Vergelijkbare documenten
Schaken op de basisschool Werkboek 2

Schaken op de basisschool Werkboek 1: voor beginners in groepen 3, 4 en 5. Antwoorden. (1 e druk, januari 2018) Coördinaten 5x5 schaakbord

Stap 2. 3 Toets / Mix (1 e stap): A 1) 1. Da8# 2) 1. Pc7# 3) 1... Lf3# 4) 1... b6 5) 1... Tf7 6) 1. Lf1

Stap 3. (aftrekaanval)

Stap 2 plus. 3 Mat in één / Dubbelschaak: A 1) 1. Te8# 2) 1... Tb1# 9) 1. Pxd6# 10) 1... exd4# 11) 1. Tc7# 12) 1. Tc4# 6) 1. d8d# 3) 1...

8) 1. Lxd6# (1. Lg5+? Df2 2. Lh4) 2) 1... Lb4+ 11) 1. Lg5+ Pxh4 2. Txh4# 6) 1... Lxa3+

Stap 2 vooruitdenken 3: Val veilig aan 3: Aanval bedenken 5: Materiaal / Materiaal winnen: A

Stap 2 vooruitdenken 3: Val veilig aan 3: Aanval bedenken 4: Speel een veilige zet

Stap 4. 7) 1... Lg6 (pen) 8) 1. Tf3+ exf3 2. Dxg5. (aftrekaanval)

Stap 4. mat) 7) 1... Lg6 (pen) 8) 1. Tf3+ exf3 2. Dxg5. (aftrekaanval)

Zomerschaak 24 juli Verdedigen

Ga eerst de Lucena-positie innemen, daarna de brug bouwen en de winst is binnen.

NARROW ESCAPE! 33. Df2 33, Ph7 34. Dc2, Pg5 35. Tg3, Da7 36. Tg2 36, Th8 37. Tf2, Ta3 38. Tb3, Txb3 39. axb3, Da Tf1, Dd4

Stap 4. Geheugensteunen

De pion doorbraak in het pion-eindspel

En wit had een stond veel beter. Maar niet getreurd, gewoon doorspelen en stukken proberen te ruilen. Ronde 7: Fischer Z Aartswoud (thuis)

Stap 3 plus Geheugensteunen

LSG 6 Utile Dulci. Vijfde ronde, 26 februari 2013

Twee voor de prijs van een

DJZ 2 wint ruim van DJC 3

Stap 3 mix. 4) 1. g8d+ Kxg8 pat (verdedig door pat)

Stap 5 mix Dit is de eerste versie van de antwoorden. De planning is sommige antwoorden uit te breiden (suggesties zijn welkom). Later het bestand opn

1) 1... Dxd4 2. cxd4 Lb3# (uitschakelen verdediging: slaan+mat)

1) 1... Dxd4 2. cxd4 Lb3# (uitschakelen verdediging: slaan+mat)

1) 1... Dxd4 2. cxd4 Lb3# (uitschakelen verdediging: slaan+mat)

Ik leer schaken. KVDC Karel van Delft

12) 1. Pd4 De1 (1.... Lxd4 2. Dxe2) 2. Dd8#. Een dubbele aanval met twee stukken. Het paard valt de dame aan en de dame dreigt mat op d8. De penning o

5 1) 1... Lxg2+ 2. Kxg2 (2. Kg1 Lc5+ 3. Ld4 Lxh3) 2... gxf6+. Tegenaanval is de enige verdediging tegen de witte matdreiging. 2) De witte overmacht

vraag a1 vraag a2 vraag a3 vraag a4

Schaaklessen Dr. Plesmanschool. Diagram 2. de beginstand

Wat nu: een pion pakken op f2 of de kwaliteit offeren op c3? SGA Cup: Fischer Z ENPS (thuis)

Cor van Wijgerden. Instructieboek. Stap 6

Stap 1. 3 Bord / Benoem velden: A. 9) g5 b4 c6 10) f4 e6 b7 11) c3 h5 e2 12) f7 b6 d1. 2) g8 e7 c3 6) d4 f5 c2. 3) g4 d5 c2 7) f6 b1 d5

Ronde 5: Fischer Z De Wijker Toren 2 (thuis) 18. De2xg4 f7-f5 19. Dg4-h3 f5xe4 20. Dh3-e6+

Guus Geluk Ontsnapt in de Najdorf. Van onze verslaggever uit Duckstad

7) a2, a8, d5, d8, g5 Fout: Db3 Tb6, Dd5 Tc6 8) c1, c5 2) b8, f6, h2. Fout: Db5 Le5 Fout: Dd8/d7 Pd6. 10) d6, e6, f6, g1 4) a1, a7, c4

Question to Rubinstein: "Who is your opponent tonight?" Answer: "Tonight I am playing against the black pieces. - Akiba Rubinstein

Hier won zwart materiaal. Na 32,...,fxg4 33,hxg4,Pe4+ 34,Kh2,Pf2 35,Le2,Pxg4+ 36,Kg1,Txf1+ 37,Lxf1,Pxe3 staat zwart gewonnen.

