Doorstrijken Kans of bedreiging



Vergelijkbare documenten
09 Kwaliteit van metselwerk 04 Kwaliteit van voegwerk; doorstrijkwerk

Traditioneel metselwerk met doorstrijkmortel Verwerkingsadvies

VOEGWERK. Mathieu Peters. Fontys PTH Eindhoven. Studentennummer:

Voegwerk. Stukje geschiedenis:

03 ontwerp 02 voegtypen en voegkeuze door : ir J.A. Kooren, arch bna.

Productinformatieblad

Support gevelstenen DOORSTRIJKMETHODE

Productinformatieblad

CONTROLEPLAN voegwerk. Over dit controleplan

Kerntaak 1: Behandelt steenachtige gevels

Aan Van Belangstellenden Bureau Aanbestedingen

Voegmortels FX (UA) Professionele mortels. voor een optimaal resultaat. Met extra hechteigenschappen

U bent op het juiste adres

VERWERKINGSRICHTLIJNEN VOOR GEVELBAKSTENEN

CONTROLEPLAN Voegwerk. Over dit controleplan

Waterdichting. Pas weber.dry inject toe. Controleer op waterdoorslag naar bovenliggende verdieping of fundering.

Productinformatie U-Steen. De U-Steen: traditioneel gemetselde, volledig keramische gevels met een

GEVELMETSELWERK MET DUNNE VOEGEN OMNIFIX

GEVELMETSELWERK MET DUNNE VOEGEN

Gevelrenovatie Gevelreiniging Gevelrestauratie Gevelbescherming

Verwerking & metselwerk gevelbakstenen

Sneeuwklokjestraat T E info@zwager.net 2565 GM s-gravenhage F I

KOPPENMAAT EN LAGENMAAT :

Spaarformaat. Slim besparen met de smalle gevelsteen van Daas Baksteen

Balletje. Bastaard- of basterdmortel

Artikel naar aanleiding van 3 e bijeenkomst Kennisnetwerk Baksteenmetselwerk GEVELREINIGING VAN BAKSTEENMETSELWERK

PRODUCTIE Per 30 kg ca 20 liter gebruiksklare mortel. 20 liter schelpkalk - bovenpleistertmortel is voldoende voor ca. 2 m² pleisteroppervlakte.

. Verwerkingsvoorschriften DAAS Isomo.

Restauratie toekomstbestendig.

Geveloplossingen. Glazuurbakstenen. Verwerkingsadvies

ILUZO. Traditioneel gemetseld met de look van gelijmd. De keuze van de kenner.

09 Kwaliteit van metselwerk 06 Voorkomen en behandelen van witte uitslag op baksteen metselwerk

Hoe repareer je een beschadigde steenvoeg?

Productinformatie U-Steen. De U-Steen: traditioneel gemetselde, volledig keramische gevels met een

SCHOON METSELWERK OORZAKEN EN PREVENTIE VAN WITTE UITSLAG

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Het Total Wall Concept (scheur)herstel systeem

ILUZO. Traditioneel gemetseld met de look van gelijmd. De keuze van de kenner.

Mortels voor metselwerken

Mortels voor metselwerken

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN. Natuurgevelsteen

Metselcement MC12,5. Samenstelling De samenstelling van de hoofdbestanddelen van MC 12,5 is conform NEN-EN 413-1

Reinigen van metselwerk en beton met de hoge drukreiniger. Jaap Koek J. Koek Gevelconsultancy B.V.

LIJMEN IS (G)EEN KUNST!

Calduran. ronde wanden

NIEUW. Rigips TopStuc. Stap-voor-stap handleiding. Zelf stukadoren is nu gemakkelijker dan ooit door de unieke receptuur van Rigips TopStuc.

met betonsteenstrippen

Duurzame en ecologische gevels

Schelpkalkcementmortels 1:5:10

Traditioneel gemetseld met de look van gelijmd. De keuze van de kenner.

Iso&Stripes, duurzaam isoleren én vertrouwd afwerken.

Heteren. Verwerkingsadvies. Geveloplossingen

met Sakrete uitbloeiingsarme (ua) voegmortels

Slank en duurzaam bouwen met SlimBrick en EcoBrick

Metselen en Voegen van Modern en Traditioneel Metselwerk

historische gevels restaureren en reinigen

Productinformatieblad

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal

Decoratieve stenen elementen voor binnen en buiten

Rolith Chemicals. Bestaat sinds Sinds november 2003 onderdeel van de Pearl Paint Group te Lelystad. Rolith bouwchemie

Garantfloors. U kiest toch ook voor kwaliteit.

Examenopgaven VMBO-KB 2004

DW-CLEANING TURNHOUT

Productinformatieblad

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

Examen VMBO-BB. bouwtechniek-metselen CSPE BB. gedurende 890 minuten. Bij dit examen horen bijlagen en digitale bestanden.

OPLEIDINGENSTRUCTUUR VOEGER

LEVENSLOOPGESCHIKT BOUWEN: PRAKTISCHE OVERWEGINGEN

Advies: de bijgevoegde RIB ter informatie aan de gemeenteraad aan te bieden.

D E P R A K T I S C H E V L O E R T E R R A Z I T

PUBLICATIE Strikotherm gevelisolatie 100 FLEX Felxibele gemodificeerde steenstripafwerking. Blad: Status: Versie: Supervisor:

Porotherm Poriso binnenmuurstenen

03 Ontwerp 06 Maatvoering van rollagen en strekken door: ir J.A. Kooren, arch. bna

Gevelsluitend Baksteen

Applicatie Orange Nano Guardon SelfClean AirQuality Interior. 1 - Voorbereiding

HARDMETAAL RECYCLING. Er zijn twee processen mogelijk in recyclen van hardmetaal ;

Dit document is bedoeld als een handleiding. Het bedrijf of de persoon die het Zwarthout monteert is verantwoordelijk voor een juiste verwerking.

Duurzame veiligheid van gemetselde gevels

Examenopgaven VMBO BB 2004

INSPECTIERAPPORT 2014 Objectnummer Boerderij Enne-Jans Heerd Maarhuizen 3 te Maarhuizen

Datum : 12 juni 2009 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Ministerie van Financiën

Kerntaak 1: Voert metselwerkzaamheden uit

Rabobank Cijfers & Trends

Kleuren Canvas Belgian Blue Ash Basalt. Pebble Grey Iron Grey Ocean Blue Rice

Canexel. Algemene informatie. Houten gevelbekleding. Eenvoudige & snelle montage. Onderhoudsarm. Natuurlijk ogende houtstructuur

Canexel Houten gevelbekleding Eenvoudige & snelle montage Onderhoudsarm Natuurlijk ogende houtstructuur Keiharde, weerbestendige

Ga sneller. op vakantie met. voor architecten

nora 1-componenten voegpasta

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op asfalt

ROND PALISSADE. Toepassingen. Eigenschappen. Kleuren grijs zwart bruin. Product informatie

