Vogelstrandingen op de Vlaamse stranden

Vergelijkbare documenten
Vogelstrandingen op de Vlaamse stranden

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Monitoring Vlaamse stranden

De rustende grote meeuwen zijn deze keer niet op de parkeerplaats te vinden. Het ziet er heel verlaten uit.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Vogelstrandingen. langs de Vlaamse kust. tijdens de winter 2006/07. Inleiding

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends,

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

IMARES Wageningen UR. Vogeltellingen Bruine Bank november Aanvullende beschermde gebieden op de Noordzee. Rapportnummer C118/09 1 van 14

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

IMARES Wageningen UR. Vogeltellingen Bruine Bank januari Aanvullende beschermde gebieden op de Noordzee. Rapportnummer C005A/10 1 van 13

IMARES Wageningen UR. Vogeltellingen Bruine Bank November Aanvullende beschermde gebieden op de. Noordzee

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

VERVUILING VAN DE ZEE VERSTRIKKINGEN VAN ZEEVOGELS IN ZWERFVUIL EN VISTUIG,

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Nieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006

50 jaar vogelstrandingen aan de Belgische kust. Eric W.M. Stienen, Wouter Courtens, Marc Van de walle, Nicolas Vanermen & Hilbran Verstraete

Strandvogels in de kijker Jan Seys communicatieverantwoordelijke Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Nieuwsbrief PTT Januari 2018

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

IMARES Wageningen UR. Vogeltellingen Bruine Bank november R.S.A. van Bemmelen, S.C.V. Geelhoed. Rapport C145/10

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013

IMARES Wageningen UR. Vogeltellingen Bruine Bank maart Aanvullende beschermde gebieden op de. Noordzee

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Verspreiding en dichtheid van de mariene avifauna en zeezoogdieren ter hoogte van het geplande windpark Breeveertien II

Wintertelling 2012/13 voor de Vogelatlas in Noord Holland Noord en Zuid

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Weekendje Texel oktober 2016

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Monitoring en Evaluatie Pilot Zandmotor Fase 2 - Data rapport vogels en zeezoogdieren rond de Zandmotor. December April 2012

IMARES Wageningen UR. Vogeltellingen Bruine Bank Maart Aanvullende beschermde gebieden op de. Noordzee

Nieuwsbrief PTT December 2013

Vogelexcursie Maasplassen

Nationale Databank Flora en Fauna Uitvoerportaal

Klaverbank/ Botney Cut Experience IV

Tennet TSO W. van Dijk Postbus AS ARNHEM. ONTWERP-BESLUIT Gezien voor akkoord : Datum:

Verslag vogelwerkgroep IVN De Steilrand rondje Zeeland

Monitoring en Evaluatie Pilot Zandmotor Fase 2 - Datarapport vogels en zeezoogdieren /2015 S. Lagerveld (IMARES)

Euro Birdwatch 2012 Jaarlijkse trekteldag

Checklist van de vastgestelde vogelsoorten binnen Blokkersdijk

Monitoring en Evaluatie Pilot Zandmotor Fase 2 - Datarapport vogels en zeezoogdieren /2016 Ir. S. Lagerveld (IMARES)

BMP rapport Gat van Pinte 2012

Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust.

Cruiserapport scheepstellingen van zeevogels op het Friese Front en op de Bruine Bank, 2016

Big Days Groot-Amsterdam

Excursieverslag Vogelweekend Texel.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Documentnummer AMMD ( )

Required species Netherlands Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No numbers means not required

Ministerie van Economische Zaken

Lepelaar vrij schaars klein aantal klein aantal

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Water- en roofvogeltelling januari uitgevoerde telling. De telling wordt

is uitgevoerd, wordt volstaan met

Cruiserapport schepstellingen van zeevogels op het Friese Front en op de Bruine Bank, 2017

Van aalscholver tot zwarte zee-eend.

IMARES Wageningen UR (IMARES - institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

UITSTAP. EEN DAG AAN ZEE BUSTOCHT NAAR OOSTENDE EN HET ZWIN Zaterdag 20 oktober 2001

DANKWOORD... 1 ALGEMENE INLEIDING... 2 DEELSTUDIE 1:... 3 STUDIE VAN HET BELANG VAN DE THORNTONBANK VOOR ZEEVOGELS Achtergrond en

C.J. Camphuysen, bijdrage een overzicht van de vondsten en een bespreking van enkele bijzonderheden. verzameld door Ornis Consult in Kopenhagen.

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Achter de Schotbalken. Een evaluatie

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden

Required species Belgium Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No number means not required

BMP rapport Gat van Pinte 2013

Vogellijst Soort / Datum 29.jun 30.jun 1.jul 2.jul 3.jul 4.jul 5.jul 6.jul 7.jul / TOT

Oil victims in the Netherlands in the early times: Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Texel. olie bevuilde vogels op

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

Datum: 25 September Texel Zuidelijkste van de Waddeneilanden. Rondje over het eiland. Excursie tot uur vanaf Veerplein, op Texel.

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen

OLIESLACHTOFFERS OP DE NEDERLANDSE KUST, 2011/2012

Datum: Zondag 3 maart Excursie: De Brabantse Biesbosch ochtendexcursie. Gids: Pim

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

Hoe gezond is de Noordzee?

Nederland Schouwen-Duiveland

Transcriptie:

Vogelstrandingen op de Vlaamse stranden winter 2009/10 Eric W.M. Stienen & Marc Van de walle November 2010 INBO.R.2010.55 4 Winter 2009/10 www.inbo.be

Dankwoord/Voorwoord Zoals altijd moeten we het dankwoord vooral wijden aan de vrijwillige inzet van de tellers. Zonder hun inspanningen is de jaarlijkse monitoring van gestrande vogels langs de Vlaamse kust niet mogelijk. Al jaren wordt een beroep gedaan op een redelijk vaste groep van gemotiveerde tellers die hun waarnemingen aan het INBO doorgeven. De gegevens van dit jaar werden verzameld door volgende mensen: André Cattrijsse, Daphnis Depooter, Franky Bauwens, Omère Rappé, Paul Lingier, Paul Vandenbulcke en Walter Wackenier. Namens het INBO werden tellingen verricht door Eric Stienen, Hilbran Verstraete en Marc Van de walle. Zij worden allen van harte bedankt voor hun trouwe inzet! Het onderzoek wordt financieel gesteund door het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust Afdeling Kust (AMDK-AK). Het Vlaams Instituut voor de zee (VLIZ) zorgde voor logistieke ondersteuning en zal instaan voor het verdere beheer van de gegevens. Het VLIZ voorziet een website waar de gegevens over de tellingen kunnen worden geraadpleegd en waar tevens veel informatie en literatuur over aangespoelde vogels kan worden gelezen (http://www.vliz.be/vogelslachtoffers). Vloedlijn op strand van Nieuwpoort Hilbran Verstraete. www.inbo.be Winter 2009/10 5

