Verordening Zeehavengeld Zeeland Seaports 2006 ZEELAND SEAPORTS VERORDENINGEN. Haven van Terneuzen en Vlissingen

Vergelijkbare documenten
Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld Vlissingen 2019

Reglement kade- en ligplaatsgeld 2012

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

GEMEENTEBLAD. gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet, en 229a van de Gemeentewet; besluit:

Onderwerp : Verordening binnenhavengelden De raad van de gemeente Beverwijk;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014 (Gemeenteblad 2014, nr. );

Gemeente Harlingen. Besluit van de gemeenteraad van Harlingen. De Raad van de gemeente Harlingen

Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengelden 2016

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit Artikel 2 Begripsbepalingen

Onderwerp : Verordening zeehavengelden De raad van de gemeente Beverwijk;

een schip dat is bestemd of geschikt is voor de vaart op zee;

Verordening liggelden Colijnsplaat 2010 Raadsbesluit: 5 november 2009

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

Verordening havengelden 2011

Binnenhavengeldverordening 2015 Gemeente Harlingen

Verordening scheepvaartrechten 2015

CVDR. Nr. CVDR603868_1. Verordening scheepvaartrechten 2018

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit. Artikel 2 Begripsbepalingen

Verordening liggelden Colijnsplaat 2017, gemeente Noord-Beveland

Verordening op de heffing en invordering van kadegeld Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017 De raad van de gemeente Haarlem;

GEMEENTEBLAD. Verordening op de heffing en invordering van liggeld pleziervaartuigen Maassluis 2015

Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig-, kade- en opslaggelden 2018

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten c.a. 2015, versie 2

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELD 2016 (VERORDENING HAVENGELD 2016)

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017

Zeehavengeldverordening 2015 gemeente Vlaardingen. Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, R.nr. 70.

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening havengelden Leeuwarden 2019

GEMEENTEBLAD. gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet, en 229a van de Gemeentewet; besluit:

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening haven- en kadegelden 2016

Gemeente Tiel Verordening op de heffing en de invordering van haven-, kade- en

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1449),

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN SCHEEPVAARTRECHTEN 2018

Verordening op de heffing en de invordering van zeehavengelden 2016 gemeente Maassluis

Gemeenteraad: 15 december Commissie: Samen Leven 1 december 2016

GEMEENTEBLAD 2009 nr. 27

Havengeld. Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2016

Verordening op de heffing en de invordering van havengeld Onderwerp: Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2017

VERORDENING HAVEN- EN KADEGELD 2007

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en invordering van haven-, kade- en opslaggelden 2019

VERORDENING HAVENGELDEN 2016

Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 5 november 2012;

Beoogd resultaat Vaststellen van de verordening zodat in 2010 de belastingheffing plaats kan vinden.

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten 2016

ALGEMEEN ARTIKEL 1 DEFINITIES

VERORDENING HAVENGELDEN 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2014;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 157

Gemeente Bergen op Zoom - Verordening havengelden Bergen op Zoom 2015

Verordening op de heffing en invordering van Scheepvaartrechten Cuijk Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

GEMEENTEBLAD. Nr VERORDENING VAN UTRECHT 2012 Nr mei Officiële uitgave van gemeente Utrecht (Utr).

Verordening op de heffing en invordering van Brug-, schut- en havengelden 2018 gemeente Utrecht

GEMEENTEBLAD. Nr VERORDENING SCHEEPVAARTRECHTEN 2015

Zeehaven- en kadegeldverordening Amsterdam 2008

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2013; b e s l u i t :

Verordening op de heffing en invordering van Zeehavengeld de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Staatsblad 1959, nr.

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 48 Datum: nr. 9

Hollands Kroon Vaststelling verordening havengeld

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HAVEN- EN KADEGELD

Verordening op de heffing en invordering van Zeehavengeld Verordening Zeehavengeld belastingen, retributies en heffingen

Gemeente Bergen op Zoom - Verordening havengelden Bergen op Zoom 2017

Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2016

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld

Raadsbesluit. j. passagiersschip: een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig. Sr n? gemeen te ALIKI\1AAR.

Verordening op de heffing en invordering van de scheepvaartrechten 2009

Verordening op de heffing en invordering van binnenhaven- en kadegeld 2016

Raadsbesluit MAASSLUIS eerste stad aan de waterweg

Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 juli 2001, nr. 2001/2078/SW/JIS;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2019

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Veendam

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Artikel 5 Belastingjaar Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten 2016

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting bedrijventerreinen Tiel 2019.

Verordening precariobelasting 2018.

Verordening afvalstoffenheffing Sittard-Geleen 2013"

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015;

VERORDENING op de heffing en invordering van liggelden

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Overige relevante gemeentelijke regelingen die betrekking hebben op dit onderwerp

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2017 (Verordening precariobelasting Wassenaar 2017)

Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

l lllllll llll lllll llll llllll lllll lllll lllll lllll \llll llll llll

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010

Verordening reinigingsheffingen 2014

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019.

Transcriptie:

Verordening Zeehavengeld ZEELAND SEAPORTS VERORDENINGEN Haven van Terneuzen en Vlissingen 1

