ORDE VAN DIENST Viering Heilig Avondmaal voorganger ds. E. Braam, Kampen ouderling Ad Kramer lector Jantie de Vries diaken Willy Hoekstra organist Jan van Veldhuizen koster Theo Schaap zondag 31-01-2016 Protestantse Gemeente De Graankorrel te s-graveland
2 Welkom en mededelingen VOORBEREIDING Drempelgebed Lied 66: 1, 2 en 3 1 Breek, aarde, uit in jubelzangen, Gods glorierijke naam ter eer. Laat van alom Hem lof ontvangen. Geducht zijn uwe daden, Heer. Uw tegenstanders, diep gebogen, aanvaarden veinzend uw beleid. Heel de aarde moet uw naam verhogen, psalmzingen uwe majesteit. 2 Kom, zie nu de geduchte werken die God aan mensen heeft gedaan: Hij stelde aan de wateren perken, droogvoets zijn zij erdoor gegaan. Laat zich ons hart in Hem verblijden: God houdt de volken in het oog. Zijn rijk is over alle tijden. Gij trotsen, draagt het hart niet hoog. 3 Doe onze God uw loflied horen, gij volken, zing alom op aard, loof Hem door wie wij zijn herboren, die ons voor wankelen heeft bewaard. Gij toetst ons, Gij beproeft ons leven, zoals men erts tot zilver smelt. Gij die ons, aan het vuur ontheven, gelouterd voor uw ogen stelt.
3 Kyriegebed Glorialied 657: 1, 2 en 4 1 Zolang wij ademhalen schept Gij in ons de kracht om zingend te vertalen waartoe wij zijn gedacht: elkaar zijn wij gegeven tot kleur en samenklank. De lofzang om het leven geeft stem aan onze dank. 2 Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht, het lied op and re lippen draagt mij dan door de nacht. Door ademnood bevangen of in verdriet verstild: het lied van Uw verlangen heeft mij aan t licht getild. 4 Ons lied wordt steeds gedragen door vleugels van de hoop. Het stijgt de angst te boven om leven dat verloopt. Het zingt van vergezichten, het ademt van uw Geest. In ons gezang mag lichten het komend bruiloftsfeest.
4 DIENST VAN HET WOORD Gebed bij de opening van de Schrift Eerste lezing: Jeremia 1: 4-10 4 De HEER richtte zich tot mij: 5 Voordat ik je vormde in de moederschoot, had ik je al uitgekozen, voordat je de moederschoot verliet, had ik je al aan mij gewijd, je een profeet voor alle volken gemaakt. 6 Ik riep: Nee, HEER, mijn God! Ik kan het woord niet voeren, ik ben te jong. 7 Maar de HEER antwoordde: Zeg niet: Ik ben te jong. Richt je tot iedereen naar wie ik je zend en zeg alles wat ik je opdraag. 8 Wees voor niemand bang, want ik zal je terzijde staan en je redden spreekt de HEER. 9 En de HEER strekte zijn hand uit, raakte mijn mond aan en zei tegen mij: Hiermee leg ik mijn woorden in jouw mond. 10 Nu, op deze dag, geef ik je gezag over alle koninkrijken en volken, om ze uit te rukken en te verwoesten, om ze te vernietigen en af te breken, op te bouwen en te planten. Lied 831: 1 t/m 9 (predikant zingt coupletten, de gemeente refrein) 1 Gestuurd op wegen ongedacht, als eenzaam vechter in de nacht draag ik de mantel van profeet. Met Gods verdriet ben ik bekleed.
