ri jn organtsatte VOOR TOEGEPAST NATUUR.WETENSCHAPPELUK ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW OVERZCHT NSECTENPLAGEN 1954 MEDEDELNG Nr 20 (1955) NSTTU UT VOOR TOEGEPAST BOLOGSCH ONDERZOEK N DE NATUUR ARNHEM, KEMPERBERGERWEG
OVERZCHT NSECTENPLAGEN 1954') (nscct pests in tlrc Netlrcrlands in 1954, tuith a sttmmarg) J. LUTJE,S en (Comité ter Bestucleling en l4s3 (4e2)l door H. F. H. BLANKWAÀRDT Bestrijding van nsectenplagen in Bossen) De in dit overzicht verwerkte beschikbare gegevens over de insectenplagen in onze bossen en andere iaar-1954, zijn g"oiend"els afkomstig van de waar ter Bestudering ãn Bestrijding van lirsectenplagen schrijvers' Aan allen, die'ons inlichting".t.tãt.õhu ij onze oprechte dank, De namen der insecten komen overeen met die der,,nederlandse Bostekst opgenomen doch wel ín de tabellen. Coleoptera (Kevers ), duindoorn, liguster en duinroos verschoond bleven. Gújze dennensnuitkeuer (Btachyderes incanus L') - S.tr" " v erd dit jaar alìeen gemeld uit de boswachterijen Haarle, Eelerberq en Ommen en uit de gem-eentebossen van Rijssen (O.),Op al deze pl.åtsen werd douglasplantsoen licht tot matig beschadigd' *) overgedrukt uit Nederlandsch Bosbouw Tijdschrlft 27 (5), tg55 (105 112).
4 melding van lichte tot plaatselijk matige aantasting uit Castricum en Heemskerk en van een zware aantasting in het Kralingse Bos bl; Rotterdam. Kardinaalsmutsmot (Yponomeutha evonymella Scop.) Uit Bakkum en Castricum werd kaalvreterij van kardinaalsmuts gemeld, Yponomeutha sp,, waarschiinli k Y. padi Op Terschelling werd Prunus Padus L, kaalgevreten Heggebladroller (Cacoecia rosana L, ) Evenals voorgaande jaren werd vreterij van dit rupsje gemeld uit Heemskerk en Wiik aan Zee, De aantasting werd als matig opgegeven. Hymenoptera (Vliesvleugeligen) Dennenbladwesp (Diprion pini L, ) Deed de najaarsgeneratie van 1953 en ook de voorjaarsgeneratie van 1954 een heviger optreden van de najaarsgeneratie verwachten nergens was zulks het geval. De enige melding van matige aantasting kwam uit de boswachterij Someren; alle overige meldingen betroffen lichte aantastingen. Sparrenbladwesp (Lygaeonematus abietinum Htg.) Filnspar op het landgoed Singraven bij Denekamp had ernstig te lijden van deze bladwesp. Verder kwam nog een melding binnen van matige aantasting te Bakkum. LanglotbladØesp uan de lariks (Lygaeonematus wesmaeli Tischb.) Uit de Rips',(N,8,) werd dit jaar een matige tot zware aantasting gemeld. Püstiphor a geniculata Hf.g. Deze bastaardrups veroorzaakte een matige beschadiging aan de lijsterbes in de boswachterij Oostereng en omgeving (Gld). Monoctenus juníperi L, n het westelijk deel van het Nationale Park,,de Hoge Veluwe" stongevolg van de vreteri den in het najaar vele jeneverbesstruiken bruin als van deze bastaardrups, Hemiptera (Rhynchota) Douglaswollars (Gilletteella cooleyi Gill ) Bii Zelhem en Ruurlo (Gld) werd douglas matig aangetast. Beukenbladlurs (Phyllaphis fagi L.) Ook deze plaag schijnt zich deze zomer te hebben uitgebreid. Waar de beukenwolluis meestal de oudere bomen aantast, doet de beukenbladluis djt bij voorkeur op jongere planten. Ernstige schade werd gemelci uit <ie Koninklijke Houtvesterij bij Vaassen, het landgoed Eerde bij Ommen en de omgeving van Arnhem, Een matig optreden werd gemeld uit Emme" (D).
