DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 4.1.4, 2, vierde lid;

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 juni 2016;

Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het Vlaams Woninghuurdecreet

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, artikel 49;

VR DOC.0694/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016;

VR DOC.0988/2

VR DOC.0854/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

VR DOC.0975/2

VR DOC.0388/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 december 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

VR DOC.1619/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling, artikel 2;

VR DOC.0490/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming aan het OCMW ter bestrijding van uithuiszettingen

Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire provinciepersoneel

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een aanpassingspremie voor woningen

VR DOC.0255/2

VR DOC.0175/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

VR DOC.0360/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

VR DOC.1146/5

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, artikel 22, eerste lid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 80, gewijzigd bij het decreet van (datum);

VR DOC.0737/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016, artikel 93:

DE VLAAMSE REGERING, Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Voorontwerp van decreet houdende de invoering van begeleidende maatregelen ter bevordering van de performante werking van de sociale woonorganisaties

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1, 2 en 3 ;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de kosten voor de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

DECREET. tot wijziging van artikel 92, 93, 95, 98 en 102bis van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode VERWIJZINGEN*

VR DOC.0164/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van 10 april 1992, artikel /2 ;

VR DOC.0855/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

VR DOC.0205/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

MEMORIE VAN TOELICHTING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

VR DOC.1242/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de kosten voor de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING,

protocol nr Over

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 houdende oprichting van het Vlaams Cultureel Centrum Voeren;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet;

VLAAMSE OVERHEID [C 2014/35524] 4 APRIL Besluit van de Vlaamse Regering houdende de digitalisering van het ruimtelijke vergunningenbeleid

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 15, 7, vervangen door het decreet van 21 maart 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018;

VR DOC.1282/2BIS

VR DOC.0330/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

over 1. mevr. Hilde CREVITS, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Onderwijs voorzitter;

VR DOC.1268/2

Op voorstel van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie;

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het

VR DOC.0412/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018;

Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende het algemeen welzijnswerk;

VR DOC.0786/2BIS

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

Bijlage 1. Oproep tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen als vermeld in artikel 1

DE VLAAMSE REGERING, ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

ADVIES OVER DE VRIJSTELLING VAN DE SPECIFIEKE INHAALBEWEGING VOOR SOCIALE HUURWONINGEN

Transcriptie:

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging, vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 4.1.4, 2, vierde lid; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 juni 2016; Gelet op het advies van de Vlaamse Woonraad, gegeven op 8 september 2016; Gelet op advies XXX van de Raad van State, gegeven op XXX, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; Na beraadslaging, BESLUIT: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1 agentschap: het agentschap Wonen-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005; 2 decreet Grond- en Pandenbeleid: het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; 3 minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting; 4 specifieke inhaalbeweging: de specifieke inhaalbeweging, vermeld in artikel 4.1.4, 2, eerste lid, van het decreet Grond- en Pandenbeleid. Pagina 1 van 5

Art. 2. De minister kan een gemeente geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de specifieke inhaalbeweging onder de voorwaarden en volgens de procedure, vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, van het decreet Grond- en Pandenbeleid en in dit besluit. Hoofdstuk 2. Procedure voor de aanvraag en beoordeling van een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging Art. 3. Een gemeente die een specifieke inhaalbeweging moet realiseren, kan met een beveiligde zending een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging indienen bij het agentschap. In het eerste lid wordt verstaan onder beveiligde zending: een van de volgende betekeningswijzen: 1 een aangetekende brief; 2 een afgifte tegen ontvangstbewijs; 3 een elektronische aangetekende zending; 4 elke andere betekeniswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld en die door de minister wordt bepaald. Art. 4. De aanvraag tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging bevat het wetenschappelijk onderbouwde dossier, vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, van het decreet Grond- en Pandenbeleid, en wordt, voor ze wordt ingediend, goedgekeurd door de gemeenteraad. Art. 5. Binnen een termijn van een maand vanaf de datum van ontvangst van de aanvraagdeelt het agentschap de gemeente schriftelijk mee of de aanvraag ontvankelijk is en, in voorkomend geval, op welke wijze de aanvraag moet worden aangepast om ontvankelijk te zijn. Nadat een aanvraag ontvankelijk is verklaard, oordeelt het agentschap of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, van het decreet Grond- en Pandenbeleid en in dit besluit. Het agentschap legt het dossier voor aan de minister. Binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum waarop de aanvraag ontvankelijk wordt verklaard, neemt de minister een beslissing over de aanvraag tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging. Als de minister binnen de termijn, vermeld in het derde lid, geen beslissing neemt, wordt de aanvraag geacht te zijn goedgekeurd. Het agentschap brengt de gemeente schriftelijk op de hoogte van de beslissing over de aanvraag, vermeld in het derde lid. Hoofdstuk 3. Criteria voor de beoordeling van de aanvraag tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging Pagina 2 van 5

