Beleidsregels UWV pilot participatiebudget

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 32b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

EMG-platform 8 april 2008 Hans van der Knijff, consultant

Regeling Persoonsgebonden budget AWBZ 2009

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels UWV onderzoek interne jobcoach

Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2017

Wijziging Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet

Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2018

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht,

Regeling Persoonsgebonden budget AWBZ 2007

Uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006

Verordening tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang gemeente Dongen 2012

Beleidsregels betreffende. tegemoetkoming kosten kinderopvang. op grond van sociaal medische indicatie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit:

Zelf zorg inkopen met een persoonsgebonden budget (PGB)

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Korendijk. 1

Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid werken Wet sociale werkvoorziening. Fivelingo

Hulp bij het huishouden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

BELEIDSREGEL BR/CU-5105

Overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen met betrekking tot het verstrekken van persoonsgebonden budgetten.

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Gemeente Achtkarspelen. Kinderopvangverordening De Wâlden. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 25 van de Wet kinderopvang;

Algemene subsidieverordening Texel

CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 44 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten

Verordening Persoonsgebonden Budget. Begeleid werken Wet sociale werkvoorziening. Gemeenschappelijke Regeling Tomingroep

Regeling Persoonsgebonden budget AWBZ 2011

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging Beleidsregels onderzoek interne jobcoach

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

AWBZ-zorg in 2012: hoe krijgt u de zorg waar u recht op heeft?

Beleidsregels tegemoetkoming kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie Gemeente Súdwest-Fryslân

ECLI:NL:CRVB:2017:1708

Subsidieregeling abortusklinieken

AWBZ-zorg in 2012: hoe krijgt u de zorg waar u recht op heeft?

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015

ECLI:NL:CRVB:2017:2822

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren.

NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013

Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wsw. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2008;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels Werknemersvoorzieningen 2018

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Algemene subsidieverordening GOES 2011

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang Gemeente Súdwest-Fryslân

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Verordening individuele studietoeslag gemeente Westland 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

Beleidsregel vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang Someren 2014

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Het indicatiebesluit

Gemeenteraad 2 maart 2010 Gemeenteblad

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

CVDR. Nr. CVDR302150_1. Verordening Kinderopvang Delft Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Ik heb een indicatiebesluit, wat nu?

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies en 32d, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen 2013

Hoofdstuk 1 - Begripsomschrijvingen

Versie 17 juni Nadere regeling waardering mantelzorgers 2015

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat?

Verordening individuele studietoeslag Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015

INFORMATIE Eigen bijdrage Zorg met Verblijf

Nadere regels werkplekaanpassing Participatiewet gemeente Emmen

Uitkeringsreglement IOW 2009

Specifieke subsidieregeling tegemoetkoming kosten kinderopvang gemeente Overbetuwe 2014

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Subsidieregeling Wmo vernieuwende activiteiten Weert 2017

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Financiële bijdragen leerlingen in het primair - en voortgezet onderwijs.

Wegwijzer naar de AWBZ

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nadere regels inzake de tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie 2018 Gemeente Emmen

Transcriptie:

DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 2.4.1.30 Beleidsregels UWV pilot participatiebudget tekst + toelichting bronnen Staatscourant 2008, nr. 36, d.d. 20.2.2008 Informatie Per Saldo over Pilot Participatiebudget "PGB werk en zorg" 2007 datum inwerkingtreding 22.2.2008 (met terugwerkende kracht tot 1.1.2008) De overheid heeft een pilot (proefproject) gestart met een participatiebudget Persoonsgebonden budget (PGB) werk en zorg. Men wil onderzoeken of zieke of gehandicapte mensen beter kunnen participeren als zij de zorg, ondersteuning en werkvoorzieningen die ze vanwege hun beperking nodig hebben zelf kunnen inkopen met een persoonlijk te besteden geldbedrag: een participatiebudget. Het participatiebudget is een combinatie van het persoonsgebonden budget voor AWBZ-zorg; een persoonlijk budget voor de inkoop van WIA-werkvoorzieningen. Het participatiebudget kan tot 31 december 2008 worden aangevraagd in de regio s Groningen, Twente, Arnhem, Nijmegen of Noord en Midden Limburg. Later beslist de overheid of het participatiebudget landelijk doorgaat. Zoeken in dit bericht. Door in de menubalk aan de linkerkant van de pagina op de knop bladwijzers te klikken, kunt u op eenvoudige wijze naar hoofdstukken of paragrafen in het bericht navigeren. U kunt op woorden in het document zoeken via het verrekijkertje of de toetscombinatie SHIFT+CTRL+F. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden in dit bericht adviseren wij u Adobe Acrobat 7 of hoger te gebruiken. U kunt dit gratis programma downloaden op de site van Adobe via onderstaande link. Redactie R&V Adobe Reader download