2 Ik riep: Gij vraagt te veel van mij. Gij zijt te groot, ga mij voorbij! Maar spreken moest ik, aangeraakt ben ik nu tot zijn stem gemaakt. 3 Zijn woorden ploegen door mijn grond. Zij leggen bloot, ze slaan een wond. Hij roept om ons én klaagt ons aan. Kan Hij niet zonder ons bestaan? Refrein 4 Zo ongelegen komt zijn woord, een fluistering die ongehoord zich in mijn bloed gedrongen heeft, als liefde waar ik mij aan geef. 5 Hij is een woord dat niet verwaait, een vuur waarin de liefde laait, een hamer die de rotsen splijt, een God die aan ons mensen lijdt. 6 Hij striemt de vrome zekerheid, maar streelt de twijfels en de strijd. Wij buigen ons voor zijn gericht en vinden zo zijn aangezicht. Refrein 7 Ik bande Hem uit hart en hoofd. Zijn naam dacht ik in mij gedoofd. Vergeefs ontliep ik zijn geluid, want als een vlam slaat Hij mij uit. 8 Verliet ik dan de moederschoot alleen voor leven totterdood? Was zij, die mij het leven gaf mij maar geworden tot een graf... 5
9 Ik ben gevangen in zijn stem, mijn leven spreekt alleen van Hem, mijn God; Hij zit mij in het bloed. Dat maakt mijn bitter leven zoet. Refrein Tweede lezing: Lucas 4: 21 30 6 21 Hij zei tegen hen: Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan. 22 Allen betuigden hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden, en ze zeiden: Dat is toch de zoon van Jozef? 23 En hij zei tegen hen: Ongetwijfeld zullen jullie me dit gezegde voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. Doe alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kafarnaüm gebeurd is, ook hier in uw vaderstad. 24 Hij vervolgde: Luister, ik zeg jullie dat geen enkele profeet welkom is in zijn vaderstad. 25 Maar ik zeg het jullie zoals het is: in de tijd van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden lang gesloten bleef en er in het land een grote hongersnood uitbrak, waren er veel weduwen in Israël. 26 Toch werd Elia niet naar een van hen gezonden, maar naar een weduwe in Sarepta bij Sidon. 27 En in de tijd van de profeet Elisa waren er veel mensen in Israël die leden aan huidvraat. Toch werd niemand van hen gereinigd, maar wel de Syriër Naäman. 28 Toen de aanwezigen in de synagoge dit hoorden, ontstaken ze in grote woede. 29 Ze sprongen op en dreven hem de stad uit, naar de rand van de berg waarop hun stad gebouwd was, om hem in de afgrond te storten. 30 Maar hij liep midden tussen hen door en vertrok. Lied 534: 1 t/m 4 1 Hij die de blinden weer liet zien, hun ogen kleur liet ondervinden is zelf het licht dat ruimte geeft: ons levenslicht, de Zoon van God.
2 Hij die de lammen lopen liet hun dode krachten deed ontvlammen is zelf de weg tot waar geluk: ons levenspad, de Zoon van God. 3 Hij die de armen voedsel gaf met overdaad hen kwam verwarmen is zelf het brood dat honger stilt: ons levensbrood, de Zoon van God. 4 Hij die de doven horen deed hun eigen oren deed geloven is zelf het woord dat waarheid spreekt: het levend woord, de Zoon van God. Uitleg en verkondiging Lied 530: 1 t/m 4 1 De Geest des Heren is op hem die tot verkondiging verkoren, ons aanspreekt zodat wij het horen als hoorden wij Gods eigen stem. 2 Wat is het dat hij aan ons meldt? De blijde boodschap voor de armen: het overweldigend erbarmen dat ons gebroken hart herstelt. 3 Dat de gevangenen bevrijdt en ons verlost uit schande en schade en meldt het jaar van Gods genade, zijn recht en zijn barmhartigheid. 4 Wij danken God voor deze stem die heeft geklonken in ons midden, ons aangevuurd heeft bij het bidden met uitzicht op Jeruzalem. 7
