BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 3 december Onderwerp Beleidsregels heffing en invordering - Besluitvormend

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014;

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2008

Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; artikel 1 en 9 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;

Beleidsregel proceskosten Toepassing wegingsfactoren en taxatietarieven fiscale beschikkingen Midden-Groningen 2018

De gemeente De Fryske Marren. Beleidsregels gemeentelijke belastingen Diverse regelingen

Beleids- en nadere regels gemeentelijke belastingen Nijkerk 2007

VI. Beleidsregels voor het opleggen van een aanslag afvalstoffen- en rioolheffing bij objecten die feitelijk

Beleidsregels gemeentelijke belastingen Almelo

Beleidsregel proceskosten Toepassing wegingsfactoren en taxatietarieven Wet waardering onroerende zaken 2016"

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

NADERE REGELS EN BELEIDSREGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2014

I. Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2007

Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen. Noordelijk Belastingkantoor per 1 januari 2018

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2010

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2007;

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

vast te stellen de Beleidsregels voor de bepaling van de hoogte van de proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures.

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005;

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

Leidraad heffing gemeentelijke belastingen Mill en Sint Hubert Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en Sint Hubert,

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

BELEIDSREGELS INZAKE HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2011

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

Artikel 1 Inleidende bepaling

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010;

Beleidsregels inzake de afdoening van verzoeken om. om kostenvergoedingen in de bezwaarfase

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening rioolheffing

Beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen (met uitzondering van de onroerende zaakbelastingen)

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

Wetstechnische informatie

Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing Waterschap Veluwe 2011.

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE PRECARIOBELASTING 2017 (versie geldig vanaf )

Wetstechnische informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Wetstechnische informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

Verordening watersysteemheffing waterschap Vechtstromen 2015

Beleidsregels voor de toepassing van wegingsfactoren en proceskosten in belastingzaken.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

Raadsvergadering 12 december 2002 Made, 27 november De bijgevoegde verordening rioolrechten 2003 conform vast te stellen.

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

RAADSBESLUIT 14R.00481

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2016 (versie geldig vanaf )

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2017 (versie geldig vanaf )

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

Verordening reclamebelasting Bedrijventerreinen 2017

CVDR. Nr. CVDR100910_1

Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing waterschap Rijn en IJssel 2019.

Verordening afvalstoffenheffing 2019

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

Verordening reinigingsheffingen 2014

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Hoofdstuk II NADERE REGELS MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN INVORDERING

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2008, nummer 2008/115;

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Prinsenbeek.

IMijverdal, 8 november gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Nijverdal, 12 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017;

Afdeling: Gemeentewinkel Leiderdorp, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2011, nr.

Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

GEMEENTEBLAD. Nr

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

Transcriptie:

BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 3 december 2013 nummer: 2013_BW_00751 Onderwerp Beleidsregels heffing en invordering - vormend Beknopte samenvatting In de belastingverordeningen zijn bepalingen opgenomen zodat het college nadere regels kan stellen voor de uitvoering. De voorgestelde beleidsregels geven invulling aan deze nadere regels zodat voor klanten en medewerkers duidelijk is hoe in voorkomende situaties beleid wordt toegepast. Bevoegd portefeuillehouder: Leo van der Zon HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AANHEF Bijgevoegde bijlage(n): Beleidsregels_gemeentelijke_belastingen_151013 Bijlage_1_toelichting_op_beleidsregels_221013 (informatief) MOTIVERING Volgende feiten gaan aan de beslissing vooraf: In de belastingverordeningen zijn bepalingen opgenomen zodat het college nadere regels kan stellen voor de uitvoering. Dit gaat onder andere om keuzesituaties bij de aanwijzen van belastingplichtigen en om nadere regels voor de uitvoering van de (dwang-)invordering. De beleidsregels geven richting bij het maken van deze keuzes en borgen de rechtsgelijkheid. In het kader van transparante dienstverlening richting onze klanten is het van belang om de regels op te stellen en te publiceren zodat voor klanten èn medewerkers duidelijk is hoe in voorkomende situaties beleid wordt toegepast. Daarnaast is het vanuit het oogpunt van rechtmatigheid wenselijk om de regels die in praktijk al worden toegepast formeel te laten vaststellen door uw college. p 1 van 35