UWV Beleidsregels UWV pilot participatiebudget 20 november 2007 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, Gelet op artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; Besluit: Artikel 1. Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. netto persoonsgebonden budget: een subsidie als bedoeld in artikel 2.6.1, onderdeel f, van de Regeling subsidies AWBZ; b. UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen; c. werkvoorziening: een voorziening als bedoeld in artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; d. zorgkantoor: een verbindingskantoor als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering. Artikel 2. Personen die in aanmerking komen voor subsidie UWV kan op aanvraag in plaats van een werkvoorziening subsidie verlenen aan de persoon: a. aan wie een netto persoonsgebonden budget is verleend; b. aan wie door UWV een werkvoorziening is toegekend, en c. die woonachtig is in de regio s Groningen, Twente, Arnhem, Nijmegen of Noord en Midden Limburg genoemd in bijlage 2 van de beschikking van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 december 2005, Z/VU-2643638, houdende de aanwijzing van administratie-instellingen bijzondere ziektekosten, Stcrt. 2005, 245, zoals deze is gewijzigd bij besluit van 30 juli 2007, Stcrt. 2007, 150. Artikel 3. Verplichtingen subsidieontvanger 1. Bij de subsidieverlening gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen: a. de subsidieontvanger bewaart betaalde facturen gedurende zeven jaar en stelt deze desgevraagd ter beschikking van UWV en het zorgkantoor; b. de subsidieontvanger deelt het zorgkantoor op diens verzoek en uit eigen beweging onverwijld alle feiten en omstandigheden mee waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de verstrekking, de duur of de hoogte van de subsidie; Artikel 8. Verantwoording en vaststelling 1. De subsidieontvanger legt door middel van invulling van een daartoe door het zorgkantoor toegezonden formulier verantwoording af over het gebruik van de subsidie. 2. De verantwoording wordt afgelegd binnen zes weken na: a. het einde van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend, indien de som van de subsidie en het tot een jaarbedrag herleide netto persoonsgebonden budget minder dan 5000,- is; b. het einde van de eerste helft van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend alsmede aan het einde van dat kalenderjaar, indien de som van de subc. de subsidieontvanger streeft de reintegratiedoeleinden waarvoor de subsidie is verleend in voldoende mate na. 2. UWV kan daarnaast andere verplichtingen aan de subsidieontvanger opleggen, voor zover de omstandigheden van het individuele geval daartoe aanleiding geven. Artikel 4. Hoogte van de subsidie 1. De hoogte van de subsidie wordt afgestemd op de aard van de werkvoorziening. 2. UWV stelt zonodig nadere regels met betrekking tot de hoogte van de subsidie, waarbij een maximum subsidiebedrag per persoon kan worden vastgesteld. Artikel 5. Geen aanspraak op werkvoorziening De subsidieontvanger heeft gedurende het subsidietijdvak geen aanspraak op de werkvoorziening of de werkvoorzieningen in de plaats waarvan de subsidie wordt verleend. Artikel 6. Subsidie en persoongebonden budget 1. De verleende subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden aangewend als netto persoonsgebonden budget of voor een extra werkvoorziening. 2. Voor zover de verleende subsidie wordt aangewend als netto persoonsgebonden budget zijn de verplichtingen opgenomen in artikel 2.6.9 van de Regeling subsidies AWBZ van toepassing. Artikel 7. Voorschotten 1. UWV verstrekt voorschotten tot maximaal het bedrag van de verleende subsidie. 2. De voorschotten worden door het zorgkantoor zo mogelijk gelijktijdig met de voorschotten van het verleende netto persoonsgebonden budget betaald. sidie en het tot een jaarbedrag herleide netto persoonsgebonden budget 5000, of meer is. 3. De verantwoording wordt voorts afgelegd binnen zes weken na afloop van de subsidieperiode, indien de subsidieperiode in de loop van het kalenderjaar eindigt. 4. Een bij het zorgkantoor ingediend verantwoordingsformulier dient als aanvraag tot subsidievaststelling. 5. Voor zover de subsidie is aangewend als persoonsgebonden budget beoordeelt het zorgkantoor of aan de verplichtingen als bedoeld in de Regeling subsidies AWBZ is voldaan. 6. De subsidieontvanger mag in een kalenderjaar maximaal 1,5% van de som van de subsidie en het netto persoonsgebonden budget, maar ten minste 250 en ten hoogste 1250, anders aanwenden dan als werkvoorziening of als netto persoonsgebonden budget. Indien een subsidieperiode met ingang van een andere dag dan 1 januari van een kalenderjaar aanvangt of eindigt, worden de bedragen, genoemd in de vorige zin, voor dat kalenderjaar vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller bestaat uit het aantal dagen van de subsidieperiode in het desbetreffende kalenderjaar en de noemer uit het aantal dagen in dat kalenderjaar. In afwijking van het eerste lid geldt de verantwoordingsplicht, bedoeld in dat lid, niet voor het in de eerste zin bedoelde bestedingsvrije bedrag. Artikel 9. Titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht De afdelingen 4.2.3, 4.2.5, 4.2.6 en 4.2.7 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Artikel 10. Einde subsidieregeling Subsidie op grond van dit besluit kan worden aangevraagd tot en met 31 december 2008. Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels UWV pilot participatiebudget. Uit: Staatscourant 20 februari 2008, nr. 36 / pag. 25 1