6 Winter 2009/10 www.inbo.be

Samenvatting Dit is de vierde rapportering van de monitoring van de Vlaamse stranden in opdracht van Afdeling Kust van het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (AMDK-AK). De coördinatie, de dataverwerking en de rapportering werd uitgevoerd door het INBO. Het databeheer werd uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). Dit rapport heeft betrekking op tellingen van gestrande vogels langs de Vlaamse stranden gedurende de winter 2009/10. Tijdens de winter 2009/10 werden er opmerkelijk weinig gestrande vogels gevonden. Er werden slechts 162 aangespoelde vogels en daarnaast 2 Bruinvissen en 1 Grijze Zeehond aangetroffen (Tabel 3). De dichtheid aan aangespoelde vogels lag met 0,36 vogels per onderzochte kilometer strand bijzonder laag. Dit is de op één na laagste dichtheid sinds de aanvang van de tellingen in de winter 1961/62. Echte zeevogels zoals alkachtigen, duikers en zee-eenden werden de voorbije winter nagenoeg niet aangetroffen. Er werden zelfs zo weinig vogels gevonden dat het niet mogelijk was om een betrouwbare index te berekenen van de oliebevuilingsgraad. De geringe aantallen gestrande vogels stemmen overeen met de lage dichtheden aan levende vogels die de voorbije winter op zee werden aangetroffen. Het onderzoek naar gestrande vogels levert niet alleen gegevens op over de verontreiniging met stookolie. In het onderhavige rapport worden ook preliminaire resultaten gepresenteerd van de effecten van plastic (o.a. vislijnen, vishaken, stukken visnet en verpakkingen van sixpacs) op zeevogels. Bepaalde soorten blijken zeer gevoelig en raken relatief vaak verstrikt in plastic. Met name Jan-van-gent en Rotgans blijken gevoelig, maar ook diep duikende soorten (duikers, futen en alkachtigen) en de meeste meeuwensoorten raken relatief vaak verstrikt. Jan-van-gent verstrikt in visdraad foto Walter Wackenier www.inbo.be Winter 2009/10 7

8 Winter 2009/10 www.inbo.be

English abstract This is the fourth monitoring report of the Beached Bird Surveys along the Flemish coast. The study was conducted under the authority of the Flemish Government, Agency for Maritime and Coastal Services (AMDK-AK) and in close cooperation with the Flanders Marine Institute (VLIZ). This report presents the results of the Beached Bird Surveys conducted during the winter 2009/10. During the last winter remarkably low numbers of beached birds were found. In total 162 birds, 2 Harbour Porpoises and 1 Grey Seal were counted (Table 3). The density (expressed in numbers per km of beach) amounted to 0.36, which is the second lowest density since the onset of the surveys in 1961/62. Especially true seabirds such as auks, divers and seaducks were found in very low numbers. The numbers of Guillemots were even too low to compute a reliable index of the oil-rate. This coincided with low densities of most seabirds at sea. During the surveys it was also noted whether or not a bird was entangled in fishing gear or other plastic material. In this report we show some preliminary results regarding entanglement of seabirds. It shows that species are not equally sensitive to entanglement. Northern Gannets and Brent Geese were relatively often found entangled, followed by deep diving species (such as divers, grebes and auks) and most gull species. Strand nabij Oostduinkerke Hilbran Verstraete www.inbo.be Winter 2009/10 9

10 Winter 2009/10 www.inbo.be

Inhoud 1 Inleiding...13 2 Materiaal en methode...15 2.1 Studiegebied...15 2.2 Tellingen...17 2.3 Dataverwerking...18 3 Resultaten...19 3.1 Telinspanningen winter 2009/10...19 3.2 Soorten en aantallen winter 2009/10...20 3.3 Trends sinds de winter 1961/62...22 3.4 Oliebevuilingsgraad...23 3.5 Vervuiling met plastics...26 3.6 Gegevens online...29 4 Opvallende/merkwaardige aanspoelsels...31 5 Discussie...33 6 Literatuur...35 7 Bijlagen...36 www.inbo.be Winter 2009/10 11

12 Winter 2009/10 www.inbo.be

1 Inleiding Om allerlei redenen spoelen er vogels aan op onze stranden. Soms is dat gerelateerd aan natuurlijke processen zoals stormen of voedselschaarste, soms heeft de achterliggende reden echter iets te maken met menselijk handelen zoals olielozingen of plasticvervuiling. Om beter inzicht in te krijgen in de processen die spelen bij strandingen van vogels is een lange-termijn-monitoring nodig. Daarom organiseert het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) strandtellingen langs de volledige Belgische kust. De eerste tellingen werden reeds uitgevoerd tijdens de winter 1961/62 (Kuijken 1978). Aanvankelijk waren het jeugdverenigingen (BJN) die op geheel vrijwillige basis één maal per jaar tellingen uitvoerden langs de Vlaamse stranden. Sinds de winter 1991/92 is het INBO verantwoordelijk voor de tellingen en wordt de gehele Vlaamse kust minstens één maal per maand onderzocht tussen oktober en maart. Sinds de winter 2006/07 wordt het onderzoek uitgevoerd in opdracht van Afdeling Kust van het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (AMDK-AK) en in nauwe samenwerking met het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). Dit rapport betreft de vierde rapportage over de monitoring van de Vlaamse stranden, te weten de strandingen gedurende de winter 2009/10. Zoals gebruikelijk wordt er gerapporteerd over gestrande vogels, over oliebevuiling bij gestrande vogels en over andere opmerkelijke strandingen op de Vlaamse stranden. De gegevens uit de databank worden primair gebruikt als indicator voor de mate van chronische olievervuiling op zee. Een hoog percentage besmeurde zeevogels geeft immers aan dat er relatief veel vogels in aanraking zijn gekomen met olie die op zee drijft. Daarnaast kunnen de gegevens worden aangewend om andere doodsoorzaken te onderzoeken, zoals verstrikking in plastics, aanvaringen met windturbines etc. In dit rapport wordt extra aandacht besteed aan de gevolgen van plasticverontreiniging voor zeevogels. www.inbo.be Winter 2009/10 13