Deze beslissing wordt genomen om volgende redenen: De beleidsregels stellen kaders waarbinnen de medewerkers keuzes kunnen maken De wettelijke regels brengen soms met zich mee dat meerdere personen als belanghebbende kunnen aangemerkt voor een WOZ-beschikking en/of belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject. De gemeente mag echter de beschikking of de aanslag maar op naam van één van de belastingplichtigen stellen. De beleidsregels zorgen ervoor dat de rechtsgelijkheid wordt gewaarborgd Door het stellen van kaders wordt gewaarborgd dat in soortgelijke situaties dezelfde keuze wordt gemaakt. De beleidsregels zorgen voor duidelijkheid voor de belastingplichtige In uitspraken op bezwaarschriften en andere besluiten wordt verwezen naar de beleidsregels zodat ook voor de belastingplichtige duidelijk is waarom en hoe er tot een besluit is gekomen. Beslist het volgende: BESLISSING punt 1: Vast te stellen de beleidsregels voor heffing en invordering gemeentelijke belastingen: 1) het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2) het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie 3) het vaststellen van de omvang van het waterverbruik als grondslag voor de rioolheffing 4) het beoordelen of er sprake is van hoofdverblijf bij de heffing van forensenbelasting 5) het invorderen door middel van automatische incasso 6) het verlenen van uitstel van betaling 7) het invorderen en de dwanginvordering 8) het toekennen van ambtshalve verminderingen 9) het toekennen van proceskostenvergoeding bij WOZ-bezwaren 10) het toetsen van kwijtscheldingsverzoeken BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT p 2 van 35

Gemeentewinkel Belastingen Financiële consequenties: BIJLAGEN DIE INTEGRAAL DEEL UITMAKEN VAN HET BESLUIT Beleidsregels_gemeentelijke_belastingen_151013 p 3 van 35

beleidsregels_151013.doc Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen; Gelet op het bepaalde in: artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen; artikel 2 van de verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten; artikel 2 van de verordening rioolheffing; artikel 4 en artikel 11 van de verordening afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen; artikel 2 van de verordening forensenbelasting; BESLUIT: vast te stellen de volgende: BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE IN EEN KEUZESITUATIE Algemeen In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimte, perceel). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Teylingen een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen. Voorkeursvolgorde bij verschillende categorieën genothebbende 1 De aanslag gemeentelijke belastingen die wordt geheven van een genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt opgelegd aan: 1.1 de beperkt gerechtigde 1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning; 1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft; 1.1.3 de erfpachter dan wel de beklemde meier; 1.2 de eigenaar of de appartementsgerechtigde; 1.3 degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter. 2 Wanneer in de categorieën onder 1 meerdere personen in aanmerking komen, wordt de aanslag opgelegd aan de oudste persoon in leeftijd vermeld in het register van het Kadaster. 3 De aanslag gebruikersbelasting onroerende-zaakbelasting, gebruikersbelasting op roerende woon- en bedrijfsruimten of forensenbelasting wordt opgelegd aan: 3.1 dezelfde persoon die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is aangemerkt; 3.2 degene die het langst in het belastingobject woont volgens inschrijving in de Gemeentelijke Basis Administratie; 3.3 de vennootschap onder firma (V.O.F.), de maatschap of een commanditaire vennootschap ( C.V.) bij niet natuurlijke personen. 3.4 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject naar voren p 4 van 35

komt. 4 De aanslag rioolheffing en de afvalstoffenheffing wordt opgelegd aan: 4.1 dezelfde persoon die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is aangemerkt; 4.2 degene die het langst in het belastingobject woont volgens inschrijving in de Gemeentelijke Basis Administratie; 4.3 de vennootschap onder firma (V.O.F.), de maatschap of een commanditaire vennootschap (C.V.) bij niet natuurlijke personen. 4.4 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject naar voren komt. 5 De onderdelen 1 tot en met 4 vinden geen toepassing indien: 5.1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is; 5.2 bij het team Belastingen bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd. 6 Bij tijdvakbelastingen wordt de voorkeursvolgorde toegepast op de situatie aan het begin van het tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 7 Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak. 8 Wanneer in uitzonderingsgevallen een aanslag wordt opgelegd in afwijking van de voorkeursvolgorde wordt opgelegd, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. Overgangsrecht De Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie van 22 april 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in de inwerkingtreding genoemde datum van ingang van de beleidsregels, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2014. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie. Voorhout, (datum) Burgemeester en wethouders van Teylingen, J. Covers L. van der Zon secretaris wnd. burgemeester p 5 van 35