Rabobank Cijfers & Trends

HR-isolatie. voor de spouw

OPLEIDINGENSTRUCTUUR VOEGER

Leningen en kasstromen

SlimBrick: Slimmerik onder de bakstenen

PLAATSINGS- INSTRUCTIES DURASID GEVELBEKLEDING

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL VOEGER 3

Wand&Klaar Behanglijm Glasweefsel

KALKZANDSTEEN KLEINFORMATEN

it. stopt wachttijden op de bouwplaats

Transcriptie:

Kans of bedreiging Mei 2008, Nieuwegein Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door het HBA

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Werkwijze... 3 1.3 Inhoud... 3 2 Voegen en doorstrijken... 4 2.1 Definitie... 4 2.2 Functie... 4 2.3 Historie... 4 2.4 Kwaliteit... 5 2.5 Voegen... 5 2.6 Doorstrijken... 5 2.7 Mortels... 6 2.8 Gereedschap... 6 3 Belang doorstrijken... 8 3.1 Type voegbedrijven... 8 3.2 Belangen... 8 3.3 Huidige marktomvang... 9 3.4 Prognose... 9 4 Vergelijking voegen - doorstrijken... 10 4.1 Toepassing... 10 4.2 Kwaliteit... 12 4.3 Organisatie... 15 4.4 Kostprijsvergelijking... 17 5 Opdrachtgunning en de spelers... 18 5.1 Opdrachtgevers... 18 5.2 Aannemer... 18 5.3 Architecten... 18 5.4 Metselbedrijf... 19 6 Conclusies... 20 7 Aanbevelingen... 21 8 Lijst geïnterviewden... 22 pagina 2 van 22

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Doorstrijken wint de laatste jaren aan populariteit maar waarom eigenlijk? Is doorstrijken beter, goedkoper of makkelijker? Wie kiest voor doorstrijken en waarom? Wat zijn de consequenties voor de voegbedrijven? Al deze vragen vormden de aanleiding tot een onderzoek met dit rapport als resultaat. De hoofdvraag die in dit rapport centraal staat is: doorstrijken, kans of bedreiging voor de voegbranche? 1.2 Werkwijze Het onderzoek is gestart met het inventariseren en bestuderen van reeds bestaande en beschikbare artikelen en informatie over het onderwerp, zogenaamd desk-research. Vervolgens zijn er interviews gehouden met vertegenwoordigers van relevante partijen (zie bijlage 8 Lijst geïnterviewden). Op basis van de documentatie en interviews is uiteindelijk het rapport geschreven dat nu voor u ligt. 1.3 Inhoud Als korte introductie, vooral voor de buitenstaanders, starten we in hoofdstuk 2 met kort de functie van het voegen en de beide technieken, te weten traditioneel voegen en doorstrijken, te behandelen. Hoe groot is de impact voor de voegbranche indien de trend om vaker te kiezen voor doorstrijken doorzet? In hoofdstuk 3 besteden we hieraan aandacht. Er wordt veel over de voordelen van doorstrijken gesproken. Vaak is dit echter op specifieke punten en worden neveneffecten of voorwaarden onvoldoende meegewogen. Om de keuze voor doorstrijken of voegen gefundeerd te kunnen maken worden daarom in hoofdstuk 4 beide technieken vergeleken op de belangrijkste criteria: toepassingsmogelijkheden; kwaliteit; organisatie; kostprijs. Los van deze technische en financiële aspecten, behandeld in respectievelijk hoofdstuk 4, kunnen partijen in de praktijk als gevolg van eigen belangen een andere afweging maken. In hoofdstuk 5 beschrijven we daarom de verschillende partijen en hun belangen. In hoofdstuk 6 tenslotte wordt op basis van voorgaande hoofdstukken de hoofdvraag beantwoord en worden praktische aanbevelingen gedaan hoe te reageren op deze trend. pagina 3 van 22

2 Voegen en doorstrijken 2.1 Definitie In dit rapport definiëren wij de voeg als volgt: Een voeg is de afgewerkte naad van specie tussen de bakstenen van het metselwerk. Een verticale naad noemen we een stootvoeg. Een horizontale naad noemen we een lintvoeg. Stoot- en lintvoeg 2.2 Functie De voeg heeft enerzijds als functie af te dichten tegen weersinvloeden. Anderzijds heeft de voeg ook een esthetische functie en bepaalt deze in hoge mate het aanzicht van de gevel. 2.3 Historie Vanaf de eerste toepassing van metselwerk in Nederland (omstreeks de 14e eeuw) werden de voegen direct door de metselaar met de troffel afgewerkt. Later zijn speciale voegijzers ontwikkeld waarmee de metselmortel direct en soms heel fraai in profiel werd afgewerkt. Deze techniek heet het doorstrijken van de voegen van het metselwerk. Het achteraf voegen van metselwerk wordt in ons land nog maar zo'n 150 jaar gedaan. Mede door de opkomst van de cementmortels, die sneller afbinden, is het voegen in zwang gekomen. Het direct afwerken van het metselwerk, het doorstrijken, is daarna geleidelijk verdwenen. Alleen in de periode tussen de twee wereldoorlogen is het nog even mode geweest dunne stenen (vechtformaat) sterk verdiept te voegen door middel van doorstrijken. In de naoorlogse jaren lag het accent nadrukkelijk op productie; meters maken. De technische kwaliteit van voegwerk was daarbij niet altijd in overeenstemming met de gewenste esthetische uitstraling van het metsel- en voegwerk. Onvoldoende aandacht voor de technische kwaliteit van het voegwerk had tot gevolg dat voegwerk versneld zondanig was verweerd dat het moest worden vervangen. pagina 4 van 22

