ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Vergelijkbare documenten
2Oe jaargang no. 2 - mei Verschijnt 4 x per jaar ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Register alle volwassen mannelijke personen met hun beroep, opgenomen in 1811 Achternaam tussen Voornaam Beroep Geb.datum Canton Gemeente Buurt

Café Kerkemeijer te Rekken

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Het ontstaan van een familietak ter Haar

NEUTENBERG-NOTTEBERG. Generatie I. Generatie II

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

HUNGERINK. Generatie I

MOERWINKEL. Generatie I. Generatie II

JAAR AKTE VADER-VNM VADER GEB-DATA MOEDER-VNM MOEDER KIND MV Willem Aaftink Christina 27 Beuijtink Hendrik Willem m Willem


De nakomelingen van Jan Bloemen

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Achternaam Voornamen Geb.datum Boekdeel en bladnummer Haaf Doorna /008 Haaf, van t Maria Elisabeth /271 Haagen Alberdina

De nakomelingen van Aelbert MENTINCK

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

13e jaargang no l - Februari Verschijnt 4 x per jaar ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Parenteel van Hendrik Splinterink

J.J. Allanstraat 63 van Simon Jacobszn Schoen en zijn zoon Gerrit Simonszn Schoen

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Het erve Meenderink gelegen aan Zonneweg 1 gelegen aan de rand van het dorp wordt voor het eerst vermeld in 1385.

De nakomelingen van Hendrick Vreeman (Freeman) (Vremans)

Cornelis van Huijk(Huik) ( )

Anno Akte Voornaam Fam-naam LT J adres Hn Hnt Berend Aaftink 70 J Langelo Christina Aaftink 20 M F Hendrik Willem

Marten Kanters (1761?), timmerman en kroeghouder In de patentregisters van 1815 t/m 1818 woont Marten Kanters op Plaats nr. 17

geb; geb; overl; overl; Kinderen; Relatie; geboren; overl;

13e jaargang no. 3 - augustus 198O - Verschijnt 4 keer per jaar ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN


Bewoners van de Kapraol.


Boerderijnummer Oudste vermelding ca 1630 Huidig adres Worsinkweg 6. Historie boerderij

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

G23 Kortschot Nieuwhuis Vredenseweg 146

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Parenteel van Willem van Dielen (van Deelen)

Namen erven HvH II Pag Gewaardeerd erf Marke Aaftink 161 Aaftink Langelo Aarnink 254 Aarnink Eppenzolder Achterste Wissink 247 Wissink Eppenzolder

Voor meer informatie van de boerderij Hoestink zie op onze website onder historisch overzicht per pand: Stokkum boerderijnr. 2.2.

De nakomelingen van Joannes Diepenbroek

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) Broer Herman van den Berg

HAAKSBERGEN ERFGOED OOST

Index Rechterlijk Archief Landgericht Haaksbergen - Voluntaire Zaken deel 17 Naam en Voornaam: Datum akte: Soort akte: Inv. nr.

Albert Jan Mensink( ) met zijn zoon Jan Willem Mensink( )

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

D88, Voorhei 3. Geplaatst in de Heise Krant augustus 2015, gewijzigd

Eerste generatie. Tweede generatie

WIEMERINK TAK A. Generatie I. Generatie II

De Weldammer boerderij Hoevink, nu ook wel Bello genoemd, gelegen aan Sligsweg 2 in Stokkum wordt voor het eerst vermeld in 1349.

Index Rechterlijk Archief Landgericht Haaksbergen - Voluntaire Zaken deel 16

Takken Carolus en August. Rond 1932, Geduld Overwint, met o.a. Aug. Dellaert, P. Dellaert, P. Doens, Arn. Dellaert. Camiel en Eugene, getrouwd in

De nakomelingen van Jan Wesseldijk

De Uffelter familie Odie

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) Zus Anna van den Berg

Rijssen, index ref. dopen

GROENLO. Copia authentieque Van 't Trouw Register van Stadt en Schependom Groenlo over den jaare 1801

Marke Brammelo en Brammelerbroek

De nakomelingen van Derk Kerkdijk

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 )

In 1475 bedroeg de aanslag van Roloff van Bevervoorde voor het goed 2 schild, te betalen met 3 golden Rijnse guldens.

H E N D R I K B E S S E L I N K

9e JAARGANG NO. 4 - NOVEMBER VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

STAMREEKS BELDMAN. Tweede Generatie

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Achternaam Voornamen Geb.datum Boekdeel en bladnummer Aa Jacob a/124 Aafferink Hendrina 14 jaar 03 /084 Aafst, van Gerrit

Warder in Gevelstenen. De oude huizen van Warder met hun gevelstenen

Genealogie Van Eyndhoven 's-hertogenbosch 1606 tot 1787

Notaris Peteri

SENKELDAM. Generatie I. Generatie II

De nakomelingen van Kers ter Weele

Naam Geboorte Overlijden

Het karakteristieke pand op de hoek Molenstraat-Denekamperstraat 1

De nakomelingen van Jean Gerard

ZWIERINK. Generatie I. Generatie II

Cornelis Appelo Aaltje van de Beld Hendrik Appelo Egbertdina Smit Gerrit Appelo Anna van Dijk Anna van Dijk

Bewijsstukken. 1 e kwartier. Fenny LUTGERINK. geboorte

I.1 Johan/Jan ten Colhoep, houtskoolbrander/landb. op Kolhoop te Wiene. Kind: 1. Lubbert ten Colhoop (zie II.1).

E95 Koks (kleine) Moezebrinkweg 4



Weerselo, transcriptie N.G. dopen


LUTTIKHEDDE. Generatie I. Generatie II

Boerderijnummer Molen/Muldershuis Oudste vermelding ca 1801/1810 Afgebroken/huidig adres 1920/1973, heden woning Irenestr 13

Andere "van den Worm" takken in Holland vanaf 1622 Gesorteerd naar geboortedatum en trouwdag Geb.datum Geb.plaats Trouwdag Trouwplaats

Bouwhuis Groot Kevelham

Burgerlijke Stand RUURLO - Huwelijksakten Letter J -

De kwartierstaat van Gerrit Evert Jan Berendsen

Arent ter Heurne (gedoopt als Klumpers )


Index Kadasterleggers

Adressen op basis van de burgerlijk stand:

Eerste generatie. Tweede generatie. Derde generatie

Plaatsingslijst van stukken betreffende de familie Wielenga en de families Zalsman en Van Andel

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) Zus Mina van den Berg

ROELVINK. Generatie I

De kwartierstaat van Hendrikus Lambertus Blom

ERE-Klasse G.E. Odink en Koenderink ,5 395, De Treffers ,7 397,609 18

De nakomelingen van Jacob Jasperszoon Ulden Van

Transcriptie:

