(B.S.14.XII.2003) HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

VR DOC.1589/2

Centra voor Integrale Gezinszorg

Bijlage XVII. Subsidiëring van de infrastructuur in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

VR DOC.1441/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

VR DOC.1242/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 (BS ) houdende toekenning van een subsidie aan het lokaal loket kinderopvang

VR DOC.0136/2

Uitvoeringsregeling Subsidiëring peuteropvang gemeente Noordoostpolder.

(B.Vl.Reg. 20.I.1993) (B.Vl.Reg. 19.I.1994) (B.S. 27.IV.1990, err. B.S. 11.IX.1990)1

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

VR DOC.0237/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2016;

VR DOC.1472/2BIS

VR DOC.0237/16

VERZOEKSCHRIFT. over de herberekening van de ouderbijdrage voor kinderopvang VERSLAG

VR DOC.0834/4BIS

Provincieraadsbesluit

Vlaamse Regering..3^L^

VR DOC.1450/2BIS

3 agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen

13526 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

1 Decreet : het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap;

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen HOOFDSTUK II. - Algemene voorwaarden HOOFDSTUK III. - Plaatsen voor occasionele opvang HOOFDSTUK IV.

Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

VR DOC.1120/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1, 2 en 3 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

1 het Fonds: het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap;

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang.

Het Groeipakket. voor elk kind in elk gezin

PARITAIR SUBCOMITÉ VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINS- EN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP (PSC ).

VR DOC.0771/2BIS

Publicatie B.S. : Inwerkingtreding : Hoofdstuk I. - ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

houdende wijziging van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, wat de strijd tegen waterarmoede betreft

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2018; Pagina 1 van 7

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Verslag van de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 11 februari 2015

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

Publicatie :

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Opdrachten

Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector Centra voor geestelijke gezondheidszorg, erkend door de Vlaamse Gemeenschap

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen versie van kracht op DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

HANDLEIDING BASISREGISTRATIEFORMULIER 2012

VR DOC.0952/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 8

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016;

In 3, a) worden de woorden "400 F" en "100 F " vervangen door de respectieve woorden"10 euro" en "2,50 euro".

VR DOC.0082/1BIS

Vlaamse Regering * Besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling van inkomensgerelateerde opvang bij zelfstandige opvangvoorzieningen

VR DOC.1191/3BIS

VR DOC.1281/1BIS

1 punt 3 /1 wordt opgeheven; 2 er wordt een punt 14 /2 ingevoegd dat luidt als volgt:

VR DOC.0270/2

VR DOC.1517/2BIS

Transitie decreet voor diensten voor opvanggezinnen

ONDERSTEUNINGSREGLEMENT VOOR KINDEROPVANGPLAATSEN VOOR BABY S EN PEUTERS HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1: Locatiepremie

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft flexibele opvang

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 DECIES VAN 4 MAART 1986 BETREFFENDE DE EINDEJAARSPREMIE VAN DE UITZENDKRACHTEN

VR DOC.0712/2

VR DOC.0399/2

OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, , Art. 144/2, Art. 200, Art en Bijlage IIbis

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

PRIJZEN/TARIEVEN. 1. Aanbeveling sociaal tarief

TOELICHTING BIJ DE HUURPRIJSBEREKENING VOOR SOCIALE WONINGEN VERHUURD DOOR EEN LOKAAL BESTUUR IN 2014

Uitvoeringsregels gemeentetoeslag voor peuteropvang en VVE Hardinxveld-Giessendam

24 FEBRUARI Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen

VR DOC.0276/2BIS

Gemeenteraad van Zaltbommel - Verordening peutertoeslag en vve gemeente Zaltbommel 2018 vastgesteld

Transcriptie:

Ministerieel besluit van 22 januari 2003 houdende de voorwaarden voor de berekening van de financiële bijdrage van de ouders als vergoeding voor de opvang van kinderen in de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (B.S.14.XII.2003) HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder : 1 Kind en Gezin: Vlaamse Openbare Instelling, opgericht bij het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin; 2 centrum: het centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning zoals omschreven in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning; 3 het inkomen : het inkomen waarvan sprake in artikel 62 van hetzelfde besluit; 4 bijdrage : de financiële bijdrage waarvan sprake in artikel 61 van hetzelfde besluit. Art. 2. De bijdrage wordt berekend op basis van het inkomen volgens de bepalingen van dit besluit.