5 ü ll il ü V er schillende w aarnemingen. De galmug Mikiola fagí Hfg, (gallen op grote aantallen voor bij Haamstede (Z), De galmug phabdophaga rosaria L., die de bekende beukebladeren) kwam in vrij,,wilgenroos jes" vrij grote aan- veroorzaakt, kwam eveneens op de Zeeuwse eilanden in tallen voor, Eveneens út Zeeland kwamen berichten van ernstige beschadiging van de meidoorn door het galmugje Dasgneura ctataegi Wtz. (votml rozetten van misvormde bladeren); ook de iepen aldaar hadden ernstig te lijden van de luizen Eùosoma ulmi L, en Eríosoma lanuginosum Htg. Tenslotte verdient nog een korte vermelding de misvorming van de bladstelen van de populieren in Kapelle door de luis Pemphigus sp, Literatuur 1. Nederlandse Bosinsecten Ned, Boschb. Tijdschr, 22 (1), 1950 (12-26), - De Namen Vâfl oflze voor- 2, Nederlandsche Boschbouw Vereeniging - naamste Houtgewassen 1948. Samenuattíng Gedurende 1954 kwamen enkele ernstige plagen voot waarvan de belangrijkste het lariksmotje was, Het hevig,st was de aantasting in de Achterhoek, de Veluwe, het Gooi en de Utrechtse heuvelrug, het oostelijk deel van Noordbrabant en het aansluitende deel van noordelijk Limburg; minder hevig in Drente en noordelijk Overijsel. Deze plaag werd in belangrijkheid op de voet gevolgd door die, veroorzaakt door de rups van de bastaardsatijnvlinder. n bijna de gehele provincie Noordbrabant en verder de aanliggende delen van Gelderland en Limburg werd de eik zwaaí bevreten, n de duinen van Terschelling tot Vlissingen, kwam de rups eveneens veelvuldig voor, voornamelijk op duindoorn. n het oosten van het land was de groene eikenbladroller over grote gebieden schadeli k aan de eik, Hetzelfde kan worden gezegd voor de eikenaardvlo, wat betreft het midden en het z:uiden van het land.. Summarg The data on the occurrence of noxious insects in forests and other ligneous growths in 1954 are summarised in tables and. The majority of the data for this survey were obtaìned from the annual questionnaire returned by a number of persons registered as observers with the "Comité ter Bestudering en Bestriiding van nsectenplagen in Bossen" (Council for the nvestigation and Control o[ nsect Pests in Forests ), The most noteworthy occurrences regarding forests insects were i extensive and severe infestations of the Larch Case Bearer (Coleophora laricella Hb. ), principally in the central and North-Eastern parts of the country; outbreaks of the Brown Tail Moth (Euproctis chrysorrhoea L,, Lep,) causing complete defoliation of Sea Buckthorn (Hippophae rhamnoides L.) over large areas in the dunes, and severe damage to oak foliage in the Eastern part of the countryi considerable damage to oak trees by the green Oak Roller Moth (Tortrix viridana L., Lep.) also in the Eastern part of the country; and the browning of oak foliage in the Northern part oé Gelderland (Veluwe) and the adjoining part of the province of Utrecht by Haltica erucae 01,, Col
2 Zwarte dennenbastkeuer (Hyastes ater Payk.) n de boswachterij Nunspeet werd douglasplantsoen vrij sterk aaîgetast. Ook hier konden de dieren zich tn een kaalslag massaal vermeerderen. Verder kwam nog een melding uit de Rips waar de kevers in 2- jarige den en in 3-jaúge douglas flink hadclen huisgehouden, epenspintkeuer (Ekkoptogaster sp.) Uit Kattendijke en Rilland (Z) weñ een matige aantasting gemeld. Elzenhaantie (Agelastica alni L.) n Heinkenszand (Z) werden elzen zwaat aangetast, Berichten van matige schade kwamen uit lrjieuw-leusen (O), het Corversbos bij's Graveland (N.H,), uit de boswachterij