2Oe jaargang no. l - februari 1987 - Verschijnt 4 x per jaar ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Aold Hoksebarge REDAKTIE: W. E. ten Asbroek F. G. M. Gebbink-Broekhuis J. G. L. Overbeeke ADMINISTRATIE: Mej. H. M. G. Brummelhuis, Dr. Ariënsstraat 8, 7481 JL Haaksbergen Postgirorekening nr. 2547699 Bankrekening Alg. Bank Nederland nr. 59.11.23.584 beide t.n.v. Penningmeester Historische Kring Haaksbergen Aold Hoksebarge" wordt vier keer per jaar toegezonden aan de leden van de Historische Kring Haaksbergen". Zij betalen voor lidmaatschap en abonnement f 17,50 per jaar. Publikatie of overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is alleen toegestaan met toestemming van de auteur(s) en bronvermelding. Bestuur van de Historische Kring Haaksbergen D. JordaanJ.G.Hzn. J. B. A. Leusink J.'G. L. Overbeeke W. E. ten Asbroek F. A. M. Brummelhuis H. J. J. ten Hagen B. E. Asbreuk Mej. H. M. G. Brummelhuis F. G. M. Gebbink-Broekhuis J. F. Overbeek Morsinkhofweg 34 1 e Voorzitter Nachtegaalstraat 13 2e Voorzitter Fazantstraat 13 1 e Secretaris v. Heemskerkstraat 11 2e Secretaris Stiegert68 1e Penningmeester Mozartlaan46 2e Penningmeester Benteloseweg 23 Dr. Ariënsstraat 8 Kolenbranderweg 53 Bevertstraat14 7481 TT Haaksbergen tel. 11248 7481 AT Haaksbergen tel. 12023 7481 BG Haaksbergen tel. 11634 7482 BS Haaksbergen tel. 14799 7482 GE Haaksbergen tel. 14516 7482 VD Haaksbergen tel. 13509 7482 PN Haaksbergen tel. 05405-214 7481JL Haaksbergen tel. 13594 7482 SE Haaksbergen tel. 12559 7481 CX Haaksbergen tel. 11564

VERENIGINGSNIEUWS 1245 Op maandagavond 24 november j.l. vond om 8 uur in de Richtershof de eerste lezing met dia's plaats van het seizoen 1986/1987. De heer J. W. F. Kemink uit Eibergen hield op zeer enthousiaste wijze een interessant praatje over de streek tuu>en Eibergen en Rekken, waar speker zeer goed thuis bleek te zijn. Zijn lezing werd aandachtig beluisterd en bekeken door 95 aanwezigen. Hun dankbaar applaus na afloop van de causerie was dan ook zeer terecht. JACHT OP EEN LOTELING Op 19 april 1870 schreef de Haaksbergse burgemeester G. ten Cate Az. aan de burgemeesters van Coesfeld, Essen en Oberhausen een brief, waarin hij vroeg of de op 4 oktober 1850 te Haaksbergen geboren Gerrit Jan Busch zich in hun gemeente ophield. Op 6 mei vroeg hij dezelfde inlichting aan de burgemeester van Wattenscheid, kreis Bochum. Waarom de burgemeester zo naar hem zocht, blijkt uit een brief, die hij op 16 mei 1870 aan de commissaris des konings in Overijssel verzond. Gerrit Jan was ingeloot voor de militaire dienst maar reeds voor de loting naar het koninkrijk Pruissen vertrokken, waar zijn verblijfplaats onbekend was. Blijkbaar was deze op 23 mei wel bekend, want toen werd aan de ambtman van Wattenscheid geschreven, dat Busch veedrijver was bij de veehandelaren Gebr. Spiero en dat zijn zuster bij de heer Lange, econoom in Leithe in dienst was. Mogelijk wist zij het adres van haar broer. Opgave van dit was van groot belang omdat zo aan de ongerustheid van zijn ouders een eind gemaakt kon worden en omdat hij thans nog straffeloos aan zijn militaire verplichtingen kon voldoen. Op 30 mei had Ten Cate blijkbaar nog geen zekerheid over de verblijfplaats van Gerrit Jan, want hij verzocht toen aan de minister van justitie om een opsporingsverzoek in het algemene politieblad te plaatsen. Maar reeds op l juni 1870 schreef de burgemeester aan de commissaris des konings, dat Busch zich inderdaad te Wattenscheid bevond en dat de ambtman genegen was aan zijn aanhouding mee te werken. Op 11 juni werd aan de ambtman verzocht Gerrit Jan naar Haaksbergen te transporteren. Het vervoer kon het beste plaats vinden via de stad Vreden of het station Enschede, die beide drie uur van Haaksbergen lagen. Gemaakte kosten zouden voldaan worden aan de met het transport belaste politiedienaar. Op 21 juni kon burgemeester Ten Cate aan de commissaris des konings schrijven, dat Busch was aangekomen te Haaksbergen en bij gebrek aan een bewaarplaats daar, naar het huis van arrest te Almelo was overgebracht. Als klap op de vuurpijl werd tenslotte op 28 juni een bedankbrief aan de ambtman van Wattenscheid gestuurd, met daarin de mededeling, dat Gerrit Jan Busch aan zijn verplichtingen had voldaan zijnde wegens lichaamsgebreken van de militaire dienst vrijgesteld". J. G. L. Overbeeke

1246 DE TAAL VAN HAAKSBERGEN (LXXI) BERNARD TE LINTELO (28) NIEJAOR 'k Hebbe oew al es zoo een en aander veteld, hoo 't volk vrooger fees vierden, as d'r wat in de weege kwam, as d'r 'n paar gingen trouwen of as d'r karmisse was en zoo wat meer. Noo wik 't es hebben oaver ettelukke feesdage dee d'r zunt 't heele joar duer en hoo de leu van waleer too op eure maneere wille maakten. Ik beginne biej 't begin, met Niejoar. Onze heidensge vuerolders vierden noa d'n kortsen dag 't Joelfeest, dat darteen dage doerden, van d'n vieventwintigsten December tot d'n zesden Januari. De eerste dree dage, d'n achsten en d'n darteenden dag, wazzen doarvan de vennaamsten. Dan wodden d'r volle offers an de goden ebroch en groote moaltieden an ericht, woar ze good biej dronken, zongen en sprongen. Zooak oew al es eer veteld hebbe, dearen ze dat in d'n bosch, doar wodden 'n peerd n'n ossen of n'n sik an Wodan of n'n aandern god e-offerd. Met 't blood besprenkelden ze de leu, dee d'r biej wazzen; 't harte, de longe en de leaver wodden op 'n steenen altoar ter eere van d'n ofgod vebraand en 't vleis atten de leu zelf op. Hoo meer asse atten en hoo meer asse dronken, hoo meer wille asse kregen. De Romeinen brachten op d'n eersten Januari offers an d'n God Janus, woar de eerste moand van 't joar noar eneumd is. Dat was d'r eene met twee gezichten, met 't eene keeke vueroet en met 't aandere acnterumme. Hij zag in de toekomst en in het verleden!" zol de schoolmeester zeggen. Dat d'n achtsten dag van 't Joelfeest n'n vuernarnen feestdag ewodden is, zölt de Germanen wah van de Romeinen hebben of ekekken, zok deinken. Ze wunsgeden mekaar volle heil too en maakten n'n hoop leaven en lawaai: toetten op horens en sloogen op trommen um de kwoaie geesten bange te maken en vod te jagen, dee aans 't nieje joar zollen bedarven. Dat lawaaimaken is nog lange blieven bestoan. Ik kan wah zeggen: hoastè tot noo too. Vuer n'n honderd joar wodden in de kazernes in d'n niejoarsnach steurig de tromme slagen en op horens ebloazen. In Goor was 't gebroek dat oolejoarsaovend effen vuer twaalven d'n stadstrommeslager, d'n klepperman en d'n nachwaker met 'n horen en nog n'n hoop börgers met ratels en fluiten vuer 't hoes van de borgemeister biej mekaar kwammen. Pas harre 't twaalf uur eslagen of doar begon 't spektakel. De heele troep begon te trommen, te klepperen, te toeteren, te ratelen en te fluiten, dai neet heuren of zeen konnen. Dan trokken ze duer de stad van 't ééne eande noar 't aandere. 't Was 'n lawaai, woarvuer alle kwoaie geesten bange wodden en d'r van duer gingen, zoo hard asse mer konnen! Offers an Wodan of n'n aandern ofgod brengen, doot ze ah in lange neet

