Archeologienota Hugo Losschaertstraat 5 te Brugge (West-Vlaanderen).

Vergelijkbare documenten
Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant).

Archeologienota Eikstraat te Gent (Oost-Vlaanderen). Programma van Maatregelen.

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

ADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 75: Archeologienota Afrittencomplex E40 te Ternat (Prov. Vlaams-Brabant). Programma van Maatregelen

Archeologienota François Benardstraat te Gent (Oost-Vlaanderen).

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

Programma van maatregelen: Kampenhout - Haachtsesteenweg

Archeologienota met beperkte samenstelling Itterstraat 15 te Kinrooi (Limburg) ADEDE Archeologisch Rapport 152

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat

Programma van maatregelen: Turnhout - Hoveniersstraat

Archeologienota De Pauwstraat te Zottegem (Oost- Vlaanderen)

Programma van maatregelen: Aalter Sint-Jozefstraat

Programma van maatregelen: Bouwel (Grobbendonk) Vrijheidsstraat 5

Programma van maatregelen: Muizen (Mechelen) - Spreeuwenhoek

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen

Aanleg van parkeerplaats en regularisatie van tennisvelden. T.C. Wingfield, Vrouwvlietstraat 65, Mechelen. Programma van maatregelen. E.N.A.

Nieuwbouw kunstencampus. Karel de Grote Hogeschool, Van Schoonbekestraat 143, Antwerpen. Programma van Maatregelen. E.N.A.

ARCHEOLOGIENOTA. LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

Programma van maatregelen: Muizen (Mechelen) - Leemputstraat

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Bouw van opslagtanks aan de Leon Bonnetweg te Antwerpen. Archeologienota. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

Genenbosstraat te Lummen

Bouw van opslagtanks aan de Beliweg te Antwerpen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

Karel Steverlyncklaan (Ieper, West-Vlaanderen)

Archeologienota Heidestraat te Merelbeke (Oost-Vlaanderen). Programma van Maatregelen.

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle

Bouwen van een magazijn en regularisatie van parkeerplaatsen aan de Drijhoek 44 te Rijkevorsel. Programma van Maatregelen

Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen

Archeologienota Hoogstraatsebaan te Brecht (Antwerpen).

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen

GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER

HEMBYSE ARCHEOLOGIE TIELT, SHAMROCK HOTEL

ARCHEOLOGIENOTA RONSE GROTE MARKT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 85 Bouw twee handelspanden aan de Hendrik Consciencelaan (Waarschoot)

Boerderijstraat, Venetiëlaan, Spoor- Wegstraat en Politieke gevangenenstraat (gem. Harelbeke) Programma van maatregelen

Bijlokehof (Gent, Oost-Vlaanderen)

GEBOUW B (5) BARCELONA. schaal 1/500. voetpad - grijze betondallen. rode betonklinkers GEBOUW B (5) BARCELONA. voetpad - grijze betondallen

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan het Paardenstraatje te Mechelen Vanessa Vander Ginst

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE-HEIST GEMEENTEPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA. ANTWERPEN DE DAMES (prov. ANTWERPEN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Vernieuwbouw WZC Zonnewende, Kapellen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut Met bijdrage van M.J. Nicasie

INTERPRETATIE VAN DE CRITERIA UIT HOOFDSTUK 5.2 VAN DE CODE VAN GOEDE PRATIJK

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN HASSELT SASPUT

Archeologienota Roeselare Klaproosstraat

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

EEKLO MOEIE 2016K517 & 2016K525 Archeologienota DEEL 3: Programma van Maatregelen

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK LANGEMEERSSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA LIER PAUL KRUGERSTRAAT PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Stationsplein (Beveren-Waas, Oost-Vlaanderen)

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

SINT-PIETERS-LEEUW GROOT- BIJGAARDENSTRAAAT. Archeologienota [2017B C C358] DEEL 3: Programma van Maatregelen. Gunther.