Austerlitz, verder uit Ommen, 'Wierden, Hellendoorn, den Ham (O), Wemeldinge (Z), Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen. Eikenaardulo (Haltica erucae Ol.) De kevertjes, alsmede de larven, deden zich deze zomet geducht gelden. n het zuidelijk deel van de Veluwe en het zuidoostelijk deel van de provincie Utrecht waren de meeste bladeren van de eiken geskeletteerd, waardoor de bomen er vanaf Juii als dor uitzagen, Zwate aantastingen werden gemeld in het Kreelse bos bii Ede en het landgoed Wol{heze (Gld.), matige aantastingen in de Loonse duinen bij Loon op Zand (N.8,) en van het gebied ten noorden van Roermond, Grote populierenboktor (Saperda carcharias L.) De larven van deze kever veroorzaken door het knagen van gangen in het hout van levende populieren aanzienlijke schade. Daar de vreterij niet erg opvalt wordt de schade meestal gering geschat, Meldingen vârt Ít rtige aantastingen kwamen uit Zelhem (Gld), Geffen, Schi ndel en Boekel (N.8.). Lepidoptera (Vlinders) Rode wígenhoutrups (Cossus cossus L.) Meldingen over ernstige aantastingen kwamen uit Limburg eî Zeeland waar populieren, wilgen, elzen, essen en iepen werden beschadigd. Matig beschadigd werden in de provincies Noord Holland, Utrecht en Gelderland populieren, wilgen, elzen en essen. Bastaardsatijnulínder () Evenals in 1953 was ook dit ;aar de rups van de bastaardsatijnvlinder weer uiterst actief. Uit het gehele duingebied van Terschelling tot Vlissingen werden soms zware, maat meestal matige aantastingen gemeld aan duindoorn, meidoorn, iep, eik, kardinaalsmuts en lijsterbes. Een matige beschadiging van Prunus ubgínia,na L. bi Flllversum vormde een geïso' leerde haard. Een tweede groot aantastingsgebied lag in het zuiden van olts land. n bijna de gehele provincie Noordbrabant en verder in de aanliggende delen van Gelderland en Limburg was de aantasting zwaaí; hier en daar kwam zelfs kaalvreterij voor. De eik was hier de voornaamste voedselplant. Ook de Amerikaanse eik werd aangetast.
3. Satijnulínder (Leucoma salicis L.) n de N.O. polder werden od verschillende plaatsen de populíeren van de wegbeplanting kaalgevreten. Ook op Terschelling werden populieren en wilgen zwaaí aangetast, terwijl taliaanse populieren in de binnenstad van Eindhoven sterk werden bevreten. Ringebups (Malacosoma neustria L.) Een straatbeplanting van iep en meicloorn in den Helder werd matig aangetast; in het Haagse Bos kr,vam cle rups voor op meidoorn, Prunus en kardinaalsmuts, De schade kon hier beperkt worden cloor het goede resultaat van een bespuiting rnet Aavero 25'/" in olie, een DDT-preparaat, Verder werd de rups noq gesìnnaleerd tussen den Haag en Gouda op meidoorn, els, iep en wilg. Ook in de gemeente Oss kwam een matige aantasting voor aan de straatbeplanting. Kastanie ull (Acronicta aceris L,,) De meidoorns van de straatbeplantingen te Nijmegen werden plaatseli k zwaar aangetast. Groene eikenbladroller (Tortrix viridana L,) en andere bladoretende tupsen uafl de eìlc. Een plaag kwam voor in cle Achterhoek en Twente. alsmede in het zuidoostelijk deel van Drente, Ook in het duingebjed, in de buurt van Alkmaar en op Terschelling, werd een ha.ard seconstateerd. Op genoemd ei, land was de aantasting matiq, in de buurt van Alkmaar licht tot zwaar. Een matige aantastinq vond plaats in de meeste boswa.chterijen van de houtvesterii Emmen; bi Dalfsen rverden de eiken zwaar aansetast. Ook in Twente werd het dier waargenomen. Bi Winterswijk en Aalten (Gld) kwam een zware aantasting voor, terwijl van Gorssel en 's Heerenberq een matige tot