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen; Gelet op het bepaalde in hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken; Gelet op de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie; BESLUIT: vast te stellen de volgende: BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN WOZ-BELANGHEBBENDE IN EEN KEUZESITUATIE Algemeen In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat voor één eigendom meer personen als (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende kunnen worden aangemerkt. In deze gevallen mag de gemeente op grond van artikel 24 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de bekendmaking van de WOZbeschikking aan één van de belanghebbenden verzenden. De gemeente Teylingen hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Voorkeursvolgorde In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, zijn de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen van overeenkomstige toepassing. Overgangsrecht De Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie van 22 april 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in de inwerkingtreding genoemde datum van ingang van de beleidsregels, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2014. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZbelanghebbende in een keuzesituatie. Voorhout, (datum) Burgemeester en wethouders van Teylingen, J. Covers L. van der Zon secretaris wnd. burgemeester p 6 van 35

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen; Gelet op het bepaalde in artikel 4 van de Verordening op de heffing en invordering van de rioolheffing; BESLUIT: vast te stellen de volgende: BELEIDSREGELS VOOR HET VASTSTELLEN VAN HET WATERVERBRUIK DAT BETROKKEN WORDT IN DE RIOOLHEFFING Algemeen De maatstaf van heffing van de rioolheffing is gebaseerd op de hoeveelheid kubieke meters wat dat vanuit een perceel wordt afgevoerd. Voor het vaststellen van het aantal kubieke meters wordt de hoeveelheid afgevoerd water gelijk gesteld aan de hoeveelheid toegevoerd water. Het is van belang te regelen hoe omgegaan moet worden met kubieke meters water die feitelijk niet geloosd worden op de gemeentelijke riolering Vaststellen van het waterverbruik Lekkage Bij het vaststellen van het waterverbruik wordt geen rekening gehouden met de niet op de gemeentelijke riolering afgevoerde kubieke meters water door lekkage tenzij belastingplichtige een correctienota van het waterleidingbedrijf overlegd waaruit blijkt dat vanwege een lekkage toegevoerde kubieke meters water niet op de gemeentelijke riolering zijn afgevoerd. Wanneer een correctienota niet voorhanden is overlegd belastingplichtige de afrekening van het water van twee voorgaande jaren en wordt een gemiddeld gebruik hiervan genomen. Meerdere eigendommen één gezamenlijke watermeter Indien meerdere eigendommen één gezamenlijke watermeter hebben wordt het aantal toegevoerde kubieke meters water naar evenredigheid van de eigendommen berekend. Dit houdt in dat van iedere eigendom het vaste deel van de rioolheffing geheven wordt. De dan nog resterende toegevoerde kubieke meters water worden naar evenredigheid van de eigendommen berekend. Waterverbruik in het productieproces Veehouders Bij het vaststellen van het waterverbruik wordt bij veehouderijen waarbij water wordt gebruikt voor drenking van het vee op stal de hoeveelheid niet afgevoerde water forfaitair vastgesteld. Het forfait wordt als volgt berekend: Aantal volwassen koeien x aantal staldagen x 70 liter per dag. Aantal jonge koeien x aantal staldagen x 15 liter per dag. Voor het aantal staldagen wordt uitgegaan van 180 dagen per jaar, tenzij de veehouder anders aangeeft. Overige bedrijven Bij het vaststellen van het waterverbruik wordt met de niet op de gemeentelijke riolering afgevoerde kubieke meters water geen rekening gehouden tenzij belastingplichtige 1. door middel van een tussenmeter kan aantonen dat toegevoerde kubieke meters water niet op de gemeentelijke riolering zijn afgevoerd; 2. bescheiden, onderbouwd met feiten, worden overgelegd waaruit afgeleid kan worden welke hoeveelheid toegevoerde kubieke meters water vanwege bedrijfsuitvoering niet op de gemeentelijke riolering is afgevoerd. Of en in hoeverre de overlegde gegevens aannemelijk zijn wordt door de heffingsambtenaar beoordeeld. Aanpassing waterverbruik bekend Wanneer belastingplichtige bij de voorgaande aanslag vermindering heeft aangevraagd wordt bij gelijkblijvende omstandigheden in het volgende jaar de aanslag direct verminderd. p 7 van 35