Schiervelde te Roeselare (gem. Roeselare) Programma van Maatregelen

DEEL 3: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 26

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

Aldi-Kattestraat te Sint-Truiden (gem. Sint-Truiden) Programma van Maatregelen

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN BORNEM INDUSTRIEWEG

Post X, facilitair gebouw Berchem

Schoten Afkoppeling RWA Bloemendaal-DWA Jozef Jennesstraat (23.126) Programma van Maatregelen. Amsterdam 2017 VUhbs archeologie

Groenling (Roeselare, West-Vlaanderen)

ARCHEOLOGIENOTA. MELLE ROOTPUTTE (prov. 00ST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

Programma van maatregelen bij Archeologienota : Lodewijk Dosfelstraat 26, Dendermonde (prov. Oost- Vlaanderen)

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ZAVENTEM KLEINENBERGSTRAAT

Bavikhove, Eerste Aardstraat

Brouwerijsite (Kortemark, West-Vlaanderen)

Archeologienota:!De!verkaveling!aan!de!Struikheidestraat!te! Muizen!(gemeente!Mechelen)!

Zwijndrecht site INEOS, Project HUB. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK DRIE HOFSTEDEN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Walplein 28 (Brugge, West-Vlaanderen)

Lijn 50A Brussel-Gent: verbetering waterhuishouding en langswerken, KP 34,6-36,8 Gemeente Lede en Sint-Lievens-Houtem

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Archeologienota Lokeren Sterrestraat 96

STADEN RENOVATIE RWZI Aquafinproject

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

ARCHEOLOGIENOTA. WEVELGEM NIEUWSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Bortierlaan te Diksmuide (gem. Diksmuide) Programma van Maatregelen

Uitbreiding Gemeentelijke begraafplaats Sint-Bernardusstraat (Fase 4) Hechtel-Eksel

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ARCHEOLOGIENOTA. ZOTTEGEM LEEUWERGEMSTRAAT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeologienota:! bouw! van! appartementen! aan! de! Kanunnik!Davidlaan!te!Lier! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Archeologienota: Het archeologisch bureauonderzoek aan de Hermansstraat te Werchter Annelies De Raymaeker

Archeologienota Gent AZ Jan Palfijn

2016/22. Stokveldepad zn, 8200 St-Michiels Prospectie zonder ingreep in de bodem (bureauonderzoek) Frederik Roelens.

Amandinestraat (Oostende, West-Vlaanderen)

Programma van maatregelen bij Archeologienota : Uitbreiding woonzorgcentrum Meredal, Erpe-Mere, Vijverstraat 38, Oost-Vlaanderen

Provinciebaan Westrozebeke (Staden, West-Vlaanderen)

Zwijndrecht site INEOS, Project Alkox 6. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek in het Miniemeninstituut te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Wouter Yperman

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel

Grote Baan, Weverstraat en Bessenstraat (gem. Meeuwen-Gruitrode) Programma van Maatregelen

ARCHEOLOGIENOTA. MOERBEKE-WAAS FAZANTENLAAN (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Brugge, Langestraat Verbrand Nieuwland 10

Transcriptie:

ADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 72 Archeologienota Hugo Losschaertstraat 5 te Brugge (West-Vlaanderen). Programma van Maatregelen. BART DE SMAELE & PIETERS HADEWIJCH & CLAEYS SIMON & MATTHIAS BENJAMINS

Colofon Uitgever ADEDE bvba Jaar van uitgave 2016 Plaats van uitgave Gent Redactie Bart De Smaele, Hadewijch Pieters, Matthias Benjamins & Simon Claeys ISSN 2033-6810 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt

door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ADEDE bvba.