plaatseliik zwate aantasting werd qemeld: deze laatste was mede te wijten aan de vreterij van cle wintervlinder. Ook bij Keppel wer, den eiken matig aangetast. Dennenknoprups (Retinia turionana L.) Uit Weert en de boswachterii Someren kwamen meldingen van matige eít zwate beschadigingen aan groveclen. Dennenlotrups lretinia buoliana Schiff.) Een ernstiqe beschadiqinq kr'.ram voor bii Olclenzaal terwijl bi; Bergen (L) en Enschede de aantastino als matig werd opgeç even; in de houtvesterij Breda en vooral in de bosv achtenij Dorst was de rups talrijker dan in 1953. Harsbuilrups (Evetria resinella L.) n de boswachterii Someren werd scha,:le veroorzaakt aan sroveden. De aantasting werd geclasseercl als plaatselijk variërend van licht tot zwaar. Larilcsmotie (Coleophora laricella {b.) Ook dit jaar weer vormde het lariksmotie de ernsti.qste en meest alge, meen voorkomende plaaq van rle la,riks. Uit binnengekomen meldingen bleek, dat het gebied de Achterhoek, d.e Velrrwe, Utrecht, het Gooi, oostelijk Noordbrabant, met de aanslt.itend.e cl-elen van Gelderland en îoordeli;k Limburg, matig tot zwaar aanqetast is ç eweest; in het gebied noordeliik hiervan gelegen (cle Achterhoek, de Vechtst"eek en Drente) was de aantasting over het geheel genomen iets minder. Verder kwam er nog een
4 melding van lichte tot plaatselijk matige aantasting uit Castricum en Heemskerk en van een zware aantasting in het Kralingse Bos bij Rotterdam. Kardinaalsmutsmot (Yponomeutha evonymella Scop,) Uit Bakkum en Castricum werd kaalvreterij van kardinaalsmuts gemeld, iponomeutha sp,, waarschi nlilk Y, padi Zell.) Op Terschelling werd Prunus Padus L, kaalgevreten, Heggebladroller (Cacoecía rosana L.) Evenals voorgaande jaren werd vreterij van dit rupsje gemeld uit Heemskerk en Wiik aan Zeø De aantasting werd als matig opgegeven. Hymenoptera (Vliesvleugeligen) Dennenbladwesp (Diprion pini L, ) Deed de najaarsgeneratie van 1953 en ook de voorjaa'rsgeneratie van 7954 een heviger optreden van d was zulks het geval. De enige mel boswachterij Someren; alle overige Sparrenbladwesp (Lygaeonematus abietinum Htg,) Fi nspar op het landgoed Singraven bij Denekamp van deze bladwesp, Verder kwam nog een melding aantasting te Bakkum. Langlotbladwesp uan de lariks (Lygaeonematus wesmaeli Tischb,) Uit de Rips,(N,8.) werd dit jaar een matige tot zware aantasting gemeld, Pristiphorc geniculata Hlg. Deze bastaardrups veroorzaakte een matige beschadiging aan de lijsterbes in de boswachterij Oostereng en omgeving (Gld). Monoctenus juníperi L, n het westelijk deel van het Nationale Park,,de Hoge Veluwe" stonden in het najaar vele jeneverbesstruiken bruin als gevolg van de vreterij van deze bastaardrups, Hemiptera (Rhynchota) had ernstig te lijden binnen van matige Douglaswollals (Gilletteella cooleyi Gill,) Bii Zelhem en Ruurlo (Gld) werd douglas matig aangetast. Beukenwolluis (Cryptococclrs fagi Bärensp.) Uit verschillende plaatsen kwamen meldingen van matige en lichte aantastingen; hierbij werd de indruk verkregen, dat de plaag zich aan het uitbreiden is, De berichten van matige aantastingen kwamen uit Gooilust bi 's Graveland en uit de gemeente Rotterdam. Beukenbladluis (Phyllaphis fagi L.) Ook deze plaag schijnt zich deze zomet te hebben uitgebreid. Waar de beukenwolluis meestal de oudere bomen aantast, doet de beukenbladluis dit bi voorkeur op jongere planten, Ernstige schade werd gemelci uit rle Koninklijke Houtvesterij bij Vaassen, het landgoed Eerde bij Ommen en de omgeving van Arnhem. Een matig optreden werd gemeld uit Emme" (D).