2 HOOFDSTUK II. - Bepaling van het inkomen Art. 3. 1. Het inkomen wordt bij de start van de residentiële of semi-residentiële begeleiding door het centrum vastgesteld op basis van het meest recente aanslagbiljet dat de ouders in hun bezit hebben. 2. Indien geen gebruik kan worden gemaakt van een recent aanslagbiljet van de ouders wordt het inkomen bepaald op basis van recente en relevante inkomensgegevens. Kind en Gezin formuleert hierover richtlijnen. Voor de omzetting van een maandinkomen in een jaarbedrag wordt het belastbaar maandinkomen vermenigvuldigd met 12. Art. 4. Bij wijziging van het inkomen van de ouders tijdens de residentiële of semi-residentiële begeleiding van een kind wordt de ouderbijdrage herzien.

3 HOOFDSTUK III. - Berekening van de bijdrage Art. 5. De bijdrage voor een semi-residentiële aanwezigheidsdag bedraagt 60%van het bedrag van een residentiële aanwezigheidsdag. Art. 6. De bijdrage voor een residentiële aanwezigheidsdag wordt berekend door het inkomen te vermenigvuldigen met 0,000311. Art. 7. Op de bijdrage, zoals berekend conform artikel 6, wordt voor gezinnen met meer dan één kind ten laste een vermindering toegestaan van 10 % per extra kind ten laste. Art. 8. 1. De minimale bijdrage voor een residentiële aanwezigheidsdag bedraagt per kind 1,25 euro en voor een semi-residentiële aanwezigheidsdag 0,75 euro, met uitzondering van het sociaal tarief en de gratis opvang, zoals bepaald in artikel 11 van dit besluit. 2. De maximale bijdrage per kind bedraagt 20 euro voor een residentiële aanwezigheidsdag en 12 euro voor een semi-residentiële aanwezigheidsdag. Art. 9. 1. Voor de ouders die geen bewijs leveren van het inkomen wordt een maximale bijdrage aangerekend van 12 euro voor een semi-residentiële aanwezigheidsdag en 20 euro voor een residentiële aanwezigheidsdag. 2. Voor de gevallen, bepaald in 1, blijft de vermindering vastgesteld in artikel 7, evenwel van toepassing. Art. 10. Bij plaatsing van een kind door de Jeugdrechtbank int het centrum de 2/3 van de kinderbijslag van dit kind overeenkomstig artikel 70 van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders. Deze kinderbijslag vervangt de ouderbijdrage : er kunnen bijgevolg geen andere kosten aan de ouders worden gevraagd. Art. 11. Kosten die geen verband houden met de door het centrum geboden hulpverlening, zoals de opleg van de medische en farmaceutische kosten, met uitzondering van de dagelijkse verzorging, alsook therapeutische kosten en schoolkosten, exclusief maaltijden, en die door het centrum geprefinancierd werden, kunnen van de ouders worden teruggevorderd.

Art. 12. 1. Behalve de vermindering, bepaald in artikel 7, kan het centrum enkel een vermindering toestaan in de vorm van een sociaal tarief, voor de ouders die daar behoefte aan hebben ten gevolge van een uitzonderlijke financiële situatie. Die uitzonderlijke situatie heeft te maken met een klein beschikbaar inkomen, collectieve schuldbemiddeling, schuldbeheer of budgetbegeleiding van de ouders door een erkende dienst. Kind en Gezin formuleert hierover richtlijnen. 2. In zeer uitzonderlijke gevallen, als de situatie van de ouders of het kind daartoe aanleiding geeft, kan het centrum gratis opvang toestaan. Kind en Gezin formuleert hierover richtlijnen. 3. Het centrum beslist over het al dan niet toekennen van een sociaal tarief of de gratis opvang op basis van een administratief dossier dat alle relevante gegevens voor een gemotiveerde beslissing bevat. Een toegekend sociaal tarief of de gratis opvang wordt door het centrum geëvalueerd en herzien zoals vastgesteld in artikel 4. 4

5 HOOFDSTUK IV. - Specifieke bepalingen Art. 13. Het centrum houdt in het dossier alle relevante gegevens bij op basis waarvan het inkomen en de gezinssamenstelling werden bepaald, alsook de motivering op basis waarvan beslist wordt een sociaal tarief of gratis opvang toe te staan. De bevoegde ambtenaren van Kind en Gezin hebben te allen tijde inzage in die gegevens. Art. 14. Het ministerieel besluit van 14 mei 2002 tot vaststelling van het bedrag van de ouderbijdrage in de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning wordt opgeheven. Art. 15. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2003.