Inhoudsopgave Verordening Zeehavengeld Artikel 1. Begripsbepalingen pag. 3 Artikel 2. Aard van de heffing; belastbaar feit pag. 6 Artikel 3. Belastingplicht pag. 6 Artikel 4. Tarieven pag. 6 Artikel 5. Tarieftoepassing pag. 6 Artikel 6. Aangifte pag. 6 Artikel 7. Frequentiekorting pag. 7 Artikel 8. Lijndienst frequentie - korting pag. 7 Artikel 9. Vrijstellingen pag. 7 Artikel 10. Betaling pag. 8 Artikel 11. Bevoegdheden pag. 9 Artikel 12. Verrekening pag. 9 Artikel 13. Toepasselijk recht en geschillen pag. 9 Artikel 14. Overgangsbepalingen pag. 9 Artikel 15. Inwerkingtreding, citeertitel pag. 9 Verordening Binnenhavengeld Artikel 1. Begripsbepalingen pag. 10 Artikel 2. Aard van de heffing; belastbaar feit pag. 11 Artikel 3. Belastingplicht pag. 11 Artikel 4. Tarieven pag. 11 Artikel 5. Tarieftoepassing pag. 11 Artikel 6. Aangifte pag. 12 Artikel 7. Vrijstellingen pag. 12 Artikel 8. Betaling pag. 13 Artikel 9. Restitutie / onderbreking of voortzetting pag. 13 Artikel 10. Bevoegdheden pag. 14 Artikel 11. Verrekening pag. 14 Artikel 12. Invorderingsrente pag. 14 Artikel 13. Toepasselijk recht pag. 14 Artikel 14. Overgangsbepalingen pag. 14 Artikel 15. Inwerkingstreding, citeertitel pag. 15 Verordening Heffing Havenontvangstvoorzieningen Zeeland Seaports 2007 Artikel 1. Begripsbepalingen pag. 16 Artikel 2. Aard van de heffing; belastbaar feit pag. 17 Artikel 3. Belastingplicht pag. 17 Artikel 4. Heffingsgrondslagen, tarieven en afgifterecht pag. 17 Artikel 5. Tarieftoepassing pag. 17 Artikel 6. Vrijstelling pag. 17 Artikel 7. Betaling pag. 17 Artikel 8. Bevoegdheden pag. 17 Artikel 9. Toepasselijk recht en geschillen pag. 18 Artikel 10. Overgangsbepalingen pag. 18 Artikel 11. Inwerktreding, citeertitel pag. 18 Verordening op de Precariobelasting Zeeland Seaports 1999 Artikel 1. Belastbaar feit pag. 19 Artikel 2. Belastingplicht pag. 19 Artikel 3. Heffingsmaatstaf en tarief pag. 19 Artikel 4. Vrijstellingen pag. 19 Artikel 5. Belastingtijdvak pag. 20 Artikel 6. Wijze van heffing pag. 21 Artikel 7. Betalingstermijn pag. 21 Artikel 8. Ontheffing pag. 21 Artikel 9. Afronden en niet opleggen van aanslagen pag. 21 Artikel 10. Navordering pag. 21 Artikel 11. Ambtshalve vermindering pag. 22 Artikel 12. Invordering pag. 22 Artikel 13. Nadere regels pag. 22 Artikel 14. Slotbepalingen pag. 22 Retributieverordening Zeeland Seaports 2002 Artikel 1. Heffingsfeit pag. 23 Artikel 2. Belastingplicht pag. 23 Artikel 3. Tarieven pag. 23 Artikel 4. Vrijstellingen pag. 23 Artikel 5. Heffingstijdvak pag. 23 Artikel 6. Wijze van heffing pag. 23 Artikel 7. Betalingstermijn pag. 23 Artikel 8. Afronden en niet opleggen van aanslagen pag. 24 Artikel 9. Navordering pag. 24 Artikel 10. Ambtshalve vermindering pag. 24 Artikel 11. Invordering pag. 24 Artikel 12. Nadere regels pag. 24 Artikel 13. Slotbepalingen pag. 24 2

Verordening Zeehavengeld ZEEHAVENGELD Artikel 1. Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. Algemene Wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301); b. Ballast: vaste en vloeibare stoffen - water voor landbouwdoeleinden, industrieel gebruik of menselijke consumptie en andere goederen met handelswaarde hieronder niet begrepen - welker inneming in het zeeschip uitsluitend geschiedt of is geschied ter verhoging van de stabiliteit van het zeeschip of ter verlaging van zijn hoogste punt boven de waterspiegel; c. Beheersgebied: het beheersgebied van Zeeland Seaports als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Gemeenschappelijke Regeling Zeeland Seaports; d. Bevoorradingsschip: een zeeschip bestemd of gebruikt voor de aan- en afvoer van personen en/of materiaal ten behoeve van op zee gestationeerde booreilanden of werkschepen; e. Binnen-/Buitenschip: vaartuig afwisselend gebruikt of dat afwisselend zal worden gebruikt op de binnenwateren en op een beperkt vaargebied op zee, in het bijzonder de kustwateren; f. Brutoton: de eenheid voor de bruto inhoud (BT) van een zeeschip, zoals bedoeld in het Verdrag inzake meting van Schepen, London 1969 (Traktatenblad 1979, nr. 122 en 194) die uit de meetbrief volgt; g. Bunkeren: het door het zeeschip innemen van brandstof voor eigen gebruik; h. Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports; i. Container: een laadkist, omschreven in de aanbeveling ISO688-1995 als Series 1 freight containers van de International Organisation for Standardisation, voor zover de lengte tenminste 6,055 meter bedraagt; j. Containerschip: een zeeschip, dat blijkens bouw en inrichting geheel is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van containers, hieronder wordt mede verstaan een (koel)schip dat blijkens Lloydsregistratie beschikt over containercapaciteit; k. Draagvermogen: het draagvermogen of deadweight is de hoeveelheid lading, uitgedrukt in gewicht, die het schip kan laden wanneer het geladen is tot op zijn zomervrijboordmerk; l. Gescheiden ballast: de ballast die beantwoordt aan de omschrijving van gescheiden ballast in voorschrift 1, punt 17, in bijlage 1 van Marpol 73/78; m. Haven: de havens en andere bevaarbare wateren liggende binnen de grenzen van het gebied, zoals deze in de gemeenschappelijke regeling tot instandhouding van de publiekrechtelijke rechtspersoon Zeeland Seaports zijn bepaald, met alle daartoe behorende kaden, aanlegsteigers, meerpalen, boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen, die bij Zeeland Seaports in beheer en/of onderhoud zijn; n. Havenmeester: de door het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports als zodanig benoemde of aangewezen functionaris; o. Heffingstijdvak: een in een tarieventabel genoemde tijdsduur, waarin het gebruik van de haven plaatsvindt, met dien verstande dat, indien het vaartuig gedurende een toegepaste tijdsduur de haven verlaat en terugkeert, een nieuwe termijn begint; p. Hoofd Finance, Control & ICT: 3

Verordening Zeehavengeld de door het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports als zodanig benoemde functionaris, die is belast met de heffing en de invordering, of diens plaatsvervanger; q. Hospitaalschip: een zeeschip uitsluitend bestemd en gebruikt voor het verlenen van medische hulp, daaronder begrepen het vervoer van gewonden, zieken en gehandicapten; r. Invorderingswet: de wet van 30 mei 1990 (Stb.nr. 221); s. Lading: alle door een zeeschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers, trailers, lashbakken. Voor de toepassing van de verordening worden, niet tot de lading gerekend: ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheeps benodigdheden, alsmede de handbagage die wordt vervoerd door opvarenden; t. Lash-schip: een zeeschip dat blijkens zijn inrichting is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van zelfdrijvende laad bakken; u. Marpol: het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen van 1973, als gewijzigd bij het bijbehorende Protocol van 1978, alsmede de wijzigingen daarop die van kracht zijn op de datum waarop het belastbaar feit zich voordoet; v. Meetbrief: een meetbrief, als bedoeld in artikel 24 van de Meetbrievenwet 1981; w. Olieproducten: producten conform het aanhangsel van bijlage 1 van voorschrift 1 Marpol 73/78; x. Oorlogsschip: een zeeschip, behorende tot de operatieve sterkte van de Koninklijke Marine of behorende tot de marine van een vreemde mogendheid, waarover een militair der zeemacht het bevel voert en dat geheel of gedeeltelijk met militairen is bemand; y. Passagiersschip: 4