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst. Amsterdam, 20 november 2007. Voorzitter Raad van bestuur, J.M. Linthorst. Toelichting Algemeen In dit besluit worden nadere regels gesteld inzake de betrokkenheid van Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) bij de pilot participatiebudget. Mede naar aanleiding van een motie van de leden Verburg en van der Sande (Kamerstukken II 2006/07, 30 800 XV, nr. 42) is door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) toegezegd een pilot participatiebudget te starten in samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Binnen deze pilot kan een persoon aan wie een persoongebonden budget op grond van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) is verleend én aan wie een werkvoorziening op grond van artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is toegekend, gebruik maken van de mogelijkheid om de door UWV toegekende werkvoorziening in de vorm van een subsidie te verkrijgen. Het netto persoonsgebonden budget en het door UWV verleende subsidiebedrag worden samengevoegd in het participatiebudget. Tussen deze beide bedragen zijn geen schotten geplaatst. Hierdoor heeft de cliënt de mogelijkheid om te schuiven tussen het zorgdeel (AWBZ) en het werkdeel (Wet WIA) van het participatiebudget. Aangezien er al geruime tijd ervaring is opgedaan met het persoonsgebonden budget op grond van de AWBZ heeft UWV in overleg met het ministerie van SZW zoveel mogelijk aangesloten bij de regels die daarvoor gelden. Doelstelling De deelnemers aan de pilot participatiebudget kunnen met het participatiebudget zelf de benodigde zorg, hulp, ondersteuning en werkvoorzieningen inkopen. Binnen het kader van de toegekende werkvoorziening én de functies waarvoor het persoonsgebonden budget conform de Regeling subsidies AWBZ mag worden aangewend, kunnen zij het participatiebudget flexibel inzetten. Het doel van de pilot is om na te gaan of en zo ja in welke mate een participatiebudget meerwaarde heeft voor de cliënt gegeven de doelstelling van de verstrekking van een werkvoorziening. Daarbij spelen elementen zoals keuzevrijheid voor de cliënt, (ervaren) administratieve lasten en (arbeids)participatie een belangrijke rol. In dit besluit zijn de voorwaarden gesteld ten aanzien van de toekenning van een subsidie en de verplichtingen die gelden voor de cliënt. De cliënt wordt veel vrijheid geboden. In het onderhavige besluit wordt slechts geregeld hetgeen strikt noodzakelijk is. Op basis van de resultaten van de pilot zal een zorgvuldige afweging worden gemaakt over een vervolg. In deze afweging zal het belang van de cliënt worden betrokken, maar ook de gevolgen voor de uitvoerende instanties en de resultaten en kosten. Doelgroep De pilot is toegankelijk voor personen die een persoonsgebonden budget hebben én aan wie een werkvoorziening op grond van artikel 35 van de Wet WIA is toegekend. De pilot wordt in een beperkt aantal regio s uitgevoerd. Daarbij is de regio-indeling van de zorgkantoren die het persoonsgebonden budget verlenen, bepalend. Als een UWV-cliënt in een aangewezen regio woonachtig is, kan hij aan de pilot deelnemen. Deelname De deelname aan de pilot geschiedt op vrijwillige basis. Een cliënt kan er zelf voor kiezen om in plaats van een werkvoorziening een subsidiebedrag te ontvangen. De subsidie vervangt de toegekende werkvoorziening. Dat betekent dat gedurende de subsidieperiode de betrokkene daarnaast niet ook of nogmaals voor dezelfde werkvoorziening in aanmerking komt. De in dit besluit geregelde subsidie is evenals het persoonsgebonden budget een subsidie in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In artikel 4:29 van de Awb