De lezing zal vooral gaan over openings-ideeen en -strategieen en de uitvoering ervan -- positioneel spel en het vinden van "de juiste zet".

Inhoud trainingsnummer 2:

1 e druk. Uitgever: vzw Schaakschool. Tekeningen: Jo Goigne. Website: Copyright 2014: Peter D hondt

Jijbent.nl: spelregels schaken. Jan Willem Schoonhoven Copyright 2009 Jijbent.nl

Opstapje 1. 3: Hoe loopt de toren? 4: Hoe loopt de loper? 5: Hoe loopt de dame? 6: Hoe loopt de koning? 7: Hoe springt het paard?

Spelregels schaken. Doel van het spel

Opstapje 1. 6: Hoe loopt de koning? 1) +: d3, d4, d5, e5, f5, f4, f3, e3 2) tekening 3) +: b8, c7, a7

WSC 1 SBHA 1 gespeeld op 18 maart 2008

S.V. Schaesberg Opgericht 20 december 1936

CIRCULAIRE NR 13 April 2011

Enkele problemen uit de Arabische schaaktraditie, 1

Een jaar promotieklasse met de zwarten

Scheelt je toch weer een tientje!

SLEUTELVELD MET MEERDERE PIONNEN

Schaaktraining met Jan

P o s t d u i f. Nummer 129 januari Nieuwsbrief voor NBC Postspelers. In dit nummer onder andere :

Chess Tutor Stap Verdedigen

7: Mat in één (1) Chess Tutor Stap Mat

Rob Brunia, Cor van Wijgerden. Handleiding voor schaaktrainers. Stap 4

TOREN VERSUS PAARD OF LOPER EINDSPELEN

Interessant om eens te zien of Jeroen Weggen uit Buitenpost, met wit, in de 6e ronde de kampioen aan het wankelen zou kunnen brengen.

Waalwijk Eindhoven 3, ronde 6, 2017

SCHAAKOPENING ESSENTIES MODEL PARTIJEN - PHILIDOR

1. LOPER TEGEN PIONNEN Het volgende diagram laat een stelling zien waar zwart twee extra pionnen heeft: Figuur 1.Loper met twee extra pionnen

7) 1... Th6-a6 8) 1... Pe5-c6 9) 1. Tc1xc2 10) 1. Pe4-f6# 11) 1... Th3-f3# 12) 1... Lf8xb4#

Schaakles Paardvorken nader bekeken

Rob Brunia, Cor van Wijgerden. Handleiding voor schaaktrainers. Stap 3

P o s t d u i f. Nummer 126 oktober Nieuwsbrief voor NBC Postspelers. Duitsland, ivoor, In dit nummer onder andere :

Spannend gelijkspel in Rijswijk

6: Schaak en schaak opheffen

Ronde 5: Fischer Z De Amstel 2 (thuis) 20...a5-a4 21. Lb3-c2 a4-a3 22. e4-e5 d6xe5 23. Pd3xe5?

Demonstratietraining over mooie schaakstellingen

Als de spelsituatie zodanig is dat schaakmat of ( mat ) niet meer mogelijk is, dan eindigt de partij op een gelijkspel ( pat of remise ).

Schaken op de basisschool Werkboek 1, Les P2: Extra oefenen veilige zetten, aanvallen, schaak

Vorige week kon de tweezet

Stap 6 2. Koningsaanval - Koning in het midden: A 4. Eindspel - Vrijpion: A 3. Koningsaanval - Koning in het midden: B 5. Eindspel - Vrijpion: B

KAART EN SPELAVOND Club 250 Ouderraad Sint-Lodewijkscollege. Initiatie Schaken

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 15: Schaakmat (1)

Het schaakspel wordt beschouwd als het moeilijkste bordspel. Het stereotiepe beeld is bij iedereen bekend.

XABCDEFGHY. 7+p+nzppzpp' XABCDEFGHY 8r+-wqkvl-tr( 7+p+nzppzpp' 6-snp+-+-+& 5zp-+P+P+-% xabcdefghy. 2-zP-+-+PzP" xabcdefghy

DE TREIN DERDERT DOOR!!!!!!!!!!!!!!!!!

Beginnerscursus schaken

strijd gaat om centrum stukken staan actief stukken controleren centrum kan veel zetten spelen beheerst veel velden valt vijandelijk stuk aan

Voerendaal 3 - Venlo 2: 5-3

15 de LIMBURGS INDIVIDUEEL KAMPIOENSCHAP VOOR SENIOREN (editie )

Eindspelen in Hoogeveen 2005

PAARD TEGEN LOPER EINDSPELEN

Figuur 1. Sleutelvelden: b4, c4, d4. Wit aan zet.