14 Winter 2009/10 www.inbo.be

2 Materiaal en methode 2.1 Studiegebied Tijdens de tellingen, ook wel Beached Bird Surveys genoemd, wordt in principe het volledige Vlaamse strand over zijn gehele lengte, ongeveer 65 km., onderzocht. Voor de winter 2009/2010 hebben we enkele telresultaten van het traject Oostende De Haan (OODH) nog niet ontvangen waardoor die telresultaten voorlopig buiten beschouwing zijn gelaten. In een volgende rapportage zullen die geïncorporeerd worden. Het overgrote deel van het Vlaamse strand bestaat uit zandig substraat. Binnen de havendammen van Zeebrugge ligt nog eens 1-2 km opgespoten zandstrand langs de oostelijke dam, het zogenaamde sternenschiereiland. Ongeveer de helft van de Vlaamse stranden is afgeboord door dijken. Strandhoofden kenmerken bepaalde delen van het Vlaamse strand, voornamelijk in het westelijke deel. Het Vlaamse strand is om praktische redenen ingedeeld in 7 trajecten (Tabel 1). Deze opsplitsing wordt tijdens de bespreking van de resultaten aangehouden. Tabel 1 De lengte van de zeven trajecten, gerangschikt van west naar oost. De afkorting van de verschillende trajecten wordt weergegeven, zoals die verder in dit rapport zullen gebruikt worden. Traject afkorting Lengte (km) Franse grens-nieuwpoort FRNP 14,3 Nieuwpoort-Oostende NPOO 16,7 Oostende-De Haan 1 OODH 8,5 De Haan-Blankenberge DHBL 7,1 Blankenberge-Zeebrugge BLZB 5,3 Zeebrugge Sternenschiereiland ZBSE 1,5 Zeebrugge-Nederlandse grens ZBNL 10,2 1 Volledigheidshalve is het traject OODH in de tabel opgenomen, maar uitzonderlijk konden de telgegevens van dit traject niet in het rapport worden opgenomen. www.inbo.be Winter 2009/10 15

16 Winter 2009/10 www.inbo.be

2.2 Tellingen Vanaf de winter 1991/92 worden aangespoelde vogels op de Vlaamse stranden volgens een gestandaardiseerde manier geteld. Dit houdt in dat er maandelijks van oktober tot maart een integrale strandtelling wordt georganiseerd. Het INBO telt het traject Nieuwpoort- Oostende (NPOO), de andere trajecten worden onderzocht door vrijwilligers. De tellingen worden meestal al wandelend uitgevoerd langs de laatste hoogwaterlijn, vanwaar het hele strand wordt afgezocht. Van de gevonden kadavers (of soms nog levende vogels) worden de volgende gegevens genoteerd: soort, kleed, leeftijd, oliebevuilingspercentage (i.e. het percentage van het lichaam dat met olie besmeurd is), de versheid van het kadaver en eventuele aanduidingen die wijzen op de doodsoorzaak (zoals vishaken, breuken, verstikking etc.). Naast deze maandelijkse tellingen werden soms occasionele tellingen (extra tellingen) uitgevoerd, al dan niet naar aanleiding van berichtgevingen over grote aantallen gestrande zeevogels, olie die aanspoelt op het strand of ander calamiteiten. De tellingen gaan feitelijk terug tot de winter 19961/62 (Kuijken 1978), maar de tellingen werden in de eerste decennia alleen in februari georganiseerd in het kader van de International Beached Bird Surveys (IBBS). Vanaf 1992 worden meer gerichte, systematische tellingen uitgevoerd op regelmatige basis (minstens één maal per maand) en dat voor de maanden oktober tot maart. Van bepaalde vogelsoorten wordt tegenwoordig het aangespoelde kadaver verzameld (onder vergunning) en ingevroren voor nader onderzoek. Noordse Stormvogels Fulmaris glacialis worden verzameld voor een Europees onderzoek naar de vervuiling van de zee met plastic partikels (Van Franeker et al. 2005). Ook worden verse kadavers van Zwarte Zee-eend Melanitta nigra, Zeekoet Uria aalge, Alk Alca torda en Roodkeelduiker Gavia stellata verzameld in het kader van het project Westbanks (Belspo). De verzamelde kadavers worden diepgevroren in afwachting van verder onderzoek (biometrisch onderzoek, onderzoek naar de staat van inwendig orgaanweefsel en maaganalyse). De overige vogels worden op het strand achtergelaten nadat een vleugelpunt was afgeknipt om eventuele dubbeltellingen te vermijden. Tijdens de surveys wordt bijzondere aandacht besteed aan opvallende aanspoelsels van natuurlijke (wieren, schelpdieren, etc.) dan wel onnatuurlijke (plastic, olie, paraffine, etc.) materialen. Ook word steeds gelet op eventuele stormschade aan de natuurlijke of artificiële kustverdediging en kunstwerken. www.inbo.be Winter 2009/10 17