2.4 Kwaliteit De kwaliteit van voegwerk wordt bepaald door de samenstelling van de voegmortel, de bewerking en eventueel de nabehandeling. Bij het bepalen van de samenstelling van de mortel moet rekening worden gehouden met de omgeving en eventuele chemische belasting van het voegwerk door chloriden, zouten, zure regen of mechanische belasting (gevelreiniging). Bindmiddelarme mortels met een hoge poreusheid zijn extra gevoelig voor mosgroei. Door mosgroei kan zwak voegwerk al binnen een jaar geheel verzanden, vooral in vochtige milieus. Zure regen is een grote bedreiging voor voegwerk omdat zure regen het bindmiddel van de mortel oplost. Een juiste mortelsamenstelling kan dit effect verminderen. Goed verdichten van de voeg en het creëren van goede verhardingsomstandigheden zijn de belangrijkste aandachtspunten voor het verkrijgen van een kwalitatief goede voeg. Maar ook kleurverschillen en witte uitslag zijn belangrijke punten waar men rekening mee moet houden. Als de mortel onvoldoende vocht krijgt aangeboden om goed te verharden verbrandt de mortel. Dat gebeurt snel bij warm weer weer, maar ook bij schraal weer en lage temperaturen is daarop een verhoogde. Een zorgvuldige detaillering van gevelopeningen en gevelbeëindigingen is tenslotte van belang om vochtschade aan het metselwerk te voorkomen. Eventueel kan ervoor worden gekozen om de voegmortel na volledige uitharding met een hydrofobeermiddel te behandelen. Dit verhoogt de weerstand tegen regenbelasting aanzienlijk en zal dus de levensduur verlengen. 2.5 Voegen Voegen is de techniek waarbij na het metselen de metselmortel regelmatig diep (± 15 a 20mm.) wordt uitgekrabd. Nadat de muur is gemetseld wordt in een tweede arbeidsgang voegmortel toegevoegd en in de gewenste vorm afgewerkt. Voegen is een techniek waarbij de mortel wordt uitgekrabd, waarna in een tweede arbeidsgang voegmortel wordt toegevoegd en afgewerkt. 2.6 Doorstrijken Doorstrijken is een techniek waarbij de metselmortel direct wordt afgewerkt. Metselen en voegen gebeurt dus in één arbeidsgang in tegenstelling tot het traditionele metselen en voegen. Tijdens het metselen neemt de metselaar de overtollige uitpuilende metselspecie weg (het scheren van de baarden). Na voldoende opstijven van de mortel (aantrekken) kan de metselaar de voeg afwerken door middel van doorstrijken. Het opstijven van de mortel is noodzakelijk om te voorkomen dat het metselwerk bij het doorstrijken met specie wordt besmeurd (het zogenaamde smetten). Uiteraard kan het afwerken van de voeg ook door een voeger i.p.v. een metselaar worden uitgevoerd. Doorstrijken is een techniek waarbij de mortel in één arbeidsgang direct na het metselen wordt afgewerkt. pagina 5 van 22

2.7 Mortels Bij voegen zijn er twee aparte mortels nodig voor respectievelijk het metselen en het voegen, terwijl bij doorstrijken de metselmortel tevens voegmortel is. De mortel wordt bij doorstrijken direct afgewerkt en komt direct in het zicht. Overigens zijn hiervoor speciale mortels noodzakelijk onder de naam doorstrijkmortel. 2.8 Gereedschap Het doorstrijken kan de metselaar doen met een traditionele voegspijker, of er kan gebruik worden gemaakt van een speciaal voor dit doel ontwikkelde voegroller, de zogenaamde pointmaster. Het gebruik van de pointmaster vereist wel rechte en vlakke stenen. Bij ruwe, onregelmatige stenen worden de voegen ook wel met een ruwe borstel afgewerkt. In het verleden werd voor het afwerken van een doorstrijkwerk vaak een stuk elektriciteitspijp of -slang gebruikt. Voor het voegen gebruikt men als gereedschap de voegspijker, een voegroller (pointmaster) of een pneumatisch voegijzer. Het gebruik van de voegroller (pointmaster) stelt hogere eisen aan de rechtheid en vlakheid van de stenen. De pointmaster wordt daarom vooral bij nieuw metselwerk van strakke stenen toegepast. Voegspijker De voegspijker is het gereedschap dat door de voeger wordt gebruikt om voegen in metselwerk vol te werken met voegspecie. Daartoe houdt hij een voegbord met een voorraad specie juist bij de onderkant van de lintvoeg en strijkt de specie met de voegspijker in de voeg. Voor de stootvoegen gebruikt hij een op lengte afgekorte voegspijker (ca. 5 cm). Voegroller (pointmaster) De voegroller is een gereedschap waarbij een stalen voegelement in een heen-en-weer gaande beweging over de af te werken specie geduwd en getrokken, waardoor de gewenste vorm aan de voeg wordt gegeven. Door verwisseling van het voegelement kunnen verschillende voegtypen worden gemaakt (vlak, geprofileerd, schaduw). Voor gebruik van de voegroller dient het metselwerk redelijk vlak te zijn, anders wordt het voegwerk niet mooi. pagina 6 van 22

Pneumatisch voegijzer Met een pneumatisch voegijzer wordt de voeg door druk extra verdicht, hetgeen de hardheid van de voeg verhoogt en het voegwerk een meer gelijkmatig van kwaliteit maakt. pagina 7 van 22

3 Belang doorstrijken Om de impact van doorstrijken voor de voegbranche te kunnen bepalen is het belangrijk het huidige en potentiële marktaandeel te bepalen. In dit hoofdstuk wordt hiervan op basis van marktgegevens van het EIM een schatting gemaakt. 3.1 Type voegbedrijven Het EIM onderscheidt in haar structuuronderzoek voegbedrijven 2006 drie types voegbedrijven: 1. het nieuwbouwbedrijf: meer dan de helft van de omzet wordt gerealiseerd uit voegen bij nieuwbouw; 2. het renovatie- en restauratiebedrijf: meer dan de helft van de omzet wordt gerealiseerd uit voegen bij renovatie of restauratie; 3. overig: deze bedrijven hebben een minder zwaar accent dan de hiervoor genoemde typen. Wel bestaat de omzet voor meer dan 10% uit voegwerkzaamheden. De voegbranche telt in totaal 1055 ondernemingen 1. Onderverdeeld naar bovenstaande types levert dit de volgende tabel: Aantal en aandeel voegbedrijven per type Bedrijfstype Aantal % Nieuwbouwbedrijf 435 41 Renovatiebedrijf (incl. restauratie) 255 24 Overige bedrijven 365 35 Totaal 1055 100 Bron: EIM 2006 3.2 Belangen Aangezien doorstrijken uitsluitend wordt toegepast in de nieuwbouw zijn de ontwikkelingen hiervan uitsluitend van belang voor voegbedrijven die hierin een significant aandeel van hun omzet halen. In onderstaande tabel staan hierover de gegevens. Percentages omzet activiteiten per bedrijfstype Activiteit Nieuwbouw Renovatie Overig Totaal Bedrijf Bedrijf Voegen bij nieuwbouw 81 22 18 39 Voegen bij renovatie 15 75 36 39 Uithakken van voegen 2 1 25 12 Impregneren en hydrofoberen 1 1 7 3 Metselen < 0,5 1 5 3 Gevelreinigen 1 < 0,5 8 4 Overig < 0,5 < 0,5 1 < 0,5 Bron: EIM 2006 Uit de tabel is duidelijk af te lezen dat de ontwikkelingen van doorstrijken vooral van belang zijn voor het nieuwbouwbedrijf dat met 81% bijzonder afhankelijk is van voegen bij nieuwbouw. 1 De bedrijven met minder dan 10% omzet uit voegwerkzaamheden zijn buiten beschouwing gelaten pagina 8 van 22

