Naam: Klas: Repetitie elektriciteit klas 2 1 t/m 6 HAVO (versie A)



Vergelijkbare documenten
Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed).

Stroom uit batterijen

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk

Wat meet je met een voltmeter? Vul de ontbrekende woorden in. Met een voltmeter meet je de

Elektriciteit (deel 1)

Elektriciteit thuis. Extra informatie Elektriciteit, Elektriciteit thuis,

Practicum Zuil van Volta

Opgave 1 Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

Werkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes

Serie. Itotaal= I1 = I2. Utotaal=UR1 + UR2. Rtotaal = R1 + R2. Itotaal= Utotaal : Rtotaal 24 = 10 + UR2 UR2 = = 14 V

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring


Elektrische huisinstallatie


NaSk 1 Elektrische Energie

Lessen in Elektriciteit

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

Blad 1. Voor het simulatiespel: 100 gele kaartjes (de energiepunten) 2 A6 met lampsymbool 1 A6 met batterijsymbool. Tijd Totaal 60 minuten.

Over jezelf. Begripstest Elektriciteit BEGIN DE TEST [DOELGROEP: VMBO EN HAVO/VWO-ONDERBOUW]

6.0 Elektriciteit 1

Inleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

Theorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2)

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen

Hfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul.

STROOMKRING. STAP 1 Lees eerst de hele tekst door en bekijk de tekeningen en het montagepaneel.

Elektriciteit Inhoud. Elektriciteit demonstraties

5,6. Samenvatting door R woorden 24 januari keer beoordeeld. 1 Een stoomkring maken.

Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 35 punten.

Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

Deel 1: Metingen Bouw achtereenvolgens de onderstaande schakelingen en meet de klemspanning en de stroomsterkte. VOORKOM STEEDS KORTSLUITING!!

12 Elektrische schakelingen

Werking van een zekering

Elektriciteit (deel 2)

Blad 1. Het simulatiespel Bijlage - Simulatiespel 100 gele kaartjes = energiepunten. Digibord Afbeelding van technische tekening

Energie : elektriciteit : stroomkringen

UITWERKINGEN EXTRA OPGAVEN SCHAKELINGEN

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Elektrische techniek

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

4.2 Het instapprobleem Een roodgloeiende metaaldraad onderdompelen in water

4.2 Het instapprobleem Een roodgloeiende metaaldraad onderdompelen in water

Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p

Bij een uitwendige weerstand van 10 is dat vermogen 10

4.0 Elektriciteit 2

Deel 1: Elektrische arbeid en stroomsterkte

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

4,1. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2.

Werkstuk Natuurkunde Schakeling

3.2 Instapprobleem met demonstratie Schakelingen van drie lampjes

Elektriciteit. Inlage

SERIE-schakeling U I. THEMA 5: elektrische schakelingen. Theoretische berekening voor vervangingsweerstand:

De kracht op de grond door de stapel is keer groter dan de kracht van één doos.

5 Elektriciteit. 5.1 Elektriciteit om je heen

Hoofdstuk 6 Elektriciteit. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Elektriciteit, wat is dat eigenlijk?

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)

5 Weerstand. 5.1 Introductie

2. maximumscore 1 Het antwoord moet de notie bevatten dat het anders levensgevaarlijk is om de mast aan te raken.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1

Meetinstrumenten. PEKLY 33, Rue Boussingault _ Paris. Werkboekje behorende bij de software. Naam : Klas: 3, 15, 30, 150, 450 1,5 2

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

3 Slim met stroom. Inleiding

havo practicumboek natuurkunde

Elektrische energie en elektrisch vermogen

Hoofdstuk 6 elektriciteit. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Elektrische lading; stroom, spanning en spanningsbron

2 ELEKTRISCHE STROOMKRING

Extra opgaven. Bewijs de uitdrukking voor L V in de eerste figuur door Z V = Z 1 + Z 2 toe te passen.

VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

JAN Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten.

Groep 6 - Les 3 Kan deze stroomkring ook?

VWO Module E1 Elektrische schakelingen

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Werkboek elektra klas 2

Welke wetmatigheden die gelden voor de elektrische schakeling kun je gebruiken om de werking van aarding, zekering en aardlekschakelaar te begrijpen?