1247 meer, mer good etten en drinken, dat dearen ze in bessevaers- en annekebesvaerstied ok nog wah met d'n niejoar, eaven good as de oole Saksen. Alle boeren harren stoete ebakt van eigenvebouwde witweite en ok ah wal eslacht. Doar was gen krimp. Oolejoarsoavend haalden de vrouwe 't kookiezer vuer d'n dag en bakten niejoarskoken van mei, sokker en annieszoad. Zo'n kookiezer kui in 't Rieksmuseum Twenthe te Enschede nog wah zeen, ai doar es komt. F. G. M. Gebbink-Broekhuis WONINGEN ROND DE WEEME (4) HUIS NR. 59 In 1703 is er sprake van een gaarden tussen het pand nr. 60/61, bewoond door Gerrit Ansen en het pand nr. 58, bewoond door Gaken te Lintelo en tussen de Molenstraat en het steegje langs de pastorie. Dit waren de terreinen I 636 t/m 640. I 637 t/m 640 werden op 25 november 1711 gekocht door Catharina Warners weduwe van Arend te Lintelo, broer van de hiervoor vermelde Gaken. Ondanks protesten van haar buurman en zwager Gaken bouwde Catharina hier in 1712 een huis. Bewoner werd haar zoon Jan te Lintelo, die twee keer trouwde: op 15 september 1715 met Maria Michorius Engelbertsdochter en op 12 september 1717 met Aleida Kemna uit Rijssen. Door zijn tweede huwelijk verhuisde Jan naar Rijssen. Dit was voor hem reden om op 3 mei 1723 huis nr. 59 voor f 1925,- te verkopen aan Dr. Hendrik Michorius. Waarschijnlijk werd het huis toen reeds bewoond door zijn dochter Mechteld Michorius, die op 26 september 1720 gehuwd was met de chirurgijn Jacobus ten Raa. Jacobus overleed ongeveer in 1737, waarop zijn weduwe op 20 april 1738 hertrouwde met Derk te Lintelo Berendszoon. Opvolger in het huis werd de dochter van Jacobus ten Raa, de vroedvrouw Hendrika ten Raa, die op 21 december 1749 trouwde met Gerrit Jalink Willemszoon uit Geesteren (Gld.). Een dochter uit dit huwelijk Hendrika Jalink, eveneens vroedvrouw, trouwde voor 1800 met Gerrit Leusink. Bij de volkstelling van 1830 werd het huis bewoond door Gerrit, die sinds 1827 weduwnaar was, zijn in 1802 geboren zoon Gerrit Jan en zijn schoonzoon Gerrit Goorhuis, weduwnaar van de in 1800 geboren dochter Hermina Leusink, en de gezinnen van Berend Gorkink en Franciscus Westerman. In 1840 woonden er de echtparen Willem Keizers en Gezine Veldhuis en Jan Hendrik Riesthuis en Maria Ligtenberg. In 1850 de koperslager Johannes Dominicus Hermans met gezin en zijn gehuwde zoon Johannes Lebuihus. Voor 1860 kwam hier uit pand nr. 57 Arend Eijsink en daarna, ook nog voor 1860 de weduwe Gesina Heuzels-Eijsink met kinderen. Inwonend was ook het echtpaar Egbert Jan Kaspers-Gerharda Holters en de dames Gezina Witbroek en Elisabeth Wegerink. In 1860 werd het pand nog bewoond door het gezin van Gerrit Jan Kaspers en door het gezin van Hermannus Heuzels

1248 met zijn moeder. In 1870 was het gezin Kaspers vertrokken en het gezin Heuzels vertrok in 1876. Vanaf 1875 werd hier vermeld bakker Christiaan Kuiper en zijn vrouw Maria Hendrika Borghuis, waarmee hij in 1856 getrouwd was. Christiaan overleed reeds op 17 december van hetzelfde jaar, zijn weduwe op 4 januari 1899. Opvolger in het huis werd hun in 1867 geboren zoon Hendrikus Johannes Kuiper, die op 5 mei 1900 trouwde met Gerharda Maria ter Mors alias Bakkers Grade. Opvolgend bakker in het pand nr. 59 werd hun in 1902 geboren zoon Johannes Marinus Kuiper. HUIZEN NRS. 60, 61 en 62 In de rentmeestersrekeningen van het drostambt Haaksbergen is er in de jaren 1547, 1549, 1551 en 1552 sprake van de Haaksbergse bierbrouwers Johan en Frederik Helmichs, die per jaar ongeveer 140 vaten bier brouwden en daarvoor per vat een stuiver bieraccijns aan de drost afdroegen. In de jaren 1560 tot 1579 werd alleen Frederik vermeld. Omstreeks 1580 huwde Johan Frederiks alias Johan Helmichs. Zijn zuster Hermken trouwde in 1582 te Enschede met Roelof van Scheven, bewoner van de Borg in Enschede. Johan Helmichs werd in de Haaksbergse verpondingsregisters van 1600 en 1602 vermeld. Omstreeks 1610 trouwde zijn zoon Frederik met Liesbeth NN. Dit laatste echtpaar kreeg in 1628 ongenoegen met de buurman WeJmer Meijerink, bewoner van huis nr. 56, over een waterloop door hun tuin. Volgens het vuurstedenregister van 1675 werd het huis bewoond door Johan Helmichs. Deze was voor 1666 gehuwd met Trijntje Pothold. Gezien de elkaar regelmatig afwisselende namen Johan en Frederik mag men aannemen, dat zij eikaars rechtsstreekse nazaten waren. Het is wel zeker, dat de familie hier eeuwenlang bier gebrouwen en geschonken heeft. Nog op l juli 1661 werd in de gerichtsprotocollen vastgelegd, dat Hendrik Morsinkhof ten huize van Johan Helmichs aan zijn hoofd verwond was. Kort voor 1700 stierf dit geslacht Helmichs uit. Mogelijk door familierelatie werd het pand verworven door Gerrit Ansen, kleinzoon van Johan Ansen en Roelofke van Scheven te Haaksbergen, achterkleinzoon van Roelof van Scheven en Jenneke Havink te Haaksbergen en achterachterkleinzoon van de hiervoor vermelde Roelof van Scheven en Jenneke Helmichs te Enschede. Gerrit Ansen Johanszoon huwde op 31 maart 1695 met Aaltje te Lintelo Harmensdochter. Beiden waren afkomstig uit het dorp. Op 4 mei 1704 leende het echtpaar f 600,- van Jan Jansen van der Sluys sr. en gaven als onderpand hun grote en kleine huis, het eerste door hen zelf bewoond (nrs. 60/61) en het tweede door Gerrit Hibben (nr. 62) Op 5 juni 1717 verkocht het echtpaar Ansen hun huis in twee gedeelten: het deel nr. 60 met tuin I 637 aan Jan Lankheet en het deel nr. 61 met tuin I 636 aan Jan Lammertink. Zelf gingen zij wonen in huis nr. 62. HUIS Nr. 60 Jan Lankheet, zoon van kerkmeester Jan Lankheet, was op 27 januari 1713

