gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2008, nummer 2008/115;

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Sector : II Nr. : 11/64c.13.

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr.

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007;

Artikel 5 Belastingjaar Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

gemeente werkendam De raad van de gemeente Werkendam

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2018.

Verordening afvalstoffenheffing 2019

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ;

Artikel 1 Inleidende bepaling

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015 ;

gezien de voorstellen van burgemeester en wethouders van d.d. 03 november 2015;

2017 Berg en Dal. n.v.t. Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) n.v.t.

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing gemeente Deurne 2017

ONTWERP Bijlage: 3. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 met nummer ; b e s l u i t :

afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Oosterhout 2012 Citeertitel van de regeling Verordening reinigingsheffingen Oosterhout 2012

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 21 november 2017;

gelezen het voorstel van het college d.d. 6 november 2012, nummer ;

i Verordening afvalstoffenheffing Heemstede 2019

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2012, dienst/afdeling Backoffice/administratie, nr ;

Gemeente Albrandsuuaard

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 5 Belastingjaar Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Wetstechnische informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2017 gemeente Roermond

"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017"

Besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (REINIGINGSHEFFINGEN) 2016

Gemeente Albrandsuuaard

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016, nummer RVB ; BESLUIT:

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSHEFFINGEN gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDE-RING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2018

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Heemskerk 2018

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013met bijbehorende tarieventabel

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2017

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; b e s l u i t :

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Maastricht 2016

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2019

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;

Gemeente Albrandsuuaard

Gemeente Albrandsuuaard

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Gemert-Bakel, Besluit

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

Verordening van de gemeenteraad Nieuwkoop houdende de heffing en invordering van afvalstoffenheffing

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2017, nr 69c; besluit

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 november 2017, afdeling Financiën & Control, nr ;

l llllll l l lll lllll llll l lllll lllll Il lll llll lll Il l llll l lll l lll

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening reinigingsheffingen 2019

Gemeente Albrandsujaard

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening reinigingsheffingen 2015

Gemeentebestuur van Gulpen-Wittem

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016 b e s l u i t :

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer december 2014

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2016 (versie geldig vanaf )

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015

Transcriptie:

Onderwerp Datum 20 december 2016 Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing 2017 Pagina 1 van 8 De raad van Venray, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX); gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; mede gezien het advies van de commissie Werken en Besturen; besluit: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2017. (Verordening afvalstoffenheffing 2017) Artikel 1 Begripsomschrijving Voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder: 1. Perceel: een onroerende zaak, of een gedeelte ervan, dat blijkens de indeling en inrichting bestemd is als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt; met een onroerende zaak wordt gelijkgesteld: een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien bestemd voor gebruik door een particuliere huishouding; 2. Inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of - plaats, ten behoeve van meerdere huishoudens; 3. Container: een door of vanwege de gemeente verstrekte ophaalbak van verschillende volumes; 4. Verzamelcontainer: een door of vanwege de gemeente geplaatste container ten behoeve van collectieve inzameling van afvalstoffen; 5. GFT-afval: groente, fruit- en tuinafval; 6. Restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gescheiden afval, zoals gft-afval, oud papier of karton, glas, kunststof etc.; 7. Ondergrondse voorziening voor restafval: een door of vanwege de gemeente geplaatste inzamelvoorziening voor restafval waartoe men toegang verkrijgt door gebruik te maken van een door of vanwege de gemeente verstrekte afvalpas; 8. Grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die groot en te zwaar zijn om als gften/of restafval aan te bieden in de door de gemeente beschikbaar gestelde gft- of restafvalcontainer; 9. Lediging: het aanhangen van een rest- of gft-afvalcontainer aan de inzamelwagen dan wel

Pagina 2 van 8 gebruik van ondergrondse voorziening. Indien de rest- dan wel gft-afvalcontainer bij het ledigen niet volledig wordt leeggemaakt, bijvoorbeeld door het vastvriezen, te vast aanduwen van het afval of het te vol aanbieden van de container, wordt dit ook als een lediging aangemerkt; 10. Halve kalenderjaar: De periode van 1 januari tot en met 30 juni en van 1 juli tot en met 31 december; 11. Milieustation: De bemenste inzamelvoorziening ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer gelegen aan de Metaalweg 1d te Venray waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden achtergelaten; 12. Afvalpas: Een door of vanwege de gemeente verstrekte pas welke perceelsgebonden is ten behoeve van het registeren en legitimeren van en bij het aanbieden van (grof) huishoudelijke afvalstoffen op het milieustation en in een door of vanwege de gemeente geplaatste ondergrondse inzamelvoorziening voor restafval; 13. Gebruiker van een perceel: Degene die gebruik maakt van een perceel in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer. Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit 1. Onder de naam Afvalstoffenheffing wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 3 Belastingplicht 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. 2. De belastingen als bedoeld in Hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. 3. De belasting als bedoeld in Hoofdstuk 1.4 van de tarieventabel wordt geheven van de aanvrager van een vervangende afvalpas.