1 Gemotiveerd advies Tijdens het bureauonderzoek in het kader van de ontwikkelingsplannen voor de locatie Hugo Losschaertstraat 5 zijn de beschikbare archeologische, geologische en historische bronnen bij elkaar gebracht. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat in het plangebied onder een puinlaag een ophogingslaag aanwezig is die kan toegekend worden aan grondverbeteringswerkzaamheden na het aanleggen van de tweede stadsomwalling in de late middeleeuwen, rond 1300. Onder de ophogingslaag bevinden zich quartaire (Pleistocene) zand- en zandleemgronden die eolisch van oorsprong zijn. Het onderzoeksgebied bevindt zich op een hoogte van 6.2m tot 6.6m TAW. In het onderzoeksgebied is in 2013 een proefputtenonderzoek uitgevoerd door Raakvlak 1. Bij dit onderzoek is de genoemde ophogingslaag aangetroffen die een dikte heeft van ongeveer 1,5m. Hierboven bevindt zich een puinlaag. Eronder is in een proefput de Pleistocene zandbodem aangetroffen, op een diepte van 1,95m wat op de plek van de put overeenkomt met ongeveer 4,15m TAW. De overige putten zijn (door het opkomende grondwater) niet diep genoeg aangelegd om het Pleistocene zand te bereiken. Gezien op het naastgelegen terrein bij archeologisch onderzoek sporen van bewoning op hoger gelegen delen van het pleistocene zand zijn aangetroffen 2, is niet uit te sluiten dat zich in dit plangebied ook sporen van die bewoning bevinden. De cartografische data geeft ons een kijk op het gebied van 1559 (Deventer) tot 1953 (Bocxstael). Het onderzoeksgebied werd steeds in beperkte mate bebouwd, en dit voornamelijk langs de straatkanten. Het plangebied is gelegen naast het klooster van de Zusters Theresianen. Mogelijk dat het gebied ook in gebruik was door het klooster. Het centrale gedeelte van het onderzoeksgebied bleef zo goed als onbebouwd en werd gebruikt voor de tuinbouw. De kaart van Bocxstaele (1954) toont echter wel de aanwezigheid van verscheidene gebouwen gerelateerd aan de Weylerkazerne rondom de buitenranden van het onderzoeksgebied. De afbraak van deze gebouwen veroorzaakte waarschijnlijk een verstoring langs de noordoost zijde van het gebied, en langs een deel van de noordwestzijde. Verder blijkt dat er zich een straat bevond in het noordwesten van het gebied die de Ezelstraat verbond met de Sint-Jorisstraat. Deze straat verdween echter tussen 1641 en 1770-1777. Uit het onderzoek blijkt dat het plangebied sinds de middeleeuwen, behalve aan de randen geen bebouwing heeft gekend. In het plangebied zijn bij eerder proefsleuvenonderzoek alleen de laatmiddeleeuwse ophogingslagen aangetroffen. Op een punt is direct daaronder de pleistocene 1 F. Roelens & J. Huyghe, Archeologisch proefonderzoek Hugo-Losschaertstraat 5a (Brugge), 2016, Raakvlak, Brugge. 2 ADEDE-opgraving 2016/317, nog niet gepubliceerd.

moederbodem waargenomen. In dat deel van het plangebied dat door de ontwikkelingen bedreigd wordt, is een kans op het voorkomen van laatmiddeleeuwse sporen en resten die men in onbebouwde achtergebieden kan verwachten. Te denken valt aan sporadisch voorkomende afvalkuilen en waterputten en dergelijke. Indien het terrein door de zusters van het naastgelegen klooster werd gebruikt, kunnen deze sporen met het kloosterleven in de Nieuwe tijd te maken hebben. Onder de ophogingslaag kunnen bewoningssporen uit de voorgaande fase aanwezig zijn, als het gebied niet te laag gelegen was. Aangezien de eventuele sporen bedreigd worden door de ontwikkelingsplannen, waarbij een ondergrondse parking tot een diepte van 6m onder het maaiveld wordt aangelegd, is het wenselijk om meer zekerheid te krijgen over de mogelijke aanwezigheid van oudere niveaus. Om hier een uitspraak over te kunnen doen, adviseert ADEDE een verkennend archeologisch booronderzoek uit te voeren om de hoogteligging van de Pleistocene moederbodem in het gebied te karteren. Afhankelijk van de hoogteligging van de moederbodem kan het vervolgens aangewezen zijn een proefsleuvenonderzoek uit te voeren om vast te stellen of er sporen van oudere bewoning in deze Pleistocene laag bewaard zijn gebleven. In dit programma van maatregelen wordt het booronderzoek en het (eventueel uit te voeren) proefsleuvenonderzoek nader omschreven.

