Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014



Vergelijkbare documenten
Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2013

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2015

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2017

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2016

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2011

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2008

Tussentijdse resultaten van de monitoring voor vogelgriep januari tot september 2007

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

MEDEDELING. Aviaire influenza : einde trekseizoen : versoepeling afschermplicht

Laag Pathogene Aviaire Influenza Virus Infecties op

Hobbypluimvee in tijden van vogelgriep

Samenstelling Levensloop Platina Fonds in 2015

Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee.

Leven met vogelgriep. Arjan Stegeman Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren j.a.stegemanuu.nl

VOGELGRIEP. Persmededelingen van het FAVV

F.A.Q. versie 10 Van toepassing vanaf 1 ste mei 2008

Vogel-griep. Cees van de Noort Baancommissie Golf en Country Club Liemeer

Verzuimgegevens BVE 3e kwartaal 2014 t/m 2e kwartaal 2015

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP

Dienstregeling 2015 KBS Sluis Klein Willebroek

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP

4. Pluimveebedrijf: inrichting gebruikt voor het fokken of houden van pluimvee.

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP

Samenstelling Levensloop Platina Fonds in 2017 F_MNSALAFAE2A FONDS F_MNSALAFVE2A FONDS F_MNSALA /EUR

Kasstaat Contante verkopen feb-10

ACTIEVE MONITORING AVIAIRE INFLUENZA

Debriefing dierlijke sectoren

Dienstencheques Situatie eind december 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen uitbetaalde cheques tijdens

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Aantal groenestroomcertificaten verkocht aan minimumsteun

Dienstencheques Situatie eind februari 2019 Aangekochte cheques

VR DOC.0601/2BIS

Dienstencheques Situatie eind oktober 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

F.A.Q. versie 11. VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP (klik op de vraag om naar het antwoord te gaan <ctrl+home> om terug te keren)

Dienstencheques Situatie eind februari 2018 Aangekochte cheques

Dienstencheques Situatie eind november 2018 Aangekochte cheques

Dienstencheques Situatie eind augustus 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Verzuimgegevens BVE 1e kwartaal 2016 t/m 4e kwartaal 2016

Verzuimgegevens BVE 1e kwartaal 2015 t/m 4e kwartaal 2015

Aantal meldingen laatste 12 maanden

Aantal groenestroomcertificaten verkocht aan minimumsteun

Dienstencheques Situatie eind juni 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Stand van zaken en vooruitzichten. 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Het handelen in strijd met de voorschriften uit onderhavige regeling levert op grond van de Wet op de economische delicten een economisch delict op.

Taak Splitsing Voortgang. Mijlpaal Samenvatting Projectsamenvatting. Externe taken Externe mijlpaal Deadline

Gezondheidsprogramma s en monitoring ten dienste van een duurzame en gezonde melkveestapel in Vlaanderen Algemene vergadering MCC - 3 april 2019

SURVEILLANCE VAN TEKENBETEN IN BELGIË

4. Pluimveebedrijf: inrichting gebruikt voor het fokken of houden van pluimvee.

VR DOC.0243/2TER

Het ophokken van biopluimvee heeft geen effect op de biostatus van de dierlijke producten (eieren, vlees):

Dienstencheques Situatie eind mei 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Dienstencheques Situatie eind maart 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Bewaking van ziekten bij in het wild levende dieren in Vlaanderen Muriel Vervaeke dr.ir. Agentschap voor Natuur en Bos

SURVEILLANCE VAN TEKENBETEN IN BELGIË

ACTIEVE MONITORING AVIAIRE INFLUENZA

Pluimvee. Nieuwe Pasteurella-typen bij pluimvee. Coryza-vaccin. Hoofdpunten Rapportage Derde kwartaal Samen werken aan diergezondheid

TekenNet.be. Resultaten januari-december Inleiding

Marktoverzicht van de Belgische varkenssector 25 januari 2019

januari dec jan feb MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZATERDAG ZONDAG 09:15 vrijzwemmen

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Dienstencheques Situatie eind februari 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Dienstencheques Situatie eind januari 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Arbeidsmarkt Onderwijs

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP (klik op de vraag om naar het antwoord te gaan <ctrl+home> om terug te keren)

FES-AI onderzoek als respons op de uitbraak

Samenvatting van de tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de aviaire influenza (vogelgriep) en andere na te leven verplichtingen

de overwinterende ganzen mogen afgeschoten worden met een maximum van 10 stuks per schadeperceel per dag.