Voor renovatiebedrijven zijn de ontwikkelingen van doorstrijken veel minder van belang in verband met het veel kleinere omzetaandeel van 22% uit voegen bij nieuwbouw. Het renovatiebedrijf is vooral actief met renovatie en restauratie. Dat zijn beide markten waarbij doorstrijken niet of nauwelijks een rol speelt. Uiteraard is het wel voor deze bedrijven aan te bevelen de ontwikkelingen te volgen en na te denken over de kansen en/ of maatregelen. Voor de overige bedrijven geldt hetzelfde als voor de renovatiebedrijven. 3.3 Huidige marktomvang Doorstrijken is een techniek waarbij de metselmortel in één arbeidsgang, direct na het metselen wordt afgewerkt. Dit betekent dat doorstrijken alleen kan worden toegepast bij nieuw metselwerk, zodat alleen de nieuwbouw relevant is. In onderstaande tabel uit het structuuronderzoek voegbedrijven 2006 is het aandeel van nieuw metselwerk (bij benadering gelijk te stellen met nieuwbouw) af te lezen, namelijk 39%. % omzet per soort activiteit Activiteit % omzet Nieuwbouw 39 Renovatie en restauratie 39 Uithakken voegen 12 Impregneren en hydrofoberen 3 Metselen 3 Gevelreinigen 4 Overig 0 Totaal 100 Bron: EIM 2006 In het structuuronderzoek voegbedrijven 2006 wordt de totale brancheomzet voor 2004 geraamd op 150 miljoen. De gegevens uit bovenstaande tabel geeft dit een marktomvang voor voegwerkzaamheden in de nieuwbouw van 60 miljoen. Daarnaast wordt geschat dat in 2004 ongeveer 800 miljoen stenen aan metselwerk is omgezet. Dit komt overeen met ongeveer 11 miljoen m2. Uitgaande van een gemiddelde voegprijs van 9 /m2 is de totale marktwaarde dan afgerond ongeveer 100 miljoen. Hieruit kan worden afgeleid dat in 2004 al 40% van de markt werd doorgestreken. Desgevraagd werd door geïnterviewden geschat dat van de nieuwbouw momenteel 30% - 40% wordt doorgestreken. Deze waarde is in overeenstemming met de berekening, zij het voor 2004. Aangenomen mag worden dat momenteel circa 40% van de markt uit doorstrijkwerk bestaat. 3.4 Prognose Het is zeer moeilijk te voorspellen of de vraag naar doorstrijken verder zal toenemen, gelijk zal blijven of mogelijk zelfs zal dalen. In dit onderzoek volstaan wij met vast te stellen dat het momenteel een serieuze marktomvang heeft en dat er een grote kans bestaat dat deze verder zal groeien. Kortom: doorstrijken is een belangrijke ontwikkeling en eist aandacht en maatregelen van de bedrijven die werkzaam zijn in de voegbranche. pagina 9 van 22

4 Vergelijking voegen - doorstrijken In de discussie voegen versus doorstrijken valt op dat de meningen nogal verschillen. Bovendien wordt vaak slechts één aspect, afhankelijk van het eigen belang, als voor- of nadeel aangemerkt. De doelstelling van dit hoofdstuk is beide technieken objectief per aspect te vergelijken. Om de objectiviteit te benadrukken beperken we ons uitsluitend tot een beschouwing van kenmerken zonder hieraan een conclusie of waardeoordeel te verbinden. Bovendien zal het sterk per situatie verschillen welke techniek als beste kan worden toegepast. Dit hoofdstuk zal in ieder geval de betrokken partijen de informatie bieden om deze keuze in onderling overleg te kunnen maken. 4.1 Toepassing Onder toepassing verstaan we de verscheidenheid van situaties waarin de techniek kan worden toegepast. We vergelijken beide technieken op mogelijkheden betreffende kleuren, steensoort, voegtypes, etc. Vooral voor de architect is dit een belangrijk onderdeel. 4.1.1 Mortelkleuren Soms wordt nog wel beweerd dat doorstrijkmortels in minder kleuren beschikbaar zijn. Misschien was dit enkele jaren geleden nog het geval, maar inmiddels is er een ruime keus aan doorstrijkmortels in diverse kleuren beschikbaar. Ten aanzien van beschikbare kleuren is er dus geen groot verschil tussen doorstrijken en voegen. Indien de voeg op kleur gebracht moet worden, zal bij doorstrijkwerk alle metselmortel op kleur gebracht moeten worden. Dit kan consequenties hebben voor de eigenschappen en de kosten van de mortel. Men moet zich realiseren dat bij donker kleurige voegen kleurverschillen door kalkuitbloei eerder opvallen. Overigens kunnen zowel aan metselmortel als aan voegmortel tras of hulpstoffen worden toegevoegd die de kans op het ontstaan van kleurverschillen verkleinen. 4.1.2 Voegbreedte In het ontwerp kiest de architect een voegbreedte die vervolgens door de metselaar wordt gerealiseerd. Vooral het vereiste gereedschap zal bepalen welke afwerkingtechniek praktisch nog mogelijk is. Voegspijkers worden standaard geleverd vanaf 6 mm. Pointmasters worden standaard geleverd vanaf 8 mm. Het is mogelijk deze af te slijpen, zodat kleinere breedtes mogelijk worden. Dit laten we in deze vergelijking echter buiten beschouwing. 4.1.3 Type bakstenen Wanneer moet worden gevoegd aan bakstenen met een geringe wateropname is er bij voegen sprake van een slechte hechting op het steenoppervlak in verband met de aardvochtigheid van de voegmortel. Het risico bestaat dat de voeg alleen hecht op de achterliggende metselmortel. Bij bakstenen met een geringe wateropname wordt het voegwerk zwaarder belast door afstromend water dan bij goed zuigende stenen het geval is. Vanuit dit oogpunt adviseert de baksteenindustrie om voor metselwerk van stenen met een geringe wateropname doorstrijkwerk toe te passen. pagina 10 van 22

4.1.4 Afwerkingvormen In onderstaand overzicht worden de meest gebruikelijke afwerkingvormen (voegtypen) grafisch weergegeven. Overzicht afwerkingvormen pagina 11 van 22