Leiden Chess Tournament: Peter Ypma over zijn tweede IM-norm

Wedstrijden Dinsdag 17 januari Poule A Twan - Jona Jonas - Laura Poule B Levi - Thijs Jasper - Iris

Maastricht 2 te sterk voor DJZ 3

Het 31 Open VDK-Kersttornooi georganiseerd door SK Artevelde en gespeeld van 27 tot en met 30 december 2013 te Ertvelde

Eindspel Theorie. Marco de Booij. 8 maart Z0Z0Z0Z 7. Z0Z0o0Z0 6 0Z0Z0Z0Z 5 Z0Z0ZPZ0 4 0Z0Z0Z0O 3. Z0j0Z0Z0 2 0Z0Z0Z0Z 1 Z0Z0ZKZ0 0Z0Z0Z0Z 7

Ronde 6: Fischer Z De Raadsheer 2 (thuis)

Wat doet zwart? Natuurlijk: nemen op g2!

snel op 21...Lb5! 22. Pd2 a5 23. Db3 Dc6 en het zwarte voordeel is aanzienlijk toegenomen. Volkomen geschokt deed Adri echter:

43. h5-h6? 45. a5-a6!

Verslag 3e speeldag: het heilige vuur was er maandag 10 juni 2019

20. Bxf7+Kd8 21. dxe4 Qxh3 22. Ke2 Nf6 23. Qd3 23 Ng4 24. Be6 h5 25. Bg5 Re8 26. Nxe5! 26 Qxd Nxd3 a5 28. f3 Nh2 29. Ne5!!

DYNAMISCH VERSUS STATISCH

Je kan dit ook spelen wanneer de paarden elkaar wél kunnen slaan. Pas op dat je stukken niet worden geslagen!

Transcriptie:

Welkom bij deze introductieles. Het opstapje voor de grote cursus Van huis -, tuin en keukenschaker naar koffiehuisadmiraal in tien lessen. Uw intrede, of wellicht herintrede, in het clubschaak. Wat er ook gebeurt, wat u op de club ook overkomt; weet dat u een goede keus hebt gemaakt! De loop der stukken kennen voor u geen geheimen u weet dat lopers schuinsmarcheerders zijn, paarden rare sprongen maken en dat de dame veruit het sterkste stuk op het bord is. Alle regelen van de kunst kent u toch? Of moeten we toch nog even naar de rokade kijken? + + + + + + + + + + + + Q + + Opdracht 1: Mag wit in deze stelling kort rokeren? En mag hij lang rokeren? En moeten we wellicht ook nog even het en passant slaan bekijken? Een zetje die door veel beginnend schakers wordt vergeten. + + + Wit is aan zet. Zwart heeft met zijn laatste zet zijn b pion van b7 naar b5 gebracht met de bedoeling deze zo snel mogelijk naar de overkant te brengen. Opdracht 2: wat speel je met wit? Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 1

Nou, we zijn lekker bezig. Rokeren, en passant slaan toch ook nog maar even mat en pat bekijken? Moeilijk is dat niet Mat: de koning staat schaak. Er is geen vluchtveld, er kan niets tussen geplaatst worden en het schaakzettende stuk kan niet worden geslagen. Mat dus: de matzettende partij noteert een punt en is de rest van de avond erg vrolijk. Biertje? Pat: de koning staat niet schaak. Maar er is ook geen vluchtveld! Je kan nergens heen, niet met de koning, maar andere zetten zijn er ook niet! Pat dus: de beide partijen noteren een half punt en gaan in pais en vree naar huis. Opdracht 3: vindt je in onderstaand diagram nog iets voor wit? + + + + + + Opdracht 4: wat speel je in onderstaand diagram met wit aan zet? + + + + + + + + + + + + + +Q+ + + Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 2

Genoeg regels nu. Laten we gaan schaken. Ik wil van elke fase in het spel enkele tips en trucs geven. Het spel wordt onderverdeeld in de opening, het middenspel en het eindspel. De precieze grenzen zijn niet aan te geven en er zijn ook best partijen die alleen uit een opening en een middenspel bestaan. Zelfs partijen die enkel uit een opening bestaat zijn er wel! We beginnen maar bij het begin: de opening. De opening Eerst eens een heel kort partijtje: 1. f3 e5 2. g4 Dh4 mat. Dit is niet iets wat je vaak moet meemaken als je aan de witte kant van het bord zit! Een of twee keer zo n akkefietje en je ziet de geneugten van Mens-erger-je-niet al snel in en laat die schaakclub maar voor wat het is. Dat wil je niet en dat willen wij niet! En het is ook niet nodig, laten we maar eens goed kijken wat hier nou fout gaat bij de wit: Antwoord; - wit spuugt op het centrum (dwz de velden e4 e5 d4 d5) (doodzonde nummer 1) - wit spuugt op zijn ontwikkeling (doodzonde nummer 2) - wit verzwakt zijn stelling (met name de diagonaal e1/h4) met onzinnige pionzetjes - wit heeft te weinig oog gehad voor de zwakste plek in zijn stelling (f2) en daarmee, voor de onveilige positie van zijn koning. De basisregels die je hieruit kan filteren zijn hiermee: - pak invloed op het centrum - ontwikkel je stukken (idealiter naar velden waar ze invloed in het centrum uitoefenen) - zorg dat de koning een veilig plekje krijgt Dit kan je zonder twijfel betitelen als de drie gouden regels. Een goede opening is er een waarin deze drie gouden regels alle drie aan bod laat komen. Als je je steeds deze regels voor ogen houdt kan je weinig gebeuren. Er zijn een aantal afgeleiden te filteren: - doe in de opening geen pionzetten die geen invloed op het centrum hebben (f3? g4??) - speel in de opening niet twee keer met hetzelfde stuk (want je wilt immers snel ontwikkelen) - speel je stukken dusdanig dat ze invloed hebben op het centrum (Pf3 dus en geen Ph3) - ontwikkel eerst de lichte stukken (meestal eerst de paarden, dan de lopers), pas daarna de zware (de torens en de dame). De dame is daarbij normaliter een baseliner omdat een vroeg in het spel gebrachte dame vaak een aanvalsobject wordt waardoor juist de tegenstander zich snel kan ontwikkelen. - rokeer tijdig. Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 3