1249 gehuwd met Elisabeth Ronneboom Hendriksdochter. Na hun overlijden verkochten hun kinderen op 3 mei 1748 huis en tuin voor f 540,- aan Waander Averbeek. Deze huwde op 27 juni 1751 met Mechteld ten Raa, dochter van de chirurgijn Jacobus uit huis nr. 59. Uit dit huwelijk werd in 1752 een zoon Arend geboren. Op 18 november 1786 verkocht de weduwe Averbeek-ten Raa haar huis nr. 60 voor f 290,- aan de schilder en glazenmaker Jan Minnegaal. Deze was op 13 februari 1774 getrouwd met Janna Ottink. Zij waren de ouders van de in 1776 geboren zoon Jannes Minnegaal Deze Jannes kon op 27 november 1806 voor f 100,- het huisje kopen, dat de hiervoor genoemde Arend Averbeek op I 637 had gebouwd. Jannes was dus toen volledig eigenaar van het door Ansen in 1717 verkochte. Tussen 1813 en 1823 werd het geheel gekocht door de winkelier Derk Herman Schartman. Deze was in 1811 gehuwd met Anna Lankhold. Zij woonden aanvankelijk in de Blankenborg maar verhuisden voor 1820 naar het huis nr. 60. Bij de volkstelling van 1830 werd het echtpaar Schartman hier met vijf zoons vermeld. Zie verder huis nr. 61. Het huisje op I 637 was toen niet meer bewoond. HUIS NR. 61 De koper van dit huis, Jan Lammertink uit Wiene, huwde op 31 januari 1717 met Jenneke Derksen Jansdochter uit Haaksbergen. Hun dochter Janna trouwde op 30 december 1742 met Hendrik Westendorp uit Buurse, de volgende bewoner en eigenaar van dit pand. In 1756 gaf dit echtpaar hun huis en landerijen in onderpand bij een geldlening van f 750,-; Toen rentebetaling moeilijkheden opleverde werden huis en land op 26 juni 1769 gerechtelijk verkocht. Kopers werden voor f 801,- Roelof Wolferink en Antoni Jaasink, waarbij werd aangetekend dat het huis maar f 150,-- waard was. De Westendorps mochten echter gehuurd blijven wonen. Hun zoon Gerrit Westendorp werd vermeld bij de volkstelling van 1795. Deze huwde in 1774 met Elisabeth Wissink uit Eppenzolder en in 1790 met Fenne Klein Aarnink uit Stepelo. Na Gerrits overlijden hertrouwde Fenne in 1814 met Jan Hendrik Huls, weduwnaar van Johanna Eijsink. Een zoon van het echtpaar Huls-Eijsink, Johannes geheten, huwde op 9 mei 1826 met Johanna Horkenborg. Zij werden bij de volkstelling van 1830 als bewoners vermeld. Eigenaar was toen Arend ten Heggeler uit Hengevelde, die gehuwd was met Elisabeth Wolferink, dochter van Hendrikus, mulder op de Haarmühle en kleindochter van de genoemde Roelof. In 1835 werd het huis door Waander ten Heggeler, molenaar te Bentelo, voor f 450,- verkocht aan Derk Herman Schartman, eigenaar en bewoner van huis nr. 60. Deze maakte de huizen 60/61 weer tot één huis, dat door zijn nazaten tot 1894 bewoond werd. Op 21 maart van dit jaar kreeg de Coöperatieve Winkelvereniging Volksbelang vergunning om in het huis een winkel te vestigen. Het huis 60/61 werd tot 1921 bewoond door de winkelchefs Martinus van Tongeren, Herman Magdalenus Johannes Wirtz van Coehoorn, Theodorus Haackman en Hendrik Antoni Berendsen. In 1921 verhuisde Volksbelang

1250 de winkel naar de hoek Spoorstraat-Hibbertstraat. De gemeente bedong bij het verlenen van de bouwvergunning, dat het huis 60/61 weer tot woonhuis werd ingericht. Tot de afbraak omstreeks 1960 werd het pand bewoond door de families Oosterholt en Baak-Oosterholt. HUIS NR. 62 Zoals in de inleiding vermeld verhuisde het echtpaar Ansen in 1717 van huis nr. 60/61 naar nr. 62. Er zijn echter reeds vroegere bewoners van dit huis bekend. Volgens het vuurstedenregister van 1675 werd het huis bewoond door Wefner Hibben, die op 13 januari 1668 getrouwd was met Grietje Bargerink. Uit de gerichtsprotocollen blijkt, dat zij op 18 oktober 1680 weduwe was. Haar zoon Gerrit Hibben huwde op 28 september 1679 met Jenneke Hemsink en hij woonde als vermeld in 1704 in het kleine huis. Na 1717 werd de bewoner dus Gerrit Ansen. Zijn zoon Hermanus huwde in 1724 met Geesje Hagels uit Schüttorf, dienstbode bij de onderrichter van Haaksbergen. Bij de volkstelling van 1748 werden geen kinderen van dit echtpaar vermeld. Hermanus overleed in 1758 en Geesje in 1760. Het huis werd geërfd door drie neven en een nicht van Geesje in Bentheim. Behalve het huis behoorde tot de erfenis ook een schuld van f 336,- aan Jan Jaasink te Buurse. Om deze schuld te voldoen werd het huis vermoedelijk verkocht aan Jan Jaasink, maar helaas is de akte van overdracht niet in Haaksbergen geprotocolleerd. Een kleindochter van Jan Jaasink verkocht het huis op 13 februari 1815 aan de timmerman Hermannus Oosterholt en diens vrouw Geertje Bannink. Deze werden in 1830 als bewoners en eigenaren vermeld. Hermannus overleed in 1838. In 1840 woonden er behalve de weduwe Oosterholt het echtpaar Bennink-ter Hogt. In de periode 1850/59 werden in het huis opgegeven de in 1804 te Weerselo geboren Gerardus Johannes Borghuis, zijn vrouw Joanna Gesina Aalers uit Haaksbergen en drie kinderen. De zoon Arnoldus Johannes Borghuis werd opvolger. Hij huwde met Maria Hartgerink. Als weduwe hertrouwde laatste in 1895 met bakker Johannes Kuiper, afkomstig van huis nr. 59. De familie Kuipers bewoonde het pand tot omstreeks 1940. Thans is hier schoenhandel Scholten gevestigd. HUIS NR. 63 Het huis Molenstraat nr. 77 op I 540, gelegen tegenover huis nr. 63 was in 1823 eigendom van vader en zoon Eijsink, beiden Gerrit geheten. Hun verdere eigendom bestond o.a. uit de weide I 658/659. Op 28 maart 1823 verkochten zijn hun bezit aan de NH diaconie van Haaksbergen, die er een hypotheek van f 1100,- in had. De diaconie verhuurde pand nr. 77 aan de te Schermbeek geboren katoenfabrikant" Johan Frederik Wilhelm Schuiten. Deze woonde als sinds 1821 te Haaksbergen en huwde op 10 juli 1823 met Alberdina Hendrika Maria Jordaan. De Eijsinks verhuisden toen naar de overkant van de straat, waar de diaconie voor hen een huis had gebouwd, huis nr. 63. Nog in 1833 werd het huurcontract tussen de diaconie en Gerrit Eijsink junior voor een periode van drie jaar verlengd. In 1840 en 1850 werd Gerrit