V er schíllende waarnemìngen. De galmug Milciola fagí Htg. (gallen op grote aantallen voor bij Haamstede (Z), De galmug Rhabdophaga rosaria L., die de bekende veroorzaakt, kwam eveneens op de Zeeuwse eilanden in 5 beukebladeren) kwam in vrij,,wilgenroos vrij j es" grote aantallen voor. Eveneens út Zeela d kwamen berichten van ernstige beschadiging Literatuur 1, Nedetlandse Bosinsecten Ned, Boschb' Tiidscfu' 22 (1), 1950 (12-26), - 2. Nederlandsche Boschbouw Vereeniging De Namen van orrze voor- -- naamste Houtgewasserl 1948. Samenuatting Gedurende 1954 kv amen enkele ernstige plagen voor.waarvan de belangrijkste het lariksmotje was, Het hevigst was de aantasting in de Achterhoek, de Veluwe, het Gooi en de ljtrechtse heuvelrug, het oostelijk deel van Noordbrabant en het aansluitende deel van noordelijk Limburg; minder hevig in Drente en noordelijk Overijsel. Deze plaag werd in belangrijkheid op de voet qevolgd door die, veroorzaakt door de rups van de bastaardsatijnvlinder, n bijna de gehele provincie Noordbrabant en verder de aanliggende delen van Gelderland en Limburg werd de eik zwaat bevreten. n de duinen van Terschelling tot Vlissingen, kwam de rups eveneens veelvuldig voor, voornamelijk op duindoorn, n het oosten van het land was de groene eikenbladroller over grote gebieden schadelijk aan de eik. Hetzelfde kan worden gezegd voor de èikenaardvlo, wat betreft het midden en het zuiden van het land,, Summarg The data on the occurrence of noxious insects in forests and other ligneous growths in 1954 are summarised in tables and The majority of the data for this survey were obtained from the annual questionnaire returned by a number of persons registered as observers with the "Comité ter Bestuderins en Bestrifding van nsectenplagen in Bossen" (Council for the nvestigation and Control of nsect Pests in Forests ), The most noteworthy occurrences regarding forests insects were r extensive and severe infestations of the Larch Case Bearer (Coleophora laricella Hb,), principally in the central and North-Eastern parts of the country; outbreaks of the Brown Tail Moth (, Lep.) causing complete defoliation of Sea Buckthorn (Hippophae rhamnoides L.) over large areas in the dunes, and severe damage to oak foliage in the Eastern part of the country: considerable damage to oak trees by the green Oak Roller Moth (Tortrix viridana L,, Lep.) also in the Eastern part of the country; and the browning of oak foliage in the Northern part of Gelderland (Veluwe) and the adjoining part of the province of Utrecht by Haltica eruçae Ol, Col.
r J Tabel,Deln 954schadeli koptredendeinsecten,gerangschiktnaarhet beschadigde gewas' 6 Table L The insect pests that utere in euidence in 1954' grouped accotding to theír host Plants, Plantensoort Plant specíes: Aangetast door Attaclted' bg : Pinus sylvestris L. Hvlobius abietis L. Dándroctonus micans Kug. Myelophilus piniperda L. Hvlastes ater PaYk. Rátinia turionana L. Retinia buoliana Schiff. Evetria resinella L. Diprion pini L, Polyphylla fullo L. Pinus nigra Arn. var. austriaca Asch. et Graebn Pinus nigra.arn var corsicana hort. Myelophilus piniperda L' Myelophilus piniperda L, Evetria resinella L. Retinia turionana L. Picea Abies Karst. Lygaeonematus abietinum Htg. Picea sitchensis Carr' Abies grandis Lindl, Picea pungens Engelm. var glauca Reg, Pseudotsuga Dendroctonus micans Elatobium abietinum Kug. wlk. Epiblema proximana H.S Dendroctonus micans Kug, Larix sp. Hvlobius abietis L, Cáleophora laricella Hb, Lygaéonematus rvesmaeli Tischb' Quercus sp., meestal mostlg Q. robur L. Quercus borealis Michx. var. maxima Ashe Fagus sylvatica L' Melolontha sp, (larvae) Haltica erucae Ol. Tortrix viridana L. Polyphylla fullo L, (larvae) Cossus cossus L. Euoroctis chrvsor hoea L, Ànäricus testáceipes Htg. ' forma Siboldi Hts. Cryptococcus fagi BärensP. Phyllaphis fagi L' Mikiola fagi Htg, Alnus sp. Malacosoma neustria L, Euproctis chrysorrhoea L, Polyphylla fulo L. (larvae) Äoelastica alni L, Pliytoptus laevis Nal' var. typicus Nal.