2 Programma van maatregelen Bureauonderzoek: 2016H123 Projectcode Veldwerk: Nog aan te vragen Site Brugge Hugo Losschaertstraat Projectsigle ADEDE BRU-KLA Ligging 8000 Brugge Hugo Losschaertstraat 5 Punt 1 (NW): X: 69623,638m /Y: 212218,506m Bounding Box Punt 2 (ZO): X: 69713,904m / Y: 212203,066m Brugge, Afd. 5, Sectie E, perceel 929M Kadaster Zie plannr. 2 Vooronderzoek met uitgesteld traject (ingreep Soort onderzoek in de bodem) nota Prisma Project bvba Opdrachtgever Harelbekestraat 17 8570 Vichte Aanleg ondergrondse parking op twee Aard van de vervolgwerken bouwlagen Uitvoerder ADEDE bvba Erkenningsnummer ADEDE bvba 2015/00058 Bart De Smaele Erkend archeoloog 2015/00070 Tijdelijke bewaarplaats archief ADEDE bvba De Smaele B., Pieters H., Claeys S., Cattrysse A. & Benjamins M., 2016, Archeologienota Hugo Bibliografische referentie Losschaertstraat te Brugge (West-Vlaanderen), ADEDE Archeologisch Rapport 72, Gent. Grootte projectgebied 4342m² Bureauonderzoek: augustus -oktober 2016 Periode uitvoering Veldwerk: Nader te bepalen Bureauonderzoek; archeologienota; Thermen thesaurus Onroerend Erfgoed middeleeuwen; nieuwe tijd en 19 de eeuw; klooster, kazerne.

3 De aanleiding van het vooronderzoek Het onderzoeksgebied is ingericht als speelplaats van de Middenschool Brugge Centrum. Het schoolgebouw bevindt zich in het zuidoosten van het onderzoeksgebied, aan de Hugo Losschaertstraat. In het noordoosten bevindt zich een overdekte fietsstalling en in het noorden een luifel. Centraal in het onderzoeksgebied bevindt zich de speelplaats die ingericht is als basketbalveld, terwijl in het westen enkele groenzones zijn ingeplant. De geplande werken voorzien in de aanleg van een ondergrondse parking op twee bouwlagen onder de huidige speelplaats. De parking heeft een oppervlakte van ruim 2000m 2 (zie figuur 1). Voor de aanleg wordt de fietsenstalling en een luifel op de speelplaats van de Middenschool gesloopt en wordt binnen een groot deel van het perceel (met uitzondering van het gebouw van de Middenschool) een bouwput aangelegd met een diepte van 6m ten opzichte van het huidige maaiveld. Na aanleg van de parking zal de speelplaats opnieuw als zodanig ingericht worden: er komt een basketbalveld en ter hoogte van de huidige fietsenstalling wordt een groenzone met picknickbanken voorzien. In het noordwesten wordt een nieuwe fietsenstalling geïnstalleerd alsook de toegang tot de gezinswoningen op het achterliggende perceel. Deze toegang bestaat uit een berging en een liftkoker.