Verordening Zeehavengeld een zeeschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen; z. Pleziervaartuig: een zeeschip, uitsluitend bestemd voor recreatie doeleinden, niet zijnde een passagiersschip; aa. Roll-on/ roll-off schip: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd en gebruikt voor het vervoer van lading, die geheel of ten dele rijdend aan en van boord wordt gebracht over één of meer tot de vaste uitrusting van het vaartuig behorende en daarvoor uitgeruste laad kleppen; bb. Ruwe aardolie: ruwe aardolie en ruwe oliën uit bitumineuze mineralen als bedoeld onder nr. 27.09 van de gecombineerde nomenclatuur bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2658/87, Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 256 van 7 september 1987, zoals nadien gewijzigd; cc. SBT (Segregated Ballast Tank): gescheiden ballasttank, een tank die uitsluitend wordt gebruikt voor het vervoer van gescheiden ballast; dd. Scheepsreparatie-inrichting: een inrichting, gelegen binnen het beheersgebied van Zeeland Seaports, waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het verrichten of het gelegenheid geven tot het verrichten van herstellingen aan schepen en die bij de inrichting beschikt over speciaal voor dat doel bestemde en/of in gebruik zijnde ligplaatsen; ee. Sleepboot: een vaartuig dat hoofdzakelijk gebruikt is voor het slepen dan wel duwen of assisteren van andere vaartuigen; ff. Tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel(len); gg. Tankschip: een zeeschip, dat geheel of ten dele is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van vloeibare lading in onverpakte toestand; 1. Olietankschip: een vaartuig dat beantwoordt aan de omschrijving van olietankschip in voorschrift 1, punt 4, van bijlage 1 van Marpol 73/78; 2. Olietanker met gescheiden ballasttanks: een van gescheiden ballasttanks voorziene olietanker, die door de regering van de vlaggenstaat of door andere namens die staat daartoe bevoegde instanties is gecertificeerd als olietanker, voorzien van gescheiden ballasttanks, hetgeen tot uitdrukking dient te komen op het International Oil Pollution Prevention (IOPP) Certificate, zijnde het internationale certificaat ter voorkoming van verontreiniging door olie; 3. Dubbelwandige olietanker: een olietanker met gescheiden ballasttanks die gebouwd is overeenkomstig voorschrift 13F, punt 3, van bijlage 1 van Marpol 73/78; 4. Olietanker van een alternatief ontwerp: een olietanker met gescheiden ballasttanks die gebouwd is overeenkomstig voorschrift 13F, punten 4 en 5, van bijlage 1 van Marpol 73/78; hh. Ton: een massa van 1.000 kilogram; ii. Vaartuig: 1. elk drijvend lichaam, dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt of is bestemd voor het vervoer te water van personen, koopwaren, grondstoffen, producten en voorwerpen van allerlei aard, al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende; 2. elk ander drijvend lichaam, zoals een werk- en aanlegvlot, ponton, houtvlot, elevator, duikerklok, zandzuiger, baggermolen, drijvend werktuig, booreiland en elke andere drijvende inrichting ten dienste van de exploratie en/of exploitatie van olie- en gasvelden of winnen van mineralen op zee; jj. Vissersschip: een zeeschip, uitsluitend bestemd en gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen uit de zee; kk. Zeeland Seaports: de publiekrechtelijke rechtspersoon, ingesteld door de provincie Zeeland en de gemeenten Borsele, Terneuzen en Vlissingen, 5

Verordening Zeehavengeld zoals vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling tot instandhouding van de publieke rechtspersoon Zeeland Seaports per 1 januari 2003, en ingeschreven in het register ex artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; ll. Zeeschip: 1. elk vaartuig dat wordt gebruikt of is bestemd voor de vaart buitengaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Schepenwet (Stb.1909, 219); 2. elk vaartuig dat in verband met sloop of voorgenomen sloop voor de onder ten eerste bedoelde vaart niet meer wordt gebruikt of de bestemming daartoe heeft verloren; mm. Zeeschip in lijndienst: een zeeschip, dat naar het oordeel van het hoofd Finance, Control & ICT, op grond van door de belastingplichtige ingediend bewijsmateriaal, deelneemt aan een geregelde lijndienst volgens een vooraf aangekondigd, volledig en aan een ieder ter beschikking staand vaarplan, waarin Terneuzen en/of Vlissingen als haven van herkomst en bestemming is opgenomen. Artikel 2. Aard van de heffing; belastbaar feit Onder de naam Zeehavengeld worden rechten geheven voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van de Haven met een zeeschip en voor het genot van diensten door of vanwege Zeeland Seaports verstrekt in verband met dat gebruik. Artikel 3. Belastingplicht Voor de betaling van het tarief is hoofdelijk aansprakelijk, de kapitein, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven alsmede degene die de voorbereidende handelingen jegens de havenbeheerder heeft verricht ter voorbereiding van het verblijf van het vaartuig, bijvoorbeeld in het kader van de vertegenwoordiging van de reder of kapitein. Betaling door één van deze partijen bevrijdt de andere partijen. Artikel 4. Tarieven 1. Het zeehavengeld wordt berekend met gebruikmaking van de tarieven die zijn opgenomen in de tarieventabellen T-1 t/m T-3 en V-1 t/m V-3, behorende bij deze verordening, met inachtneming van de daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in de navolgende artikelen betreffende tarieftoepassing en frequentiekorting. 2. Het zeehavengeld wordt berekend vanaf het moment dat het gebruik van de haven dan wel het genot van de in dat verband verleende diensten is begonnen, waarbij een niet onderbroken verblijf in de haven tot ten hoogste de duur van de in de tarieventabellen genoemde heffingstijdvakken in aanmerking wordt genomen; 3. Zeeland Seaports heeft het recht tarieven te wijzigen. Artikel 5. Tarieftoepassing Bij de toepassing van de tarieven: a. geldt de (grootste) bruto tonnage van een zeeschip, uitgedrukt in bruto tonnen, zoals deze blijkt uit de meetbrief; b. geldt de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in Lengte Over Alles (LOA); c. wordt de lading van het zeeschip gelost en ingenomen, uitgedrukt in metrische tonnen; d. gelden de lengte, breedte, zomerdiepgang en de bruto inhoud, zoals die ambtshalve wordt vastgelegd indien geen meetbrief wordt overgelegd; e. wordt een gedeelte van een eenheid van lengte, breedte, inhoud en massa voor een volle eenheid gerekend; f. wordt het aantal tonnen in de haven geloste en/of ingenomen lading ambtshalve bepaald, indien deze onvoldoende worden aangetoond; g. wordt de termijn geschorst gedurende de tijd, nodig voor het wachten buitengaats op een volgende ligplaats, het dokken of het ondergaan van een herstelling op een binnen de haven gelegen scheepswerf, mits vooraf van het voornemen tot het dokken of het uitvoeren van de herstelling en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan het dagelijks bestuur schriftelijk kennis is gegeven; de laatste kennisgeving dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepswerf afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt. Artikel 6. Aangifte 1. Het zeehavengeld wordt geheven bij wege van aangifte, welke aangifte dient te geschieden door middel van een elektronische 6