5 Elektriciteit. 1 Stroomkringen. Nova. 1 a de metalen b isolatoren c een schakelaar

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.

Men schakelt nu twee identieke van deze elementen in serie (zie Figuur 3).

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Repetitie Elektronica (versie A)

Welke wetmatigheden die gelden voor de elektrische schakeling kun je gebruiken om de werking van aarding, zekering en aardlekschakelaar te begrijpen?

Transcriptie:

Naam: Klas: Repetitie elektriciteit klas 2 1 t/m 6 HAVO (versie A) OPGAVE 1 Welke spanning leveren de combinaties van 1,5 volt-batterijen? Eerste combinatie: Tweede combinatie: OPGAVE 2 Stel dat alle lampjes branden. Welke lampjes gaan ook uit als je lampje 1 losdraait? Stel dat alle lampjes branden. Welke lampjes gaan ook uit als je lampje 3 losdraait? Stel dat alle lampjes branden. Welke lampjes gaan ook uit als je lampje 4 losdraait? OPGAVE 3 In het schakelschema zijn alle lampjes aan elkaar gelijk. Alle lampjes branden. Door lampje 1 loopt een stroom van 0,6 A. Hoe groot is de stroomsterkte: door lampje 2: door lampje 4: door lampje 6: OPGAVE 4 Alle lampjes zijn gelijk en branden. Hoe groot is de spanning over het middelste lampje? Hoe groot is de stroomsterkte door het middelste lampje? OPGAVE 5 Alle lampjes zijn gelijk en branden. Hoe groot is de spanning over het middelste lampje? Hoe groot is de stroomsterkte door het middelste lampje? OPGAVE 6 Een lampje is aangesloten op een spanningsbron. Van het lampje wil je de stroomsterkte en spanning meten. In welke van de vier schakelingen wordt de stroomsterkte correct gemeten? In welke van de vier schakelingen wordt de spanning correct gemeten? Toets Elektriciteit (deel 1), Proefwerk (versie A) voor havo, www.roelhendriks.eu 1

OPGAVE 7 Drie gelijke lampjes zijn in serie op een spanningsbron van 6 V aangesloten (zie figuur). Het stroomsterkte-spanning-diagram van elk lampje is ook gegeven. Bepaal de stroomsterkte in de schakeling. OPGAVE 8 Vul de onderstaande zinnen aan met A, B of C waarbij geldt: A = is er sprake van kortsluiting. B = brandt er één lampje. C = branden er twee lampjes. Let op: kies maar één letter per zin. Een letter mag meerdere keren gekozen worden. Na het sluiten van de schakelaar in schakeling 1, Na het sluiten van de schakelaar in schakeling 2, Na het sluiten van de schakelaar in schakeling 3, OPGAVE 9 Je hebt 4 gelijke batterijen van 1,5 V en 3 gelijke lampjes. De batterijen worden in serie met elkaar geschakeld (minpolen tegen pluspolen). De lampjes worden ook in serie met elkaar geschakeld en aangesloten op de 4 batterijen. Bereken de spanning over één lampje. Laat je berekening zien. OPGAVE 10 In welke situatie verbreekt de aardlekschakelaar de stroom? S.v.p. niet antwoorden in de trant van: in onveilige situaties, als de buitenkant van een apparaat onder stroom staat, als iemand een schok krijgt enzovoort. OPGAVE 11 De spanning tussen de polen van het stopcontact varieert met 50 hertz. Bereken hoelang het duurt voordat een pool, die net pluspool geworden is, daarna opnieuw pluspool wordt. Toets Elektriciteit (deel 1), Proefwerk (versie A) voor havo, www.roelhendriks.eu 2

Figurenblad bij de repetitie (versie a) voor HAVO klas 2 Toets Elektriciteit (deel 1), Proefwerk (versie A) voor havo, www.roelhendriks.eu 3

