Team Toezicht Kinderopvang Burg. de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum Postbus 251, 1400 AG Bussum T (035) 692 62 22 www.ggdgooi.nl Inspectierapport Kleine Beer (KDV) Hilversum
Inspectierapport Kleine Beer (KDV) Rigelstraat 55 1223AR HILVERSUM Registratienummer 117417397 Toezichthouder: GGD Gooi & Vechtstreek In opdracht van gemeente: Hilversum Datum inspectie: 08-07-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 27-07-2015 2 van 12
Inhoudsopgave Het onderzoek...4 Observaties en bevindingen...5 Pedagogisch klimaat...5 Personeel en groepen...7 Inspectie-items...9 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 3 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectieactiviteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Het onaangekondigde jaarlijkse inspectiebezoek bij kinderdagverblijf de Kleine Beer vond plaats op 8 juli 2015. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemeen Kinderdagverblijf de Kleine Beer maakt onderdeel uit van kinderopvangorganisatie BINK. De locatie is gevestigd in Hilversum en bestaat uit 4 groepen. Gelijktijdig met dit jaarlijks onderzoek, heeft er een incidenteel onderzoek plaatsgevonden naar aanleiding van het verzoek tot wijziging van het aantal kindplaatsen. De bevindingen hiervan zijn in een ander rapport genoteerd. Er waren geen bezwaren voor uitbreiding. Inspectiegeschiedenis: De jaarlijkse, regulier uitgevoerde, inspecties van 2013 en 2014 voldeden aan de getoetste items. Huidige inspectie Op woensdag 8 juli 2015 heeft een onaangekondigde observatie van de praktijk plaatsgevonden. Er waren 3 van de 4 groepen geopend. Het thema was vakantie. Aan alle getoetste items zoals hieronder beschreven is voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein pedagogisch klimaat. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Overdracht van normen en waarden De competenties en de overdracht van waarden en normen zijn waargenomen en positief beoordeeld. Pedagogische praktijk De beroepskrachten handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies van het pedagogisch beleid. Op basis van het gesprek met de beroepskrachten en de observatie van de pedagogische praktijk is het item zorg dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid positief beoordeeld. Bij de beoordeling van de emotionele veiligheid is met name gekeken naar de professionaliteit van de beroepskrachten en de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. Tijdens de observatie is opgemerkt dat de beroepskrachten met de kinderen communiceren en een vertrouwde relatie met hen hebben. De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met kinderen waarbij zij in veel situaties hun gedrag verwoorden. Zij passen hun lichaamshouding aan. Zo praten zij op ooghoogte en gaan door de knieën. Zij maken gebruik van een zinsbouw en woordkeuze, die past bij de leeftijdsgroep. Deze beroepshouding heeft een positieve invloed op het emotionele veiligheidsgevoel van kinderen. Tijdens contactmomenten met baby's is de aandacht van de beroepskrachten meer dan de helft van de tijd gericht op de baby. Handelingen sluiten aan op de interactie met de baby. De beroepskrachten gaan op een gepaste manier om met de afhankelijkheid van baby s. Zij benoemen hun handelingen; "nu ga ik je optillen en naar je bedje brengen. We gaan lekker fruit eten. Nu gaan we even een schone luier om doen hoor" en stemmen hun omgang af op de reactie van de baby. Er is sprake van een respectvolle interactie. Bij de beoordeling van de persoonlijke competentie is er met name gekeken naar de vaardigheden van de beroepskrachten in het uitlokken en begeleiden van spel, de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten en de manier waarop de ruimte is ingericht en materialen en activiteiten worden aangeboden. Waargenomen is dat er wederzijdse interactie is tussen beroepskrachten en individuele kinderen. De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op de inhoud en reikwijdte van wat een kind vertelt. Zij houden intussen contact met de rest van de groep, zonder dat de persoonlijke gerichtheid op het kind hieronder lijdt. Zo heeft een beroepskracht veel contact en interactie met een kind tijdens het verschonen, maar houdt zij ook zicht op, en contact met de kinderen op de grond. De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. Wanneer een baby in de box gaat huilen zegt de beroepskracht: "Ik hoor je, kom je even knuffelen voor je naar bed gaat?" Een ander kind dat gaat huilen wanneer de glazenwasser binnenkomt wordt ook gelijk getroost. Samen met de beroepskracht gaat zij kijken bij de glazenwasser en wanneer dit niet helpt mag ze bij de andere beroepskracht in de buurt blijven. "Dat vind je spannend he, kom maar even bij mij." 5 van 12