1251 er vermeld met zijn vrouw Johanna Lammerink en twee kinderen onder wie Wilhelmina. Deze trouwde in 1853 met Gerrit Jan Slot. Inwonend was het echtpaar Bernardus Koenderink, koopman en Johanna Slotman. Deze Johanna overleed in 1859. In 1860 werden geen bewoners meer vermeld. Het pand was blijkbaar verlaten en afgebroken. W. E. ten Asbroek - J. B. A. Leusink - J. G. L. Overbeeke DE MOLENVELD-ERVEN OP DE HONES (5) PLODDERSHUIZEN Zoals onder Jaösker vermeld verkochten op 13 mei 1650 drie kinderen van Hendrik Jaasink, genaamd Tonnis, Berend en Mette hun kindsportie, afkomstig van hun overleden moeder, aan Barthold Werners en Jan Saalmerink. Tot deze erfenis behoorde ook de landbouwgrond van de Ploddershuizen. De eigendomsovergang van deze is ondanks een groot aantal gegevens onduidelijk. Men vindt hierover in de gerichtsprotocollen volgende notities: 1655 14/1 Herman Jaasink (in Buurse) zegt Jan Saalmerink het kapitaal op dat hem van Saalmerink en Barthold Werners competeert (blijkbaar hadden deze voor de koop geld geleend van Jaasink). 1711 25/11 Gerrit Ansen en vrouw Aaltje te Lintelo en Roelof Smit weduwnaar van Fenneke te Lintelo cederen aan Berend Bloemena en vrouw hun halve huis op de Hones aan het Molenveld volgens koopakte van 13 augustus 1699. 1713 18/4 Roelof Smit weduwnaar van Fenneke te Lintelo verkoopt aan Arent Lankheet, mulder, en diens vrouw Hermken ten Have een stuk land het zgn. eigen land in Langelo gelegen aan kopers land. Verkoper had gekocht van Gerrit Ansen. 1715 9/9 Roelof Smit verkoopt aan de mom baren Jan te Lintelo en Gerrit Ansen van zijn kind Aaltje Smit een huis in het dorp, de helft van de Wönnerskamp en de plaats van zijn eigen land in Langelo. 17195/4 Fenne ten Oostendorp verkoopt aan Jan ten Oostendorp o.a. zes schepel eigen land in Langelo en de halve Wönnerie op de Hones. 1720 4/1 Roelof Smit verkoopt aan Jan Lucassen Tusveld en diens vrouw Aaltje Smit huis en smederij in het dorp en de Wönnerie op de Hones. Smit huis en smederij in het dorp en de Wönnerie op de Hones. 1748 18/6 Jan Tusveld en vrouw Aaltje Smit verkopen aan Albert Bloemena en diens vrouw Jenneke Spijlen de Wönnerskamp of markslag, groot ca. l mud gezaais, langs de molenweg en aan Oostendorperbraak op de Hones. Kopers lenen f 300,-- van Janna ter Hasselt, die 4 juli 1758 terugbetaald worden. 1754 7/6 Berend ten Kotte en vrouw Grietje Besselink op de Hones lenen f 700,- van Harmen Oorthuis en schoonzuster. Onderpand hun halve huis met de molenkamp en l mud land op de markslag. Wordt 9 mei 1772 terugbetaald door Berend ten Kotte en diens schoonzoon Jan Saalmerink,

1252 elk voor de helft. 1754 10/6 De curatoren van Jan Oostendorp cederen aan Berend ten Kotte het plaatsje Molenkamp, als bij gerichtelijke verkoop op 23 augustus 1753 gekocht voor f 585,-. 17584/7 Albert Bloemena en vrouw Jenneke Spijlen lenen f 300,- van Hendrik Sentveld. Onderpand l mud Wönnerskamp of markslag langs de molenweg en aan het einde van de Oostendorperbraak. 1772 9/5 Berend ten Kotte leent van Jan Boerman f 350,-. Zijn schoonzoon Jan Saalmerink gehuwd met Grietje ten Kotte leent van dezelfde f 650,-. Onderpand half huis op de Hones. 1796 5/8 Jan Saalmerink en vrouw Grietje ten Kotte lenen f 883,- van Jan Jordaan tot betaling van een stuk land als gekocht van de weduwe Buursink en betaling van rente van twee hypotheken van Jan Boerman d.d. 9 mei 1772. Onderpand nieuw getimmerd huis met annexe nieuw gekochte grond en l stuk op de markslag als op 16 november 1778 door de weduwe Buursink overgedragen. 1798 26/5 Dezelfden verkopen aan Jan Boerman de woning met de hiervoor vermelde landerijen voor f 1400,- en de mobilia voor f 483,-. Hiermee worden de hypotheken van 9 mei 1772 en 5 augustus 1796 terugbetaald. In de zgn. contentieuze protocollen vindt men nog: 172928/2 De marke Haaksbergen en Hones bespreekt de weduwe Gerrit Belshof op de Wönnerie voor f 30,- aangegraven grond. 1745 22/11 De diaconie pandt het Ploddershuis en de landerijen van Hendrik Oostendorp. 1746 2/5 Het Ploddershui* of Plodderskamp met de getimmerten daarop. 1746 20/6 Distractie van de molenkamp van Hendrik Oostendorp. Nadat Albert Bloemena vijf maal gehoogd heeft wordt Jan ten Oostendorp koper voor f 610,-. 1752 3/7 Janna ter Hasselt heeft f 300,- gevestigd in het plaatsje de Plodderij, toebehoren Albert Bloemena. 1753 23/8 Wijlen Jan ten Oostendorp had uit de desolate boedel van wijlen Hendrik ten Oostendorp o.a. de molenkamp gekocht. Omdat niet betaald is, wordt de kamp weer verkocht. Koper is nu de bewoner en gebruiker Berend ten Kotte voor f 585,-. 1772 15/6 Hendrik Sentfeld bespreekt Albert Bloemena voor f 40,- rente van een kapitaal van f 300,- op 4 juli 1771 gerichtelijk in zijn plaatsje gevestigd. 1781 14/6 Hendrik Sentfeld bespreekt Jan Bloemena Albertszoon voor f 26,50 rente van een kapitaal van f 300,-. 1786 12/6 De marke Haaksbergen en Hones bespreekt Jan Saalmerink op de Plodderij voor f 42,- aangegraven grond. 1799 25/11 H. J. ten Raa pandt Berend Snakenborg op Molenveld op Jan Saalmerink's plaatsje. Saalmerink is Berend's schoonvader. 1800 7/6 Berend Snakenborg en vrouw Fenneke Saalmerink lenen f 565,- van Jan Boerman wegens overname van mobilia en twee jaar pacht.