Stel dat je de drie basisregels, invloed in het centrum, een snelle ontwikkeling van de stukken en een veilig heenkomen voor de koning vinden, vrijelijk zou kunnen uitvoeren. Je hebt een tegenstander hebt die iets speelt als 1. Ph6, 2. Pg8 3. Pa6, 4. Pb8. Je wil dan een opstelling hebben die er als volgt uitziet: + + + + + Q + + Deze stelling is eigenlijk gewonnen voor wit en een groot deel van de openingstheorie is een poging van wit om deze ideaalstelling te bereiken en een strijd van zwart om dit te voorkomen. Eens naar een staaltje zeer oude openingsanalyse kijken? We klimmen in de tijdmachine van professor Barabas en gaan naar ongeveer 1625. Daar kijken we over de schouder mee met de heer Greco die een openingsverhandeling schrijft. Komt het: 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Lc5 4. c3 (met de duidelijke bedoeling d4 te laten volgen) Pf6 5. d4 exd4 6. cxd4 (strijd om de beide idealen van de openingen) Lb4+ 7. Pc3 (een pionoffer dat nog steeds leeft) Pxe4 8. 0-0 Pxc3 (lang gold 8. Lxc3 als weerlegging van Greco s pionoffer. Men hield slechts rekening met 9. bxc3 d5! dat inderdaad gunstig is voor zwart. Sterker is echter 9. d5! dat wit een sterke aanval geeft. De tekstzet (8. Pxc3 dus) werd vroeger sterk onderschat. Pas zo n 300 jaar (!!) na het verschijnen van het manuscript van Greco slaagde Bernstein erin aan te tonen dat zwart ermee toch redelijk spel kan verkrijgen) 9. bxc3 Lxc3 10. Db3 Lxa1 (Greco onderzocht ook 10. Lxd4 maar dat is niet beter) 11. Lxf7 (ook deze variant draait weer om het meest zwakke punt van de stelling) Kf8 12. Lg5 Pe7 13. Pe5! (een fijne aanvalszet, f3 wordt voor de dame vrijgemaakt en bovendien zit Lg6 in de stelling) Je ziet hier dat de gouden regels door wit keurig worden gevolgd (toen al!). Zwart echter is in een vlaag van materialistische hebzucht te ver gegaan en heeft verzuimd alle gouden regels toe te passen. De oude schaakgodin Caissa straft onmiddellijk! Na de goede verdedigingszet 13. d5 speelt wit 14. Df3 en de rapen zijn gaar! Opdracht 5: heeft zwart nog overlevingskansen? Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 4

Het middenspel In het middenspel zijn alle stukken ontwikkeld, de koningen staan veilig en beide partijen maken zich op om de rest van de partij inhoud te geven. Ik kan hier een lang betoog houden over de structuur van het pionnenskelet. Ik kan praten over sterke en zwakke velden, het loperpaar en achtergebleven pionnen ik doe dat allemaal niet. In plaats daarvan meld ik u dat de meeste schaakpartijen worden beslist door tactische fouten of foutjes. Een bekend gezegde luidt: wie de een na laatste fout maakt wint. Het maken van (grove) fouten moet je dus zien te voorkomen. Hiertoe moet je tactische grappen en grollen bestuderen. Het (her)kennen van allerlei motieven is het beste middel. Ik loop de belangrijkste tactische basismotieven bij langs. We beginnen met de vork. De Vork + + + + + + + + + + + + + + + Wit lijkt hier erg beroerd te staan. Toren tegen dame je wordt er niet gelukkig van! Een tactisch grapje lost een hoop sores op: 1. Td8+ Kxd8 2. Pf7+. Het paard valt zowel de koning als de dame aan (familieschaak). Als nu de koning uit het schaak loopt, neemt wit op de volgende zet de dame. Een andere voorbeeld van een vork is de aanval met een pion op twee stukken tegelijk. Dit komt wel eens voor in de opening: : 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Pc3 Pf6 4. Lb5 Lc5 5. Pxe5 Pxe5 en nu 6. d4 met een vork op de beide zwarte stukken in het centrum. Iets om te onthouden! Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 5