2.3 Dataverwerking Bij de verwerking van de gegevens werden soorten vaak in de groepen ingedeeld, namelijk: Duikers en Futen, Noordse Stormvogel, Zee-eenden, Steltlopers, Meeuwen, Alkachtigen en overige soorten. In de groep overige worden soorten gebundeld die in lage aantallen werden gevonden. Ook Bruinvissen Phocoena phocoena en Zeehonden Phocidae sp. behoren tot die laatste categorie. In het geval van sterk gedegradeerde karkassen was het vaak niet mogelijk om ze te determineren tot op soortniveau. Dergelijke vogels werden dan toebedeeld tot een lager taxonomisch niveau (bijvoorbeeld ongedetermineerde meeuw of ongedetermineerde zangvogel). Aantallen worden omgerekend naar dichtheden (het aantal gevonden vogels per afgelegde kilometer strand). Op die manier krijgt men een realistischer beeld van de verschillen tussen de trajecten en langetermijn-trends, omdat de telinspanning (aantal afgelegde kilometers) op deze wijze wordt verdisconteerd. De oliebevuilingsgraad (ook wel oil-rate genoemd) is het percentage met olie besmeurde vogels ten opzichte van het totale aantal gevonden vogels. Enkel intacte vogels werden in rekening gebracht voor de berekening van de oliebevuilingsgraad. Van incomplete vogels is namelijk niet bekend of de ontbrekende delen al dan niet met olie waren besmeurd. Daardoor is de steekproef voor de berekening van de oliebevuilingsgraad soms kleiner dan die voor de berekening van de dichtheid. Om een betrouwbare steekproef te verkrijgen werd de oliebevuilingsgraad overigens alleen berekend indien er tenminste 10 individuen van een soort zijn gevonden. 18 Winter 2009/10 www.inbo.be

3 Resultaten 3.1 Telinspanningen winter 2009/10 In principe werd elk traject minstens één maal per maand geteld. Ook werden er occasionele tellingen uitgevoerd, wat soms een behoorlijk afwijkend aantal kilometers kan opleveren. In de voorbije winter vonden er vooral op het traject Nieuwpoort - Oostende veel occasionele tellingen plaats. Helaas beschikten we op het moment van de rapportering nog niet over alle telgegevens van het traject Oostende De Haan (OODH). Deze gegevens zullen in een volgende rapportage worden geïncorporeerd. Tijdens de winter 2009/2010 werd er in totaal iets meer dan 463 km strand afgewandeld op zoek naar gestrande vogels (Tabel 2). Het traject NPOO werd met 179,9 kilometers het meest onderzocht. Op dit traject, maar ook op enkele andere trajecten zijn extra tellingen verricht die kaderden in een thesisonderzoek van Daphnis De Pooter. Tabel 2 De telinspanning per traject voor de verschillende wintermaanden tijdens de winter 2009/10. FRNP = Franse grens - Nieuwpoort, NPOO = Nieuwpoort - Oostende, OODH = Oostende - De Haan, DHBL = De Haan - Blankenberge, BLZB = Blankenberge - Zeebrugge, ZBSE = Zeebrugge Sternenschiereiland, ZBNL = Zeebrugge - Nederlandse grens. oktober november december januari februari maart Totaal FRNP 14,3 14,3 14,3 14,3 21,5 14,3 78,7 NPOO 16,9 45,0 74,5 44,1 18,7 17,6 216,8 OODH 8,5 8,5 8,5 17,0 DHBL 7,1 7,1 11,6 7,1 7,1 7,1 47,1 BLZB 5,3 5,3 5,3 5,3 5,3 5,3 31,8 ZBSE 1,5 1,5 1,5 3,0 1,5 1,5 10,5 ZBNL 10,2 10,2 10,2 10,2 10,2 10,2 61,2 Totaal 55,3 77,6 125,9 84,0 64,3 56,0 463,1 www.inbo.be Winter 2009/10 19

3.2 Soorten en aantallen winter 2009/10 Gedurende de winter 2009/10 werden in totaal 162 aangespoelde vogels, 2 Bruinvissen en 1 Grijze Zeehond gevonden (Tabel 3). De dichtheid aan aangespoelde vogels lag met 0,36 vogels per onderzochte kilometer strand bijzonder laag en is daarmee de op één na laagste dichtheid ooit gemeten (NB de dichtheid van de vorige winter is bijgesteld naar boven, nadat bijkomende tellingen in de database zijn opgenomen). Zoals gewoonlijk waren meeuwen het best vertegenwoordigd onder de gestrande vogels (62% van de gevonden vogels, zie Figuur 1). Net als vorig jaar lag het aantal strandingen van echte zeevogels opvallend laag. Er werden nauwelijks Futen Podiceps cristatus, Zwarte Zee-eenden Melanitta nigra of Alkachtigen aangetroffen. Duikers & futen Noordse stormvogel Zee-eenden Steltlopers Meeuw en Alkachtigen Overige Figuur 1 De procentuele bijdrage van de verschillende vogelgroepen binnen de gestrande vogels die werden gevonden tijdens de tellingen gedurende de winter 2009/10. 20 Winter 2009/10 www.inbo.be

Tabel 3 Overzicht van de soorten, aantallen en dichtheden van gestrande vogels op de Vlaamse stranden gedurende de winter 2009/10. Soortgroep en soort Aantal Dichtheid Duikers & futen 4 0,009 Fuut Podiceps cristatus 2 0,004 Roodhalsfuut Podiceps grisegena 1 0,002 Roodkeelduiker Gavia stellata 2 0,004 Noordse stormvogel Fulmarus glacialis 1 0,002 Zee-eenden 2 0,004 Zwarte Zee-eend Melanitta nigra 1 0,002 Grote Zee-eend Melanitta fusca 1 0,002 Steltlopers 12 0,026 Scholekster Haematopus ostralegus 1 0,002 Kievit Vanellus vanellus 1 0,002 Houtsnip Scolopax rusticola 5 0,011 Kanoetstrandloper Calidris canutus 1 0,002 Kemphaan Philomachus pugnax 1 0,002 Rosse Grutto Limosa lapponica 1 0,002 Wulp Numenius arquata 1 0,002 Steenloper Arenaria interpres 1 0,002 Meeuwen 93 0,201 Kokmeeuw Larus ridibundus 13 0,028 Stormmeeuw Larus canus 10 0,022 Kleine Mantelmeeuw Larus fuscus 10 0,022 Kleine Mantel/Zilvermeeuw L. fuscus / L. argentatus 1 0,002 Zilvermeeuw Larus argentatus 45 0,097 Grote Mantelmeeuw Larus marinus 11 0,024 Drieteenmeeuw Rissa tridactyla 3 0,006 ongedeterm. meeuw Larus spec. 1 0,002 Alkachtigen 13 0,028 Zeekoet Uria aalge 10 0,022 Alk / Zeekoet Alca torda / Uria aalge 2 0,004 Alk Alca torda 1 0,002 Overige 31 0,067 Jan-van-gent Morus bassanus 6 0,013 Aalscholver Phalacrocorax carbo 3 0,006 Blauwe Reiger Ardea cinera 1 0,002 Kleine Zwaan Cygnus columbianus 1 0,002 Kleine Rietgans Anser brachyrhynchus 1 0,002 Waterral Rallus aquaticus 1 0,002 Waterhoen Gallinula chloropus 1 0,002 Meerkoet Fulica atra 1 0,002 Grote Jager Stercorarius skua 1 0,002 Middelste Jager Stercorarius pomarinus 1 0,002 Visdief Sterna hirundo 2 0,004 Merel Turdus merula 5 0,011 Kramsvogel Turdus pilaris 3 0,006 Koperwiek Turdus iliacus 1 0,002 ongedeterm. kraai Corvus spec. 1 0,002 Spreeuw Sturnus vulgaris 2 0,004 Kip Gallus gallus domesticus 1 0,002 Postduif Columba livia domestica 1 0,002 Turkse Tortel Streptopelia decaocto 1 0,002 ongedeterm. vogel unidentified bird 1 0,002 Bruinvis Phocoena phocoena 2 0,004 Grijze Zeehond Halichoerus grypus 1 0,002 Kat Felis catus 2 0,004 www.inbo.be Winter 2009/10 21