Antwoorden op de opgaven (HAVO versie A) Opgave 1 Eerste combinatie: 3 V. Tweede combinatie: 0 V. Opgave 2 2, 3, 4 2 geen Opgave 3 0,6 A 0,4 A 1,2 A Opgave 4 2 V 0,15 A Opgave 5 6 V 0,11 A Opgave 6 1 4 Opgave 7 0,4 A Opgave 8 C A B Opgave 9 (4 x 1,5 V) / 3 = 2 V Opgave 10 Als de stroom in beide draden ongelijk is. Opgave 11 1 / 50 Hz = 0,02 s Toets Elektriciteit (deel 1), Proefwerk (versie A) voor havo, www.roelhendriks.eu 4

Naam: Klas: Repetitie elektriciteit 2 VWO (versie A) OPGAVE 1 Welke spanning leveren de combinaties van 1,5 volt-batterijen? Eerste combinatie: Tweede combinatie: OPGAVE 2 Stel dat alle lampjes branden. Welke lampjes gaan ook uit als je lampje 1 losdraait? Stel dat alle lampjes branden. Welke lampjes gaan ook uit als je lampje 3 losdraait? Stel dat alle lampjes branden. Welke lampjes gaan ook uit als je lampje 4 losdraait? OPGAVE 3 In het schakelschema zijn alle lampjes aan elkaar gelijk. Alle lampjes branden. Door lampje 1 loopt een stroom van 0,6 A. Hoe groot is de stroomsterkte: door lampje 2: door lampje 4: door lampje 6: OPGAVE 4 Alle lampjes zijn gelijk en branden. Hoe groot is de spanning over het middelste lampje? Hoe groot is de stroomsterkte door het middelste lampje? OPGAVE 5 Alle lampjes zijn gelijk en branden. Hoe groot is de spanning over het middelste lampje? Hoe groot is de stroomsterkte door het middelste lampje? OPGAVE 6 Neem hieronder het schakelschema twee keer over. Teken in het eerste schakelschema een meter die de spanning over het lampje meet. Teken in het tweede schakelschema een meter die de stroomsterkte door het lampje meet. 1

OPGAVE 7 In het schakelschema is de schakelaar gesloten. De lampjes zijn gelijk. Hoe groot is de spanning over het onderste lampje? Hoe groot is de stoomsterkte door het onderste lampje? OPGAVE 8 Drie gelijke lampjes zijn in serie op een spanningsbron van 6 V aangesloten (zie figuur). Het stroomsterkte-spanning-diagram van elk lampje is ook gegeven. Bereken het vermogen van het linker lampje. Laat je berekening zien. OPGAVE 9 Piet heeft een spanningsbron, een schakelaar, een lampje en aansluitdraden. Piet wil een schakeling maken waarin hij met de schakelaar het lampje aan en uit kan schakelen. Is de getekende schakeling hiervoor een goede schakeling? Leg je antwoord kort uit. OPGAVE 10 Je hebt 4 gelijke batterijen van 1,5 V en 3 gelijke lampjes. De batterijen worden in serie met elkaar geschakeld (minpolen tegen pluspolen). De lampjes worden ook in serie met elkaar geschakeld en aangesloten op de 4 batterijen. Bereken de spanning over één lampje. Laat je berekening zien. OPGAVE 11 In welke situatie verbreekt de aardlekschakelaar de stroom? S.v.p. niet antwoorden in de trant van: in onveilige situaties, als de buitenkant van een apparaat onder stroom staat, als iemand een schok krijgt enzovoort. OPGAVE 12 Bereken het vermogen dat één groep van het lichtnet maximaal kan leveren. 2

Figurenblad bij de repetitie (versie a) voor VWO klas 2 3

Antwoorden op de opgaven (VWO versie A) Opgave 1 Eerste combinatie: 3 V. Tweede combinatie: 0 V. Opgave 2 2, 3, 4 2 geen Opgave 3 0,6 A 0,4 A 1,2 A Opgave 4 2 V 0,15 A Opgave 5 6 V 0,11 A Opgave 6 Opgave 7 0 V 0 A Opgave 8 P = U I = 2 V 0,4 A = 0,8 W Opgave 9 Nee, als de schakelaar gesloten is, is er kortsluiting. Opgave 10 (4 x 1,5 V) / 3 = 2 V 4

Opgave 11 Als de stroom in beide draden ongelijk is. Opgave 12 P = U I = 230 V 16 A = 3680 W 5