer burgers met een minimum-inkomen problemen hebben omflnancieelrond te komen; zeker de groep burgers voor wie uitstroom naar betaald werk of andere vormen van participatie (vooralsnog) niet haalbaar is; gezien het feit dat de Cliëntenraad WWB en de Cliëntenraad ISD BOL aandringen op het uniformeren van het minimabeleid, met name op het onderdeel langdurigheidstoeslag; 3 van 9

gezien het feit dat het Nibud in de MER ook heeft geconstateerd dat burgers met een minimuminkomen niet uitkomen met hun inkomen, vooral als gevolg van de verhoogde woon- en energieprijzen; gezien de huidige economische crisis, als gevolg waarvan de kans op uitstroom naar betaald werk periodiek moeilijker is dan ten tijde van de invoering van de MJB ISD BOL 2009; gezien de ingekomen brieven van de 'Stichting belangen behartiging minima' welke eerder zijn ontvangen (zie bijlage 398408); wordt voorgesteld om de hoogte van de LDT voor de gemeente Bmnssum ook temg te brengen op het niveau van 2010. voor de periode van 2013 en 2014. Een ontwikkeling die hierbij tevens van belang is, is de invoering van de Participatiewet. Per 1 januari 2015 zal de Participatiewet, als nieuwe wet voor de onderkant van de arbeidsmarkt, van kracht zijn (waaronder de WWB, de WSW en een deel van de Wajong zullen komen te vallen). De LDT (als onderdeel van de WWB) zal m.i.v. deze nieuwe wet per 01-01-2015 vervangen worden door een individuele toeslag voor personen die langdurig van een laag inkomen rondkomen zonder zicht op verbetering. Momenteel behoort de LDT tot de categoriale bijstand. Naast deze verandering aangaande de LDT, zal de nadmk birmen de Participatiewet komen te liggen op 'participatie', waarmee bedoeld wordt dat iedereen moet kunnen participeren oftewel 'deelnemen of bijdragen' aan de maatschappij. Gemeente Bmnssum zal daarom ook de opdracht verstt-ekken aan ISD BOL om, nu al, nog sterker in te zetten op Participatie van nieuwe instroom (zie trajecten bij Betere Buren) maar ook richting alle cliënten. Enerzijds kunnen deze cliënten dan meer gebruik maken van de premieregelingen, waarmee zij maximaal 1.440,00 kunnen "verdienen" per jaar zonder kortingen op de uitkering. Anderzijds kan er gewenning gecreëerd worden richting de Participatiewet waarbij van cliënten in een uitkeringssitaatie "een bijdrage" temg verwacht mag wordenrichtingde maatschappij. Uitvoering ISD BOL voert de Langdurigheidstoeslag uit op grond van de Gemeenschappelijke Regeling ISD BOL. Raming van de gevolgen in geld en menskracht De extra kosten van de hogere bijdrage LDT worden geraamd op: 98.000 stmctareel voor 2013 en 2014, tot aan de invoering van de Participatiewet per 01-01 -2015. Kijkend naar de dekking kan dit bedrag voor 2013 gefinancierd worden uit de Reserve doeluitkering Soza. Vanaf 2014 kan dit bedrag gefinancierd worden uit de extra rijksmiddelen die in 2014 naar de gemeenten komen i.v.m. armoedebestrijding (landelijk 100 miljoen euro). Verdere procedure en momenten van verantwoording Na vaststelling van de verordening LDT door de gemeenteraad, zal ISD BOL de klanten informeren via de nieuwsbrief de website en het Parelnieuws. Besluiten die al genomen zijn op basis van de oude verordening LDT worden herzien. Daamaast wordt in de Planning en Controlcyclus van ISD BOL periodiek verantwoording afgelegd over de uitgaven t.a.v. LDT. Bijlagen - Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2013 (kenmerk 396555) - Brieven aan de Raad (nrs. 3 en 5) van de heer P.S. Kempers van de 'Stichting belangen behartiging minim Het coélege v m lf>urgei neester en wethouders. burge secretaris 4 van 9

Raadsbesluit Gemeenteblad nr. Dienst/Afdeling Registratiekenmerk 2013/12 Beleid en strategie 396467 De Raad van de gemeente Bmnssum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013, dienst'afdeling Beleid en strategie gelet op het bepaalde in (aanduiding van de relevante wetten / verordeningen / beleidsregels); Besluit: Met ingang van 1 januari 2013: in te trekken de Verordenmg Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2012; vast te stellen de Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2013. Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebmikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de WWB. b. het dagelijks bestuur: het dagelijks bestaur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bmnssum, Onderbanken en Landgraaf c. peildatum: datum zoals bedoeld in artikel 36 lid 4 van de wet. d. referteperiode: een periode van 60 maanden voorafgaand aan de peildatum. e. inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet. In afwijking hiervan wordt een bijstandsuitkering voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag gezien als inkomen. f niet-rechthebbende gezinsleden: personen die tot een gezin behoren maar die op grond van hun leeftijd geen recht hebben op langdurigheidstoeslag. Hoofdstuk 2 Recht op langdurigheidstoeslag Artikel 2. Langdurig laag inkomen 1. Er is sprake van een langdurig laag inkomen zoals bedoeld in artikel 36 lid 1 WWB indien het in aanmerking te nemen inkomen gedurende de referteperiode niet hoger is dan 100 procent van de toepasselijke bijstandsnorm per kalendermaand. 2. In afwijking van het eerste lid mag de belanghebbende in de referteperiode gedurende'maximaal 13 weken een inkomen hoger dan 100 procent van de toepasselijke bijstandsnorm per kalendermaand hebben ontvangen. Het inkomen mag in deze periode echter niet meer bedragen dan 110 procent van de toepasselijke bijstandsnorm per kalendermaand. 3. De referteperiode wordt verlengd met de periode dat iemand in deze periode in detentie verbleef 4. In zoverte iemand in de referteperiode in het buitenland verbleef en dit verblijf in het buitenland langer was dan de op grond van de wet maximaal toegestane periode voor verblijf in het buitenland, wordt de referteperiode verlengd met de periode waarin de maximaal toegestane periode voor verblijf in het buitenland werd overschreden. 5 van 9

Artikel 3. Uitsluiting 1. Geen langdurigheidstoeslag wordt toegekend wanneer aan een belanghebbende in de referteperiode een maatregel opgelegd werd wegens een gedraging van de 4de categorie en/of de belanghebbende zich jegens het dagelijks bestuur of diens ambtenaren zeer emstig heeft misdragen. 2. Geen langdurigheidstoeslag wordt toegekend over een langere periode dan vijfjaren voorafgaande aan de aanvraagdatum. Artikel 4. Hoogte langdurigheidstoeslag 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt: a. 342,- voor een alleenstaande; b. 437,- voor een alleenstaande ouder; c. 488,- voor een gezin. 2. Indien sprake is van één of meer niet-rechthebbende gezinsleden, dan komen de overige gezinsleden gezamenlijk in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag voor een gezin. 3. In afwijking van het tweede lid komt een gezinslid, indien sprake is van één of meer niet-rechthebbende gezinsleden en nog slechts één gezinslid recht heeft op langdurigheidstoeslag, in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. 4. Voor toepassing van het eerste lid, het tweede lid en het derde lid is de situafie op de peildatum bepalend. Artikel 5. Aanvraagprocedure 1. Het dagelijks bestaur stelt het recht op langdurigheidstoeslag op schriftelijke aanvraag vast. 2. De in het eerste lid bedoelde aanvraag wordt door de rechthebbende gezinsleden gezamenlijk gedaan middels een daartoe door het dagelijks bestaur beschikbaar gesteld aanvraagformulier. Artikel 6. Uitvoeringsregels 1. Het dagelijks bestuur stelt uitvoeringsregels vast met betrekking tot de uitvoering van deze verordening. 2. De uitvoeringsregels, zoals bedoeld in het eerste lid, hebben in ieder geval betrekking op de invulling van het begrip 'geen uitzicht op inkomensverbetering' zoals bedoeld in artikel 36 lid 1 WWB. Hoofdstuk 3 Slotbepalingen Artikel 7. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de 8*"^ dag na de datum van bekendmaking en werkt temg tot en met 1 januari 2013. Artikel 8. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2013. Aldus vastgestelcun de openbare vergadering van ^ De Raac^^voomj) :md. voorzitter. 6 van 9

Algemene toelichting Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2013 Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimum inkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden is bij de invoering van de WWB in 2004 de langdurigheidstoeslag in het leven geroepen. Sinds 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd. Ook is de langdurigheidstoeslag sinds die datam een bijzondere vorm van (categoriale) bijzondere bijstand. De langdurigheidstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde belanghebbenden die langdurig een laag inkomen hebben en daarbij geen voomitzicht hebben op inkomensverbetering (artikel 36 lid 1 WWB). De gemeenteraad moet bij verordening regels vaststellen over het verlenen van een langdurigheidstoeslag zoals bedoeld in artikel 36 WWB. Deze regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen 'langdurig' en 