Verordening Zeehavengeld melding aan de Havenmeester, die hiertoe is aangewezen krachtens artikel 11, lid 2. 2. De meldingen dienen te geschieden aan het door het Dagelijks Bestuur vastgesteld elektronisch adres met gebruikmaking van een door het Dagelijks Bestuur vast te stellen berichtdefinitie en protocol. 3. Degene die melding doet geeft daarmee te kennen de toepasselijkheid van de onderhavige verordening te accepteren. 4. Op verzoek van de Havenmeester wordt bij de aangifte de meetbrief van het vaartuig overgelegd. 5. Inzage dient te worden verleend in dan wel afschrift te worden verschaft van alle documenten m.b.t. de overslaggegevens. Indien geen inzage wordt verleend noch afschrift wordt verschaft, wordt het zeehavengeld berekend volgens het tarief dat tot het hoogst te betalen bedrag leidt. In dit geval zijn de betalingsplichtigen hoofdelijk een toeslag verschuldigd van 25%, zulks met een minimum van 250. Artikel 7. Frequentiekorting 1. Voor zeeschepen die in een zeker onderling verband, doch anders dan in geregelde lijndienst de haven (havengebied Vlissingen) geregeld bezoeken wordt afhankelijk van de frequentie van het bezoek een korting verleend, waarvan het percentage is opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel V-1, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: a. de schepen varen in frequentie onder dezelfde reder of eigenaar, of degene aan wie de schepen in gebruik zijn gegeven, dan wel een combinatie van een van deze partijen; b. de schepen laden en/of lossen in de regel dezelfde ladingsoort; c. de schepen hebben in de regel dezelfde plaats van herkomst of bestemming. 2. De korting als bedoeld in het eerste lid wordt voor het eerst verleend nadat uit ervaring gebleken is dat de haven geregeld is bezocht gedurende tenminste een vol kalenderkwartaal; over deze ervaringsperiode wordt geen tariefreductie toegepast. 3. De korting wordt voor elk kalenderkwartaal apart vastgesteld, waarbij het aantal bezoeken in het direct voorafgaande kalenderkwartaal bepalend is voor de hoogte van het reductiepercentage. Artikel 8. Lijndienst frequentie - korting 1. Voor een zeeschip dat in lijndienst de haven bezoekt wordt afhankelijk van de frequentie van de bezoeken een reductie toegepast, waarvan het percentage is opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabellen T-2/V-2. 2. Bij de berekening van het aantal bezoeken als bedoeld in het vorige lid wordt mede in aanmerking genomen de bezoeken door een vervangend vaartuig, mits het bezoek niet op dezelfde dag plaatsvindt. Een bezoek aan de haven door een ver vangend vaartuig, dient van tevoren bij de Havenmeester te zijn gemeld. Artikel 9. Vrijstellingen 1. Zeehavengeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik van de haven en het genot van in dat verband verleende diensten met: a. een zeeschip dat een andere Nederlandse haven als bestemming of herkomst heeft en ingevolge de door de wet opgelegde verplichting dient te worden ingeklaard of uitgeklaard, tot een maximum van vier uur. Van de voorgenomen handeling dient vooraf schriftelijk melding te worden gedaan bij de Havenmeester; b. een sleepboot, uitsluitend voor zover deze wordt gebruikt voor de normale assistentie van zeeschepen bij het in- en uitvaren van de haven, tot een maximum van één uur; c. een zeeschip voor een periode van ten hoogste vier maanden wanneer het gebruik van de haven en het genot van diensten slechts plaatsvindt voor het dokken of het doen verrichten van herstellingen op een speciaal voor dat doel bestemde en/of in gebruik zijnde ligplaatsen van een Scheepsreparatie-inrichting, mits zowel van het tijdstip van aanvang als dat van het einde van het dokken of herstellen schriftelijk vooraf aan de Havenmeester is kennisgegeven; d. een zeeschip voor een periode van ten hoogste een week, wanneer het gebruik van de haven en het genot van diensten slechts plaatsvindt in verband met het voor de eerste maal zeeklaar maken, mits: i. het gebruik of genot niet langer duurt dan daartoe noodzakelijk is; ii. vooraf van het voornemen daartoe en onmiddellijk na afloop van de handelingen of werkzaamheden daarvan schrifte lijk aan de Havenmeester wordt kennis gegeven; e. een zeeschip, wanneer het gebruik van de haven en het genot van diensten slechts plaatsvindt in verband met het stellen 7

Verordening Zeehavengeld van kompassen, het wisselen van de bemanning dan wel het ontschepen van zieken of doden, tot een maximum van vier uur. Van de voorgenomen handeling dient vooraf schriftelijk melding te worden gedaan bij de Havenmeester; f. een zeeschip voor een periode van ten hoogste zeven kalenderdagen, indien het havenbezoek en de bijbehorende dienstverlening slechts plaatsvindt in verband met het schoonmaken van ladingruimten, met inbegrip van het gasvrij maken van het schip, bij een daartoe ingerichte en van de vereiste vergunningen voorziene inrichting. Er is wel kadegeld verschuldigd; g. een oorlogsschip, mits de behandeling van eventuele lading uitsluitend door militairen geschiedt; h. een zeeschip in directe dienst van het Rijk of de Provincie, mits geen personen of goederen bedrijfsmatig worden vervoerd; i. een hospitaalschip; j. een zeeschip dat gebruikt wordt ten behoeve van het onderhoud, de verbetering en de uitbreiding van de Haven, voor zover deze in opdracht van Zeeland Seaports worden uitgevoerd; k. een zeeschip dat gebruik maakt van een los- en laadgelegenheid, die in gebruik is bij een bedrijf, het welk op 20 juni 1960 in het havengebied was gevestigd, en voordien door een bedrijf was aangelegd of werd onderhouden en, voor zover aldaar lading wordt ingenomen of gelost, indien deze van eerstbedoeld bedrijf afkomstig is of daarvoor bestemd is. 2. Het bepaalde in lid 1 sub k is eveneens van toepassing, indien de lading afkomstig is of bestemd is voor een bedrijf, dat een belangengemeenschap onderhoudt met een bedrijf, hetwelk op 20 juni 1960 in het havengebied was gevestigd. 3. De namen van de op 20 juni 1960 in het havengebied gevestigde bedrijven en de plaatsen, waar de in de lid 2 bedoelde los- en laadgelegenheden zijn gelegen, zomede de wijziging van deze namen en plaatsen, worden door het dagelijks bestuur van het havenschap vastgesteld. 4. Wijziging of uitbreiding van een los- en laadgelegenheid of van een bedrijf, als bedoeld in lid 1 sub k, staat toepassing van lid 2 niet in de weg. Artikel 10. Betaling 1. Het zeehavengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven, dan wel het genot van de verstrekte diensten in verband 8