Met voegen zijn eigenlijk alle denkbare afwerkingvormen mogelijk en wordt de keuze uitsluitend beperkt door het vakmanschap van de voeger. Bij doorstrijken zal een voeg altijd iets verdiept komen te liggen als gevolg van het aandrukken van de voeg. Hierdoor zijn platvolle voegen uitgesloten. Bovendien zijn met de pointmaster geen bijzondere afwerkingvormen zoals knippen, snijden en kloppen mogelijk. Wel worden er bij de pointmaster speciale schoentjes geleverd voor het maken van holle voegen, schaduwvoegen en scherpe voegen. Hieronder is in een overzicht per afwerkingvorm aangegeven of deze alleen met voegen of met beide technieken te realiseren is. Overzicht voegen en/ of doorstrijken per afwerkingvorm Type Voegen Door Strijken Sterk terugliggende voeg (meer dan 3 mm) Ja Ja Platvol gladde voeg Ja Nee Platvol geborstelde of gekamde voeg Ja Nee Bol geklopte voeg Ja Nee Geknipte of gesneden voeg Ja Nee Holle voeg Ja Ja Schaduwvoeg Ja Ja (1) Iets terugliggende voeg (tot 3 mm) Ja Ja Snijwerk Ja Nee Scherpe voeg Ja Ja Gekamde voeg Ja Ja Dudok Ja Nee (2) (1) In theorie mogelijk echter zeer arbeidsintensief (2) In de praktijk worden de stootvoegen en de lintvoegen wel eerst sterk verdiept als doorstrijkwerk uitgevoerd, waarna de stootvoegen later platvol worden afgewerkt door middel van voegen. 4.2 Kwaliteit Onder kwaliteit verstaan we enerzijds het aanzicht en anderzijds de duurzaamheid. We vergelijken beide technieken op het aanzicht door de belangrijkste kwaliteitsrisico s hiervoor te behandelen zoals het ontstaan van kleurverschillen, witte uitslag en de afwerking. Met betrekking tot de duurzaamheid is de levensduur geschat en is aandacht besteed aan de praktische en financiële aspecten bij renovatie van de gevel. 4.2.1 Kleurverschillen Productiviteit en weersomstandigheden De kleur van de mortel wordt in belangrijke mate bepaald door de weersomstandigheden tijdens de voegwerkzaamheden. Hoe meer deze tijdens de uitvoering wisselen, hoe groter de kans is op kleurverschillen. Vooral kleurverschillen binnen één gevel geven een minder fraai aanzicht en moeten dus voorkomen worden. Kleurverschillen tussen de gevel op de zuidzijde en noordzijde valt immers minder op. Een gemiddelde gevel (ongeveer 35 m 2 ) kan in één dag worden gevoegd. Dezelfde gevel kost met doorstrijken vijf dagen, waarbij de weersomstandigheden en de toegevoegde hoeveelheid water per dag zullen variëren. Bij doorstrijken is er dus een grotere kans op pagina 12 van 22

kleurverschil. Voor grotere oppervlaktes wordt dit risico nog groter. Er kunnen namelijk wel meerdere voegers tegelijkertijd aan dezelfde gevel werken, maar dit is niet mogelijk bij doorstrijken (de gevel moet tenslotte eerst gemetseld worden). Tijdstip van afwerken Bij doorstrijkwerk is het tijdstip van afwerken van invloed op de kleur. Metselmortel die nog vrij nat is op het moment van afwerken, levert een lichtere kleur op dan het geval is bij mortel die al meer is aangetrokken. Ook bij voegwerk is het vochtgehalte van de voegmortel van invloed op de kleur. Voegmortel die iets natter wordt verwerkt levert een lichtere kleur op dan droge mortel. Wisselende samenstelling mortel De kleuring van de mortel wordt bepaald door mengverhoudingen van de mortelbestanddelen en het toegevoegde water. Bij handmatig bereiden van voegmortel wordt een hoeveelheid voor circa 2 uur verwerking aangemaakt. Elke batch kan dus iets van samenstelling verschillen, waardoor kleurverschillen kunnen ontstaan. Dit is geldt echter voor zowel doorstrijken als voegen. Kleurverschillen als gevolg van wisselende samenstelling van de mortel kan worden voorkomen door prefab-mortel te gebruiken. Deze mortel wordt in een grote hoeveelheid aangemaakt en bewaard in silo s op de bouwplaats voor verwerking. Hiervoor kan bij zowel voegen als doorstrijken worden gekozen, hoewel het laatste bij doorstrijken overigens gebruikelijker is dan bij voegen. 4.2.2 Witte uitslag Mortel voorzien van tras Mortels kunnen zijn voorzien van stoffen zoals tras die de kans op witte uitslag aanzienlijk verminderen. Deze stoffen worden echter zowel aan doorstrijk- als voegmortel toegevoegd, zodat het voor de vergelijking niet relevant is. Diep terugliggende voegen In geval van diep terugliggende voegen is de kans op witte uitslag NIET minder groot, maar men ziet het minder goed. Diep terugliggende voegen kunnen met zowel doorstrijken als voegen worden gerealiseerd, zodat ook hiervoor geldt dat het voor de vergelijking niet zo relevant is. 4.2.3 Afwerking Stootvoegen ontbreken Bij zowel doorstrijken als voegen is een belangrijke voorwaarde dat er vol en zat wordt gemetseld. Indien dit wordt nagelaten ontbreken stootvoegen volledig of deels. In beide gevallen kan dit worden hersteld door in tweede instantie mortel toe te voegen. Dit levert bij doorstrijkwerk echter grote risico s op voor kleurverschillen. Overigens kiest men in sommige gevallen bewust voor stootvoegloos metselen. In dit geval worden de stenen dan tegen elkaar geplaatst en is er bijna geen ruimte tussen de stenen. Smetten Afwerken van een te natte mortel vergroot de kans op smetten. Het toepassen van een mortel die is afgestemd op het zuiggedrag van de steen, waardoor het aantrekken van de mortel snel verloopt, vermindert de kans op smetten. pagina 13 van 22

Vallende specie Men metselt en strijkt door van beneden naar boven. Vallende specie zal in dit geval dus de afgewerkte, schone muur bevuilen. Bij voegen werkt men van boven naar beneden en wordt er gewerkt met een aardvochtige specie. Daardoor is de kans op vervuiling van het metselwerk kleiner. Voorwaarde is wel dat de kantplanten en de consoles worden teruggelegd en de muur niet te nat is. Het belangrijkste verschil is echter dat bij metselen en doorstrijken het deel van de gevel waaraan is gewerkt nog besmet kan worden (omdat van beneden naar boven wordt gewerkt) terwijl bij voegen bij een juiste werkwijze het bewerkte deel van de gevel juist geen gevaar meer loopt (omdat van boven naar beneden wordt gewerkt). Bij doorstrijkwerk zal dus vaak achteraf de muur moeten worden gereinigd hetgeen extra tijd en kosten betekent. 4.2.4 Hardheid voeg Over het algemeen wordt gesteld dat met doorstrijken een hogere hardheid wordt verkregen. De voeg wordt immers goed verdicht en de mortel vormt één monolithisch geheel. Bij voegen is er een voeg- en metselmortel, zodat geen sprake is van één monolithisch geheel. De hardheid van de voeg is in grote mate afhankelijk van de mate van verdichten. En verdichten kan bij voegen net zo goed als bij doorstrijken en is meer afhankelijk van het vakmanschap van de voeger en de aandacht (tijd) die hij hieraan besteed. Zeker wanneer gebruik wordt gemaakt van een pneumatisch voegijzer zal dezelfde hardheid als met doorstrijken kunnen worden gerealiseerd. Hieraan zijn echter wel extra kosten verbonden. Als conclusie kan worden gesteld dat met voegen de zelfde hardheid als met doorstrijken kan worden gerealiseerd. Echter: bij voegen dient men hier wel extra aandacht aan te besteden, terwijl met doorstrijken deze hardheid in het reguliere proces wordt gerealiseerd. Een voeg zonder extra aandacht voor verdichten heeft een hardheid van ongeveer de helft van doorstrijkwerk. 4.2.5 Levensduur Levensduur gevel Om een eerlijke vergelijking te maken moet de levensduur van het voegwerk ook in beschouwing worden genomen. Interessant is dat de staat van de gevel als totaal, dus inclusief de stenen, bepaalt of een renovatie noodzakelijk is. Het aanzien van een gevel verandert ondermeer door vervuiling en tast de waarde van een gebouw aan. In sommige situaties kunnen weersinvloeden de gevel dusdanig aantasten dat een renovatie van de gevel al veel eerder noodzakelijk is, dan op basis van de duurzaamheid van het voegwerk normaliter verwacht mag worden. Levensduur voeg In CUR Aanbeveling 61 wordt er vanuit gegaan dat voegwerk een levensduur heeft van 25 jaar. De levensduur van een voeg wordt vaak gegarandeerd voor minimaal 10 jaar. In de praktijk is de levensduur sterk afhankelijk van de kwaliteit van het voegwerk en de weersinvloeden. Woningbouwcorporaties bijvoorbeeld begroten onderhoud op basis van een levensduur van 30 jaar. pagina 14 van 22