Nu zelf eens een proberen: Opdracht 6: wit speelt en wint de dame. + + + + + + + + + + + + + + +Q De Penning Een stuk wordt vastgezet waardoor het kwetsbaar of inactief wordt. Een voorbeeldje uit de openingstheorie is de stelling na 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 d6 In deze stelling kan het paard van c6 niet spelen omdat het gepend staat; immers als het paard zou spelen zet je jezelf schaak. En dat mag niet! Een fraai voorbeeldje laat zien dat het niet altijd zo simpel is: + + + + + + + + + + +Q+ + + + + + + + Zwart heeft net het schaakje met de dame van b3 gepareerd. Het ziet er op het eerste oog goed uit voor zwart pion meer en een prima stelling. Wit speelt echter heel sterk 1. Txd4! De dame mag nu niet nemen want die staat gepend. Het enige is 1. Dxb3 maar wit neemt eerst de toren van d8 met schaak 2. Txd8+ en na Kf8 (of Tf8 3. Txf8+) pas de dame! Volle toren gewonnen! Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 6

Zelf weer eentje? + + + + + + + + + Q+ + + + Opdracht 7: wit speelt en wint materiaal. Het Aftrekschaak Een dodelijk wapen! Een voorbeeldje zal het duidelijk maken. 1 e4 e5 2. Pf3 Pf6 3. Pxe5 Pxe4 4. De2 Pf6?? 5. Pd6+ Het paard speelt en opent de e lijn zodat ineens de zwarte koning schaak staat. Zwart zal dit schaak moeten pareren maar hoe hij ook speelt; de dame verdwijnt in de doos. Ook aardig is de volgende: 1. e4 e5 2. Pc3 Pf6 3. f4 exf4 4. e5 De7 5. De2 Pg8 6. Pf3 d6? 7. Pd5 Dd8 + + + + + + + + + + Q+ + Opdracht 8: wat speel je nu met wit? Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 7

Overbelasting Overbelastingscombinaties komen in de stelling als een stuk teveel hooi op de vork heeft genomen. Een voorbeeldje: + + + + + Q+ + + + + + + + + + + + + Wit aan zet heeft een verschrikkelijke dreiging in Td8. De koning kan geen kant op en dit zogenaamde mat achter de paaltjes is alleen te dekken met het tussenplaatsen met Te8. Veld e8 staat immers nog gedekt door de dame van c6. Dit gegeven maakt een mooie combinatie mogelijk: 1. Dxf6!! De dame van c6 heeft nu teveel taken tegelijk; terugnemen op f6 (want gxf6 kan niet omdat de g pion gepend staat dat had je gezien!) en ook nog eens het dekken van veld e8. Zwart kan opgeven want na 1. Dxf6 maakt wit het uit met 2. Td8+ Te8 3. Txe8 mat. Er zijn nog veel meer combinaties. Blokkadecombinaties, lokcombinaties, magneetcombinaties, ruimingscombinaties enzovoort. Het voert wat ver om ze allemaal bij langs te gaan. Eentje wil ik u echter niet onthouden; de stikmatcombinatie. Eigenlijk is dit een bijzondere blokkadecombinatie maar dan op zijn allerfraaist. Komt ie: + + + + + + + + + + + + Q + + + + + + Opdracht 9: wit speelt en wint Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 8

Het eindspel Keer op keer onderschat door de relatief beginner. Met de zinsnede Ach, ik heb nooit een echt eindspel op het bord maakt hij of zij zich er van af. De grenzen van het schaakniveau zijn daarmee direct met een paar stevige piketpaaltjes afgebakend. Zonder enige kennis van het eindspel is het spelen van een goede schaakpartij niet mogelijk! Het is echt geen toeval dat de allersterkste spelers van toen en nu, ook geweldige eindspelkenners waren. Het eindspel is een uitgebreid gebied waar heel veel over geschreven is, en waar heel veel over bekend is. In deze introductieles zal ik de allerbelangrijkste basiseindspelen behandelen. We beginnen met de elementaire matvoeringen en zullen nog heel kort ingaan op de strijd tussen pionnen tegen pionnen en pionnen tegen stukken. Elementaire matvoeringen Een aantal dingetjes is gewoon heel handig om te weten. Wanneer is een partij nog te winnen met sterk gereduceerd materiaal en wanneer is het remise? Een paar weetjes: Met alleen een paard of alleen een loper kan je niet matzetten. Dit is dus altijd remise Met alleen twee paarden is normaalgesproken niet te winnen! Dit is dus remise Met twee lopers kan je matzetten. De matvoering is niet zo heel erg moeilijk Met een loper en een paard kan je matzetten. De matvoering is erg lastig. Met een toren kan je vrij gemakkelijk matzetten Met een dame is het erg eenvoudig de koning mat te zetten Je krijgt van mij de matvoering van toren tegen de koning. Let op dat bij deze techniek vrijwel nooit schaak wordt gezet. In plaats daarvan wordt de koning steeds verder afgesneden. + + + 1. Kd2 Kd4 2. Te1 Kd5 3. Kd3 Kc5 4. Te4 Kd5 5. Ke3 (en niet 5. Td4?) Kc5 6. Td4 Kc6 7. Ke4 Kc5 8. Ke5 Kc6 9. Td5 Kc7 10. Td6 Kb7 11. Kd5 Kc7 12. Kc5 Kb7 13. Tc6 Ka7 14. Tb6 Ka8 15. Kc6 Ka7 16. Kc7 Ka8 17. Ta6 mat (17. Tb7?? is pat en dat is ook het enige struikelblok). Simpel toch? Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 9