Woonboten De gebruiker van een woonboot is belastingplichtig vanaf het moment dat de woonboot aangesloten kan worden op de rioolaansluiting op het vasteland. Overgangsrecht De Beleidsregel voor het vaststellen van het waterverbruik dat betrokken wordt in de rioolheffing van 22 april 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in de inwerkingtreding genoemde datum van ingang van de beleidsregels, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2014. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels voor het vaststellen van het waterverbruik dat betrokken wordt in de rioolheffing. Voorhout, (datum) Burgemeester en wethouders van Teylingen, J. Covers L. van der Zon secretaris wnd. burgemeester p 8 van 35

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen; Gelet op het bepaalde in artikel 2 van de Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting; BESLUIT: vast te stellen de volgende: BELEIDSREGELS VOOR HET BEOORDELEN OF ER SPRAKE IS VAN HOOFDVERBLIJF IN DE ZIN VAN DE VERORDENING FORENSENBELASTING De beoordeling of er als dan niet sprake is van hoofdverblijf in de gemeente wordt gecontroleerd aan de hand van inschrijving in de Gemeentelijke Basis Administratie. Overgangsrecht De Beleidsregel voor het beoordelen of er sprake is van hoofdverblijf in de zin van de verordening Forensenbelasting van 22 april 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in de inwerkingtreding genoemde datum van ingang van de beleidsregels, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2014. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels voor het beoordelen of er sprake is van hoofdverblijf in de zin van de verordening Forensenbelasting. Voorhout, (datum) Burgemeester en wethouders van Teylingen, J. Covers L. van der Zon secretaris wnd. burgemeester p 9 van 35

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen; Gelet op het bepaalde in: artikel 7 van de verordening onroerende-zaakbelastingen; artikel 9 van de verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten; artikel 9 van de verordening rioolheffing; artikel 9 van de verordening afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen; BESLUIT: vast te stellen de volgende: BELEIDSREGELS MET BETREKKING TOT DE INVORDERING DOOR MIDDEL VAN AUTOMATISCHE INCASSO GEMEENTELIJKE BELASTINGEN GEMEENTE TEYLINGEN 1. Automatische incasso geldt voor de gecombineerde aanslagbiljetten, die betrekking hebben op woningen of op objecten die overwegend als woning worden gebruikt. Alleen natuurlijke personen kunnen gebruik maken van deze automatische incasso. Niet-natuurlijke personen dienen de belastingen op de gebruikelijke wijze binnen twee maanden te voldoen. 2. Natuurlijke personen kunnen de gemeente machtigen de belastingaanslagen in maandelijkse termijnen van hun bank- of girorekening af te laten schrijven d.m.v. een bij de gemeente verkrijgbare machtigingskaart. De machtiging moet worden afgegeven voor de vervaldatum van de aanslag. 3. Een afgegeven machtiging blijft geldig tot deze wordt ingetrokken door de belastingplichtige of vervallen wordt verklaard door de gemeente. 4. De automatische betalingsincasso wordt afgeschreven in acht maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen een maand later. 5. De feitelijke inning vindt plaats omstreeks het einde van elke maand. 6. De belastingplichtige kan binnen 56 dagen (8 weken) na een uitgevoerde incasso zijn bank opdracht geven het geïncasseerde bedrag terug te boeken. De incassomachtiging wordt vanaf dat moment geacht te zijn vervallen. 7. De belastingplichtige dient zorg te dragen voor voldoende saldo op zijn bankrekening. 8. Bij onvoldoende saldo kan de automatische incasso geen doorgang vinden. Gedurende de daarop volgend werkdag zal opnieuw geprobeerd worden te incasseren. Indien het ook dan niet lukt, ontvangt de belastingplichtige een verzoek om per omgaande de achterstallige termijn te voldoen. 9. Indien voor de derde keer gedurende een kalenderjaar de automatische incasso geen doorgang kan vinden ten gevolge van onvoldoende saldo op de bankrekening van de belastingplichtige, wordt de incassomachtiging geacht te zijn vervallen. Het resterende bedrag van de aanslag dient vervolgens binnen één maand te worden voldaan. p 10 van 35