Het schema voor rusten en/of slapen is geschikt voor de meeste kinderen. Indien nodig en mogelijk- worden er individuele aanpassingen gemaakt. Zo is een van de peuters echt heel moe. Ze geeft zelf aan naar bed te willen. Eerst vraagt de beroepskracht of ze het nog even volhoudt tot iedereen tegelijk naar bed gaat, maar wanneer duidelijk wordt dat dit niet gaat wordt dit ene kind vast naar bed gebracht. Bij het onderdeel sociale competentie is met name gekeken naar de aanpak van de beroepskrachten en het functioneren van de groepen. Het volgende is waargenomen; De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Kinderen krijgen de kans voor hoor en wederhoor. Wanneer een van de peuters huilt wordt aan hem gevraagd wat er gebeurd is. Al snel wordt duidelijk dat hij door een ander kind gebeten is. De beroepskracht zegt dat ze hier erg van schrikt en wil dat het kind haar aankijkt. Nadat de beroepskracht de bijtplek heeft verzorgd brengt ze de kinderen weer met elkaar in contact. Zonder iets te vragen zegt het kind dat beet; "Ik doe het niet meer." De beroepskracht zegt: "Hoor je dat, hij doet het niet meer. Wil je weer samen spelen?" Tijdens de observatie zijn de drie competenties en de overdracht van waarden en normen waargenomen en positief beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten tijdens observatie) Observaties (Onaangekondigd op 8 juli 2015) 6 van 12
Personeel en groepen Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein personeel en groepen. Binnen dit domein heeft er een steekproef plaatsgevonden van passende diploma s en geldige verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn getoetst door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd. Verklaring omtrent het gedrag Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een geldige beroepskwalificatie. Opvang in groepen Naam groep Leeftijd kinderen Maximaal aantal kinderen Was voorheen Kleine Sterren 0-21 maanden 14 9 Kleine Zonnen 0-21 maanden 14 9 Grote Sterren 21 mnd-4 jaar 16 14 Grote Zonnen 21 mnd-4 jaar 16 14 De opvang bij kinderdagverblijf de Kleine Beer vindt plaats in 4 stamgroepen. Twee baby- en twee peutergroepen. Na wijziging van het aantal kindplaatsen zullen de babygroepen uit maximaal 12 en de peutergroepen uit maximaal 16 kinderen bestaan. 7 van 12
Beroepskracht-kindratio Ten tijde van de onaangekondigde inspectie is de volgende beroepskracht-kindratio geconstateerd; Naam groep Kleine Sterren Kleine Zonnen Grote Sterren Grote Zonnen Leeftijd kinderen Aantal aanwezige kinderen Aantal beroepskrachten nodig 0-2 jaar 5 1 2 0-2 jaar 6 2 2 Aantal beroepskrachten aanwezig Opmerkingen 2-4 jaar 7 1 1 Samen met grote zonnen 2-4 jaar 6 1 1 Samen met grote sterren Conclusie uit de waargenomen praktijk is dat er aan de minimale eisen betreffende de beroepskracht-kindratio wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten tijdens observatie) Observaties (Onaangekondigd op 8 juli 2015) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten 8 van 12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kleine Beer Website : http://www.binkkinderopvang.nl Aantal kindplaatsen : 46 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Bink Hilversum Adres houder : Postbus 1064 Postcode en plaats : 1200BB HILVERSUM Website : www.binkkinderopvang.nl KvK nummer : 55449808 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Gooi & Vechtstreek Adres : Postbus 251 Postcode en plaats : 1400AG BUSSUM Telefoonnummer : 035-6926377 Onderzoek uitgevoerd door : K. Driessen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Hilversum Adres : Postbus 9900 Postcode en plaats : 1201GM HILVERSUM Planning Datum inspectie : 08-07-2015 Opstellen concept inspectierapport : 09-07-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 27-07-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 27-07-2015 Verzenden inspectierapport naar : 27-07-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 03-08-2015 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 12 van 12