Zoals hierboven opgemerkt is een stelling met alleen twee paarden niet te winnen voor de paardpartij. Dat is eigenlijk ongelofelijk want een stelling waarin een van de partijen twee stukken meer heeft, is toch wel heel erg uit balans. Nog verrassender is het feit dat als de tegenpartij een pion erbij krijgt (het materiele verschil dus kleiner wordt gemaakt), zo n stelling ineens wel is te winnen! Ter lering en vermaak de volgende stelling: + + + + + + Deze stelling zonder de pion e3 is zonder meer remise. Met de pion wint wit wel. Opdracht 10: puzzel eens met deze stelling. Lukt het om mat te zetten? Pionnen tegen pionnen Dit zijn de zuivere pionneneindspel. Een terrein waarin de ongelofelijke diepgang van het spel tot uitdrukking komt. Ogenschijnlijk hele simpele stellingen blijken allerlei verborgen nuances te bevatten die alleen door de kenner worden gespot. Denk nooit dat deze eindspelen gemakkelijk zijn. Ze zijn het zelden! + + + + + Deze stelling is niet zo moeilijk maar bevat een paar elementaire feitjes. Wit is hier aan zet. Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 10

Hij heeft een pion meer maar dat lijkt niet genoeg voor de winst omdat zijn koning nogal afzijdig staat. Stond de koning op bijvoorbeeld d4 was de winst geen enkel probleem, de b pion loopt gewoon naar het promotieveld en er is niets wat zwart er tegen in kan brengen. In de diagramstelling echter staat de zwarte koning dichtbij genoeg om de b pion in te halen. Een handig hulpmiddel is het zogenaamde kwadrant of vierkant. De b pion staat vier velden van het promotieveld b8. Maak nu een vierkant met de zijden van b5 t/m b8 en b5 t/m e5 (ook vier velden vierkant!) Als de zwarte koning in dit vierkant staat of er kan komen is deze op tijd, staat hij buiten het vierkant is hij te laat en wint wit. Na b5 moet zwart dus Ke4 doen. Hij staat dan in het vierkant en haalt de pion moeiteloos in. Opdracht 11: toch kan wit winnen. Hoe? Een hele beroemde stelling is de volgende: + + + Wit is hier aan zet en het lijkt volkomen hopeloos. Zijn koning op h8 staat erg ver buiten het vierkant van h5 (rood gemaakt) De zwarte koning daarentegen staat in het vierkant van c6 (groen gemaakt). Opgeven dus maar? Hier komt de verbluffende oplossing: 1. Kg7 Kb6 2. Kf6 h4 3. Ke5 h3 4. Kd6 wit combineert heel handig zijn beide troeven; de dreiging de h pion op te halen en het oprukken van zijn eigen vrijpion. 4. h2 5. c7 Kb7 6. Kd7 en de remise is onvermijdelijk. Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 11

Pion tegen paard In zeldzame gevallen kan het paard winnen. + + + + + + Wit speelt 1. Pc1 a2 2. Pb3 mat. Aardig maar voor de praktijk van alle dag nauwelijks interessant. Het grappige dat ik hier wil laten zien is dat zo n winst juist met een randpion mogelijk is. De randpion is voor een paard namelijk gevaarlijker dan alle andere. Het waarom is eenvoudig te duiden. Plaats een paard ergens midden op het bord en je ziet dat het 8 velden tot zijn beschikking heeft. Dichter naar de rand toe neemt dit aantal af en helemaal in de hoek ten slotte heeft het arme dier nog maar twee velden tot zijn beschikking. Daarom is de manoeuvreerruimte aan de rand zo gering en daarom is dus de randpion zo gevaarlijk. Twee stellingen: + + + + + + Zwart aan zet. Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 12

En: (ook hier is zwart aan zet) + + + + + + Opdracht 12: geef van bovenstaande twee stellingen aan of zwart kan winnen als hij aan zet is. Pion tegen loper De loper kan over de lange afstand werken en is daardoor veel beter in het stoppen van een vrijpion dan het paard. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dergelijke eindspelen vrijwel altijd remise worden. Alleen bij een hele ongunstige stelling van de loper en de koning wil de pion nog wel eens winnen. Een voorbeeld daarvan is de stelling Ke6 Lh7 vs Kc3 pion a3. Hier staat de koning op de broodnodige diagonaal in de weg. Na 1. Lb1 Kb2 is het over en uit voor wit. Pion tegen toren Een eindspel dat veel vaker voorkomt dan de eindspelen pion tegen paard of loper. Een moeilijk eindspel ook. Daar ga je. van de duikplank zo het diepe in! + + + + + + + + + Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 13