10. Indien het totaalbedrag van één biljet gemeentelijke belastingen om welke reden dan ook wordt verminderd, vindt deze vermindering plaats door verlaging van het termijnbedrag. Het aantal van acht termijnen blijft gehandhaafd. Overgangsrecht De Regels met betrekking tot de invordering d.m.w. automatische incasso gemeentelijke belastingen gemeente Teylingen van 22 april 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in de inwerkingtreding genoemde datum van ingang van de beleidsregels, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2014. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels met betrekking tot de invordering door middel van automatische incasso gemeentelijke belastingen gemeente Teylingen. Voorhout, (datum) Burgemeester en wethouders van Teylingen, J. Covers L. van der Zon secretaris wnd. burgemeester p 11 van 35

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen; Gelet op het bepaalde in artikel 25 van de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990; BESLUIT: vast te stellen de volgende: BELEIDSREGELS VOOR HET VERLENEN VAN UITSTEL VAN BETALING 1. Uitstel van betaling wordt op verzoek (schriftelijk) verleend voor het aanslagbedrag waartegen bezwaar. 2. Uitstel van betaling eindigt 2 weken na uitspraak op het bezwaar. Overgangsrecht De Regels voor het verlenen van uitstel van betaling van 22 april 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in de inwerkingtreding genoemde datum van ingang van de beleidsregels, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2014. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels voor het verlenen van uitstel van betaling. Voorhout, (datum) Burgemeester en wethouders van Teylingen, J. Covers L. van der Zon secretaris wnd. burgemeester p 12 van 35

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen; Gelet op artikel 8 tot en met 19 van de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990; BESLUIT: vast te stellen de volgende: BELEIDSREGELS VOOR INVORDERING EN DWANGINVORDERING Voor de invordering in eerste aanleg en de dwanginvordering van de gemeentelijke belastingen wordt aangesloten bij artikel 8 tot en met 19 van de Leidraad Invordering 2008. Overgangsrecht De Regels voor invordering en dwanginvordering van 22 april 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in de inwerkingtreding genoemde datum van ingang van de beleidsregels, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2014. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels voor invordering en dwanginvordering. Voorhout, (datum) Burgemeester en wethouders van Teylingen, J. Covers L. van der Zon secretaris wnd. burgemeester p 13 van 35

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Teylingen, Gelet op artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 231, 242 en 244 van de Gemeentewet juncto artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; : vast te stellen de volgende BELEIDREGELS VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN Artikel 1 Reikwijdte en definities 1. Deze beleidsregels gelden bij de heffing van gemeentelijke belastingen in de zin van artikel 219 van de Gemeentewet, met dien verstande dat onder gemeentelijke belastingen mede worden begrepen rechten die door de gemeente kunnen worden geheven. 2. Van deze beleidsregels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is. 3. Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. de ambtshalve vermindering: de vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belastingen bedoeld in artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 244 van de Gemeentewet ; b. de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk medeaansprakelijke heeft betaald; c. de driejaarstermijn: de termijn waarop door verloopt van tijd na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld de bevoegdheid tot het vaststellen van een aanslag vervalt. d. het bedrag van de vermindering: de vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, indien een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag. e. de belastingaanslag: de aanslag bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, met dien verstande dat voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder: 1. de aanslag, de voorlopige aanslag, de navorderingsaanslag: het gevorderde bedrag, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde, het nagevorderde bedrag; 2. het aanslagbiljet: de kennisgeving van het in onderdeel 1. bedoelde bedrag. f. de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van gemeentelijke belastingen. Artikel 2 Jurisprudentie 1. Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag of de voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad, het hof of de rechtbank is gewezen, tenzij het college van burgemeester en wethouders op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen. 2. Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges. Artikel 3 Mededeling van afwijzing Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift. p 14 van 35