Verordening Zeehavengeld met dat gebruik, aanvangt. 2. Het zeehavengeld wordt voldaan binnen de op de factuur gestelde termijn. 3. In geval de verschuldigde rechten, kosten en vergoedingen niet binnen de voorziene termijnen worden vereffend kan Zeeland Seaports de in gebreke blijvende schuldenaar het gebruik van de haven weigeren. Bovendien kunnen schepen (en goederen) worden ingehouden tot dekking van de betaling van de rechten en kosten. Artikel 11. Bevoegdheden 1. Onverminderd het overigens in deze verordening bepaalde geschiedt: a. de Heffing van de Heffing Scheepsafval geschiedt met toepassing van de Algemene Wet als ware het een rijksbelasting; b. de Invordering van de Heffing Scheepsafval geschiedt met toepassing van de Invorderingswet 1990 als ware de Heffing een directe rijksbelasting met dien verstande dat: i) de bevoegdheden van de in die wetten genoemde Minister gelden voor het Algemeen Bestuur van Zeeland Seaports, die van directeur en inspecteur gelden voor het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports; ii) de bevoegdheden van de in die wetten genoemde ontvanger gelden voor het Hoofd Finance, Control & ICT. 2. Het Dagelijks Bestuur kan een of meer ambtenaren aanwijzen, die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de Heffing en Invordering van de Heffing Havenontvangstvoorzieningen. 3. Het Hoofd Finance, Control & ICT is bevoegd kwijtschelding van het Heffing te verlenen als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990. Artikel 12. Verrekening 1. Indien degene die aangifte heeft gedaan merkt dat er ten gevolge van een onjuiste (aanvullende) aangifte te weinig of te veel is betaald, dan dient hiervan onmiddellijk schriftelijk bericht te geven aan de Havenmeester. Verrekening zal dan naar keuze plaatsvinden via een factuur respectievelijk creditnota, of via de eerstvolgende verzamelfactuur. 2. Zeeland Seaports is te allen tijde bevoegd om in geval van een onjuiste aangifte of aanvullende aangifte een correctie daarop toe te passen c.q. verrekening te doen plaatsvinden bij volgende betalingen, of na te vorderen tot het juiste bedrag. Artikel 13. Toepasselijk recht en geschillen Op alle uit deze verordening voortvloeiende rechten, verplichtingen en geschillen is uitsluitend het Nederlandse recht van toepassing. Artikel 14. Overgangsbepalingen 1. De Verordening Zeehavengeld Zeeland Seaports 2002 wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening. 2. Op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de inwerkingtreding van deze verordening, blijven de bepalingen van de Verordening Zeehavengeld Zeeland Seaports 2002 van toepassing. Artikel 15. Inwerkingtreding, citeertitel 1. De verordening treedt in werking op 1 januari 2006. 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Zeehavengeld Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van Zeeland Seaports van 21 december 2005. Voorzitter Mw. M. le Roy Secretaris Mr. P.J Filius 9

Verordening Binnenhavengeld BINNENHAVENGELD Artikel 1. Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. Algemene Wet: de Algemene Wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301): b. Binnenschip: 1. een vaartuig dat uitsluitend wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren; 2. een vaartuig dat wordt gebruikt voor de zandwinning binnen de 12 mijlszone van het Nederlands continentaal plat en dat tevens is voorzien van een binnenvaartmeetbrief; 3. een vaartuig dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor de vaart op binnenwateren en daarnaast de Belgische zeehavens bezoekt; c. Binnen-/Buitenschip: een vaartuig afwisselend gebruikt of dat afwisselend zal worden gebruikt op de binnenwateren en op een beperkt vaar gebied op zee, in het bijzonder de kustwateren; d. Container: een laadkist, omschreven in de aanbeveling ISO688-1995 als Series 1 freight containers van de International Organisation for Standardisation, voor zover de lengte tenminste 6,055 meter bedraagt; e. Containerschip: een binnenschip, dat blijkens bouw en inrichting exclusief is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van containers; f. Gebruik haven: het in deze verordening bedoelde gebruik van voor de openbare dienst bestemde wateren of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen; g. Haven: de havens en andere bevaarbare wateren liggende binnen de grenzen van het gebied, zoals deze in de gemeenschappelijke regeling tot instandhouding van de publieke rechtspersoon Zeeland Seaports zijn bepaald, met alle daartoe behorende kaden, aanlegsteigers., meerpalen, boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen, die bij Zeeland Seaports in beheer en/of onderhoud zijn; h. Havenmeester: de door het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports als zodanig benoemde of aangewezen functionaris; i. Heffingstijdvak: een in een tarieventabel genoemde tijdsduur, waarin het gebruik van de haven plaatsvindt, met dien verstande dat, indien het vaartuig gedurende een toegepaste tijdsduur van minder dan een kalenderkwartaal de haven verlaat en terugkeert, een nieuwe termijn begint; j. Hoofd Finance, Control & ICT: de door de Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports als zodanig benoemde functionaris, die is belast met de heffing en de invordering, of diens plaatsvervanger; k. Invorderingswet: de Wet van 30 mei 1990 (Stb. nr. 221); l. Laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het vaartuig bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige vaartuig; m. Meetbrief: een document als bedoeld in het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten); n. Passagiersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen; o. Pleziervaartuig: een vaartuig, uitsluitend gebruikt voor recreatie doeleinden, niet zijnde een passagiersschip; p. Sleepboot: een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het slepen dan wel duwen of assisteren van andere vaartuigen; 10

Verordening Binnenhavengeld q. Tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel; r. Termijn: een in een tarieventabel genoemde tijdsduur, waarin het gebruik van de haven plaatsvindt, met dien verstande dat, indien het vaartuig gedurende een toegepaste tijdsduur van minder dan een kalenderkwartaal de haven verlaat en terugkeert, een nieuwe termijn begint; s. Ton: een massa van 1.000 kilogram; t. Vaartuig: 1. elk drijvend lichaam, dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt of is bestemd voor het vervoer te water van personen, koopwaren, grondstoffen, producten en voorwerpen van allerlei aard, al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende; 2. elk ander drijvend lichaam, zoals een werk- en aanlegvlot, ponton, houtvlot, elevator, duikerklok, zandzuiger, baggermolen, drijvend werktuig, booreiland en elke andere drijvende inrichting ten dienste van de exploratie en/of exploitatie van olie - en gasvelden of winnen van mineralen op zee; u. Vrachtschip: een binnenschip, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het vervoer van goederen; v. Zeeland Seaports: de publieke rechtspersoon, ingesteld door de provincie Zeeland en de gemeenten Borsele, Terneuzen en Vlissingen, zoals vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling tot instandhouding van de publieke rechtspersoon Zeeland Seaports per 1 januari 2003, en ingeschreven in het register ex artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 2. Aard van de heffing; belastbaar feit Onder de naam Binnenhavengeld worden rechten geheven voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van de Haven met een binnenschip of elk ander vaartuig, waarvoor geen zeehavengeld is verschuldigd, alsmede voor het genot van diensten, door of vanwege Zeeland Seaports verstrekt in verband met dat gebruik. Artikel 3. Belastingplicht Voor de betaling van het tarief is hoofdelijk aansprakelijk, de eigenaar, de reder, de schipper, de kapitein, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven alsmede degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt. Artikel 4. Tarieven 1. Het binnenhavengeld wordt berekend met gebruikmaking van de tarieven die zijn opgenomen in de tarieventabellen behorende bij deze verordening, met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in de navolgende artikelen betreffende de tarieftoepassing. De tarieven worden verhoogd met de daarover verschuldigde omzetbelasting naar het algemene tarief (BTW). 2. Het binnenhavengeld wordt berekend vanaf het moment dat het gebruik van de haven dan wel het genot van de in dat verband verleende diensten is begonnen, waarbij een niet onderbroken verblijf in de haven tot ten hoogste de duur van de in de tarieventabel genoemde heffingstijdvakken in aanmerking wordt genomen; 3. Zeeland Seaports heeft het recht tarieven te wijzigen. Artikel 5. Tarieftoepassing 1. Bij de toepassing van de tarieven: a. wordt slechts een naar beneden afgeronde eenheid van laadvermogen, inhoud, of oppervlakte in aanmerking genomen; b. geldt het laadvermogen in tonnen van een vaartuig, (zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief); c. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld, tenzij voor een langere termijn aangifte is gedaan; d. wordt bij een gecombineerd havenbezoek aan Terneuzen en Vlissingen de tarieventabel van Vlissingen gehanteerd. 2. Indien de in onderdeel b van het eerste lid bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens 11