De belangrijkste factor voor de levensduur van de voeg is de hardheid, zodat een vergelijking in levensduur in wezen een vergelijking in hardheid is. Zoals vastgesteld in paragraaf 4.2.4 is de voeghardheid bij doorstrijken en voegen gelijk, mits bij voegen extra aandacht aan het verdichten wordt besteed. Een tweede belangrijke aspect voor de levensduur is de wijze van slijtage. Omdat bij doorstrijken met één mortel wordt gewerkt ontstaat een monolithisch geheel. Bij slijtage ontstaat over het algemeen een steeds verder terugliggende voeg in plaats van gaten zoals bij voegen veelal het geval is. Dit is een belangrijk voordeel van doorstrijken ten opzichte van voegen. Renovatie gevel in geval van doorstrijkwerk Bij de renovatie van een gevel zal men het zichtbare steenoppervlak in veel gevallen reinigen. Bij het reinigen kunnen ter plaatse van de zwakste delen van het voegwerk gaten ontstaan. Dat betreffen vooral de aanzetten van de stootvoegen. Aangezien doorstrijkwerk een monoliet geheel vormt, is de kans op schade bij reinigen veel kleiner. Voor een gevel met voegwerk bestaat er dus een grote kans dat na reiniging opnieuw gevoegd moet worden. Uiteraard is dit sterk afhankelijk van de kwaliteit van het voegwerk én het vakmanschap van de reiniger. Indien een gevel opnieuw moet worden gevoegd, zullen eerst de oude voegen moeten worden uitgehakt tot aan de specie. Een doorgestreken voeg is zo hard, dat deze uitsluitend met slijpen kan worden verwijderd. Dit is zo arbeidsintensief, dat dit in de praktijk niet vaak zal voorkomen. Bij doorgestreken gevels zal dus over het algemeen uitsluitend worden gereinigd. Aanzicht aanpassen aan mode In sommige gevallen kan het belangrijk zijn of het aanzicht nog in de mode is. Een goed zichtbare voeg in een kleur die afwijkt van de kleur van de steen was jarenlang gebruikelijk in de bouw, maar nu zou men wellicht hebben gekozen voor een voeg in dezelfde kleur van de steen. Doorstrijkwerk kan in verband met de hoge hardheid én als monolithisch geheel niet gemakkelijk worden vervangen. Voegwerk echter kan worden uitgekrabd en opnieuw worden gevoegd. Uiteraard is men hierbij vrij de kleur volgens de laatste mode te kiezen. 4.3 Organisatie 4.3.1 Werktijden Doorstrijken kan in verband met droogtijd over het algemeen tussen 1 en 4 uur na het metselen starten. Indien men ervoor kiest de voeger te laten doorstrijken heeft dit consequenties voor de werktijden. De voeger zal dan immers later starten en langer moeten doorwerken. De werkdag van de bouw in zijn geheel zal als gevolg hiervan dus langer worden, met als consequentie hogere kosten voor bouwtoezicht en energie. Daarnaast zijn er ook praktische aspecten in verband met CAO-afspraken en de beschikbaarheid van personeel (voor deze afwijkende uren). 4.3.2 Productiviteit Doorstrijken verlaagt productiviteit metselaar De productiviteit van de metselaar zal dalen bij doorstrijken, want hij moet immers extra aandacht besteden aan het vol en zat metselen en naast metselen ook doorstrijken. Alle partijen zijn het eens dat de productiviteit daalt, maar de mate waarin verschilt nogal en is uiteraard ook afhankelijk van de specifieke condities. Een productiviteit van gemiddeld 700 stenen per dag zonder doorstrijken en 450 stenen per dag met doorstrijken bleken pagina 15 van 22

voor alle partijen acceptabele aannames en kunnen dus worden gebruikt in de kostprijsberekening. Voeger op team metselaars Zoals eerder al beschreven kan het doorstrijken ook door één voeger op een team van metselaars worden uitgevoerd. In dit geval blijft de productiviteit van de metselaar onveranderd. Indien de voeger ook het uitkrabben voor zijn rekening neemt, kan de productiviteit van de metselaar zelfs worden verhoogd. Maximaal aantal slagen metselen Het aantal slagen dat kan worden gemetseld beïnvloed de productiviteit. Dit wordt echter bepaald door de samenstelling van de mortel en is onafhankelijk van de keuze voor doorstrijken of voegen. Metselprofielen belemmering doorstrijkwerk Plaatsing van metselprofielen belemmert bij doorstrijkwerk het afwerken van de specie achter het profiel. Ook in de neggekanten vormt de afwerking een probleem. Deze plaatsen moeten met de voegspijker worden bijgewerkt. Dit resulteert in een lagere productie. 4.3.3 Voorbereiding en nabehandeling Stelwerk Doorstrijken vereist meer stelwerk (profiel 4 cm van muur) en zal dus meer voorbereidingstijd (kosten) vergen. Proefmuur mortelsamenstelling Bovendien is voor een goed resultaat een proefmuur vereist, zodat een goede afstemming van steen, mortel en eventueel omgevingscondities kan worden getest. Dit wordt echter ook bij mormaal metselwerk gedaan, zodat dit niet relevant is voor de vergelijking. Nareinigen in verband met vallende specie Men metselt en strijkt door van beneden naar boven. Vallende specie zal in dit geval dus de afgewerkte, schone muur bevuilen. Indien dit, zoals verwacht mag worden, achteraf wordt gereinigd betekent dit extra tijd en kosten. Bij voegen werkt men van boven naar beneden zodat dit probleem hier niet speelt. Overigens wordt de muur bij voegen wel vaak na het metselen gereinigd (en dus voor het voegen). In dit geval is er dus in beide gevallen sprake van reinigen, zij het op een ander moment. Nareinigen in verband met kleurverschil Door de langere periode waarover het doorstrijkwerk wordt uitgevoerd, is de kans groter dat het metselwerk moet worden gereinigd in verband met een storend kleurverschil in de voegen. 4.3.4 Coördinatie en toezicht Herplanning De droogtijd is sterk afhankelijk van de (wisselende) weersomstandigheden dat a. aanpassen van de dagplanning vereist (regelwerk), of b. resulteert in leegloop als gevolg van afstemmingsproblemen. Een mogelijke oplossing om de afhankelijkheid van weersomstandigheden te verminderen is om geklimatiseerd te werken in de vorm van steigers met netten en kappen. pagina 16 van 22