Artikel 5 Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2014. Artikel 6 Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen. Voorhout, (datum) Burgemeester en wethouders van Teylingen, J. Covers L. van der Zon secretaris wnd. burgemeester p 15 van 35

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen; Gelet op het bepaalde in: artikel 1:3, lid 4, Algemene wet bestuursrecht; artikel 7:15 Algemene wet bestuursrecht; artikel 2, lid 1, aanhef, onderdelen a en b, tweede en derde lid proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C.1. van de bij dat behorende bijlage; artikel 6 van het tarieven in strafzaken 2003 BESLUIT: vast te stellen de volgende: BELEIDSREGELS TOEPASSING WEGINGSFACTOREN EN TAXATIETARIEVEN WET WAARDERING ONROERENDE ZAKEN Artikel 1 Zaken die met een wegingsfactor van 1 worden gewaardeerd 1. Een bezwaar in een zaak die niet tot een van de categorieën van artikel 2 of artikel 3 behoort, zal in beginsel als gemiddeld met een wegingsfactor van 1 gekwalificeerd worden. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de heffingsambtenaar de bevoegdheid om op grond van het Bpb, een lagere of hogere wegingsfactor toe te kennen naarmate de betreffende zaak lichter of zwaarder is dan een gemiddelde zaak. Artikel 2. Zaken die met een wegingsfactor van 0,5 worden gewaardeerd a. zaken die enig onderzoek vergen, maar waarbij het niet om een (juridisch) vraagpunt gaat waarvoor een grotere (juridische) deskundigheid is vereist, b. zaken waarin het alleen over de proceskostenvergoeding gaat. Artikel 3. Zaken die met een wegingsfactor van 0,25 worden gewaardeerd a. zaken waarin het om een verkeerde tenaamstelling gaat, b. zaken waarin het om een verkeerde adresaanduiding gaat, c. zaken waarin het om een verkeerde belanghebbende gaat, d. zaken waarin het om een verkoopcijfer van het object zelf gaat dat vlak voor of na de waardepeildatum is gerealiseerd, e. zaken waarin het om een pro-forma bezwaarschrift zonder aanvulling gaat, f. zaken waarin het bezwaarschrift summier gemotiveerd is. Artikel 4. Afwijkende wegingsfactor Indien de heffingsambtenaar van oordeel is dat toepassing van de in bovenstaande artikelen genoemde wegingsfactor niet in overeenstemming is met de bewerkelijkheid en de gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener dient dit in de beslissing op bezwaar uitdrukkelijk gemotiveerd te worden. Artikel 5. Berekening kostenvergoeding voor de deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht Het bedrag van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Bpb, wordt vastgesteld door het uurtarief van artikel 6 te vermenigvuldigen met het aantal uren dat op grond van artikel 7 wordt toegekend. Artikel 6. 1. Uurtarieven voor de deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht: Het tarief voor het opstellen van een deskundigenverslag bedraagt bij de taxatie van: - een woning: volgens de vergelijkingsmethode 50,- (excl. BTW) per uur, - een woning volgens de bestemmingswaardemethode: 65,- (excl. BTW) per uur, - een courante niet-woning volgens de vergelijkingsmethode of huurwaardekapitalisatiemethode: 65,- (excl. BTW) per uur,. - een incourante niet-woning op het gefactureerde bedrag met een maximum van 116,09 (excl. BTW) per uur. p 16 van 35

2. Toe te kennen uren voor de deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht: Het aantal uren voor een deskundigenverslag bedraagt bij een taxatie van: - een woning bij een inpandige opname: 4, - een woning bij een niet-inpandige opname: 2. Artikel 7 Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2014. Artikel 8 Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels toepassing wegingsfactoren en taxatietarieven wet waardering onroerende zaken. Voorhout, (datum) Burgemeester en wethouders van Teylingen, J. Covers L. van der Zon secretaris wnd. burgemeester p 17 van 35