Verordening Binnenhavengeld niet vermeldt wordt, in afwijking van het bepaalde in de onderdelen a en van lid 1, het laadvermogen in tonnen dan wel de grootste breedte en/of de lengte over alles ambtshalve vastgesteld. Artikel 6. Aangifte 1. Het binnenhavengeld wordt geheven bij wege van aangifte, welke aangifte dient te geschieden door middel van een elektronische melding of d.m.v. melding via marifoonkanaal 9 (Vlissingen) en/of marifoonkanaal 11 (Terneuzen) aan de Havenmeester, die hiertoe is aangewezen krachtens artikel 110 lid 2. 2. De meldingen dienen te geschieden aan het door het Dagelijks Bestuur vastgesteld elektronisch adres met gebruikmaking van een door het Dagelijks Bestuur vast te stellen berichtdefinitie en protocol of via de in lid 1 genoemde marifoonkanalen. 3. Degene die melding doet geeft daarmee te kennen de toepasselijkheid van de onderhavige verordening te accepteren. 4. Op verzoek van de Havenmeester wordt bij de aangifte de meetbrief van het vaartuig overlegd. 5. Indien het gebruik van de haven met een vaartuig wordt voortgezet nadat de termijn is verstreken, vangt een nieuwe termijn aan en neemt met betrekking tot de laatste bedoelde termijn het gebruik van de haven opnieuw een aanvang. Het in de vorige volzin bepaalde vindt geen toepassing ingeval het gebruik van de haven wordt beëindigd voor desmiddags twaalf uur op de dag, volgende op de laatste volle dag van de verstreken termijn, mits sprake is van een minimale termijn van 7 dagen. Artikel 7. Vrijstellingen Binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik van de haven en het genot van in dat verband verleende diensten met: a. een vaartuig wanneer door Zeeland Seaports bij overeenkomst een vergoeding daarvoor is bedongen; b. een sleepboot, uitsluitend voor zover deze wordt gebruikt voor de normale assistentie van zeeschepen bij het in- en uitvaren van de haven; c. een sleepboot, uitsluitend voor zover deze tezamen met een ander binnenschip een eenheid vormt; d. een binnenschip voor een periode van ten hoogste twee maanden wanneer het gebruik van de haven en het genot van diensten slechts plaatsvindt voor het dokken of het doen verrichten van herstellingen bij een scheepsreparatie-inrichting, mits zowel van het tijdstip van aanvang als dat van het einde van het dokken of herstellen schriftelijk vooraf aan de Havenmeester is kennisgegeven; e. een vaartuig in directe dienst van het Rijk of de Provincie, mits geen personen of goederen bedrijfsmatig worden vervoerd; f. een hospitaalschip; g. een opleidingsschip voor de Rijn- of binnenvaart of de marine of de koopvaardij, uitsluitend als zodanig in gebruik; h. een binnenschip aan het Zijkanaal A of de Beurtvaartkade te Terneuzen onder de volgende voorwaarden: dat van deze ligplaats slechts gebruik wordt gemaakt tussen vrijdag 15:00 uur en de daaropvolgende maandag 09:00 uur, alsmede op de volgende feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, koninginnedag, hemelvaartdag, tweede pinksterdag en de beide kerstdagen, in welk geval de onderhavige vrijstelling wordt verlengd tot de dag volgende op één of meer van genoemd feestdagen om 09:00 uur; i. een vaartuig wachtend voor het formeren van een sleep- of duweenheid, zulks voor ten hoogste 24 uren; j. een vaartuig dat gebruikt wordt: 1. in directe dienst van Zeeland Seaports 2. ten behoeve van het onderhoud, de verbetering en de uitbreiding van de Haven, voor zover deze in opdracht van Zeeland Seaports worden uitgevoerd; k. een binnenschip dat gebruik maakt van een los- en laadgelegenheid, die in gebruik is bij een bedrijf, hetwelk op 20 juni 1960 in het havengebied was gevestigd, en voordien door een bedrijf was aangelegd of werd onderhouden en, voor zover aldaar lading wordt ingenomen of gelost, indien deze van, eerstbedoeld bedrijf afkomstig is of daarvoor bestemd is. De voorgaande alinea is eveneens van toepassing indien de lading afkomstig is of bestemd is voor een bedrijf, dat een belangengemeenschap onderhoudt met een bedrijf, hetwelk op 20 juni 1960 in het havengebied was gevestigd. De namen der op 20 juni 1960 in het havengebied gevestigde bedrijven en de plaatsen, waar de in de eerste alinea bedoelde los- en laadgelegenheden zijn gelegen, zomede de wijziging van deze namen en plaatsen worden door het dagelijks bestuur van 12

Verordening Binnenhavengeld Zeeland Seaports vastgesteld. Wijziging of uitbreiding van een los- en laadgelegenheid of van een bedrijf, als bedoeld in de eerste alinea, staat van toepassing van die alinea niet in de weg. Artikel 8. Betaling 1. Het binnenhavengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven, dan wel het genot van de verstrekte diensten in verband met dat gebruik, aanvangt. 2. Het binnenhavengeld wordt voldaan binnen de op de factuur gestelde termijn. 3. In geval de verschuldigde rechten, kosten en vergoedingen niet binnen de voorzien termijnen worden vereffend kan Zeeland Seaports de in gebreke blijvende schuldenaar het gebruik van de haven weigeren. Bovendien kunnen schepen (en goederen) worden ingehouden tot dekking van de betaling van de rechten en kosten. 4. Indien Zeeland Seaports vaststelt dat er te weinig binnenhavengeld is betaald, is naast het te weinig betaalde bedrag tevens een toeslag verschuldigd ter hoogte van 25% van het te weinig betaalde bedrag met een minimum van 25,-. Deze toeslag is niet van toepassing indien uiterlijk drie weken na de factuurdatum schriftelijk wordt gemeld dat de aangifte onjuist was. Artikel 9. Restitutie / onderbreking of voortzetting 1. Vroegtijdige beëindiging van het gebruik binnen het heffingstijdvak kan slechts leiden tot restitutie indien er sprake is van een jaaraangifte, met dien verstande dat: De belastingplichtige een schriftelijk verzoek tot restitutie indient; Indien meer dan negen maanden zijn verstreken, geen bedrag wordt gerestitueerd. In het geval er minder dan negen maanden van het jaar zijn verstreken, het verschil wordt gerestitueerd tussen het verschuldigde (gebaseerd op het kwartaaltarief van het aantal kwartalen dat is verstreken, waarbij een aangevangen kwartaal geldt als vol kwartaal) en het betaalde jaartarief. 2. Indien het vaartuig in de loop van een in de tarieventabel genoemd heffingstijdvak van een kalenderkwartaal dan wel kalenderjaar uit de haven vertrekt en daar in de loop van dat tijdvak terugkeert, wordt het gebruik en genot van de haven niet geacht te zijn onderbroken. 13