Bouwtoezicht Indien wordt gekozen voor doorstrijken door een voeger op een team van metselaars zal er langer bouwtoezicht nodig zijn. 4.3.5 Materieel Steigerhuur in verband met doorlooptijd Vaak wordt gesteld dat de doorlooptijd met doorstrijken kan worden verkort omdat direct wordt gemetseld én gevoegd. Dit geldt uitsluitend indien een voeger op een team van metselaars doorstrijkt, zodat de metselaar geen productiviteitsverlies heeft. In de situatie dat de metselaar ook doorstrijkt is er eerder sprake van een langere doorlooptijd (i.v.m. productiviteitsverlies). Overigens hebben ook andere disciplines steigers nodig, dus een kortere looptijd betekent niet automatisch een besparing op materieel zoals bijvoorbeeld steigers. 4.4 Kostprijsvergelijking De keuze voor doorstrijken of voegen heeft uiteraard ook financiële consequenties. De belangrijkste component in de kostprijs is de productiviteit. De kosten voor materiaal, logistiek en management zijn buiten beschouwing gelaten, omdat deze voor beide technieken ongeveer gelijk zijn. De kosten voor een doorstrijkmortel zijn overigens hoger dan de kosten van afzonderlijke metselmortel en voegmortel. De productiviteit is zeer sterk afhankelijk van de gekozen afwerkingvorm. Aangezien doorstrijken vooral wordt gekozen voor terugliggende voegen is gekozen beide technieken te vergelijken voor zowel een terugliggende voeg van 3 mm als 8 mm. Bij de berekening zijn volgende uitgangspunten gebruikt: 1000 stenen per 13,8/ m2 73 stenen/ m2 Loonkosten metselaar = voeger = 300 /mandag Gebruik van bovenstaande uitgangspunten en de productiviteitscijfers in de 1 e en 2 e kolom van onderstaande tabel leveren de kostprijscijfers in / m2 in de laatste kolom van onderstaande tabel. Productiviteit voegen en doorstrijken Uit de kostprijscijfers van de laatste kolom uit bovenstaande tabel volgt de kostprijsvergelijking weergegeven in onderstaande tabel. Kostprijsvergelijking in /m2 Uit de tabel is af te lezen dat voegen in beide gevallen goedkoper is. pagina 17 van 22

5 Opdrachtgunning en de spelers Doorstrijken In de hoofdstukken 4 en 5 zijn respectievelijk de kwalitatieve en de financiële argumenten onderzocht die kunnen worden gebruikt om tot een keuze voor een van beide technieken te komen. Het is echter ook zeer van belang wie deze keuze maakt, wat zijn of haar belang is en in welke mate dit de keuze voor doorstrijken of voegen beïnvloed. In dit hoofdstuk gaan we hier nader op in. 5.1 Opdrachtgevers In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de opdrachtgevers per type voegbedrijf. Hieruit blijkt dat het nieuwbouwbedrijf vooral met aannemers te maken heeft, terwijl het renovatiebedrijf meer verschillende types opdrachtgevers heeft. % omzet per opdrachtgever Opdrachtgever Nieuwbouw Renovatie Overige Totaal bedrijf bedrijf bedrijven Aannemersbedrijven 81 45 47 57 Collega-voegbedrijven 6 4 14 9 Woningbouwverenigingen 4 26 14 14 Particuliere 8 24 25 19 Overig 1 1 0 1 Bron: EIM 2006 5.2 Aannemer Belang De aannemer is hoofdverantwoordelijk voor het totale project en communiceert met de opdrachtgever. Het is gebruikelijk dat de aannemer wordt vergoed in een bedrag per m 2. Zijn verantwoordelijkheid is tijdig en conform de specificaties op te leveren. Zijn belang en winstmarge is de kosten zo laag mogelijk te houden. Invloed Als hoofdverantwoordelijke voor het project heeft de aannemer directe invloed op de uitvoering binnen de kaders van de opdracht. 5.3 Architecten Belang De architect ontwerpt het project en is vooral geïnteresseerd in het aanzicht van de gevel. Zijn belang is vooral WAT het eindresultaat zal zijn (zijn visitekaartje) en minder HOE of door WIE het wordt gebouwd. Ondanks dat zij theoretisch geen voorkeur hebben voor doorstrijken of voegen (hetgeen in de gesprekken expliciet is bevestigd) zijn er drie argumenten voor hen om toch voor doorstrijken te kiezen: 1. sterk verdiepte voeg (onterecht) gelijk gesteld aan doorstrijken De verdiepte voeg tot soms wel 8 mm is momenteel zeer populair. Deze afwerkingvorm is zowel met voegen als met doorstrijken te realiseren. Uit de interviews blijkt echter dat veel architecten deze afwerkingvorm, geheel onterecht, gelijkstellen aan doorstrijken. pagina 18 van 22

2. uitsluiten heronderhandeling Wordt de mogelijkheid tot voegen (vooral van sterk terugliggende voegen tot 8 mm) opengelaten of zelfs voorgeschreven (dit zou mogelijk goedkoper kunnen zijn) dan ervaart de architect dit als een risico dat gedurende de uitvoering de diepte van de voeg opnieuw ter discussie wordt gesteld. Aangezien de diepliggende voeg voor de architect op basis van esthetische gronden het belangrijkste is, zal deze in het bestek doorstrijken voorschrijven. 3. onzekerheid vooraf over kwaliteit voegbedrijf Een vakman die bovendien voldoende tijd krijgt zal naar alle waarschijnlijkheid een voeg produceren die zich in hardheid kan meten met een doorgestreken voeg. De slechte ervaringen met kwalitatief slechte voegbedrijven in combinatie met het onterechte(!) idee dat doorstrijken geen vakmanschap vereist zijn voor architecten argumenten om doorstrijken in het ontwerp voor te schrijven. Invloed De architecten staan in nauw contact met de aannemer en opdrachtgever, hetgeen hen veel invloed levert. Zeker als zij gebruik maken van de mogelijkheid om de werkwijze (voegen of doorstrijken) vast te leggen in het bestek. 5.4 Metselbedrijf Belang Het grootste belang voor het metselbedrijf is de opdracht te krijgen. De lagere productiviteit in geval van doorstrijken wordt doorberekend aan de opdrachtgever, zodat de keuze voor doorstrijken of voegen voor het metselbedrijf voor dat aspect niet belangrijk is. In enkele gevallen kan mogelijk de onwil van werknemers, die vaak liever alleen metselen, als bezwaar worden gezien. Invloed Er zijn voldoende metselbedrijven die de opdracht aan kunnen nemen. De invloed en macht van een metselbedrijf op de uitvoering is dus gering. pagina 19 van 22