Figuur 1. Inplantingsplan van de nieuwe toestand, omvang en verstoringsiepte. Door de geplande werken zullen eventueel aanwezige archeologische waarden verloren gaan. Aangezien het plangebied gelegen is binnen de archeologische zone van de historische stadskern van Brugge, is het verplicht een bekrachtigde archeologische nota bij de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning te voegen. In eerste instantie is een bureauonderzoek uitgevoerd. Uit dit bureauonderzoek volgt dat het noodzakelijk is om een vooronderzoek met ingreep in de bodem uit te voeren om beter inzicht te verwerven in de bodemopbouw en de mogelijkheid dat zich een behoudenswaardige archeologische vindplaats in het plangebied bevindt. ADEDE adviseert het vooronderzoek met ingreep in de bodem in twee fasen uit te voeren. Als eerste een verkennend archeologisch booronderzoek om de diepteligging van de verschillende geologische eenheden in het gebied te karteren. Afhankelijk van de resultaten van het booronderzoek moet een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd worden om de aanwezigheid van archeologische sporen aan te tonen en de archeologische waarde hiervan vast te stellen.

4 De resultaten van het vooronderzoek zonder ingreep in de bodem a. Tijdens het vooronderzoek zonder ingreep in de bodem is de bureauonderzoeksfase van het onderzoek op deze locatie afgerond. Het bureauonderzoek draagt het projectnummer 2016H123. b. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat in het plangebied een ophogingslaag aanwezig is die waarschijnlijk samenhangt met de grondverbeteringen uitgevoerd na de aanleg van de tweede stadsomwalling rond 1300 na Christus. Onder de ophogingslaag bevinden zich quartaire (Pleistocene) zand- en zandleemgronden waarin zich sporen en resten van bewoning voorafgaand aan de ophoging kunnen bevinden. Dit soort 10 de en 11 de -eeuwse sporen zijn bij een recente opgraving direct ten noordwesten van het plangebied immers aangetroffen. De hoogteligging ten opzichte van TAW is bepalend voor de kans dat dit soort sporen aanwezig zijn. Het sporenvlak op het belendende perceel lag op een hoogte van ongeveer 4,5 m TAW. In de ophogingslaag zelf zijn geen sporen aangetroffen. Uit de geraadpleegde cartografische bronnen blijkt dat het binnenterrein van het plangebied (sinds de late middeleeuwen) altijd onbebouwd is geweest. Wel zouden zich sporen van afvalkuilen of waterputten gerelateerd aan bewoning aan de Hugo Losschaertstraat of een andere aanliggende straat in het gebied kunnen bevinden. Dit soort sporen kennen geen dichte verspreiding, waardoor het niet zinvol wordt geacht hier specifiek onderzoek naar te doen. Het plangebied is naar alle waarschijnlijkheid verstoord langs de noord- en noordoostrand. Hier zijn in de vroege 20 ste eeuw kazernegebouwen gerealiseerd, die later in de 20 ste eeuw, waarschijnlijk in de jaren 80, weer zijn afgebroken. In twee proefputten die ter plaatse van deze voormalige gebouwen zijn aangelegd zijn uitbraaksporen van deze voormalige bebouwing aangetroffen die tot een diepte van respectievelijk 1,80m en 1,00m onder het maaiveld reikten. De verstoring is dus niet door de ophogingslaag heen gegaan, wat betekent dat oudere sporen onder de ophogingslaag bewaard kunnen zijn gebleven. c. Het bureauonderzoek heeft duidelijk gemaakt dat binnen het onderzoeksgebied een ophogingslaag uit de late middeleeuwen aanwezig is, waaronder mogelijk een ouder archeologisch niveau bewaard is gebleven, afhankelijk van de hoogteligging van de Pleistocene laag. De ophogingslaag zelf wordt niet behoudenswaardig geacht, het onderzoek hiervan levert geen concrete kennisvermeerdering op ten aanzien van de bewoningsgeschiedenis van Brugge. Het eventuele archeologische niveau hieronder is wel behoudenswaardig. Als hier sporen aanwezig zijn die dateren uit de 10 de en 11 de eeuw kan mogelijk de overgang van een prestedelijke naar een stedelijke context onderzocht worden. Er zijn nog weinig van vindplaatsen uit deze periode bekend buiten de stadsomwalling in Brugge. De geplande bouwwerken zullen deze potentiële sporen vernietigen. De ondergrondse parkeergarage reikt namelijk tot een diepte van 6 m onder maaiveld.