Verordening Binnenhavengeld Artikel 10. Bevoegdheden 1. Onverminderd het overigens in deze verordening bepaalde geschiedt: de heffing van het binnenhavengeld met toepassing van de Algemene wet als ware het binnenhavengeld een rijksbelasting: de invordering van het binnenhavengeld met toepassing van de Invorderingswet 1990 als ware het binnenhavengeld een directe rijksbelasting. met dien verstande dat: a. de bevoegdheden van de in die wetten genoemde Minister gelden voor het Algemeen Bestuur van Zeeland Seaports, die van directeur en inspecteur gelden voor het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports:; b. de bevoegdheden van de in die wetten genoemde ontvanger gelden voor het hoofd Finance, Control & ICT. 2. Het Dagelijks Bestuur kan de uitvoering van haar bevoegdheden op grond van de Algemene wet en de Invorderingswet met betrekking tot de heffing en de invordering van het binnenhavengeld mandateren aan één of meer ambtenaren. 3. Het Hoofd Finance, Control & ICT is bevoegd kwijtschelding van het binnenhavengeld te verlenen als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990. Artikel 11. Verrekening 1. Indien degene die aangifte heeft gedaan merkt dat er ten gevolge van een onjuiste (aanvullende) aangifte te weinig of te veel is betaald, dient hiervan onmiddellijk schriftelijk bericht te geven aan de Havenmeester. Verrekening zal dan naar keuze plaatsvinden via een factuur respectievelijk creditnota, of via de eerstvolgende verzamelfactuur. 2. Zeeland Seaports is te allen tijde bevoegd om in geval van onjuiste aangifte of aanvullende aangifte een correctie daarop toe te passen c.q. verrekening te doen plaatsvinden bij volgende betalingen, of na te vorderen tot het juiste bedrag. Artikel 12. Invorderingsrente 1. De artikelen 28 tot en met 31 van de Invorderingswet 1990 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het Algemeen Bestuur regels kan stellen voor de bij de berekening van invorderingsrente toe te passen afrondingen en voor het niet in rekening brengen van invorderingsrente die een bij die regeling bepaald bedrag niet te boven gaat. Voorts kan het Algemeen Bestuur nadere regels stellen met betrekking tot de invordering van invorderingsrente. 2. Indien ten gevolge van een onjuiste (aanvullende) aangifte, te weinig is betaald (zoals beschreven in artikel 112) zijn de betalingsplichtigen hoofdelijk een toeslag verschuldigd ter hoogte van 25% van het te weinig betaalde bedrag, met een minimum van het minimum bedrag als vermeld in de bijbehorende tarieventabellen. Deze toeslag is niet verschuldigd indien de betalingsplichtige, conform artikel 121 lid 1 de Havenmeester uiterlijk 3 weken na de factuurdatum schriftelijk heeft gemeld, dat de (aanvullende) aangifte onjuist was. Het gestelde in de laatste volzin geldt niet indien reeds door Zeeland Seaports is vastgesteld dat de (aanvullende) aangifte onjuist was. 3. In geval van te late betaling is rente verschuldigd welke gelijk is aan de wettelijke rente, alsmede de gerechtelijke incassokosten. 4. Indien de betalingsplichtigen hebben nagelaten aangifte en/of aanvullende aangifte te doen, zal het binnenhavengeld worden berekend volgens het tarief dat tot het hoogste te betalen bedrag leidt. In dit geval zijn de betalingsplichtigen hoofdelijk tevens een toeslag van 25% van het te betalen bedrag verschuldigd, zulks met een minimum van het minimum bedrag als vermeld in de bijbehorende tarieventabellen (conform art. 76 lid 5). Artikel 12. Toepasselijk recht 1. Op alle uit deze verordening voortvloeiende rechten, verplichtingen en geschillen is uitsluitend het Nederlandse recht van toe passing. 2. Geschillen kunnen onderworpen worden aan het oordeel van de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement Middelburg. Artikel 13. Overgangsbepalingen 14

Verordening Binnenhavengeld 1. De Verordening Binnenhavengeld Zeeland Seaports 2002 wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening. 2. Op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de inwerkingtreding van deze verordening, blijven de bepalingen van de Verordening Binnenhavengeld Zeeland Seaports 2002 van toepassing. Artikel 14. Inwerkingtreding, citeertitel 1. De verordening treedt in werking op 1 januari 2006. 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Binnenhavengeld Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van Zeeland Seaports van 12 oktober 2005. Voorzitter Mw. M. le Roy Secretaris Drs. R. Blacquière 15

Verordening Heffing Havenontvangstvoorzieningen Zeeland Seaports 2007 VERORDENING HEFFING HAVENONTVANGSTVOORZIENINGEN 2007 Artikel 1. Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. Algemene Wet: de algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301); b. Binnen/buitenschepen: schepen met zowel een zee- als binnenvaartmeetbrief en dus als zodanig op zee kunnen worden gebruikt; c. Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports; d. Haven: de havens en andere bevaarbare wateren liggende binnen de grenzen van het gebied, zoals deze in de gemeenschappelijke regeling tot instandhouding van Zeeland Seaports zijn bepaald, met alle daartoe behorende kaden, aanlegsteigers, meerpalen, boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen, die bij Zeeland Seaports in beheer en/of onderhoud zijn; e. Haven Afvalbeheersplan: plan, als bedoeld in artikel 6 lid 3 Wvvs, voor ontvangst en verwerking van scheepsafval en de in het lid 1 Wvvs bedoelde andere stoffen en uitgevoerd conform het Besluit van 23 augustus 2004, houdende algemene regels voor havenontvangstvoorzieningen (Besluit havenontvangstvoorzieningen); f. Havenmeester: de door het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports als zodanig benoemde of aangewezen functionaris; g. Havenontvangstvoorziening: vaste, drijvende of mobiele voorziening die geschikt is voor de ontvangst van scheepsafval of ladingresiduen; h. Hoofd Finance, Control & ICT: de door het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports als zodanig benoemde functionaris, die is belast met de heffing en de invordering, of diens plaatsvervanger; i. Invorderingswet: de wet van 30 mei 1990 (Stb.nr. 221); j. Scheepsafval: afval als bedoeld in artikel 1 sub n Wvvs, alsmede overige schadelijke stoffen dan wel restanten van schadelijke stoffen, als bedoeld in artikel 6 lid 1 Wvvs; k. Vissersschip: een zeeschip, uitsluitend bestemd en gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen uit de zee; l. Wvvs: de wet van 13 december 1983, houdende regelen ter voorkoming verontreiniging door schepen, Stb. 1991, 663; m. Zeeland Seaports: de publiekrechtelijke rechtspersoon, ingesteld door de provincie Zeeland en de gemeenten Borsele, Terneuzen en Vlissingen, zoals vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling tot instandhouding van de publieke rechtspersoon Zeeland Seaports per 1 januari 2003, en ingeschreven in het register ex artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; n. Zeeschip: elk vaartuig, van welk type ook, dat op zee wordt gebruikt waaronder begrepen draagvleugelboten, luchtkussenvoertuigen, afzinkbare vaartuigen en drijvend materieel, alsmede installaties gedurende de tijd dat zij drijven, behoudens wanneer het schip als hierboven bedoeld boven de zeebodem is geplaatst voor het instellen van een onderzoek naar de aanwezigheid van delfstoffen of voor het winnen daarvan. 16