6 Conclusies Uit de analyses in voorgaande hoofdstukken volgen in dit hoofdstuk de belangrijkste conclusies en de beantwoording van de onderzoeksvraag. Ter herinnering herhalen we deze nog even hieronder: doorstrijken, kans of bedreiging voor de voegbranche? Doorstrijken is een serieuze bedreiging Doorstrijken heeft inmiddels een markaandeel van zo n 40% van de nieuwbouw en indien de trend zich doorzet zal dit in de toekomst verder groeien. Bovendien wordt doorstrijken in veel gevallen door de metselaars zelf uitgevoerd, hetgeen het voegbedrijf buiten spel zet. Het is dus zeer belangrijk dat de voegbranche dit fenomeen serieus neemt en zich beraadt op strategische maatregelen. Belangrijkste voordeel doorstrijken is langere levensduur Van de technische aspecten blijkt vooral de levensduur van doorstrijken in vergelijking met voegen het belangrijkste voordeel te zijn. Omdat bij doorstrijken met één mortel wordt gewerkt (die direct wordt afgewerkt) ontstaat een monolithisch geheel. Bij slijtage ontstaat over het algemeen een steeds verder terugliggende voeg in plaats van gaten zoals bij voegen veelal het geval is. Voordelen voegen zijn lagere kostprijs en meer afwerkingvormen Met voegen zijn alle denkbare afwerkingvormen mogelijk, in tegenstelling tot met doorstrijken. Bovendien kan een voeg na jaren worden vervangen door een nieuwe voeg naar de laatste mode, waarbij ook het wijzigen van de kleur tot de mogelijkheden behoord. Voegen is goedkoper dan doorstrijken voor zowel de iets terugliggende (3 mm) als sterk terugliggende (8 mm) voeg. Het verschil is in het laatste geval wel kleiner. Met voegen én doorstrijken zelfde hardheden te behalen Vaak wordt de hardheid van doorstrijken als belangrijk voordeel genoemd. Dit is onjuist, want met voegen en doorstrijken zijn dezelfde hardheden te halen. Voorwaarde bij het voegen is wel dat men veel aandacht besteed aan het verdichten van de voegmortel (beste resultaat met een mechanische voegspijker). Architecten stellen (onterecht) terugliggende voeg gelijk aan doorstrijken In veel gevallen wordt doorstrijken door architecten in het bestek voorgeschreven, terwijl men eigenlijk een sterk terugliggende voeg van 8 mm bedoeld. Dat deze ook met voegen kan worden gerealiseerd is men zich niet altijd bewust. Eindconclusie: stijgende vraag naar doorstrijken is een kans voor de voegbranche In eerste instantie lijkt het dat de toenemende vraag (of zelfs eis) naar doorstrijken als een bedreiging gekwalificeerd moet worden. De markt voor het voegen zal als gevolg hiervan immers afnemen. Hierbij wordt echter aangenomen dat het voegbedrijf geen rol heeft in doorstrijken. Indien het voegbedrijf een rol kan nemen in doorstrijken en waarde kan toevoegen is dezelfde ontwikkeling een kans. pagina 20 van 22

7 Aanbevelingen Op basis van de conclusies en de informatie verzameld in dit onderzoek zijn onderstaande aanbevelingen geformuleerd als aanzet tot een mogelijk vervolg. Samenwerking metselbedrijf Het is voor het voegbedrijf een grote kans om samenwerking te zoeken met metselbedrijven en het doorstrijken op zich te nemen. Het voegbedrijf kan zodoende omzet in de nieuwbouw behouden of zelfs meer omzet realiseren. Bovendien is de samenwerking financieel ook voor beide partijen interessant. Uit het onderzoek is duidelijk geworden dat de opdrachtgever bereid is de meerprijs per m2 te betalen voor doorstrijkwerk. Een voegbedrijf kan vervolgens de opdracht tot doorstrijken aannemen tegen een vergoeding van een deel van die meerprijs, zodat er nog een extra marge voor het metselbedrijf te verdienen is. Indien de voeger ook nog het uitkrabben voor zijn rekening neemt is zelf nog een extra productiviteitsstijging door de metselaar te realiseren. Tenslotte is uit het onderzoek o.a. gebleken dat metselaars liever metselen en productie maken dan doorstrijken, hetgeen mogelijk wordt gemaakt door een voeger aan een team van metselaars toe te voegen die belast is met het doorstrijken. Het voegbedrijf zal wel moeten omgaan met aangepaste werktijden, mogelijke leegloop als gevolg van sterk verschillende droogtijden en de noodzaak tot langer bouwtoezicht. Indien men hieraan aandacht besteed en hierover vooraf duidelijke afspraken met betrokken partijen maakt is doorstrijken een kans voor het voegbedrijf. Voorlichting aan en lobby bij architecten en aannemers Naast een samenwerking zoeken met een metselbedrijf is een andere mogelijkheid de trend te keren door architecten bewust te maken van hun (onterechte) veronderstelling dat een diep terugliggende voeg doorstrijken impliceert. Hierin kan de brancheorganisatie VNV een goede rol vervullen. Voorbereiden op krimpende markt Een laatste mogelijkheid is uiteraard ook te accepteren dat de markt voor voegen in nieuwbouw zal krimpen als gevolg van de toenemende vraag naar doorstrijken. In dit geval kan men zich gaan concentreren en beperken tot de renovatie- en/ of restauratiemarkt. Soms zal dit ook kunnen betekenen het personeelsbestand om deze reden niet uit breiden of zelfs te reduceren. pagina 21 van 22

8 Lijst geïnterviewden Naam Bedrijf Activiteit Jan Lakenman De Vennen Metselbedrijf Jos van den Heuvel Van den Heuvelbouw Lith Metselbedrijf Jan Bosman Bosmans Daamen Metsel en Voegbedrijf Voegbedrijf Coen Kampstra Faro Architect Sander Kemper Building Maintenance BV Geveladviesbedrijf Joop Tournoy Maxit Nederland B.V. Mortelleverancier Jaap Koek J. Koek Gevelconsultancy Geveladviesbedrijf Harry Dijkstra Hadijko Metselbedrijf Cees van Oosten De Vennen Metselbedrijf Gerlach & Rick Takkenkamp Takkenkamp Voegwerken BV Voegbedrijf Henk Duijzer HM architecten Architect Hugo Speelman Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten Bastiaan van de Kraats 1meter98 BNA Architect Vincent Frowijn Vincent Frowijn BNA Architect J. Walraad Walraad Architect Overkoepelend orgaan baksteenindustrie pagina 22 van 22