'laag inkomen'. De gemeenteraad dient in de verordening eveneens de hoogte van de langdurigheidstoeslag te bepalen. Het dagelijks bestaur kan in (wetsinterpreterende) uitvoeringsregels aangeven wanneer sprake is van 'geen uitzicht op inkomensverbetering'. Gelet op de tekst van artikel 8 lid 2 onderdeel b WWB hoeft dit criterium niet te worden vastgelegd in de verordening. Ten opzichte van de in 2012 vastgestelde verordenmg langdurigheidstoeslag, is in deze nieuwe verordening langdurigheidstoeslag, die vanaf 1/1/2013 in werking treedt, de hoogte van de langdurigheidstoeslag verdubbeld. De verordening is derhalve op dit punt aangepast (artikel 4 van deze verordening). De overige artikelen zijn gelijk gebleven. Vanwege deze aanpassing is de hoogte van de langdurigheidstoeslag gelijk aan de hoogte van de langdurigheidstoeslag in 2010. Het ophogen van de bedragen LDT is in het voordeel van de burgers. Er hoeft derhalve geen overgangsrecht bepaald te worden. De bedragen worden met temgwerkende kracht per 1/1/2013 gewijzigd. Dit betekent dat reeds genomen besluiten inzake toekennmg LDT met een peildatum op of na 1/1/2013 herzien moeten worden. Deze klanten zullen een nieuw besluit ontvangen, incl. een nabetaling i.v.m. de hogere bedragen. Artikelgewijze toelichting Verordening langdurigheidstoeslag ISD BOL 2013 Artikel 1. Begripsomschrijvingen Lid 1 Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te defmiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de Verordening moet worden gewijzigd. Lid 2 Lid 2 onderdeel c: peildatam De peildatam is de datum waartegen langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd. Het gaat dus uitdmkkelijk niet om de datum waarop is aangevraagd. Het betreft de datam waarop een belanghebbende langdurig een laag inkomen heeft, geen in aanmerking te nemen vermogen (zoals bedoeld in artikel 34 WWB) en geen uitzicht op inkomensverbetering. Lid 2 onderdeel d: referteperiode In artikel 1 lid 2 onderdeel d van deze verordening is bepaald wat onder de referteperiode moet worden verstaan: een periode van 60 maanden voorafgaand aan de peildatam. Zie ook de toelichting bij artikel 2 onder 'Langdurig'. Lid 2 onderdeel f: niet-rechthebbend gezinsleden In artikel 1 lid 2 onderdeel f is een omschrijving opgenomen van het begrip niet-rechthebbende gezinsleden. Dit is vooral gedaan om complexe formuleringen in artikel 4 van deze verordening te voorkomen. In artikel 4 is de hoogte van de langdurigheidstoeslag geregeld voor (onder meer) gezinnen. Bij gezinnen waarbij één (of meer) van de gezinsleden op grond van hun leeftijd zijn uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag, kunnen de overige gezinsleden desondanks in aanmerking komen voor langdurigheidstoeslag. De uitgesloten gezinsleden in 7 van 9

voomoemde sitaatie defmiëren we in deze verordening als "niet-rechthebbende gezinsleden". Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op artikel 4 van deze verordening. Artikel 2. Langdurig laag inkomen Lid 1 Met betrekking tot de invulling van het begrip "laag inkomen" is de gemeenteraad gebonden aan een ondergrens en aan een bovengrens. De ondergrens van "laag" is de bijstandsnorm. De bovengrens bedraagt 110 procent van de toepasselijke bijstandsnorm (artikel 36 lid 6 WWB). ISD BOL hanteert een lagere inkomensgrens van 100 procent. Dit betekent dat het in aarmierking te nemen inkomen gedurende de referteperiode niet hoger mag zijn dan 100 procent van de toepasselijke bijstandsnorm. De beoordeling dient per kalendermaand te geschieden. Lid 2 De vraag of het inkomen van eeri belanghebbende gedurende de referteperiode niet hoger is dan het langdurig lage inkomen van 100 procent van de toepasselijke bijstandsnorm, dient niet al terigidete worden beoordeeld. Een marginale overschrijding van dit lage inkomen moet worden genegeerd (vergelijk CRvB 19-08-2008, nrs. 06/1163 WWB e.a., LJN BE8918, encrvb 15-02-2011, nr. 08/5141 WWB, LJN BP5532). In lid 2 is daarom bepaald dat de belanghebbende in de referteperiode gedurende maximaal 13 weken een inkomen tot 110 procent van de toepasselijke bijstandsnorm mag hebben ontvangen. Er is gekozen voor de systematiek van een beperkte overschrijding van de inkomensgrens gedurende 13 weken om reïntegratie op de arbeidsmarkt vanuit de WWB te bevorderen. Er is gekozen voor 13 weken omdat dit een gangbaar aantal weken is dat iemand, zonder dat geconcludeerd kan worden dat er per definitie sprake is van uitzicht op inkomensverbetering, tijdelijk