3.3 Trends sinds de winter 1961/62 Zoals vermeld in bovenstaand hoofdstuk blijkt de dichtheid aan gestrande vogels die afgelopen winter werd opgetekend (0,36 vogels/km) dus de op één na laagste te zijn sinds het begin van de tellingen in 1961! Alleen tijdens de winter 2000/01 werd een iets lagere dichtheid waargenomen. Dit past feitelijk wel in de trend van de voorbije decennia, namelijk dat er steeds minder vogels worden gevonden op de Vlaamse stranden (Figuur 2). Dat kan meerdere oorzaken hebben zoals een verhoogde frequentie van machinale strandreiniging, een verminderd aantal strandingen, een verminderd aantal vogels dat aanwezig is op zee, of een combinatie daarvan. Die zaken zijn helaas onmogelijk te scheiden. Zeer verontrustend is echter wel het feit dat de afname van de voorbije twee/drie jaren vooral op het conto komt van een afname in echte zeevogels (vergelijk Figuur 2). Zee-eenden zijn natuurlijk al vanaf de winter 1991/92 grotendeels uit het soortenspectrum verdwenen. Echter de laatste paar jaren zien we dat ook alkachtigen en Noordse Stormvogels nog maar nauwelijks worden gevonden op de Vlaamse stranden. In de discussie gaan we hier wat dieper op in, om te zien of deze trend ook zichtbaar is bij levende vogels tijdens tellingen op zee. Aantal vogels/km 9 8 7 6 5 4 3 2 1 overige 0 1962 1964 1966 1968 1970 1972 1974 1976 1978 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Alkachtigen Meeuwen Steltlopers Zee-eenden Noordse stormvogel Duikers & futen 100% 90% 80% Procentueel aandeel 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1962 1964 1966 1968 1970 1972 1974 1976 1978 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Figuur 2 Dichtheden (N/km strand; figuur boven) en de onderlinge verhouding (figuur onder) van de verschillende soortgroepen die sinds de winter 1961/62 zijn aangespoeld op de Vlaamse kust. 1962 = winter 1961/62 etc. 22 Winter 2009/10 www.inbo.be

3.4 Oliebevuilingsgraad Afgelopen winter werden in totaal 162 vogels gevonden waarvan er 149 intact waren en waarvan dus de oliebevuilingsgraad kon worden vastgesteld. Op slechts 3 van de in totaal 149 vogels werd olie aangetroffen. De oliebevuilingsgraad komt daarmee op 2% en was nog nooit zo laag als in de voorbije winter, tenminste als we alle vogelsoorten in die index betrekken. Figuur 3 toont de langjarige trend van de dichtheid van aangespoelde vogels met bijhorende oliebevuilingsgraad. Daaruit valt af te leiden dat zowel de dichtheden van aangespoelde vogels (aantal vogels per km strand) als de oliebevuilingsgraad sterk zijn afgenomen sinds het begin van de tellingen. Die afnemende trend wordt extra benadrukt door de gegevens van afgelopen winter. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat ook het soortenspectrum aan sterke veranderingen onderhevig is geweest gedurende de voorbije decennia. De laatste jaren worden er bijvoorbeeld nog maar nauwelijks echte zeevogels (zoals alkachtigen, duikers en Noordse Stormvogels) gevonden op de Vlaamse stranden, terwijl juist deze echte zeevogels het meest gevoelig zijn voor olieverontreiniging. Gestrande Zeekoet Hilbran Verstraete www.inbo.be Winter 2009/10 23

10 100 Aantal gestrande vogels per km strand (N/km) 9 8 7 6 5 4 3 2 1 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1962 1964 1966 1968 1970 1972 1974 1976 1978 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Oliebevuilingsgraad (%) 0 Figuur 3 Dichtheden (balken) en de oliebevuilingsgraad (getrokken lijn) van aangespoelde vogels (i.e. alle soorten tezamen) langs de Vlaamse kust in de periode winter 1961/62 tot heden. 1962 = winter 1961/1962 etc. Omdat niet alle zeevogels even gevoelig zijn om met olieverontreiniging in aanraking te komen (zwemmende zeevogels lopen bijvoorbeeld meer kans om besmeurd te raken dan bijvoorbeeld meeuwen die veel meer tijd vliegend doorbrengen) is het beter om naar 1 specifieke soort te kijken om een trend in oliebevuiling vast te stellen, liefst een soort die gevoelig is voor olievervuiling. Omdat alkachtigen specifiek gevoelig zijn voor olieverontreiniging wordt de oliebevuiling van Zeekoeten internationaal als graadmeter gebruikt voor de chronische olievervuiling op zee. Dat werd in het OSPAR-verdrag (OSPAR is de conventie voor de bescherming van het mariene milieu voor het noordoost Atlantische zeegebied) vastgelegd. Het OSPAR-verdrag verplicht deelnemende landen tot het nemen van alle mogelijke stappen om vervuiling van het mariene milieu te voorkomen. In Figuur 4 wordt de lange-termijn trend van de dichtheid aan aangespoelde Zeekoeten (zowel levend als dood gevonden) weergegeven met bijhorende oliebevuilingsgraad. Uit die figuur is een tweetal belangrijke zaken af te lezen. Op de eerste plaats is er evenals in Figuur 3 een opvallende daling van de oliebevuilingsgraad te zien. In de jaren zestig waren vrijwel alle aangespoelde Zeekoeten met olie besmeurd. Vanaf de jaren zeventig is er een daling merkbaar die zich nog altijd lijkt voort te zetten. Op de tweede plaats valt uit Figuur 4 af te lezen dat het aantal zeekoeten dat wordt gevonden sterk kan variëren. De voorbije drie winters lag dat aantal erg laag. In de winter 2009/2010 zijn er zelfs te weinig verse, volledige exemplaren gevonden (slechts 5 exemplaren) om een betrouwbaar getal te geven voor de oliebevuilingsgraad van de Zeekoet; iets wat al decennia lang niet meer was voorgekomen. 24 Winter 2009/10 www.inbo.be