Pagina 3 van 8 Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van dit artikel. 2. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 5 Heffingstijdvak 1. Het heffingstijdvak van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het heffingstijdvak van de belastingen als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel, is gelijk aan het halve kalenderjaar. Artikel 6 Wijze van heffing 1. De belasting zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1, 1.2, hoofdstuk 1.3, artikelen 1.3.1, 1.3.2, 1.3.4, 1.3.6, 1.3.7, 1.3.8 en hoofdstuk 1.4 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een aanslag. 2. De belastingen zoals bedoeld in Hoofdstuk 1.3, artikel 1.3.3 en 1.3.5 van de tarieventabel worden geheven door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belastingen bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2a. Indien de belastingplicht, als bedoeld in het eerste lid, in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de belastingen als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de Tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 2b. Indien de belastingplicht aanvangt op de eerste dag van een kalendermaand wordt die kalendermaand aangemerkt als een volle kalendermaand.

Pagina 4 van 8 3a. Indien de belastingplicht, als bedoeld in het eerste lid, in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de Tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3b. Indien de belastingplicht eindigt op de eerste dag van een kalendermaand wordt die kalendermaand aangemerkt als een volle kalendermaand. 4. Het tweede en derde lid (a en b) zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt. 5. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 en in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening. Artikel 8 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in Hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede één maand later. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moeten, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden geïnd, de aanslagen worden voldaan in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. In afwijking van leden 1 en 2 moeten de aanslagen als bedoeld in Hoofdstuk 1.2 en hoofdstuk 1.3, artikelen 1.3.1, 1.3.2, 1.3.4, 1.3.6, 1.3.7, 1.3.8 en artikel 1.4 van de tarieventabel worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moeten, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden geïnd, de aanslagen worden voldaan in twee termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn één maand later. 5. Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede en vierde lid tweemaal niet kunnen worden geïncasseerd vervalt de mogelijkheid tot automatische betalingsincasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste en derde lid. Indien de termijnen van het eerste lid zijn verstreken dient het bedrag in één termijn te worden voldaan binnen tien dagen. 6. De belasting bedoeld in Hoofdstuk 1.3, artikel 1.3.3 en 1.3.5 van de tarieventabel moeten worden betaald:

Pagina 5 van 8 a. ingeval bij mondelinge kennisgeving of schriftelijke uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van de mondelinge kennisgeving dan wel schriftelijke uitreiking van de kennisgeving; b. ingeval van toezending van de schriftelijke kennisgeving: binnen 30 dagen na de dagtekening. 7. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 9 Kwijtschelding 1. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan, op grond van artikel 255, tweede lid, van de Gemeentewet, in combinatie met artikel 26 Invorderingswet 1990, kwijtschelding worden verleend voor de belastingbedragen als bedoeld in hoofdstuk 1.1 onderdeel 1.1.1 van de tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2017 (belasting per perceel/het vastrecht); 2. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan per belastingjaar, op grond van artikel 255, tweede lid, van de Gemeentewet, in combinatie met artikel 26 Invorderingswet 1990, kwijtschelding worden verleend voor de belastingbedragen gebaseerd op de belastingtarieven als bedoeld in hoofdstuk 1.2, onderdelen 1.2.1 t/m 1.2.2.1 (belasting per lediging) van de tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2017, tot een bedrag van maximaal: a. 2 ledigingen voor een container met een inhoud van 25 liter per jaar; b. 9 ledigingen voor een container met een inhoud van 40 liter per jaar; c. 16 inworpen in een ondergrondse container met een afvalzak met een volume van 60 liter per jaar; d. 9 ledigingen voor een container met een inhoud van 80 liter per jaar; e. 10 ledigingen voor een container met een inhoud van 140 liter per jaar; f. 10 ledigingen voor een container met een inhoud van 240 liter per jaar. 3. Bij een combinatie van afvalfracties wordt maximaal het bedrag van de fractie die wordt aangeboden in de container met het grootste volume gehanteerd. 4. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend voor de tarieven genoemd in hoofdstuk 1.3 en 1.4 van de tarieventabel. 5. Kwijtschelding geschiedt op schriftelijk verzoek. Het verzoek om kwijtschelding voor het variabel recht van de afvalstoffenheffing wordt tegelijkertijd beoordeeld met het verzoek tot kwijtschelding van de gecombineerde aanslag. Dit betekent dat voor de aanslagen variabel recht (de afrekening van het aantal ledigingen) een verzoek tot kwijtschelding niet mogelijk is. Artikel 10 Nadere regels