kan uitstromen via een uitzendbureau. Lid 3 Uit artikel 13 lid 1 onderdeel a WWB volgt dat gedetineerden geen recht hebben op een langdurigheidstoeslag. Uit niets blijkt dat detentie in de referteperiode van invloed zou zijn op het recht op langdurigheidstoeslag. Daarom is in deze verordening bepaald dat de referteperiode wordt verlengd met de periode van detentie. Gedurende de detentie zal een belanghebbende immers over het algemeen maar weinig kunnen ondememen om door middel van arbeid zijn inkomenspositie te verbeteren. Lid 4 Een bijstandsgerechtigde mag een bepaalde periode per jaar met behoud van uitkering in het buitenland verblijven (artikel 13 lid 1 onderdeel e WWB). Wanneer deze maximale termijn overschreden wordt, wordt de referteperiode met de termijn van de overschrijding verlengd. Gedurende de periode waarin er sprake was van een overschrijding zal een belanghebbende immers maar weinig hebben kurmen ondememen om door middel van arbeid zijn inkomenspositite te verbeteren. Artikel 3. Uitsluiting Lid 1 Warmeer er door eigen toedoen van een belanghebbende geen sprake is van uitzicht op inkomensverbetering, dan bestaat er geen recht op langdurigheidstoeslag. Voor de beoordeling of belanghebbende er verwijtbaar zelf toe heeft bijgedragen dat er geen uitzicht is op inkomensverbetering, wordt aansluiting gezocht bij hetgeen bepaald is in de afstemmingsverordening. Gedragingen van de 4de categorie zijn van een dusdanige emst dat de uitsluiting van het recht op langdurigheidstoeslag hieraan gekoppeld kan worden. Ditzelfde geldt voor het zich zeer emstig misdragen jegens het dagelijks bestaur of diens ambtenaren. Lid 2 Op grond van het bestaursrecht mag van een belanghebbende verwacht worden dat hij zijn aanspraken jegens de overheid binnen 5 jaar te gelde maakt. Deze voorwaarde is nu expliciet opgenomen in de verordening. Wordt een langdurigheidstoeslag aangevraagd over een langere periode dan vijfjaren voorafgaande aan de aanvraagdatam, dan wordt de aanvraag afgewezen. Artikel 4. Hoogte langdurigheidstoeslag 8 van 9

Lid 1 In artikel 4 lid 1 is de hoogte van de langdurigheidstoeslag geregeld. Daarbij wordt onderscheid gemaakttasseneen alleenstaande, een alleenstaande ouder en een gezin. Bij gezinnen moet in het oog gehouden worden dat het recht op langdurigheidstoeslag het gezin gezamenlijk toekomt. Worden belanghebbenden op de peildatam als gezin aangemerkt, dan moeten alle gezinsleden voldoen aan de voorwaarden van artikel 36 lid 1 WWB. Voldoet één van hen niet aan deze voorwaarden, dan bestaat voor het hele gezin geen recht op langdurigheidstoeslag (vergelijk bijvoorbeeld CRvB 13-07- 2010, nr. 08/2345 WWB, LJN BN2529). Lid 2 Zijn één of meer van de gezinsleden uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag op grond van hun leeftijd, dan komen de rechthebbende gezinsleden wel in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag. Lid 3 In de sitaatie dat nog slechts één gezinslid recht heeft op langdurigheidstoeslag, komt dit gezinslid in aanmerkmg voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor een alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. Lid 4 In artikel 4 lid 4 is bepaald dat voor de toepassing van lid 1, lid 2 en lid 3 moet worden uitgegaan van de sitaatie op de peildatam. Artikel 5. Aanvraagprocedure Op grond van artikel 36 lid I WWB dient de langdurigheidstoeslag te worden aangevraagd. Op grond van artikel 36 lid 5 WWB zijn de artikelen 43 en 44 WWB echter niet van toepassing en gelden de regels in de WWB omtrent de aanvraagprocedure niet. De aanvraagprocedure wordt daarom m deze verordening beschreven. Artikel 6. Uitvoeringsregels Omdat de uitvoering van het verstrekken van langdurigheidstoeslag is opgedragen aan het dagelijks bestaur, worden ten behoeve van de uitvoering nadere uitvoeringsregels vastgesteld. Strikt genomen dient dit niet in een verordening te worden vastgelegd. Omwille van de leesbaarheid van deze verordening is hier toch voor gekozen. Bovendien wordt het belang van het criterium 'geen uitzicht op inkomensverbetering' hiermee nog eens nadmkkelijk onder de aandacht gebracht. Dit criterium hoeft gelet op de tekst van artikel 8 lid 2 onderdeel b WWB niet door de gemeenteraad worden gedefmieerd. Het dagelijks bestaur zal hier wel uitvoeringsregels over vast moeten stellen. Artikel 7. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Artikel 8. Citeertitel In dit artikel is de citeertitel neergelegd van deze verordening. 9 van 9