Kindergeneeskunde. Hyperbilirubinemie.

Vergelijkbare documenten
Uw kindje ziet geel Hyperbilirubinemie

Geelzucht (icterus) bij pasgeborenen

Lichttherapie bij pasgeborene. (op de couveuse- of kraamafdeling)

Fototherapie bij pasgeborenen

Wanneer is fototherapie nodig?

Geelzien bij baby s Hyperbilirubinemie

Kindergeneeskunde. Adoptiepolikliniek.

Fototherapie. Moeder en Kind Centrum. Beter voor elkaar

Inwendige geneeskunde. Vochtbalans.

Renografie bij kinderen

Spreekuur voor baby's met een scheef hoofd

De leerunit van de verpleegafdeling Maag-, Darm- en Leverziekten

Dubbelblinde koemelkprovocatietest

Nucleaire geneeskunde. Skeletscintigrafie.

Voedselprovocatietest: Pinda, kippeneiwit, open koemelk en overige

Neurologie en Neurochirurgie. Immunoglobuline-kuur.

Echocardiografie van het hart (Doppler)

PATIËNTEN INFORMATIE. Mijn kind ziet. Fototherapie bij pasgeborenen

Kindergeneeskunde. R.S. virus infectie.

Leren lopen met krukken onbelast

Echocardiografie van het hart (met contrast)

Bescherming van de nieren

Nucleaire geneeskunde. Renografie.

Fototherapie Informatie voor ouders

Neurologie en Neurochirurgie. Lumbaalpunctie.

Kindergeneeskunde. Adoptiepolikliniek.

Chirurgie. Stomazorg.

NIPPV Non Invasive Positive Pressure Ventilation

Gynaecologie. zwangerschap.

Pijnbestrijding op de kinderafdeling

Chirurgie. Tracheostoma.

GEEL ZIEN VAN DE BABY FRANCISCUS VLIETLAND

In gesprek over chemotherapie en/of immunotherapie

In gesprek over chemotherapie

Opgenomen vanwege je eetproblemen en dan?

CT-scan met contrastvloeistof

Een borstoperatie in dagbehandeling

Permanente ascitesdrainage

Ejectiefractie in rust: onderzoek van de pompfunctie van het hart

Fototherapie. Informatie voor ouders/verzorgers

Rooming-in op de zuigelingenafdeling

Arthrografie in combinatie met MRI-onderzoek

Behandeling van een herseninfarct met trombolyse

Verpleegkundige gynaecologische oncologie

Prematuur en/of dysmatuur geboren baby. Afdeling Neonatologie

Oogheelkunde. De orthoptist.

Longgeneeskunde. Casemanager. Longgeneeskunde.

Hersenscintigrafie DAT-scan of IBZM-scan

Kindergeneeskunde. Kinderdiabetesteam.

Informatie over het Poseybed

Schildklierscintigrafie

Cardiothoracale chirurgie. PACU van de afdeling. Cardiothoracale chirurgie.

Revalidatie na een beroerte

Lymfeklierscintigrafie van de benen

Verpleegkundig specialist urologie

Multidisciplinaire Nierfalen Polikliniek (MNP)

Anesthesiologie & Pijngeneeskunde. Facetdenervatie.

Longgeneeskunde. Thoracoscopie.

Stress echocardiogram met Dobutrex

Laboratorium, Algemeen Klinisch. Zaadonderzoek.

Medische Psychologie en Psychiatrie - Polikliniek volwassenen

Kleine dermatologische ingrepen

Spreekuur carpale tunnelsyndroom

Psychologie, medische (volwassenen) Medische psychologie.

Histamine-provocatietest

Multi Disciplinair Dag Onderzoekcentrum Geriatrie (MDOG)

Iontoforesebehandeling

Continue epidurale katheter

Transoesofageale echografie met punctie

Psychologische zorg voor kinderen en jeugdigen

Kindergeneeskunde. Babymassage.

Laag gedoseerde vaginale oestrogeen

Inwendige geneeskunde. Beenmergpunctie.

Inwendige bestraling van de vagina

Glasvochttroebelingen

Longgeneeskunde. Pneumonie.

Photodynamische therapie

Screening BRMO na opname in een buitenlands ziekenhuis

Cardiologie. Holterregistratie.

Echocardiogram via de slokdarm (onder een roesje)

Kindergeneeskunde. Dagboek.

Positieve mondstimulatie bij een zieke zuigeling

Radiologie. Echografie.

CT-scan van de bijnieren met intraveneus contrastvloeistof

Echogeleide punctie of biopsie

Longgeneeskunde. Cyclofosfamidekuur.

Chirurgie PICC.

CT-scan van de aorta of het linker atrium

Anesthesiologie & Pijngeneeskunde. Lumbale sympathicus.

Post Anaesthetic Care Unit (PACU)

Urologie. Rigi-scan.

Röntgenonderzoek van de urinebuis

Radiologie. MRI-onderzoek.

Polikliniek Hartfalen

Dermatologie. UVB lichttherapie.