Pagina 6 van 8 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing. Artikel 11 Inwerkingtreding 1. De Verordening afvalstoffenheffing 2016, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017. 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. Artikel 12 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening afvalstoffenheffing 2017. Aldus besloten in de openbare vergadering van 20 december 2016., voorzitter, raadsgriffier Bijlagen: - Tarieventabel

Pagina 7 van 8 Tarieventabel behorende bij de Verordening Afvalstoffenheffing 2017. Hoofdstuk 1 Maatstaf en tarieven afvalstoffenheffing Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing (vastrecht) 1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar: 77,64 1 (per maand 6,47) Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor de lediging van minicontainers en afvalbakken en de inworp bij ondergrondse voorzieningen (variabel recht) Restafval: 1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per lediging van: 1.2.1.1 een container met een volume-inhoud van 40 liter: 2,29 1.2.1.2 een container met een volume-inhoud van 80 liter: 4,58 1.2.1.3 een container met een volume-inhoud van 140 liter: 8,01 1.2.1.4 een container met een volume-inhoud van 240 liter: 13,74 1.2.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per inworp: 1.2.2.1 met een volume van 60 liter bij aanbieding aan een ondergrondse Voorziening: 2,97 GFT-afval: 1.2.3 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per lediging van: 1.2.3.1 een container met een volume-inhoud van 25 liter: 0,69 1.2.3.2 een container met een volume-inhoud van 40 liter: 1,10 1.2.3.3 een container met een volume-inhoud van 80 liter: 2,20 1.2.3.4 een container met een volume-inhoud van 140 liter: 3,85 1.2.3.5 een container met een volume-inhoud van 240 liter: 6,60 1 Het vastrecht van de afvalstoffenheffing 2017 is inclusief een korting van 16,56. Deze korting wordt verrekend aan inwoners, doordat de maximale hoogte van de reserve afvalstoffenheffing in 2015 is bereikt. Zonder korting zou het vastrecht 94,20 bedragen.

Pagina 8 van 8 Hoofdstuk 1.3 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing 1.3.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het aan huis inzamelen van (maximaal 2 m³) grof huishoudelijk afval of de inname van grote elektr(on)ische apparaten, per aanvraag: 20,00 1.3.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het met de afvalpas aanbieden van grof huishoudelijk afval vanuit een aanhangwagen (maximaal 2 m³) op het milieustation, per keer: 10,00 uitgezonderd huishoudelijk tuinafval: gratis 1.3.3 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het met de afvalpas aanbieden van grof huishoudelijk afval vanuit de kofferbak of achterbank van een personenauto (maximaal 1 m³) op het milieustation, per keer: 5,00 uitgezonderd huishoudelijk tuinafval: gratis 1.3.4 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het zonder afvalpas aanbieden van huishoudelijk afval (maximaal 2 m³) op het milieustation per keer 50,00 1.3.5 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het met de afvalpas aanbieden van regulier huishoudelijk afval op het milieustation per 60 liter (vergelijkbaar met 1 vuilniszak) 3,00 uitgezonderd huishoudelijk tuinafval: gratis 1.3.6 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het met de afvalpas aanbieden van autobanden met velg en/of tractor banden, per stuk 3,00 1.3.7 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het met de afvalpas aanbieden van grond en puin (maximaal 0,5 m³) op het milieustation per keer 10,00 Hoofdstuk 1.4 Tarief bij vervanging, verlies of diefstal afvalpas 1.4.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor de vervanging van een afvalpas (milieustation, inzameling grof huisvuil en gebruik ondergrondse afvalcontainers) als bedoeld in artikel 3, derde lid, van deze verordening 16,00 Behoort bij het raadsbesluit van 20 december 2016. De raadsgriffier van Gemeente Venray