Verordening Heffing Havenontvangstvoorzieningen Zeeland Seaports 2007 Artikel 2. Aard van de heffing; belastbaar feit 1. Onder de naam 'Heffing Havenontvangstvoorzieningen' wordt van de exploitant van een schip een bijdrage, als bedoeld in artikel 6a lid 1 Wvvs, geheven in de kosten van het in de Haven in ontvangst nemen, opslaan en verwerken van scheepsafval. 2. Met het voldoen van de Heffing verkrijgt de kapitein van het schip ingevolge artikel 6a lid 3 Wvvs, het niet overdraagbare recht om gedurende het verblijf van het schip in de Haven scheepsafval af te geven bij een houder van een havenontvangstvoorziening als bedoeld in artikel 6 lid 1 Wvvs waarmee Zeeland Seaports een overeenkomst heeft gesloten als bedoeld in artikel 6a lid 4 Wvvs. Artikel 3. Belastingplicht Voor de betaling van de Heffing is hoofdelijk aansprakelijk de kapitein, de reder, de eigenaar van het zeeschip, degene aan wie het zeeschip in gebruik is gegeven, alsmede degene die de voorbereidende handelingen jegens de havenbeheerder heeft verricht ter voorbereiding van het verblijf van het zeeschip, bijvoorbeeld in het kader van de vertegenwoordiging van de reder of kapitein. Betaling door één van deze partijen bevrijdt de andere partijen. Artikel 4. Heffingsgrondslagen, tarieven en afgifterecht 1. Gelet op het bepaalde in artikel 6a Wvvs zijn de grondslagen voor de Heffing en de hoogte van de tarieven vastgelegd in het 'Haven Afvalbeheersplan' van Zeeland Seaports, zoals dit laatstelijk is gewijzigd en bekend gemaakt. 2. Het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports heeft het recht de tarieven als bedoeld in lid 1 te wijzigen. Artikel 5. Tarieftoepassing Bij de toepassing van de tarieven: a. geldt de (grootste) bruto tonnage van een zeeschip, uitgedrukt in bruto tonnen, zoals deze blijkt uit de meetbrief; b. wordt de termijn geschorst gedurende de tijd, nodig voor het wachten buitengaats op een volgende ligplaats, het dokken of het ondergaan van een herstelling op een binnen de haven gelegen scheepswerf, mits vooraf van het voornemen tot het dokken of het uitvoeren van de herstelling en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan het dagelijks bestuur schriftelijk kennis is gegeven; de laatste kennisgeving dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepswerf afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt. Artikel 6. Vrijstelling Deze verordening is niet van toepassing op oorlogsschepen, schepen in gebruik als marinehulpschepen of andere schepen in eigendom van of in beheer bij een Staat ten tijde dat zij uitsluitend worden gebruikt in dienst van de overheid voor andere dan handelsdoeleinden. Deze verordening is eveneens niet van toepassing op vissersschepen als bedoeld in art. 1 sub k, die aangesloten zijn bij de SFAV (Stichting Financiering Afvalstoffen Visserij) en op zeeschepen zonder voorstuwing en bemanning. Artikel 7. Betaling 1. De Heffing Havenontvangstvoorzieningen is verschuldigd bij iedere aanloop van de Haven, waarbij een aanloop na een termijn nodig voor het wachten buitengaats op een volgende ligplaats niet als een nieuwe aanloop wordt gezien. 2. De Heffing Havenontvangstvoorzieningen wordt voldaan binnen de op de factuur gestelde termijn. 3. In geval de verschuldigde rechten, kosten en vergoedingen niet of niet volledig binnen de voorziene termijnen worden vereffend kan Zeeland Seaports de in gebreke blijvende schuldenaar het gebruik van de Haven weigeren. Bovendien kunnen schepen (en goederen) worden ingehouden tot dekking van de betaling van de rechten en kosten. Artikel 8. Bevoegdheden 1. Onverminderd het overigens in deze verordening bepaalde geschiedt: a. de heffing van de Heffing Scheepsafval met toepassing van de Algemene Wet als ware het een rijksbelasting; b. de invordering van de Heffing Scheepsafval met toepassing van de Invorderingswet 1990 als ware de Heffing een directe rijksbelasting met dien verstande dat: i) de bevoegdheden van de in die wetten genoemde Minister gelden voor het Algemeen Bestuur van Zeeland Seaports, die van directeur en inspecteur gelden voor het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports; ii) de bevoegdheden van de in die wetten genoemde ontvanger gelden voor het Hoofd Finance, Control & ICT. 17

Verordening Heffing Havenontvangstvoorzieningen Zeeland Seaports 2007 2. Het Dagelijks Bestuur kan een of meer ambtenaren aanwijzen, die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de Heffing en Invordering van de Heffing Havenontvangstvoorzieningen. 3. Het Hoofd Finance, Control & ICT is bevoegd kwijtschelding van de Heffing te verlenen als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990. Artikel 9. Toepasselijk recht en geschillen Op alle uit deze verordening voortvloeiende rechten, verplichtingen en geschillen is uitsluitend het Nederlandse recht van toepassing. Artikel 10. Overgangsbepalingen 1. De 'Verordening Heffing Havenontvangstvoorzieningen ' wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening. 2. Op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de inwerkingtreding van deze verordening, blijven de bepalingen van de 'Verordening Heffing Havenontvangstvoorzieningen ' van toepassing. Artikel 11. Inwerkingtreding, citeertitel 1. De verordening treedt in werking op 1 juli 2007. 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Verordening Heffing Havenontvangstvoorzieningen Zeeland Seaports 2007'. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van Zeeland Seaports van 9 mei 2007. Voorzitter Mw. M. le Roy Secretaris Mr. P.J. Filius 18