Informatie voor aanstaande ouders

Serotiniteit (overdragenheid)

Boezemfibrilleren polikliniek

PACU op de Intensive Care (IC) en Cardiothoracale chirurgie (CTC)

Transcriptie:

Kindergeneeskunde Hyperbilirubinemie www.catharinaziekenhuis.nl

Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl KIN010 / Hyperbilirubinemie / 11-07-2013 2

Hyperbilirubinemie Uw kind is bij ons opgenomen. Wellicht is u al opgevallen dat uw kind wat geel begint te zien. De kinderarts of verpleegkundige heeft u hierover uitleg gegeven. In deze folder vindt u algemene informatie over hyperbilirubinemie. Zo kunt u de informatie nog eens rustig lezen. Het is goed u te realiseren dat voor uw kind persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven. Als dit zo is, dan informeert een medewerker u hierover. Wat is hyperbilirubinemie? We spreken van hyperbilirubinemie of icterus neonatorum, als een kind een te hoog bilirubinegehalte heeft in het bloed. Bij de afbraak van rode bloedlichaampjes komt als afvalstof bilirubine vrij. Deze afvalstof wordt door de lever verwerkt en via de ontlasting en de urine uitgescheiden. Soms kan de lever deze hoeveelheid afvalstoffen niet aan en stijgt hierdoor het bilirubinegehalte in het bloed. Bovendien wordt dit zichtbaar als een gele kleur in de huid, het oogwit en de slijmvliezen. Vóór de geboorte heeft uw kind meer rode bloedcellen nodig dan na de geboorte en het lichaam reageert hierop door deze bloedcellen af te breken. Een enkel keer gebeurt deze afbraak doordat er antistoffen aanwezig zijn of dit bij uw kindje het geval is wordt nader onderzocht. Bij te vroeg geboren kinderen speelt onrijpheid van de lever een rol bij het ontstaan van hyperbilirubinemie. In het bloed wordt gecontroleerd hoe hoog het bilirubinegehalte is. Om te voorkomen dat het bilirubinegehalte veel te hoog wordt, kan uw kind behandeld worden met lichttherapie. Een veel te hoog bilirubinegehalte in het bloed kan hersenbeschadiging veroorzaken. 3

Behandeling met behulp van lichttherapie Om de lever te helpen met het omzetten van de bilirubine, kan het kind lichttherapie krijgen. Een gebruikelijke vorm van lichttherapie is een lamp. Met behulp van bepaalde UV-stralen verloopt de omzetting sneller, zodat het bilirubinegehalte in het bloed daalt. Als het kind onder de lamp ligt, worden de oogjes ter bescherming afgedekt. Om een zo groot mogelijk oppervlak van de huid vrij te houden voor de lamp, wordt het kind naakt verpleegd of laag geluierd. De temperatuur van het kind wordt geobserveerd, ook wordt uw kindje in een open of dichte couveuse verpleegd in plaats van in een gewoon zuigelingenbedje. Uw kind krijgt mogelijk wat extra vocht toegediend (via voeding of via een infuus). Een andere manier van lichttherapie is de biliblanket, een lichtgevend matje, waar het kind op gelegd kan worden. Daarbij hoeven de oogjes niet te worden afgedekt en kan het kind de kleertjes aanhouden en in zijn wiegje blijven liggen. Dit lichtgevende matje dient zoveel mogelijk contact te hebben met het lichaam. De luier van uw kindje moet daarom verkleind worden en de kleertjes worden over dit matje aangetrokken. De verpleging instrueert u hierover. Als uw kind lichttherapie krijgt vanwege hyperbilirubinemie, wordt regelmatig (meestal dagelijks) het bilirubinegehalte gecontroleerd. De lichttherapie vormt geen belemmering om uw kind op schoot te nemen, te knuffelen, aan te leggen of zelf het flesje te geven. Het kan wel zijn dat knuffelmomenten in tijd moeten worden ingekort. Dit is afhankelijk van de hoogte van het bilirubinegehalte en of dit gehalte nog aan het doorstijgen is. Wisseltransfusie In sommige gevallen is de lichttherapie niet toereikend en kan het noodzakelijk zijn dat het kind een wisseltransfusie krijgt. Via een navelinfuus wordt dan in kleine stapjes een gedeelte van het bloed van het kind vervangen door nieuw bloed. Vaak vragen ouders in zo n geval of zij bloed kunnen doneren voor de wisseltransfusie van hun kind. Dit 4

is echter praktisch niet haalbaar, omdat het bloed door de bloedbank bewerkt moet zijn en daar te veel tijd over heen zou gaan. Na de behandeling Als hyperbilirubinemie is behandeld met lichttherapie of een wisseltransfusie en het bilirubinegehalte is gedaald tot de normale waarden, is de kans dat deze waarde weer te hoog wordt zeer klein. Vragen Heeft u na het lezen van de folder nog vragen? Neem dan contact op met de Couveuse afdeling. Contactgegevens Catharina Ziekenhuis 040-239 91 11 www.catharinaziekenhuis.nl Couveuse afdeling 040-239 82 95 Routenummer(s) en overige informatie over de Couveuse afdeling kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/kindergeneeskunde 5

6

7

Altijd als eerste op de hoogte? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief: www.catharinaziekenhuis.nl/nieuwsbrief Michelangelolaan 2 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 5602 ZA Eindhoven