is bepaald dat voorafgaand aan de subsidievaststelling een beschikking omtrent subsidieverlening kan worden gegeven indien een aanvraag daartoe is ingediend voor de afloop van de activiteit of het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd. De subsidieverlening kan gepaard gaan met betaling van voorschotten indien dit bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald. De subsidieontvanger zal bij de uiteindelijke vaststelling van de subsidie rekening en verantwoording moeten afleggen omtrent de activiteiten en de daarna verbonden kosten. Na de subsidievaststelling kunnen de onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten worden teruggevorderd. De subsidieverlening en de subsidievaststelling vinden plaats in de vorm van een beschikking waartegen bezwaar en beroep openstaat. Hetzelfde geldt voor de terugvordering van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten. In het kader van de pilot mandateert UWV zijn bevoegdheid tot subsidievaststelling, alsmede zijn bevoegdheid tot terugvordering aan het zorgkantoor. Artikel 1 In de pilot zijn alleen de arbeidsplaatsvoorzieningen en de voorzieningen ter ondersteuning van toeleiding naar arbeid als bedoeld in artikel 35 van de Wet WIA opgenomen. Onder deze voorzieningen worden verstaan: (leef) vervoersvoorzieningen, intermediaire activiteiten ten behoeve van mensen met een visuele, auditieve of motorische handicap (voorleeshulp, doventolk), persoonlijke hulp op de werkplek in de vorm van een jobcoach en meeneembare voorzieningen. Bij meeneembare voorzieningen gaat het om voorzieningen ten behoeve van de inrichting van de arbeidsplaats, productie- en werkmethoden, inrichting van de opleidingsplaats en de bij de arbeid of opleiding te gebruiken hulpmiddelen. In de pilot zijn niet betrokken de niet meeneembare arbeidsplaatsvoorzieningen op de werkplek die op grond van artikel 36 van de Wet WIA aan de werkgever worden verstrekt (voorzieningen die naar de aard der zaak duurzaam zijn verenigd met het bedrijf van de werkgever). Artikel 2 Alleen personen aan wie een netto persoonsgebonden budget is verleend én aan wie een werkvoorziening is toegekend, komen in aanmerking voor het verlenen van de subsidie. De subsidie wordt verstrekt op aanvraag. De cliënt kan dus zelf kiezen voor een werkvoorziening in natura of voor een subsidie op grond van deze beleidsregels. Vanwege het experimentele karakter van dit besluit is ervoor gekozen om de subsidie alleen in de in het eerste lid, onderdeel c, genoemde regio s te verstrekken en (nog) niet in heel Nederland. Het aantal regio s kan worden uitgebreid, indien dit wenselijk is. Uitbreiding van de pilot gebeurt alleen in overleg met de ministeries van SZW en VWS. Artikel 3 De cliënt kan zelf bepalen op welke manier hij een werkvoorziening regelt en hoeveel geld hij eraan besteedt, mits de re-integratiedoeleinden waarvoor de subsidie is verleend, te weten behoud, herstel of bevordering van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid, het volgen van een scholing of opleiding dan wel het verrichten van arbeid op een proefplaats, in voldoende mate worden nagestreefd. De beschikking van UWV waarbij de werkvoorziening is toegekend is in dit kader leidend. Als de cliënt geld over heeft, kan hij dit op grond van artikel 6 van dit besluit aanwenden als netto persoonsgebonden budget. Ook is het mogelijk dat hij het restant bedrag aanwendt voor een extra werkvoorziening. De cliënt kan de subsidie dus geheel of gedeeltelijk aanwenden als netto persoonsgebonden budget of voor een extra werkvoorziening, mits uiteraard de re-integratiedoeleinden in Uit: Staatscourant 20 februari 2008, nr. 36 / pag. 25 2