Figuur 2. Archeologische verwachting van het plangebied nav het bureauonderzoek. 5 De vraagstelling en onderzoeksdoelen Om in kaart te brengen hoe diep onder het maaiveld de Pleistocene moederbodem aanwezig is adviseert ADEDE een verkennend archeologisch booronderzoek uit te voeren. Afhankelijk van de hoogteligging van de top van het Pleistocene niveau is het meer of minder waarschijnlijk dat er archeologische waarden aanwezig zijn. Op grond daarvan moet besloten worden of verder onderzoek nodig is om de aanwezigheid en archeologische waarde van de sporen vast te stellen. De vragen die door het verkennend booronderzoek beantwoord moeten worden zijn: 1. Op welke hoogte ten opzichte van TAW bevindt zich de top van de Pleistocene moederbodem? 2. Zijn er archeologische indicatoren in de Pleistocene moederbodem aanwezig (bodemvorming, houtskoolspikkels, aardewerk, botfragmenten, metaal, etc). De vragen die door het eventuele aanleggen van de proefsleuven beantwoord dienen te worden zijn:

1. Is in het plangebied onder de ophogingslaag een archeologische vindplaats aanwezig in de top van het Pleistocene zand? 2. Is vindplaats behoudenswaardig en moet deze door middel van een definitief archeologisch onderzoek ex situ behouden worden? 3. Uit welke periode dateert de aangetroffen vindplaats? 4. Wat is de aard, kwaliteit en informatiewaarde van de sporen? 5. Kan op basis van nader/definitief onderzoek van de sporen kenniswinst ten aanzien van de ontwikkelingsgeschiedenis en bewoning van Brugge in de volle en late middeleeuwen worden verkregen. 6 De onderzoeksstrategie en -methode Ter plaatse van de plangebied moet door middel van een verkennend archeologisch booronderzoek de hoogteligging van de top van Pleistocene bodem verkend worden. Als uit het booronderzoek blijkt dat de Pleistocene bodem in het plangebied op een hoogte boven de 4,3m TAW voorkomt is de kans op het voorkomen van archeologische sporen in deze bodem aanwezig. Op dat moment is het aangewezen om in een op grond van het booronderzoek af te bakenen gebied een proefsleuf aan te leggen om de aanwezigheid van die sporen vast te stellen. Als er geen Pleistocene zanden boven de 4,3m TAW voorkomen in het plangebied, is het niet waarschijnlijk dat er oudere archeologische sporen aanwezig zijn en kan het onderzoek gestaakt worden. Het onderzoeksdoel van het booronderzoek is succesvol bereikt als duidelijk hoe hoog de top van de Pleistocene bodem in het plangebied ligt. Het onderzoeksdoel van het proefsleuvenonderzoek is succesvol bereikt als aangetoond is of er een archeologische vindplaats in het plangebied aanwezig is en, zo ja, wat de archeologische waarde van die vindplaats is.

Figuur 3. Afbakening van te onderzoeken gebied met ingreep in de bodem en onderzoeksmethode. 7 De onderzoekstechnieken Ten aanzien van het verkennend booronderzoek gelden enkele beperkingen. Vanwege de aanwezigheid van een verharding en puinlaag in grofweg de eerste meter onder maaiveld, moeten de boringen mechanisch voorgeboord worden, voordat met behulp van een edelman boor (met een diameter van 7 cm) de bodemopbouw vastgelegd kan worden. Een andere beperking wordt gevormd door de hoge grondwaterstand. Zodra het Pleistocene zand bereikt wordt zal het zand al snel uit de boor lopen. De overgang naar en hoogteligging van het Pleistocene niveau kan op deze manier waarschijnlijk wel in kaart gebracht worden. Archeologische indicatoren kunnen waarschijnlijk niet in kaart gebracht worden. Een oplossing is om het booronderzoek pas uit te voeren nadat bronbemaling is aangelegd ten behoeve van het ontwikkelingsproject (Uitgesteld vooronderzoek). Het verkennend archeologisch booronderzoek moet worden uitgevoerd in een regelmatig verspringend driehoeksgrid met een afstand tussen de boringen van 25 meter en tussen de raaien