1253 Het meest onduidelijk is de eigendomsovergang van Barthold Werners en/of Jan Saalmerink op Gerrit Ansen en Roelof Smit en hun vrouwen Te Lintelo en de overgang van Werners en/of Saalmerink op Oostendorp. De eigendommen van Ansen en Smit werden in 1699 verkocht aan Berend Bloemena, bewoner van Ploddershuis I en de eigendommen van de Oostendorps in 1753 aan Berend ten Kotte, bewoner van Ploddershuis II. Aanvankelijk stond er maar één huis, dat rond 1665 gebouwd werd door Albert Belshof. ^' PLODDERSHUIS I A. ALBERT BELSHOF, zoon van Hendrik in de Blankenborg, gehuwd ca. 1665 met NN. V J 1. Geesken Belshof, gehuwd 1688 16/4 met Jan Schulte Werners, zoon van Hendrik. Jan hertrouwde 1707 27/2 met Eefse Clomp, weduwe van Harmen Reimerink. 2. GRIETJE BELSHOF, zie B. 3. Hendrikje Belshof, gehuwd 1697 12/9 met Marten Hollenkamp, zoon van Jan in Wessum, en hertrouwd 1710 4/5 met Alef Sluiters, weduwnaar van Engele Rothuis. 4. GERRIT BELSHOF, zie Ploddershuis II 5. Trijne Belshof, gehuwd 1709 3/2 met Berend Hiddink, zoon van Hendrik te Beckum. In 1683 werd Albert Belshof vermeld als Plodde Albert, die behoorde tot de huisarmen van de diaconie. B. GRIETJE BELSHOF, gehuwd 1692 met BEREND BLOEMENA, zoon van Jan. V J 1. ALBERT BLOEMENA, zie C. 2. Jan Bloemena, gwhuwd 1734 3/1 met Stiene Engbertsen onder Delden. Gerichtsprotocollen Haaksbergen: 1711 25/11 Berend Bloemena en vrouw kochten volgens koopakte van 13 augustus 1699 een half huis op de Hones aan het Molenveld van Gerrit Ansen en Roelof Smit. Verpondingsregister 1720: Veld Berend. Hoofdgeldregister 1723: Wonners Berend, 2 personen en Albert Bloemena, l persoon. C. ALBERT BLOEMENA, gehuwd paasmaandag 1724 met JENNEKE SPIJLEN, NH lidmaat 1721, dochter van Derk in Boekelo onder Enschede. 1. Berendje Bloemena, gedoopt Rekken 1725 4/2 2. JAN BELSHOF, zie D. 3. Gerrit Belshof, gedoopt Haaksbergen 1729 16/1

1254 4. NN Belshof, gedoopt 1731 21/1 5. Derk Belshof, gedoopt 1733 30/8 Volkstelling 1748: Albert Bloemena en vrouw en l kind boven 10 jaar en inwonend Berend ten Kotte en vrouw en 3 kinderen onder 10 jaar (zie Ploddershuis II). Hoofdgeld 1764: Albert Bloemena, 3 personen. Hoewel Albert's zoon Jan als Belshof gedoopt werd, trouwde hij als Bloemena. D. JAN BLOEMENA, gehuwd 1763 27/3 met JANNA WEERNINK uit Langelo. 1. Jan Bloemena, gedoopt 1763 24/4 2. Jenneke Bloemena, gedoopt 1765 4/8, gehuwd 1793 24/3 met Jan Willem Hesselink, zoon van Gerrit en Harmina Weernink. Landbouwer op de Gieberie in Holthuizen. 3. Arend Bloemena, gedoopt 1767 20/9, overleden 1836 24/10. 4. Janna Bloemena, gedoopt 1769 10/9 5. Gerrit Bloemena, gedoopt 1772 20/12 6. Mannes Bloemena, gedoopt 1776 27/10 7. Maria Bloemena, gedoopt 1779 4/7, gehuwd 1807 7/6 met Jan Wibbels, zoon van Jan Derk en Hendrina Kamps. Bij de volkstelling van 1795 woonden op Ploddershuis I de daghuurder J. Bloemena, wiens gezin uit maar 2 personen bestond. Blijkbaar waren een aantal kinderen overleden of elders gehuisvestigd. Volgens de volkstelling van 1830 woonden er de ongehuwde broers Arend en Gerrit Bloemena. De laatste betaalde in 1808 en 1809 de grondbelasting, toen contributie geheten. Inwonend was het gezin van hun oomzegger Hermannus Hesselink, zie E. Archief notaris J. H. Jordaan: 1822 28/1 Jan Willem Hesselink en vrouw Jenneke Bloemena, landbouwers in Holthuizen, Arend Bloemena, en Gerrit Bloemena, beiden Hones nr. 12, en Jan Wibbels en vrouw Maria Bloemena in Langelo, verkopen hun huis nr. 12, als van ouders geërfd, aan Antony Boonk te Vreden voor f 350,- die zij aan Boonk schuldig waren. E. HERMANNUS HESSELINK, zoon van Jan Willem en Jenneke Bloemena, gedoopt 1795 30/9, gehuwd 1823 24/10 met REINELLA WILLINK, dochter van Reint en Eva Smit, gedoopt 1793 4/3. 1. Reintje Hesselink, geboren 1824 2. Jan Willem Hesselink, geboren 1826 3. Gerrit Jan Hesselink, geboren 1829 In 1837 werd de pacht opgezegd aan Bernardus Snakenborg, bewoner van Ploddershuis II (zie ook aldaar). Deze verhuisde toen naar Ploddershuis I en werd daar pachter van Antony Boonk, zoals blijkt uit de bevolkingsregisters

1255 van de gemeente in 1840.. F. BERNARDUS SNAKENBORG, zie Ploddershuis II. Dochter JOHANNA SNAKENBORG, zie G. G. JOHANNA SNAKENBORG, geboren 1830 2/4, gehuwd 1862 17/10 met WILLEM BLOEMEN, geboren Ambt Delden 1828 4/3, overleden 1901 Dochter: JOHANNA FREDERIKA BLOEMEN, zie H. H. JOHANNA FREDERIKA BLOEMEN, geboren 1864 4/3, overleden 1930 24/11, gehuwd ca. 1885 met HENDRIK KLEINSMAN, geboren 1862 21/3, overleden 1928 26/10. 1. Antonia Margaretha Kleinsman, geboren 1885 28/9 2. Gerhardus Johannes Kleinsman, geboren 1887 13/12 3. Johanna Willemina Kleinsman, geboren 1890 26/2 4. Bernardus Johannes Kleinsman, geboren 1892 9/11 5. Johannes Antonius Kleinsman, geboren 1895 10/3 6. Hendrik Jan Kleinsman, geboren 1899 18/10 7. FREDERIKUS MARINUS KLEINSMAN, zie J 8. Johanna Maria Kleinsman, geboren 1907 23/4 J. FREDERIKUS MARINUS KLEINSMAN, geboren 1902 31/12, gehuwd 1930 10/5 met HERMINA GERRIDINA AELLERINCK, geboren 1902 12/6, De huidige bewoner is hun zoon F. W. Kleinsman. PLODDERSHUIS II Hoewel de eerste twee generaties nog niet in een afzonderlijk huis woonden, wordt de stamreeks toch begonnen met de onder Ploddershuis I vermelde Gerrit Belshof (A 4). GERRIT BELSHOF, gehuwd 1707 30/10 met JUDITH HORSTINK, dochter van Luiken, en hertrouwd september 1716 met HARMKEN TEN WESTENDORP, dochter van Bernard. Harmken hertrouwde 1722 25/4 met ROELOF TEN KOTTE, zoon van Berend. Kinderen uit het eerste of tweede huwelijk: 1. Hendrik Belshof, in 1764 vermeld op Ploddershuis 2. BEREND TEN KOTTE, zie B. Hoewel zijn achternaam Ten Kotte is, is hij waarschijnlijk toch geen zoon van Roelof ten Kotte, omdat hij dan bij zijn huwelijk in 1738 hoogstens 16 jaar oud geweest zou zijn. Kind uit het tweede huwelijk: 3. Anna Belshof, gehuwd 1752 10/3 met Christiaan Temmink op de Hones.