voldoende mate zijn of worden nagestreefd. Is dit laatste niet het geval, dan zal UWV (het restant bedrag van de) subsidie van de cliënt terugvorderen. De ontvanger van het netto persoonsgebonden budget dient zijn declaraties gedurende zeven jaar te bewaren op grond van artikel 2.6.9, eerste lid, aanhef en onderdeel d, van de Regeling subsidies AWBZ. In dit besluit wordt aangesloten bij deze bewaartermijn. Alhoewel UWV de subsidie verstrekt, is het handig voor de cliënt als hij zoveel mogelijk te maken heeft met één loket, namelijk het zorgkantoor. Dit beperkt de administratieve lasten van de subsidieontvanger. Om deze reden dient de cliënt de relevante informatie aan het zorgkantoor te geven. Het zorgkantoor kan dan op grond van de Regeling subsidies AWBZ de gegevens verstrekken aan UWV. Artikel 4 UWV stelt voor elk type voorziening een bedrag vast dat de cliënt in plaats van die werkvoorziening ontvangt. Dit bedrag wordt gebaseerd op: het UWV-besluit Beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2007 (Stct. 2007, 2) en het Besluit wijziging Beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2007 (Scrt. 2007, 126); de maximale periode binnen de duur van de pilot, waarin de cliënt van de subsidie gebruik maakt; de goedkoopste adequate voorziening als bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Reïntegratiebesluit (Stb. 2005, 622). Artikel 5 De cliënt, die ervoor gekozen heeft om subsidie te ontvangen teneinde zelf zijn werkvoorziening(en) te regelen, kan gedurende het subsidietijdvak daarnaast niet ook nog deze werkvoorziening(en) van UWV krijgen. Deelname aan de pilot mag er echter niet toe leiden dat de cliënt in een nadeliger positie terecht komt dan iemand die niet aan de pilot heeft deelgenomen. Gelet hierop kan UWV besluiten om van artikel 5 af te wijken, indien toepassing van artikel 5 naar zijn oordeel tot kennelijke onbillijkheden leidt. Als voorbeeld kan genoemd worden de situatie dat de door de cliënt met behulp van de subsidie aangeschafte werkvoorziening door diefstal verloren is gegaan. Artikel 6 Als de cliënt zijn werkvoorzieningen heeft geregeld en vervolgens nog geld over heeft, kan hij dit besteden als netto persoonsgebonden budget. Het is mogelijk dat een cliënt zijn door UWV geïndiceerde werkvoorziening gratis kan regelen. In dat geval kan het hele subsidiebedrag worden aangewend als netto persoonsgebonden budget. Zoals in de toelichting op artikel 3 van dit besluit is aangegeven bestaat ook de mogelijkheid dat de cliënt het restant bedrag aanwendt voor een extra werkvoorziening. Artikel 7 De verstrekking van de subsidie aan de cliënt zal pas achteraf, met de subsidievaststelling, plaatsvinden. Omdat het niet wenselijk is dat de cliënt de kosten van (de) werkvoorziening(en) zelf moet voorschieten, zal UWV voorschotten verlenen. De betaling van de voorschotten geschiedt door het zorgkantoor zo mogelijk tegelijk met de voorschotten van het verleende netto persoonsgebondenbudget. Artikel 8 Ingevolge artikel 8 moet over het gebruik van de subsidie verantwoording worden afgelegd (de fase die na de bevoorschotting en vóór de subsidievaststelling komt). Tevens wordt in dit artikel aangegeven het aantal malen dat en de termijn waarbinnen verantwoording moet worden afgelegd. Met deze regeling wordt aangesloten bij de ingevolge de Regeling subsidies AWBZ voor het persoonsgebonden budget geldende verantwoordingssystematiek. Het zorgkantoor stuurt één formulier waarmee zowel verantwoording wordt afgelegd over het netto persoonsgebonden budget (conform artikel 2.6.13 van de Regeling subsidies AWBZ) als over de subsidie die op grond van dit besluit is verleend. Artikel 9 In artikel 9 wordt geregeld dat de afdelingen van titel 4.2 van de Awb die betrekking hebben op de verlening, vaststelling, intrekking en wijziging en betaling en terugvordering van subsidie van toepassing zijn. Artikel 10 De pilot eindigt doordat er een uiterste datum is vastgesteld tot wanneer subsidie kan worden aangevraagd. Hierdoor is de pilot dus daadwerkelijk afgelopen als de subsidieperiodes van alle toegekende subsidies zijn afgelopen. Wanneer de langstdurende subsidieperiode is verstreken, is de pilot ten einde. Voorzitter Raad van bestuur, J.M. Linthorst. Uit: Staatscourant 20 februari 2008, nr. 36 / pag. 25 3