Betula sp, Salix sp. Plantensoort Plant species; Aangetast door Attacked bg : Phyllopertha horticola L. (larvae) Polyphylla fullo L, (larvae) Polyphylla fullo L. (larvae) Malacosoma neustria L, Phyllodecta sp. Rhabdophaga rosaria L. Phytoptus triradiatus Nal, Leucoma salicis L, Populus sp, Leucoma salicis L. Saperda carcharias L. Saperda populnea L. Pemphigus sp. Ulmus sp, Tilia euchlora K. Koch Euonymus europaea L. Ekkoptogaster sp. Eriosoma ulmi L. Eriosoma lanuginosum Htg. Malacosoma neust ia L. Polyphylla fullo L. (larvae) Cossus cossus L. Caliroa annulipes Klg, Yponomeutha evonymella Scop, Malacosoma neustria L. Hippophae rhamnoides L. Euproctis chrysorrhoea L, Cacoecia rosana L. Crataegus sp, Malacosoma neustria L, Àcronicta aceris L. Dasyneura crataegi Wtz. Prunus Padus L, Yponomeutha sp., waarschijnlijk / probablg Y. padi ZelL Prunus virginiana L, Euproctis chrysorrhoea L, Prunus sp. Malacosoma neustria L. Sorbus aucuparia L. Fraxinus excelsior L. Calluna vulgaris Hull. Pristiphora geniculata Htg. Polyphylla fullo L. (larvae) Lochmaea suturalis Thoms.
8 Tabel. De graad van aantasting in de verschillende provincies. Table. The degree of ínfestation in the different orouínces of the Netherlands. A : Ernstige aantasting (eventueel kaalvreterij ) a : idem, plaatselijk B : matige aantasting b : idem, plaatselilk C : lichte aantasting c : idem, plaatselijk. A : Heaug infestation (defoliation in the case of leaf eating insects) a := idem, local B : moderate infestation b : idem, ocal C : light infestation c : idem, local. Provincies nsectensoort nsect species t Phyllopertha horticola L. Melolontha sp. Polyphylla fullo L. Hylobius abietis L. Brachyderes incanus L. Dendroctonus micans Kug, Myelophilus piniperda L. Hylastes ater Payk. Ekkoptogaster sp, Àgelastica alni L, Haltica e ucae 01, Lochmaea suturalis Thoms, Phyllodecta sp, Saperda carcharias L. Saperda populnea L. Leucoma salícis L. Malacosoma neustria L, Äcronicta aceris L, Tortrix viridana L. Retinia turionana L. Retinia buoliana Schiff. Evetria resinella L. Coleophora laricella Hb. Yponomeutha sp. Cacoecia rosana L, Epiblema proximana H.S. Caliroa annulipes Klg. Diprion pini L. Lygaeonematus abietinum Htg. Lygaeonematus wesmaeli Tischb, Pristiphora geniculata Htg. Gilletteella cooleyi Gi1l. Cryptococcus.[agi Bärensp. Phyllaphis fagi L. Elatobium abietinum Wlk. Andricus testaceipes Htg. forma Siboldi Htg. Dasyneura crataegi'wtz. Rhabdophaga rosaria L. Mikiola fagi Htg. E iosoma ulmi L. Eriosoma lanuginosum Htg. Pemphigus sp. Phytoptus laevis Nal. var. typicus Nal. triradiatus Nal. b a b.l il. labc c "1" c bc bcl th b"l o l À Al lc lc.ll l bl l cl : l"e" l labc rbclabc labc "ll,u.l"u.l"u.l* l"llr.ln"l l' 'l*l.l' i".l 'l'il llr li ll b ab ab ac ab a b b a a ab ab ab