Energieboekhouding BRISE. Thomas Deville. Facilitator Duurzame gebouwen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Aantal warmtekrachtcertificaten verkocht aan minimumsteun

Ruth Bouwstra (CVI) Teun Fabri (GD Deventer) Ron Fouchier (Erasmus MC) Erik van Geloof (KNMvD) Mart de Jong (WU) Wim Pelgrim (EZ, ambtelijk

Collectief ontslag in de periode van januari 2011 tot en met maart 2011

Aantal verhandelde groenestroomcertificaten en gemiddelde prijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET DE ZIEKTE VAN NEWCASTLE EN VOGELGRIEP

Influenza surveillance

De arbeidsmarkt onderwijs

Welkom bij YourMoneyAlarms.tips. In onderstaande tabel ziet u de resultaten van de signalen van het afgelopen jaar.

2-jan 3-jan 4-jan 5-jan 6-jan 7-jan 8-jan. 9-jan 10-jan 11-jan 12-jan 13-jan 14-jan 15-jan

januari februari 2012

Verblijfstoerisme Waasland 2015

VOGELGRIEP. Persmededelingen van het FAVV

Arbeidsmarkt Onderwijs

Augustus 2018 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag

Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen

Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen

Bewaking van ziekten bij in het wild levende dieren in Vlaanderen Agentschap voor Natuur en Bos

nr. 491 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 18 april 2018 aan PHILIPPE MUYTERS Dienstencheques - Vervaldatum

Arbeidsmarkt Onderwijs

Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Vogelpest (Aviaire influenza) - oktober uitgebreide versie

Raadsinformatiebrief. De gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: Stand van zaken vogelgriep. Geachte raadsleden,

Vitalink. 8 mei 2017

BEHEER VAN EVERZWIJNEN IN WALLONIE EN SANITAIRE OPVOLGING VAN DE SPECIES

Transcriptie:

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2014 werden bij de actieve monitoring 3.036 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als in de voorgaande jaren, heeft het FAVV de bemonsteringen daarvoor toevertrouwd aan 2 netwerken: - Het ornithologisch netwerk van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBINW) heeft monsternemingen uitgevoerd op 2.496 vogels van 31 verschillende soorten. Deze vogels werden tijdens ringactiviteiten in het ganse land gevangen en na het ringen en de monsterneming onmiddellijk weer vrijgelaten. De monsternemingen vonden het ganse jaar door plaats en werden uitgevoerd op 124 verschillende sites. - Het Réseau de surveillance sanitaire de la faune sauvage van de Université de Liège heeft de monsternemingen uitgevoerd bij waterwild dat tijdens het jachtseizoen door jagers werd geschoten. Gespreid over de maanden januari en t.e.m. december werden 540 watervogels van de familie der anatidae (eenden, ganzen en zwanen) op 10 verschillende sites bemonsterd. Figuur 1. Sites waar wilde vogels in de actieve monitoring werden bemonsterd en aantal vogels per site

Er werden vogels bemonsterd gespreid over het ganse land (zie figuur 1). Ongeveer een vierde van de vogels werd bemonsterd in de gevoelige natuurgebieden. Deze gevoelige natuurgebieden zijn de gebieden in ons land met de grootste concentratie trekvogels. Zij worden daarom als het meest risicovol beschouwd voor wat betreft de introductie van vogelgriepvirussen. Figuur 2 geeft het aandeel van de verschillende vogelsoorten in de bemonstering. Bijna 93% ervan behoort tot soorten die door de EU als zogenaamde brugspecies worden beschouwd, vogels dus uit vooral de familie van de eenden, ganzen en zwanen die gemakkelijk het H5N1 vogelgriepvirus kunnen meebrengen tijdens de migratie. Figuur 2. Proportie van de bemonsterde vogelfamilies in de actieve monitoring van wilde vogels 2% 8% 4% andere roofvogels 12% rallen 3% waadvogels meeuwen 71% eenden, ganzen en zwanen Figuur 3. Overzicht van het aantal bemonsterde vogels en analyses per maand in de actieve monitoring van wilde vogels 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec vogels monsters