2,5 100 2 1,5 1 0,5 0 1962 1964 1966 1968 1970 1972 1974 1976 1978 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Aantal gestrande Zeekoeten per kilometer 80 60 40 20 Oliebevuilingspercentage (%) 0 Figuur 4 Dichtheid van aangespoelde Zeekoeten (balken) en bijhorende oliebevuilingsgraad (lijn met driehoeken). De oliebevuilingsgraad en dichtheden zijn enkel voor die jaren aangegeven waarvoor minstens 10 vogels op de aanwezigheid van olie werden gescoord. 1962 = winter 1961/62. www.inbo.be Winter 2009/10 25

3.5 Vervuiling met plastics De stookoliedatabase bevat naast gegevens over oliebesmeuring ook nog andere informatie over de effecten van antropogene activiteiten op de mariene avifauna. Sinds de winter 1991/92 wordt bijvoorbeeld nauwkeurig bijgehouden of de gevonden vogels verstrikt zaten in plastic, vislijnen of stukken visnet. Op basis daarvan kan voor elke vogelsoort een gevoeligheidsindex worden berekend welke een maat is voor de kans dat een vogel verstrikt raakt. Dergelijke analyses worden momenteel uitgevoerd in het kader van het project As- Made dat wordt gefinancierd door het Belgische Wetenschapsbeleid (Belspo). Bij een eerste berekening kwamen zulke interessante resultaten naar voren dat we het niet konden nalaten daar al een eerste impressie van te geven in dit rapport. Sinds de winter 1991/92 werden in totaal 10156 vogels gevonden tijdens de strandtellingen. Dat waren voor een belangrijk deel (29,4%) Zeekoeten, gevolgd door Zilvermeeuw, Scholekster en Noordse Stormvogel (Figuur 5). De Jan van Gent (1,9%) komt helemaal niet voor in de linkerfiguur (die valt namelijk onder de categorie overige vogels ). Slechts 0,6% (56 individuen) van alle gevonden vogels was verstrengeld in plastic. De soortenverhouding van de verstrengelde vogels is opvallend anders dan die van de gestrande vogels in het algemeen (vergelijk linker en rechter paneel in Figuur 5). De Jan-van-gent is bijvoorbeeld prominent aanwezig met 30,4% van alle verstrikte vogels. De verhouding tussen het aantal verstrengelde vogels ten opzichte van het totaal aantal gevonden vogels geeft een maat voor de gevoeligheid van een soort om verstrikt te raken. Van alle gevonden Jan-van-genten zat maar liefst 9,0% verstrikt in plastic of ander nonorganisch materiaal en ook de Rotgans was relatief vaak (6,3%) verstrikt (Tabel 5). Verderop in de lijst staan veelal diep duikende vogels zoals Aalscholver, Roodkeelduiker, Fuut, Alk en Zeekoet. Daarnaast zijn ook de verschillende meeuwensoorten blijkbaar redelijk gevoelig om verstrikt te raken. De meest voorkomende oorzaak (69,6% van alle meldingen) die wordt gemeld door de tellers is verstrikking in visgerei (vislijnen, vishaken, stukken net etc.). In de overige gevallen is het soort plastic niet gemeld. 26 Winter 2009/10 www.inbo.be

Gestrande vogels Verstrikte vogels Zeekoet Zilvermeeuw Scholekster Noordse Stormvogel Drieteenmeeuw Alk Kokmeeuw Fuut Overig Jan van Gent Figuur 5 Soortensamenstelling van gestrande vogels die zijn gevonden sinds de winter 1991/92 (figuur links) en de samenstelling van vogels die waren verstrikt in plastic (figuur rechts). Jan-van-genten verstrikt in visnet Fotograaf onbekend www.inbo.be Winter 2009/10 27

Tabel 4 Soortspecifiek percentage van het aantal verstrengelde individuen ten opzichte van het totaal aantal individuen van gestrande vogels op de Vlaamse stranden sinds de winter 1991/92. Soort Percentage verstrengeld Jan van Gent 9,0 Rotgans 6,3 Aalscholver 3,0 Roodkeelduiker 1,5 Grote Mantelmeeuw 1,3 Zilvermeeuw 1,1 Kleine Mantelmeeuw 1,1 Fuut 1,0 Drieteenmeeuw 0,5 Noordse Stormvogel 0,4 Alk 0,4 Zeekoet 0,2 Scholekster 0,1 28 Winter 2009/10 www.inbo.be

3.6 Gegevens online Op de website van het VLIZ is het sinds het begin van 2009 mogelijk om eens te proeven van onze uitgebreide dataset. Surf daarvoor naar http://www.vliz.be/vogelslachtoffers/. Je kunt er allerhande (achtergrond)informatie terugvinden die verband houden met aangespoelde vogels en olieverontreiniging. Onze uitgebreide dataset van aangespoelde vogels, die teruggaat tot de winter 1961/62, vind je onder statistieken. Daar kan je met enkele muisklikken een aantal zaken op de website berekenen. Het is onder meer mogelijk om van elke soort de dichtheden te berekenen voor een bepaalde periode. Ook kan je de berekeningen enkel laten uitvoeren voor een bepaald gedeelte van het Vlaamse strand. Onder Meer lezen vind je per land een literatuurlijst terug en voorts vind je er een aantal interessante links. Meer dan de moeite dus om eens een kijkje te nemen! Figuur 6 De homepage van het topic vogelslachtoffers op de VLIZ site. www.inbo.be Winter 2009/10 29