Opdracht 13: wit aan zet kan de winst onmiddellijk weggooien met het logisch uitziende 1. Tb8? Er volgt dan 1. Kc4 2. Ke5 c3 3. Ke4 Kc3 4. Kd4 b2 en de pion is niet tegen te houden. Toch zit er een winst voor wit in. Vind je het smalle paadje naar het volle punt? Pion tegen dame Door de enorme kracht van de dame is dit eindspel alleen interessant wanneer de pion al op het veld direct voor het promotieveld staat. Bovendien moet de koning van de damepartij buitenspel staan. In alle andere gevallen wint de dame zonder enige moeite. Ik geef je weer twee stellingen: + + + + + + + + + Opdracht 14: hoe gaat zwart dit winnen? En de tweede stelling: + + + + + + + + + Het lijkt helemaal niets uit te maken maar je krijgt toch nog een opdrachtje de laatste: Opdracht 15: hoe gaat zwart dit winnen? Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 14

Antwoorden 1) Wit mag niet kort rokeren maar wel lang rokeren. Theorie: De rokade is een zet met de koning en een toren tegelijkertijd. De koning gaat twee stappen opzij en de toren gaat er overheen en komt aan de andere kant naast de koning te staan. De rokade verzekert de koning normaalgesproken van een veilige plaats en brengt daarnaast ook de toren in het spel. Er zijn een aantal restricties. Je mag niet rokeren als: Als de koning al heeft gezet Als de toren al heeft gezet Als een stuk in de weg staat (eigen stuk of vijandig stuk) Als de koning schaak staat Als de koning over een veld gaat dat aangevallen staat Als de koning schaak zou komen te staan na de rokade + + + + + + Q+ + + In bovenstaande stelling mag wit niet lang rokeren maar wel kort rokeren. 2) Wit lijkt in grote problemen. Hij is te ver weg van de zwarte b pion om die tegen te kunnen houden met zijn koning. Bovendien is het opspelen van de eigen pion onvoldoende want na 2. c6 komt 2. Ke6 en de zwarte koning is wel op tijd. Het en passant slaan biedt hier uitkomst. Wit speelt 2. cxb6ep en nu zijn niet alleen de problemen voorbij hij wint zelfs! Een aardig zetje die dus zeer de moeite waard is om te kennen Theorie: En passant slaan is aan een aantal restrictief gebonden. Het kan alleen als: De vijandige pion een dubbele stap heeft gedaan De eigen pion op een aangrenzende lijn staat De eigen pion direct na de dubbele stap van de vijandige pion slaat. Je kan dus niet een zet wachten! Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 15

3) Het lijkt hopeloos voor wit want er dreigt 1. Dd7 mat. Om dit tegen te gaan heb je misschien nog wel 1. Tc2 maar dan is 1. Dg1 mat. Daar wordt je niet wijzer van. Het venijnige 1. Tc3+ biedt uitkomst. Als zwart neemt 1. Kxc3 is het pat, wit staat niet schaak maar kan ook geen reglementaire zetten doen. Als zwart niet neemt maar bijvoorbeeld 1. Kd4 speelt, dan komt eenvoudig 2. Txe3 en daarna is het weliswaar niet pat maar wel remise omdat er onvoldoende materiaal is overgebleven. 4) Ik hoop dat je het mat hebt gevonden: 1. Pf7+. Zwart staat mat. Hij staat schaak, er is geen vluchtveld. Ook kan het schaakgevend stuk niet worden geslagen en er kan niets tussen. 5) Nee, de stelling is gewonnen voor wit. De dreigingen tegen de zwarte koning zijn dodelijk. Zwart heeft eigenlijk geen zetten meer. Een poging is 14. Lf5 (onder het motto; je mot toch wat ). 15. Le6 (fraai) Lxd4 16. Lxf5 Lxe5 17. Le6 Lf6 18. Lxf6 en het is op voor de zwarten. Een behoorlijk duidelijke illustratie hoe een opening wel en niet gespeeld moet worden, dacht ik. 6) Twee vorken na elkaar. Eerst speelt wit de lokzet 1. f5+. Zwart mag kiezen 1. Kxf5 2. Pd4+ met aanval op de koning en de dame, of 1. Dxf5 2. Ph4+ eveneens met aanval op de koning en de dame. 7) 1. Dxd5! Je ziet hier dat een gepend stuk (of een pion) een hele slechte verdediger is een hele belangrijke vaststelling. 8) 8. Pxc7+ is heel erg sterk. De zwarte koning staat schaak en de toren op a8 staat aangevallen. Geen punt, denk zwart, ik neem gewoon! 8. Dxc7? Dan komt echter de aap uit de mouw: 9. exd6+ en er gaat weer een dame van het bord. Tricky business, of niet? 9) Dat was niet gemakkelijk, of wel? 1. 1. Dd5+ Kh8 2. Pf7+ Kg8 3. Pg6++ Kh8 4. Dg8+ Txg8 5. Pf7 mat. Het ontstane matbeeld spreekt tot de verbeelding. 10) 1. Pf4 Kh7 (1...e2 2. Pf6 e1d 3. Pg6 mat) 2. Pe6 e2 3. Pf8+ Kh8 4. Pf6 e1d 5. Pg6 mat 11) Wit heeft nog een heel vies grapje tot zijn beschikking. Met 1. d6! dwingt hij zwart de pion te nemen. 1. exd6. Nu speelt wit 2. b5 en na 2. Ke5 3. b6 blijkt dat de zwarte pion de koning in de weg staat. De snelste route naar b8 is verspert en wit kan rustig dame halen op b8. Dit techniekje wordt heel adequaat een boompje planten genoemd. 12) De bovenste stelling is remise te houden voor wit. 1. Kd3 2. Kg7 Kc2 3. Pa3+ Kb3 4. Pb1 Ka2 5. Pd2 en zwart kan niet verder komen. Je ziet dat het paard hier (nog net) voldoende ruimte heeft om te manoeuvreren. In de onderste stelling is alles afgelopen voor wit. Na 1. Kc3 heeft wit al geen velden meer voor zijn paard. Het lijkt dus hopeloos maar we gaan nog even verder: 2. Ke4 Kb2 3. Kd3 Kxa1 4. Kc2 pat! Ook hier redt wit zich dus nog. De techniek is heel anders, maar voldoende is het wel. Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 16