Figuur 3 geeft een overzicht van de spreiding van de monsternemingen in de loop van het jaar. Het grootste aantal monsters werd in november en december genomen. Deze piek heeft te maken met de verhoogde waakzaamheid als gevolg van het ontdekken van uitbraken met hoogpathogene vogelgriep H5N8 in de buurlanden. Bij een bemonsterd dier werden een cloacaswab en/of een keelswab genomen. Een cloacamonsters is namelijk beter geschikt voor het opsporen van allerhande laagpathogene vogelgriepvirussen, een keelmonster voor het aantonen van het H5N1 vogelgriepvirus. Bij de brugspecies werden meestal beide monsters genomen. In totaal werden bij de 3.036 vogels 3.791 monsters genomen. Alle analyses werden uitgevoerd door het referentielaboratorium CODA te Ukkel. Resultaten 24 monsters, genomen bij 22 vogels, waren positief bij een PCR analyse. Virus kon nochtans maar geïsoleerd worden bij 16 vogels. Alle geïsoleerde virussen waren laagpathogeen. Zoals aangegeven in de onderstaande tabel, behoren zij tot de types H1 H2 en H3. maand locatie vogelsoort aantal analyseresultaat januari oktober oktober november november Grand-Leez Scy Gramptinne Roly La Hulpe Eghezée Eghezée Eghezée Casteau ringtaling (Callonetta leucophrys) Meerkoet (Fulica atra) 1 LPAI 3 LPAI H1N10 1 LPAI H1N10 2 LPAI H1N10 4 LPAI H3N8 1 LPAI H2N2 2 LPAI H2N1 1 LPAI H1N10 1 LPAI H1N10 Deze cijfers bewijzen nogmaals dat een groot aantal laagpathogene vogelgriepvirussen circuleren bij watervogels. Dergelijke bevinding is normaal en vormt geen probleem. Er bestaat enkel het risico dat een laagpathogeen H5 of H7 vogelgriepvirus zich zou kunnen aanpassen en omvormen tot een hoogpathogene variant, eens het virus zou overgaan van wilde vogels op pluimvee. Het hoogpathogene virus H5N8, dat in de loop van november 2014 geïntroduceerd werd in Europa en nadien in verschillende landen is opgedoken, werd niet vastgesteld in ons land.

Verdachte sterfte bij wilde vogels passieve monitoring Meldingen van verdachte sterfte bij wilde vogels door het publiek via de 0800-lijn worden opgevolgd door de natuurdiensten van de 3 Gewesten, nl. door het Agentschap natuur en bos (Vlaams gewest), de Département de la nature et des forêts (Waals gewest) en het Brussels instituut voor milieubeheer (Brussels hoofdstedelijk gewest). Deze 3 diensten staan in voor het ophalen van de kadavers en het wegbrengen ervan naar het referentielaboratorium CODA te Ukkel, waar de analyses gebeuren. Sinds 2012 worden ook vogels gestorven in vogelopvangcentra opgenomen in de monitoring. De kadavers van deze dieren werden verzameld door het KBINW en eveneens overgemaakt aan het CODA. In 2014 werden in totaal 203 kadavers onderzocht. De onderstaande figuren geven informatie over de vindplaats van de kadavers en de vogelfamilie waartoe ze behoren. De meerderheid van de kadavers werd verzameld buiten de gevoelige natuurgebieden. De proportie van de verschillende bemonsterde vogelpopulaties is deels een weerslag van de zichtbaarheid van de vogels eens ze ziek of gestorven zijn. Zo zullen bijv. dode meeuwen aan het strand veel gemakkelijker opgemerkt en verzameld worden dan het kadaver van een eend in een natuurgebied. Figuur 4. Vindplaatsen van de kadavers van wilde vogels onderzocht in de passieve monitoring

Figuur 5. Proportie van de bemonsterde vogelfamilies in de passieve monitoring van wilde vogels 8% 8% 15% 9% 3% andere rallen waadvogels meeuwen eenden, ganzen en zwanen roofvogels 56% Resultaten Alle monsters genomen en geanalyseerd bij RT-PCR waren negatief. Serologische monitoring bij pluimvee In 2014 werden monsters genomen op 699 professionele pluimveebedrijven. Zoals aangegeven in de volgende tabel, betroffen de monsternemingen verschillende soorten. pluimveesoort aantal bemonsterde pluimveebedrijven kippen leg 396 vermeerdering 194 eenden en ganzen 28 kalkoenen 54 andere (duiven, parelhoenen, patrijzen, fazanten) 27 Het aantal in elke categorie te nemen monsters werd bepaald in functie van een aantal risicofactoren, o.a. of er bedrijven gelegen waren in gevoelige natuurgebieden, of ze meerdere gevoelige pluimveesoorten hielden en of er pluimvee in open lucht werd gehouden. Het programma werd uitgevoerd, gespreid over het ganse jaar. Figuur 6 geeft een overzicht van de

spreiding van de monsternemingen. In totaal werden 8.089 stuks pluimvee bemonsterd. Alle monsters werden onderzocht door het CODA om de aanwezigheid van H5 en H7 virussen op te sporen. Figuur 6. Overzicht van het aantal bemonsterde pluimveehouderijen per maand in de serologische monitoring 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Resultaten Er werd pluimvee met antistoffen tegen H5 gevonden op 7 pluimveehouderijen. Na bijkomend onderzoek kon in geen van de pluimveehouderijen virus worden aangetoond.