Afdeling 1. Gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging conform artikel 4.1.4, 2, derde lid, 1, van het decreet Grond- en Pandenbeleid Art. 6. De minister kan de gemeente die aantoont dat voldaan is aan het criterium, vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, 1, van het decreet Grond- en Pandenbeleid, geheel vrijstellen van de specifieke inhaalbeweging. De minister kan de gemeente die op de wijze, vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, 1, van het voormelde decreet, aantoont dat de specifieke inhaalbeweging niet volledig kan worden gerealiseerd, gedeeltelijk vrijstellen van de specifieke inhaalbeweging. In afwijking van het eerste en het tweede lid kan de minister een gemeente niet geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de specifieke inhaalbeweging als de gemeente geen actieprogramma als vermeld in artikel 4.1.7 van het voormelde decreet, heeft vastgesteld. Afdeling 2. Gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging conform artikel 4.1.4, 2, derde lid, 2, van het decreet Grond- en Pandenbeleid Art. 7. De minister kan de gemeente die aantoont dat voldaan is aan het criterium, vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, 2, van het decreet Grond- en Pandenbeleid, geheel vrijstellen van de specifieke inhaalbeweging. Afdeling 3. Vermindering van de specifieke inhaalbeweging conform artikel 4.1.4, 2, derde lid, 3, van het decreet Grond- en Pandenbeleid Onderafdeling 1. Woningen en voorzieningen die bestemd zijn voor het begeleid wonen van jongeren, en opvangtehuizen voor daklozen, ex-gedetineerden en ex-psychiatrische patiënten Art. 8. De minister kan de gemeente die aantoont dat op haar grondgebied woningen of voorzieningen als vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, 3, a), van het decreet Grond- en Pandenbeleid aanwezig zijn, een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met woningen, vermeld in het eerste lid, of per vijftien opvangplaatsen in voorzieningen, vermeld in het eerste lid. Onderafdeling 2. Open en gesloten asielcentra Art. 9. 1. De minister kan de gemeente die aantoont dat op haar grondgebied een open asielcentrum aanwezig is, een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met opvangplaatsen in het open asielcentrum, vermeld in het eerste lid. Pagina 3 van 5

In afwijking van het eerste lid kan de minister de gemeente die aantoont dat op haar grondgebied een open asielcentrum met ten minste tweehonderd opvangplaatsen aanwezig is, een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met meer dan de helft verlenen. 2. De minister kan de gemeente die aantoont dat op haar grondgebied een gesloten asielcentrum aanwezig is, een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met maximaal een vierde verlenen. opvangplaatsen in het gesloten asielcentrum, vermeld in het eerste lid. Onderafdeling 3. Doortrekkersterreinen en residentiële terreinen voor woonwagenbewoners Art. 10. In dit artikel wordt verstaan onder: 1 doortrekkersterrein : een terrein als vermeld in artikel 2, 4, van het decreet van 28 maart 2014 houdende een subsidie voor investeringen in residentiële woonwagenterreinen en doortrekkersterreinen voor woonwagenbewoners; 2 residentieel woonwagenterrein: een terrein als vermeld in artikel 2, 3, van het voormelde decreet. De minister kan de gemeente die aantoont dat op haar grondgebied een of meer doortrekkersterreinen of residentiële woonwagenterreinen aanwezig zijn, een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met De vermindering bedraagt één te verwezenlijken sociale huurwoning per tien standplaatsen op het doortrekkersterrein. De vermindering bedraagt één te verwezenlijken sociale huurwoning per standplaats op het residentiële woonwagenterrein. Afdeling 4. Vermindering van de specifieke inhaalbeweging conform artikel 4.1.4, 2, derde lid, 4, van het decreet Grond- en Pandenbeleid Art. 11. De minister kan de gemeente die aantoont dat op haar grondgebied een of meer huurwoningen als vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, 4, a), van het decreet Grond- en Pandenbeleid, aanwezig zijn, een vermindering van de specifieke inhaalbeweging met Die vermindering bedraagt één te verwezenlijken sociale huurwoning per huurwoning, vermeld in het eerste lid. Een huurwoning als vermeld in het eerste lid, die leidt tot een vermindering van de specifieke inhaalbeweging van de gemeente waar de woning ligt, telt niet mee voor het bindend sociaal objectief van de gemeente in kwestie, ook al wordt de woning later overgedragen of in beheer gegeven aan een andere sociale woonorganisatie of aan een ander openbaar bestuur dat actief is in de gemeente. Pagina 4 van 5

Hoofdstuk 4. Slotbepaling Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke kansen en Armoedebestrijding Liesbeth HOMANS Pagina 5 van 5