30 Winter 2009/10 www.inbo.be

4 Opvallende/merkwaardige aanspoelsels Er werd afgelopen winter geen grootschalige strandvervuiling, van welke aard dan ook, vastgesteld. Op 18 oktober 2009 werden er op het strand tussen de Haan en Blankenberge enkele stukken paraffine aangetroffen, een stof die steeds vaker op onze stranden aanspoelt. De brokken paraffine zijn geliefd bij veel vogels om erin te pikken. Daardoor ko;een er kleine brokken paraffine in de vogelmagen terecht, die we bij dissectie ook geregeld hebben teruggevonden. Op 19 januari 2010 werden enkele teerbrokken aangetroffen op het strand voor St. Laureins. Op het strand tussen Oostende en Nieuwpoort werden zowel op 15 als op 16 december 2009 aangespoelde Bramen gevonden (drie stuks in totaal). De Braam is een diepzeevis die hoogst zelden in onze ondiepe kustwateren terechtkomt. In België was het al meer dan een kwarteeuw geleden (winters 1976/1977 en 1979/1980) dat er Bramen aanspoelden, maar in de winter 2008/2009 werd er voor het eerst weer een aantal exemplaren gevonden net zoals dus afgelopen winter. Aangespoelde Braam Eric Stienen www.inbo.be Winter 2009/10 31

32 Winter 2009/10 www.inbo.be

5 Discussie De langlopende database met betrekking tot gestrande vogels langs de Vlaamse kust laat duidelijk zien dat het de goede kant uitgaat met de chronische olievervuiling van de zuidelijke Noordzee. Helaas laat de reeks ook verontrustende signalen zien, met name de sterke afname in het aantal zeevogels dat de laatste jaren is aangespoeld. Van de Zwarte Zee-eend zijn we ondertussen al gewoon dat die niet meer massaal voor onze kust vertoeft zoals dat bijvoorbeeld in de jaren negentig het geval was en dus ook dat die soort niet meer zo vaak dood wordt gevonden als toen. Recentelijk zien we ook een terugval in een aantal andere zeevogelsoorten. Die terugval is niet alleen absoluut merkbaar (minder gestrande zeevogels), maar ook in relatieve zin nam het percentage zeevogels ten opzichte van het totaal aantal gevonden vogels de voorbije drie winters sterk af. Dat kan verschillende oorzaken hebben zoals aanhoudende aflandige wind waardoor er gewoonweg minder zeevogels aanspoelen op de kust, maar het kan bijvoorbeeld ook gerelateerd zijn aan een afname van het aantal zeevogels dat aanwezig is op zee. Daarnaast is het aanspoelen van zeevogels vaak het gevolg van massaal voedselgebrek (bijvoorbeeld massale strandingen van alkachtigen en Noordse Stormvogels zijn vaak voedselgerelateerd) of van het aantal lozingen van olie of andere substanties. Pieken in het aantal aangespoelde vogels hoeven dus niet noodzakelijkerwijs gerelateerd te zijn aan pieken in de aanwezigheid op zee. Daaruit volgend hoeft er ook niet perse een verband te zijn tussen de sterke afname van het aantal dood gevonden vogels aan de kust en het aantal vogel dat aanwezig is in het Belgisch deel van de Noordzee. Figuur 7 Gemiddelde dichtheid van overwinterende (december-februari) zeevogels gebaseerd op scheepstellingen uitgevoerd in het Belgisch deel van de Noordzee sinds de winter 1992/93. www.inbo.be Winter 2009/10 33

Om dat te onderzoeken kunnen we gebruik maken van de uitgebreide database van stellingen van vogels op zee. Het INBO verricht al vanaf 1992 systematische tellingen vanaf schepen van het aantal aanwezige zeevogels die worden opgeslagen in de zogenaamde zeevogeldatabank van het INBO. Wanneer die gegevens worden vergeleken met de strandingen van zeevogels, is er zoals verwacht inderdaad geen enkel verband tussen de gemiddelde dichtheid op zee en het aantal aangespoelde zeevogels. Opmerkelijk is echter wel dat ook tijdens tellingen op zee de laatste jaren opvallend lage aantallen werden geteld van bepaalde zeevogelsoorten (Figuur 7). Sinds twee a drie winters zijn bijvoorbeeld de alkachtigen sterk in aantal afgenomen, maar ook zee-eenden, Noordse Stormvogels. Janvan-genten en duikers werden nog maar nauwelijks geteld. Ook de Fuut is in aantal afgenomen. Meeuwen daarentegen zijn nog altijd goed vertegenwoordigd op zee en de Drieteenmeeuw is zelfs opmerkelijk beter vertegenwoordigd dan vroeger. Als er al een wetmatigheid valt te ontdekken in die gegevensreeks dan zou dat kunnen zijn dat de laatste jaren de dieper duikende soorten grotendeels uit het ecosysteem zijn verdwenen. Dat zou dus voor een deel kunnen verklaren waarom er de laatste jaren zo weinig alkachtigen en zee-eenden aanspoelen op onze kust, maar zoals gezegd is het verband tussen de populatie op zee en het aantal aangespoelde vogels niet erg rechtlijnig en is het moeilijk om daar harde conclusies uit te trekken. 34 Winter 2009/10 www.inbo.be