8 Gebeden Collecte Noodhulp voor vluchtelingen Overal in het land steken kerkleden hun handen uit de mouwen voor vluchtelingen. Dat bleek tijdens de Landelijke Diaconale Dag op zaterdag 21 november. Veel kerken organiseerden inzamelingen en activiteiten voor vluchtelingen. Er is gul gegeven: in de afgelopen maanden is ongeveer 1,8 miljoen opgehaald. Daardoor kan Kerk in Actie wereldwijd vluchtelingen ondersteunen. In kampen in Jordanië delen partnerorganisaties bijvoorbeeld voedsel en tenten uit. In Syrië zorgen ze ervoor dat ontheemde kinderen toch naar school kunnen. In Griekenland zorgen kerkelijke organisaties voor voedsel, drinkwater, tenten en sanitaire voorzieningen. Met de opbrengst van de eerste collecte wordt de actie voor vluchtelingen gesteund. De tweede collecte is bestemd voor de kerk. De opbrengst van de zakjes bij de uitgangen van de kerk is bestemd voor het project ʻKinderarbeid in Indiaʼ van Kerk in Actie. Als overgang naar de tafelviering zingen wij Iona 41: 1, 2 en 3
2 Beker, gereikt vanuit vreugde, wijn, ingekleurd door de pijn, teken dat Hem verheugde kwetsbaar te zijn om in Gods naam de weg ten leven te gaan. 3 Handen, bereid om te delen, Mensen, geplaatst in het licht, teken dat breuken wil helen, tot ons gericht om in Gods naam de weg van de liefde te gaan. VIERING HEILIG AVONDMAAL v: De harten omhoog naar God! a: Als bloemen naar de zon! v: Dank de HEER, onze God! a: Wij willen God danken! 9 U danken wij, God onze HEER, God van overal en altijd, van mensen, dieren en planten, van water, lucht en aarde, die alles goed maakt en alles vasthoudt: heilig is uw Naam! Kom tot ons, hier in ons midden. Loof de HEER, want God is goed, (melodie Ps. 136) die de mensen leven doet en hen als op handen draagt liefde die de dood verjaagt.
10 Dank de HEER, die alles schiep en ons hier bij name riep. Heilige, groot is uw macht, maak ons vrij, toon ons uw kracht! In Jezus zien wij wie U bent: mens onder de mensen, bewogen om hun lot. Zo nam Jezus brood en beker, dankte U en deelde uit. Telkens als we samenkomen rond de tafel, deelt Hij het brood, schenkt Hij de wijn. Kom tot ons, hier in ons midden. Loof de HEER, want God is goed; (melodie Ps. 136) zie wat Jezus voor ons doet: brood is Hij voor mij, en wijn; ik mag gast aan tafel zijn. Uw Geest is gekomen, kracht om alles nieuw te maken: brood en beker die naar U wijzen, mensen die op U lijken. Geroepen om met U mee te gaan, vormen we een kring van klein en groot, één wereldwijde gemeente. Kom tot ons, hier in ons midden. Loof de HEER, want God is goed, (melodie Ps. 136) die ons weer herleven doet. Toekomst heeft ons aangeraakt, vrede voor wie vrede maakt!
11 Dank de HEER, kom in de kring, leef van de verwondering, dat ook jij erbij mag zijn, bij het brood en bij de wijn. Samen bidden wij het Onze Vader De vredegroet Niet een gemakkelijk vrede, niet een vrede die niets te betekenen heeft, niet een halfslachtige vrede, maar de vrede van onze Heer Jezus Christus is met ons. Laten we die met elkaar delen. We kunnen elkaar een hand geven en de vrede van Christusʼ wensen. Lied Iona 47 (2x) Onder het naspel vormen wij een kring rond de tafel. Delen van Brood en Wijn Dankgebed
12 v a Heer Jezus Christus, U hebt ons uw leven in handen gegeven; nu leggen wij ons leven in de uwe. Neem ons, vernieuw en herschep ons. Wat wij waren is verleden tijd; wat wij zullen worden, door U, ligt nog voor ons. Leid ons voorwaarts en neem ons met U mee. Amen Besluit Slotlied 418: 1 en 2 1 God, schenk ons de kracht dicht bij U te blijven, dan zal ons geen macht uit elkander drijven. Zijn wij in U een, samen op uw wegen dan wordt ons tot zegen lachen en geween. 2 Niemand kan alleen, Heer, uw zegen dragen; zegen drijft ons heen naar wie vrede vragen. Wat Gij schenkt wordt meer naar gelang wij delen, horen, helpen, helen, vruchtbaar in de Heer. Zegen