Toelichting op de Beleidsregel toepassing wegingsfactoren De beleidsregel brengt lijn in de afdoening van verzoeken om kostenvergoedingen door de heffingsambtenaar. Het doel ervan is dat gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk en ongelijke gevallen zoveel mogelijk, naar de mate van hun ongelijkheid, ongelijk worden behandeld. De beleidsregel is bindend voor de heffingsambtenaar. Zij bindt de belastingrechter niet; de belastingrechter kan heel goed tot een andere kostenveroordeling komen dan die, welke uit de beleidsregel voortvloeit. De Hoge Raad stelt echter dat de beoordelende instantie zelfstandig op grond van eigen waardering oordeelt in welke gewichtscategorie een zaak valt (Hoge Raad 23 september 2011, nr. 10/04238, LJN: BT2293). Op grond van de toelichting op het Bpb oordeelt de Hoge Raad dat de toepassing van de wegingsfactoren steeds in overeenstemming moet zijn met de bewerkelijkheid en de gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener. De Hoge Raad wijst daarmee het oordeel van de Centrale Raad van Beroep (2 maart 2006, nrs. 04/6299 en 04/6354, LJN: AV3988) af, namelijk dat een zaak in de bezwaarprocedure in beginsel behoort tot de categorie gemiddeld, tenzij er duidelijke redenen zijn om hiervan af te wijken. Degene die zich dan op de afwijking beroept moet dat onderbouwen. In dat geval wordt er echter geen rekening gehouden met de bewerkelijkheid en gecompliceerdheid van het bezwaarschrift en de daarmee verband houdende werkbelasting. Dat betekent niet dat een beoordelende instantie in de regel tot de conclusie kan komen dat de zaak gemiddeld is, aldus de Hoge Raad. Omdat veel gerechtscolleges uitgaan van een gemiddelde zaak is daar ook in de modelbeleidsregel bij aangesloten. Daarbij is overigens aangegeven dat er bij de toekenning altijd afgeweken kan worden indien op grond van de complexiteit en bewerkelijkheid geboden is. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Hoorzitting Bij de behandeling van bezwaarschriften is het niet ongebruikelijk dat een bureau één hoorzitting wenst voor een groot aantal bezwaarschriften. Het gaat dan niet om hoorzitting van een half uur per zaak, maar van een hoorzitting van twee uur met 30 of meer zaken. Om in dat geval 30 punten of meer toe te kennen is niet meer redelijk. Een vergoeding van 2 punten per uur is dat wel. Artikel 2 tot en met 4 Wegingsfactoren De wegingsfactor wordt in beginsel op 1 gezet. Als het om een waardebezwaar met taxatierapport zijn de gerechtshoven en rechtbanken van mening dat er sprake is van een gemiddelde zaak, tenzij het bezwaarschrift zeer summier is, bijvoorbeeld als daarin slechts is gesteld dat de waarde te hoog is. In dat geval is een lagere wegingsfactor op zijn plaats. Artikel 5 en 6 Vergoeding kosten deskundige die een taxatieverslag heeft opgesteld De kostenvergoeding is zo veel als mogelijk in overeenstemming met de richtlijnen die de gerechtshoven en rechtbanken hebben opgesteld. Daarnaast is aangesloten bij de jurisprudentie van de Hoge Raad van 13 juli 2012 waarin is geoordeeld dat de hoogte van het uurtarief afhankelijk is van de aard van de onroerende zaak en de complexiteit van de taxatie. p 18 van 35

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen; Gelet op het bepaalde in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990; BESLUIT: vast te stellen de volgende: BELEIDSREGELS VOOR HET TOETSEN VAN KWIJTSCHELDINGSVERZOEKEN 1. Wanneer het verzoek om kwijtschelding wordt gedaan nadat er invorderingskosten (aanmaning en dwangbevel) zijn gemaakt wordt het kwijtscheldingsverzoek pas in behandeling genomen nadat de invorderingskosten door belanghebbende zijn betaald. 2. Voor het bepalen van de waarde van de auto wordt de ANWB koerslijst (bedrag van de verkoop tussen particulieren) gebruikt. Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2014. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels voor het toetsen van kwijtscheldingsverzoeken. Voorhout, (datum) Burgemeester en wethouders van Teylingen, J. Covers L. van der Zon secretaris wnd. burgemeester p 19 van 35

Goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders in vergadering van 3 december 2013 p 20 van 35