6 Literatuur Kuijken, E. 1978. Beached bird surveys in Belgium. Ibis 120: 122-123. www.inbo.be Winter 2009/10 35

7 Bijlagen Bijlage 1 Aantal gestrande vogels per soort voor de winters 1993/94 2009/10. soort 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal Aalscholver 2 2 2 1 1 1 1 4 2 4 1 3 5 3 32 Alk 20 24 62 22 16 49 59 2 17 16 23 81 12 91 17 12 1 524 Alk / Zeekoet 1 4 2 4 3 6 5 1 19 4 2 2 53 Bergeend 1 12 7 1 1 1 2 3 3 1 2 34 Blauwe Reiger 3 3 1 1 8 Blauwvleugeltaling 1 1 Bontbekplevier 1 1 Bonte Strandloper 2 15 102 3 122 Brandgans 2 2 Brilduiker 1 1 Bruinvis 1 1 4 3 2 11 Buizerd 1 1 2 Dodaars 1 4 1 2 1 1 1 11 Drieteenmeeuw 9 45 23 25 44 54 84 3 27 8 17 34 31 21 100 10 3 538 Drieteenstrandloper 1 2 1 4 Dwergmeeuw 4 1 1 2 2 1 11 Eider 1 2 4 2 7 10 2 2 1 31 Ekster 2 2 Fazant 1 2 3 Fuut 14 11 54 25 10 36 19 14 10 7 10 9 12 8 12 14 2 267 Geelpootmeeuw 1 1 Geoorde Fuut 2 2 Goudplevier 1 1 1 3 Grauwe Gans 1 1 1 3 Grijze Zeehond 1 1 Grote Jager 2 1 1 1 3 1 2 2 1 4 1 1 3 1 1 25 Grote Mantelmeeuw 4 18 30 8 15 13 19 4 11 13 26 21 6 8 13 7 11 227 Grote Stern 1 1 Grote Zaagbek 1 2 3 Grote Zee-eend 1 1 1 3 Grutto 1 1 Haas 1 1 Holenduif 1 2 1 1 5 Hond 1 1 Houtduif 1 1 2 Houtsnip 6 4 5 2 3 1 2 2 4 1 20 1 5 56 IJslandse Tureluur 3 3 Jan-van-gent 5 11 11 6 6 16 22 2 6 6 9 7 20 10 21 9 6 173 Kalkoen 1 1 Kanoet 13 16 1 1 1 1 33 Kat 2 1 3 Kauw 1 1 1 1 1 5 Kemphaan 1 1 36 Winter 2009/10 www.inbo.be

Kievit 4 2 1 1 4 1 3 1 17 Kip 1 1 2 Kleine Alk 36 8 3 2 3 2 1 2 5 36 98 Kleine Jager 1 1 2 Kleine Mantel/Zilvermeeuw 3 1 1 1 2 2 1 11 Kleine Mantelmeeuw 11 40 2 11 16 13 2 6 12 15 15 2 5 8 7 10 175 Kleine Plevier 1 1 Kleine Rietgans 1 1 1 3 Kleine Zwaan 1 1 Kluut 1 1 Kokmeeuw 27 14 57 60 21 22 28 18 24 19 9 9 17 13 20 21 13 392 Kolgans 1 1 2 4 Konijn 3 3 Koperwiek 12 3 2 18 1 13 5 4 1 59 Kortbekzeekoet 1 1 Krakeend 1 1 Kramsvogel 4 1 2 1 1 19 3 3 3 37 Kuifduiker 1 1 Kuifeend 1 1 1 2 1 6 Meerkoet 1 8 18 2 1 3 2 1 1 3 1 41 Merel 2 5 1 2 1 9 1 1 1 1 4 28 2 33 5 5 101 Middelste Jager 1 10 1 12 Middelste Zaagbek 2 1 2 3 8 Nijlgans 3 3 Noordse Pijlstormvogel 1 1 Noordse Stormvogel 6 27 15 11 37 153 45 8 87 5 109 50 32 26 64 10 1 686 ongedeterm. duiker 1 1 1 2 1 2 8 ongedeterm. fuut 1 1 ongedeterm. gans 1 1 1 3 ongedeterm. gr. meeuw 4 2 1 2 1 10 ongedeterm. jager 2 4 1 7 ongedeterm. kraai 1 1 2 ongedeterm. lijster 3 2 1 1 7 ongedeterm. mantelmeeuw 1 2 2 3 1 9 ongedeterm. meeuw 1 1 ongedeterm. pieper 1 1 ongedeterm. steltloper 1 1 ongedeterm. strandloper 1 1 ongedeterm. vogel 1 1 ongedeterm. zaagbek 1 1 ongedeterm. zangvogel 1 1 ongedeterm. zeehond 1 1 ongedeterm. zwaan 1 1 Papegaaiduiker 1 3 1 5 10 Parelduiker 1 1 1 1 1 1 1 7 Patrijs 1 1 2 Postduif 4 2 2 2 3 1 2 3 3 22 Roodhalsfuut 1 1 1 1 4 Roodkeelduiker 3 14 5 3 4 8 2 2 5 5 2 1 2 1 2 59 Rosse Grutto 1 1 2 Rotgans 3 3 1 1 2 1 11 www.inbo.be Winter 2009/10 37

Schaap 1 1 Scholekster 6 5 407 240 6 8 4 6 2 21 1 2 2 1 6 9 4 730 Smient 1 2 4 3 1 1 2 14 Soepeend 1 1 1 3 Spreeuw 1 2 1 3 1 4 2 17 5 14 5 2 57 Steenloper 1 1 10 1 7 1 2 5 4 2 3 4 3 4 3 1 4 56 Stormmeeuw 5 14 47 24 4 11 12 4 6 12 3 17 28 4 6 2 10 209 Stormvogeltje 1 1 Tafeleend 3 3 Tamme Gans 1 1 2 Topper 7 2 1 10 Torenvalk 1 1 Tureluur 31 60 1 1 93 Turkse Tortel 1 1 Vaal Stormvogeltje 1 1 Veldleeuwerik 2 3 1 6 Vink 1 1 Visdief 2 1 1 2 6 Waterhoen 1 2 2 1 2 3 2 2 15 Waterral 1 1 1 1 4 Watersnip 1 1 2 Wilde Eend 1 2 8 4 2 1 2 1 1 1 5 28 Wintertaling 1 1 2 Witsnuitdolfijn 1 1 Wulp 12 7 1 1 1 1 23 Zanglijster 1 3 1 8 2 15 Zanglijster / Koperwiek 3 3 Zeekoet 203 252 130 96 127 571 275 55 157 103 73 177 114 167 53 23 10 2586 Zilvermeeuw 43 73 214 72 46 62 100 31 60 31 50 49 56 35 37 42 45 1046 Zilverplevier 1 1 26 1 29 Zwarte Kraai 1 1 2 1 1 6 Zwarte Zee-eend 12 19 29 15 9 28 20 3 15 5 3 7 7 11 3 7 1 194 38 Winter 2009/10 www.inbo.be