13) 1. Ke5! Kc4 2. Ke4 Kc3 3. Ke3 b3 4. Tc8+ (met schaak! Wit wint hierdoor tijd.) Kb2 (zwart moet voor zijn pion gaan staan waardoor de voortgang wordt belemmerd) 5. Kd2 Kb1 6. Kc3 b2 7. Kb3! (7. Tb8 Ka1 8. Txb2?? Pat) Ka1 8. Ta8+ Kb1 9. Ta2 en de pion gaat eraf. Het was zwemmen in het diepe, dat had ik aangekondigd. Moeilijk of niet? Als je dit allemaal hebt gevonden beloofd dat een gouden toekomst bij de schaakclub. Als je het niet hebt gevonden (wat heel waarschijnlijk is!), is er absoluut geen man overboord. Het proberen alleen al is zeer belangrijk! 14) 1. Dd5+ 2. Kc7 (je gaat natuurlijk niet in de weg staan met Ke8) De6 3. Kd8 Dd6+ (de sleutelzet, wit dwingt het in de weg staan af ) 4. Ke8 Kb2 ( om vervolgens met de koning te naderen, de dame alleen kan de klus niet klaren) 5. Kf7 (niet Kf8 want dan zet je jezelf in de penning) 5 Df4+ 6. Kg7 Dg5+ 7. Kf7 Df5+8. Kg7 De6 9. Kf8 Df6+ (daar istie weer) 10. Ke8 Kc3 11. Kd7 Dd4+ 12. Kc6 De5 13. Kd7 Dd5+ 14. Kc7 De6 15. Kd8 Dd6+ 16. Ke8 Kc4 17. Kf7 Df4+ 18. Kg7 Dg5+19. Df7 Df5+ 20. Kg7 De6 21. Kf8 Df6+22. Ke8 Kd5 23. Kd7 Dd6+ (nu kan wit al onmiddellijk gebruik maken van het feit dat ook zijn tweede stuk meedoet, het gaat nu snel) 24. Ke8 Ke6 en de pion wordt veroverd. Matzetten kost daarna geen moeite meer. Alles even helder, de verdedigende koning wordt gedwongen voor de pion te gaan staan waardoor het oprukken van de pion tijdelijk onmogelijk wordt gemaakt. In die tijd komt de koning een stapje dichterbij om uiteindelijk de pion te veroveren ofwel de koning mat te zetten. 15) Het is misschien een beetje flauw maar ik wilde even checken of je, zo aan het eind van de les, nog wel een beetje wakker was. Zwart gaat dit niet winnen! Verrassend maar waar. Kijk maar: 1. Db1+ (de techniek om de dame dichterbij te brengen is nu anders omdat het onmiddellijke schaakje midden op het bord ontbreekt) 2. Ka7 Dc2 3. Kb7 Db3+ 4. Ka7 Dc4 5. Kb7 Db5+ 6. Ka7 Dc6 7. Kb8 Db6+ (so far, so good. Er lijkt nu niets meer in de weg te staan om, na Kc8, de koning erbij te halen en te winnen zoals boven aangegeven.) 8. Ka8! (Jakkes! Na Dxc7 is het nu pat! Kijk even goed naar deze stelling. Is er een andere methode om de koning dichterbij te brengen? Al pruts je de hele dag eraan (en morgen ) wit komt niet verder dan wat loze schaakjes. Ergo; deze stelling is remise! Copyright: P. Bodewes / Morphy s Outlaw 2007 17