van 20 meter. Dit betekent dat in het plangebied 10 boringen gezet moeten worden. Het booronderzoek moet worden uitgevoerd conform de bepalingen in de code van goede praktijk. De proefsleuf moet oost-west aangelegd worden (loodrecht op de verwachte geologie). De proefsleuf moet een breedte krijgen van 4m en een lengte te bepalen na het booronderzoek, deze is dus nog niet opgenomen in het kaartmateriaal. Figuur 4. Boorgrid Om het proefsleuvenonderzoek uit te voeren is het noodzakelijk bronbemaling toe te passen, gezien de hoge grondwaterstand. Een mogelijkheid is het proefsleuvenonderzoek uit te stellen totdat de bronbemaling in verband met het realiseren van het ontwikkelingsproject is aangelegd. Nadat de proefsleuf is uitgezet in het plangebied en na het verwijderen van de verharding, dient de bovenste puinlaag te worden verwijderd. Vervolgens kan de ophogingslaag laagsgewijs (lagen van 20 cm) worden verdiept 3 totdat het Pleistocene zand wordt bereikt. Op het Pleistocene zand wordt een eerste vlak aangelegd waarbij de hoogteligging van het vlak de glooiing van de top van de Pleistocene bodem volgt. 3 Eventueel kunnen archeologische vondsten uit de ophogingslaag worden geborgen en de verschillende aanlegniveaus met een metaaldetector onderzocht worden.

Het vlak wordt met een metaaldetector onderzocht. Vondsten gedaan met de metaaldetector worden als puntlocatie ingemeten. Overige losse vondsten worden tevens als puntlocatie ingemeten, andere vondsten worden per context verzameld. Het vlak wordt ingetekend op een vlaktekening met schaal 1:50. Vlaktekeningen mogen digitaal met een (robotic) Total Station worden gemaakt. Sporen worden gecoupeerd voor zover nodig om tot een waardering en datering van de vindplaats te komen. Coupetekeningen worden op schaal 1:20 gemaakt. Vondsten worden per spoor verzameld met het oog op datering. Indien sporen met organische vulling worden aangetroffen dienen deze bemonsterd te worden met het oog op latere uitwerking in het kader van een definitief onderzoek. Van bouwmateriaal wordt een representatieve selectie verzameld, het overige materiaal wordt uitgeselecteerd. Indien constructiehout bewaard is gebleven wordt dit bemonsterd ten behoeve van eventueel dendrochronologisch onderzoek. Voor het overige geldt dat het proefsleuven moet worden uitgevoerd conform het bepaalde in de Code van Goede Praktijk. 8 De voorziene afwijkingen ten aanzien van de Code van Goede Praktijk Er zijn geen afwijkingen voorzien ten aanzien van de Code van Goede Praktijk.

9 Plannenlijst Plannr. Beschrijving Schaal Wijze vervaardiging Datum aanmaak 0002 Onderzoeksgebied op kadaster kaart. 1:1.000 digitaal 13-10-2016 0026 Voorziene werken met verstoringsdiepte geprojecteerd op kadasterkaart 1:1000 digitaal 17-10-2016 0027 Archeologische verwachting na bureauonderzoek 1:1000 Digitaal 17-10-2016 0028 Uit te voeren vooronderzoek met ingreep 1:1000 Digitaal 17-10-2016 0029 Beoogd boorgrid 1:1000 Digitaal 27-10-2016