Pilot PARTICIPATIEBUDGET PGB werk en zorg 2007 informatie regeling De pilot (proefproject, tijdelijk experiment) participatiebudget wordt in uw woongebied uitgevoerd onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van UWV en Zorgkantoren Menzis en VGZ 20 november 2007

PARTICIPATIEBUDGET, WAT IS DAT? De overheid heeft een pilot (proefproject) gestart met een participatiebudget Persoons Gebonden Budget (PGB) werk en zorg. Men wil onderzoeken of zieke of gehandicapte mensen beter kunnen participeren als zij de zorg, ondersteuning en werkvoorzieningen die ze vanwege hun beperking nodig hebben zelf kunnen inkopen met een persoonlijk te besteden geldbedrag: een participatiebudget. Het participatiebudget is een combinatie van het persoonsgebonden budget voor AWBZ-zorg; dat bestaat al lang; een persoonlijk budget voor de inkoop van WIA-werkvoorzieningen; dat is nieuw. Met een participatiebudget bepaalt u zelf: waar u de nodige zorg en hulp inkoopt, wie u komt helpen en op welke tijden u geholpen wilt worden; waar u de werkvoorzieningen inkoopt, die het beste bij uw persoonlijke situatie passen; welk deel van uw budget u aan zorg en welk deel u aan werk besteedt. Doel van het participatiebudget: U hebt meer keuzevrijheid: u mag zelf uw zorg en uw werkvoorzieningen inkopen; U hebt minder administratieve rompslomp; na de indicatie hebt u nog met maar één loket te maken; u krijgt één budget en u kunt alles in één keer verantwoorden. Het participatiebudget kan tot 31 december 2008 worden aangevraagd, alleen in de regio s Groningen, Twente, Arnhem, Nijmegen of Noord en Midden Limburg. Later beslist de overheid of het participatiebudget landelijk doorgaat. U WILT MEEDOEN MET DE PILOT PARTICIPATIEBUDGET. DAT KAN, ALS U VOLDOET AAN DE VOLGENDE VOORWAARDEN: U woont in één van de genoemde regio s. U hebt een indicatie zowel voor een PGB AWBZ-zorg als voor een WIAwerkvoorziening. HOE KUNT U MEEDOEN AAN HET PROEFPROJECT PARTICIPATIEBUDGET? Ofwel U hebt al een PGB voor AWBZ-zorg en u heeft een voorziening nodig voor uw werk. Dan vraagt u een werkvoorziening aan bij het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) in uw regio. U geeft tegelijk aan dat u die werkvoorziening wilt ontvangen in de vorm van een budget. Aanvraagformulier verkrijgbaar via www.uwv.nl of bij UWV regiokantoor. Ofwel u hebt al een werkvoorziening van UWV en u heeft ook zorg nodig. Dan vraagt u een indicatie aan voor AWBZ-zorg in de vorm van een persoonsgebonden budget bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) www.ciz.nl of bij het Bureau Jeugdzorg in uw regio www.bureaujeugdzorg.info. UWV stelt de indicatie vast waarin is bepaald: - op welke ondersteuning of werkvoorziening u recht hebt, - de duur van de voorziening, - dat u die voorziening in de vorm van een budget ontvangt, - de hoogte van het bedrag. Het CIZ (of het Bureau Jeugdzorg) stelt de indicatie vast waarin bepaald wordt: - de soort en de duur van de zorg waarop u recht hebt, - dat u die zorg in de vorm van een budget ontvangt, - de hoogte van het bedrag. Daarna hebt u nog maar met één loket te maken, dat is het Zorgkantoor in uw regio. Als aan u het participatiebudget wordt toegekend, maakt het Zorgkantoor één gecombineerd budgetbedrag voor zorg en werkvoorziening over naar uw bank- of girorekening. U ontvangt uw budget ofwel in één keer, of in delen als het een groot bedrag is. Dit zijn de voorschotten waarmee u zelf uw hulp en uw werkvoorzieningen moet inkopen.