1256 Verpondingsregister 1720: Gerrit Belshof. Hoofdgeldregister 1723: Wonners Roelof, 2 personen. B. BEREND TEN KOTTE, gehuwd 1738 20/10 met MARGARETHA BES- SELINK uit Wessum. 1. MARGARETHA TEN KOTTE, zie C 2. Roelof ten Kotte, gedoopt 1744 6/8 3. Hendrik ten Kotte, gedoopt 1747 28/11 Volkstelling 1748: Berend ten Kotte en vrouw met 3 kinderen onder 10 jaar inwonend bij Albert Bloemena en vrouw (zie Poldershuis I) Zoals hiervoor gezien kocht Berend bij gerichtelijke verkoop van 23 augustus 1753 zijn halve huis op de molenkamp met l mud land op de markslag. C. MARGARETHA TEN KOTTE, gedoopt 1741 24/12, gehuwd 1763 12/6 met JAN SAALMERINK van de Hones, zoon van Jan en Aaltje ten Vregeler. 1. Jan Saalmerink, gedoopt 1766 12/12 2. Gerrit Saalmerink, gedoopt 1769 30/9 3. FENNE SAALMERINK, zie D 4. Hermina Saalmerink, gedoopt 1775 30/11 5. Albertus Saalmerink, gedoopt 1779 9/4 6. Aaltje Saalmerink, gedoopt 1780 21/7 7. Bernarda Saalmerink, gedoopt 1785 23/9 Volkstelling 1795: J. Saalmerink, daghuurder, 5 personen. In het marke-archief werd in 1775 genoteerd, dat Jan Saalmerink op het Molenveld in 1764 een huis op de markegrond gezet had bij zijn kamp. Ploddershuis II werd dus pas in 1764 gebouwd. Ook in de gerichtsprotocollen is in deze jaren sprake van zijn nieuw getimmerd huis. Zoals hiervoor gezien verkocht Jan Saalmerink zijn huis en land op 26 mei 1798 aan Jan Boerman te Markvelde. Hij kon gepacht blijven wonen, evenals zijn dochter Fenne en haar man Berend Snakenborg. D. FENNE SAALMERINK, gedoopt 1772 4/10, overleden 1836 25/9, gehuwd RK 1798 15/5 met BEREND SNAKENBORG uit Boekelo onder Haaksbergen, overleden 1807 4/11, waarschijnlijk zoon van Bernardus Doesschot en Maria Snakenborg. 1. BERNARDUS SNAKENBORG, zie E 2. Joannes Snakenborg, gedoopt 1801 21/4 3. Aaltje Snakenborg, gedoopt 1805 12/6 4. Berendina Snakenborg, gedoopt 1808 1/7 (postuum), gehuwd met Johannes Bernardus Sprenkeler, bouwman op de Baanderij. E. BERNARDUS SNAKENBORG, gedoopt 1799 3/3, overleden 1870

1257 28/12, gehuwd 1824 12/5 met MARGARETHA BOUWMEESTERS, gedoopt 1796 25/12, dochter van Gerrit en Joanna Leferink, overleden 1868 10/4 1. Berendina Snakenborg, geboren 1825 29/3 2. Gerrit Jan Snakenborg, geboren 1827 14/11, overleden 1833 23/1 3. Joanna Snakenborg, geboren 1830 3/4, zie Ploddershuis I 4. Gerrit Jan Snakenborg, geboren 1833 6/11 5. Frederikus Snakenborg, geboren 1836 24/11 Archief notaris J. H. Jordaan: 1837 27/4 Hendrik Bisperink te Markvelde verpacht voor zes jaar het Ploddershuis aan Hendrik ter Maat. Pacht f 12,- per jaar, vier dagen rogge maaien een voer hooi en de derde garve. Het gezin van Bernardus Snakenborg verhuisde naar Ploddershuis I, nieuwe pachters op Ploddershuis II werden: F. HENDRIK TER MAAT, geboren ca 1786, overleden 1843 13/2, gehuwd ca 1820 met HENDRIK A KERKEMEIJER, geboren ca 1780 Zoons: 1. Bernardus ter Maat, geboren ca 1822 2. Gradus ter Maat, geboren ca 1823 Archief notaris J. H. Jordaan: 1839 29/7 Hendrik Bisperink verkoopt voor f 500,- het Ploddershuis aan Bernardus Pasman, landbouwer te Beltrum. Huurder is nu Hendrik ter Maat. Het huis is eigendom van Bisperink geworden door zijn huwelijk met Janna Boerman, die geërfd had van haar vader Jannes Boerman. G. BERNARDUS PASMAN, geboren Eibergen 1809 16/10, overleden 1881 10/3, gehuwd ca 1840 met MARIA HOPSTE, geboren Eibergen 1808 31/10, overleden 1881 16/9. 1. Johanna Theodora Pasman, geboren 1841 14/3 2. Bernardus Antonius Pasman, geboren 1843 23/11, overleden 1873 1/6 3. BERENDINA PASMAN, zie H 4. Maria Hendrika Pasman, geboren 1848 11/11, geëmigreerd naar U.S.A. H. BERENDINA PASMAN, geboren 1846 15/1, overleden 1881 3/2, gehuwd 1873 22/10 met GERRIT JAN DIEPENMAAT, geboren 1835 20/4, overleden 1888 22/11, zoon van Gerhardus Johannes en Geertrudis Doesschotte. Gerrit Jan hertrouwde 1884 17/5 met BERENDINA REIMERINK, geboren 1857 31/7, dochter van Joannes en Reinella ten Broeke. Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Johanna Antonia Diepenmaat, geboren 1874 27/9, overleden 1880 10/8

1258 2. BERNARDUS ANTONIUS DIEPENMAAT, zie J 3. Gerharda Maria Diepenmaat, geboren 1878 9/3, gehuwd 1903 22/8 met Antonius Bernardus Wijlens, landbouwer op de Twis. Kinderen uit het tweede huwelijk: 4. Bernardus Diepenmaat, geboren 1885 10/3, gehuwd 1912 22/6 met Maria Hermina Koppelman. Landbouwer op de Koldewei. 5. Gerhardus Johannes Diepenmaat, geboren 1887 24/5 6. Hendrik Jan Diepenmaat, geboren 1889 24/1, gehuwd 1920 7/8 met Martina Leferink. J. BERNARDUS ANTONOUS DIEPENMAAT, geboren 1876 30/4, overleden 1929 27/10, gehuwd 1911 15/7 met HERMINA LAARVELD, geboren 1886 31/7, dochter van Bernardus en Hermina Elferink. 1. Gerhardus Bernardus Diepenmaat, geboren 1912 29/3 2. Hendrikus Antonius Diepenmaat, geboren 1914 10/10 3. Bernard Johan Diepenmaat, geboren 1918 23/8 4. Gerhard Johan Diepenmaat, geboren 1924 11/3 De oudste zoon is de huidige bewoner. W. E. ten Asbroek - J. G. L. Overbeeke DE EIJSINKS IN HAAKSBERGEN (3) De onder C 6 (Boer Eijsink) vermelde Eijsinkdochter Geertje huwde in juli 1731 met Jan Hendrik Homölle op Bos in Eppenzolder. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren: 1. Gerrit Homölle op Bos, geboren 1732, overleden 1763. 2. Euphemia Bosch, gedoopt 1733 8/10. 3. AALTJE BOSCH, zie E 4. Hendrik Bosch, gedoopt 1737 15/3, gehuwd 1776 1/12 met Henrica Ottink. Na het overlijden van Jan Eijsink, Arendina Kemerink en hun kinderen, van wie men geen verdere gegevens vindt, werd de Eijsink Lijftocht alias Eijsink Woner verpacht aan: E. AALTJE BOSCH, gedoopt 1735 5/6, overleden 1811 29/7, gehuwd Delden 1761 3/5 met JAN HENDRIK VUILKATE, zoon van Jan en Anna ter Halle, gedoopt 1731 25/2, overleden 1802 24/7 Door hun wonen op een deel Eijsink werden hun kinderen als Eijsink gedoopt: 1. Joannes Eijsink, gedoopt 1765 6/2, overleden 1845 5/3, gehuwd Hengevelde 1800 26/6 met de in 1764 te Vreden geboren Christina

1259 Reekers. Landbouwer op Sonder in Boekelo. Zie Sonder. 2. Fenne Eijsink, gedoopt 1769 19/4, overleden 1851 29/7, gehuwd 1799 26/9 gehuwd was met Maria Boonk. Volkstelling 1795: Jan Hendrik Voelkotte, 6 personen. Archief notaris J. D. Jordaan: 184030/4 Bernardus Laarman en vrouw Fenne Vuilkate, landbouwers te Eppenzolder, verkopen hun mobilia op het erve Boonk aan hun pachters Gerrit Jan Laarman en vrouw Joanna Geertruida Bekkedam alias Sanders. Door het overlijden van Jan Hendrik Vuilkate alias Eijsink in 1802 kwam Eijsink Woner weer leeg. Opvolgers werden: F. ROELOF DE WITTE, geboren ca. 1777, eerste gehuwd met JOHANNA NOORDING, geboren ca. 1777 te Eibergen en daarna met HENDRIKA MOES, geboren 1807. Roelof was geboren op Korte Kinkeier in Boekelo, hij werd in de bevolkingsregisters van 1830 en 1840 vermeld, in het eerste jaar met zijn eerste vrouw en in het tweede jaar met zijn tweede. In beide jaren hadden zij drie inwoners, maar kinderen werden niet vermeld. G. GERRIT JAN HASSINK, geboren 1827 4/2 te Hengelo (O.), gehuwd met CHRISTINA GORKINK, geboren 1829 27/3 te Neede. Zij woonden in 1850 op Eijsink Woner, eveneens met drie inwoners. Voor 1860 werd Eijsink Woner afgebroken, in het register van 1860 werd hij niet meer vermeld. ES EIMBERT Onder Boer Eijsink (B 5) werd Hermina Eijsink vermeld. Op 19 september 1765 werd haar nalatenschap in het gericht vastgelegd. Zij was eigenaresse van een kwart deel van het erve Eijsink, welk part gedeeltelijk verpacht was. Dit kwart was bestemd voor haar kleinkinderen Hermanus en Janna Leferink. Haar inventaris was opgemaakt door Gerrit Leferink, grootvader van de kleinkinderen. Bij haar inwonend was haar neef Gerrit Eijsink (gehuwd in 1738 met Janna Heetpas, vermeld onder Boer Eijsink nr. C 8, zie Deel Ensink). Deze was knecht bij haar geweest en mocht tot mei 1766 nog van de rogge leven". Kennelijk stonden er in deze jaren twee huizen, één bewoond door haar zelf en één door de pachter. Ook in 1812 stonden er nog twee huizen, maar in 1830 was er één afgebroken. Grootvader Gerrit Leferink was in 1711 gehuwd met Geertje Harmölle. Hun zoon Jan Hendrik huwde 1748 14/7 met Hermina Eijsink, natuurlijke dochter van de erflaatster Hermina. Beiden waren in 1765 reeds overleden. Door de wilsbeschikking werd Es Eimbert eigendom van de Leferinks op Leferink II in Eppenzolder. In 1812 was dat nog zo, de toenmalige eigenaren Gerrit Jan te Lintelo en zijn vrouw Hermina Leferink gaven op 29 oktober van dit jaar hun deel van het erve Eijsink met de huizen nr. 19 en nr. 20 in Eppen-

1260 zolder in onderpand voor een geldlening van frs. 2100,- bij Herman Hoedemaker te Enschede. De huizen waren bewoond door Jannes Wijlens en de weduwe Engbert Wijlens. Voor 1830 werd de toenmalige pachter Engbert Wijlens eigenaar. Over deze eigendomsoverdracht vindt men in het notarieel archief van J. H. Jordaan echter geen akte. De oudst bekende bewoner van Es Eimbert heette ook Engbert Wijlens, die voor zo ver valt na te gaan geen familie van de Eijsinks was. A. ENGBERT WIJLENS, zoon van Berend in Holthuizen, gehuwd 1747 18/2 met HENDRIKA TE VAARWERK, dochter van Hendrik in Holthuizen. 1. Hendrika Elisabeth Wijlens, gedoopt 1748 30/1 2. ENGBERT WIJLENS, zie B 3. Aleida Wijlens, gedoopt 1753 27/10, gehuwd Hengevelde 1773 31/12 met Bernardus Ellenbroek 4. Henrica Wijlens, gedoopt 1755 31/7 5. JOANNES EIJSINK, zie Hannink/Bartelink 6. Catharina Wijlens, gedoopt 1759 13/8, gehuwd 1791 16/1 met Jan Harmen Somhorst, die voordien 1784 28/3 getrouwd was met Berendina Teusink, weduwe van Jan Hendrik Westenberg. 7. Joannes Wijlens, gedoopt 1762 4/1 8. Jan Hendrik Wijlens, gedoopt 1764 29/6, gehuwd 1796 17/4 met Joanna Heuwhedde. Landbouwer op Oostendorper Woner in Langelo. 9. Arnoldus Wijlens, gedoopt 1767 9/2, gehuwd 1797 25/4 met Joanna Meijerink. Landbouwer op Nollen, deel Lenderink, in Holthuizen. 10. Berend Hendrik Wijlens, gedoopt 1771 4/9, gehuwd 1798 30/1 met Joanna Botterhuis, weduwe van Gerrit Lansink. Hoofdgeldregister 1764: Engbert Wijlens op Eijsink, 2 personen, pauper. Volkstelling 1795: E. Wijlens, daghuurder, 7 personen. Koopmansboek H. J. ten Raa: 1787 Es Engbert Wielens op Eijsink en vrouw 1790 Jongste zoon Berend en oudste zoon Engbert 1798 Zoons Arend en Jan Hendrik en dochter Trijne getrouwd met Jan Harmen Somhorst. Gerichtsprotocollen: 179929/6 Jan Hendrik Wijlens en vrouw Janna Heuwhedde zijn f 150,- schuldig aan zwager Roelof Heuwhedde. ' W. E. ten Asbroek-J. G. L. Overbeeke.