WELKE ZORG EN VOORZIENINGEN? Met een participatiebudget kunt u de volgende soorten zorg en werkvoorzieningen krijgen, afhankelijk van uw indicatie: soorten (functies) AWBZ-zorg: 1. persoonlijke verzorging (hulp bij alledaagse handelingen zoals opstaan, douchen, aankleden, eten en drinken, naar het toilet gaan); 2. verpleging (zoals hulp bij het gebruik van medicijnen, wondverzorging of beademing); 3. ondersteunende begeleiding (ondersteuning bij activiteiten thuis en buiten de deur, zoals dagopvang); 4. activerende begeleiding (leren omgaan met uw handicap of problemen, beter persoonlijk functioneren en veranderingen realiseren, bijvoorbeeld zelfstandig gaan wonen of gaan werken); 5. kortdurend verblijf buitenshuis (weekendopvang, vakantieopvang of logeeropvang voor maximaal 104 dagen per jaar); WIA-werkvoorzieningen: 1. meeneembare werkvoorzieningen, bv orthopedisch schoeisel, communicatiehulpmiddelen; 2. intermediaire activiteiten voor doven en blinden, bv doventolk, voorleeshulp; 3. noodzakelijke persoonlijke ondersteuning bv jobcoach, hulpmiddelen voor lezen en schrijven; 4. kosten voor kinderopvang tijdens een re-integratietraject; 5. vervoersvoorzieningen: autoaanpassingen, kilometervergoedingen om de werkplek te bereiken. REGLEMENT De regeling persoonsgebonden budget valt onder de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Werkvoorzieningen ten behoeve van arbeidsgehandicapten vallen onder de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen). In de pilot participatiebudget zijn deze twee regelingen gecombineerd. U kunt alleen een werkvoorziening krijgen als uw ziekte of handicap naar verwachting langer dan een jaar gaat duren. De voorziening moet nodig zijn voor uw werk. Als u uw zorg en of werkvoorzieningen zelf regelt met een budget bent u ook zelf geheel verantwoordelijk voor de juiste besteding van uw budget aan de zorg en de voorzieningen waarvoor u geïndiceerd bent. Het zorgkantoor betaalt u het gecombineerde budget ineens of in delen uit: - tot 2500 per jaar: eenmaal per jaar - tussen 2500 en 5000 p.j.: per half jaar - tussen 5000 en 25000 p.j.: per kwartaal - boven 25000 p.j.: maandelijks - eenmalig voor de aanschaf van een voorziening die over meerdere jaren wordt afgeschreven. U legt aan het Zorgkantoor verantwoording af over de besteding van uw budget aan zorg en / of werkvoorzieningen waarvoor u geïndiceerd bent. Het gedeelte van uw budget wat u niet of niet juist besteed hebt wordt door het Zorgkantoor teruggevorderd. U kunt elk moment overstappen naar zorg in natura of een natura voorziening die geleverd wordt via UWV. U hebt in de periode waarvoor het budget geldt geen recht op hulp of werkvoorzieningen die door de instellingen voor thuiszorg of de leveranciers van voorzieningen 'in natura' worden aangeboden. BEZWAAR EN BEROEP Als u het niet eens bent met uw indicatie kunt u binnen zes weken bezwaar maken bij de instantie die de indicatie heeft gesteld.

MEER WETEN Over AWBZ-zorg met een persoonsgebonden budget vindt u uitgebreide informatie in de brochure van het CVZ (College voor zorgverzekeringen): Persoonsgebonden budget. Zelf uw zorg inkopen in 8 stappen Over de WIA werkvoorzieningen kunt u meer lezen in de brochure van UWV: Ik kan wel wat ondersteuning gebruiken bij het (zoeken naar) werk. Voorzieningen en vergoedingen die u kunt krijgen van UWV als u een ziekte of handicap heeft. Voor informatie over het beheer en de administratie van het participatiebudget kunt u meer lezen in de brochure: Alles op papier Of neem contact op met Per Saldo, belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget www.pgb.nl of tel.: 030 2304066 U kunt ook contact opnemen met uw arbeidsdeskundige. Organisaties die de pilot participatiebudget uitvoeren: www.menziszorgkantoren.nl www.uwv.nl www.vgz.zorgkantoren.nl