Toelichting Uitvoeringsregeling voorziening voor de renovatie/vernieuwing van de scholen op het scholeneiland in Monnickendam

Vergelijkbare documenten
Artikel 10 Beslissingstermijn Zie de toelichting bij artikel 7. Artikel 11 Weigeringsgronden Zie de toelichting bij artikel 8.

Toelichting. Artikelsgewijze toelichting

NB Deze toelichting is geschreven met de (mogelijke) keuzes die in de Modelverordening

Toelichting. Artikelsgewijze toelichting

Toelichting op de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Papendrecht (2015)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2014 en BW ;

Toelichting. Artikelsgewijze toelichting

Toelichting Artikelsgewijze toelichting

Toelichting Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Someren 2015

Toelichting. Artikelsgewijze toelichting

Onderdeel a. De voor blijvend of voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen. 1 Het begrip nieuwbouw omvat tevens het begrip vervangende nieuwbouw.

Notitie t.b.v. OOGO Huisvesting Onderwijs op 9 oktober 2014.

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren.

b e s l u i t : Aan de verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Barneveld wordt de volgende bijlage toegevoegd:

vast te stellen de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Papendrecht (2015).

Gemeente Zutphen: Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Zutphen 2015

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Valkenburg aan de Geul

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 6.4

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Deurne 2015 De raad van de gemeente Deurne;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Montferland

Verordening tot wijziging van de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Zwijndrecht 2003 (eerste wijziging)

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Boxtel De raad van de gemeente Boxtel;

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijsgemeente Culemborg 2015

Registratienummer: Onderwerp: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Sittard-Geleen, Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sittard-Geleen 2015

Verordening materiele en financiele gelijkstelling onderwijs gemeente Blaricum 2015

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Hengelo.

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Voorst

1 (modelverordening)

Overwegende dat aan de hierboven genoemde verordening is gekoppeld de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs 2015;

VERORDENING MATERIËLE FINANCIËLE GELIJKSTELLING GEMEENTE HEEZE-LEENDE

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. gemeente Heemstede

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2011

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Tekstuitgave van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs,inclusief

VERORDENING VOORZIENINGEN HUISVESTING ONDERWIJS GEMEENTE NEDERWEERT 2017 Primair onderwijs

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 4

BESLUITENLIJST van het college van burgemeester en wethouders. Vergadering gehouden op 1 november 2016 Week 44

Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs

VERORDENING VOORZIENINGEN ONDERWIJSHUISVESTING HELMOND 2009

Modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Tekst van de verordening

Vaststelling Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Breda 2015

Hoofdstuk 8 Overgangs- en slotbepalingen...16 Artikel 40 Beslissing het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet...

Verordening voorzieningen Huisvesting Onderwijs gemeente Alkmaar

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijsgemeente Waddinxveen 2010

De overige technische wijzigingen dienen ter verduidelijking van regelgeving en herstel van omissies.

Verordening. voorzieningen huisvesting onderwijs. gemeente Breda Vastgesteld in de raad van

Onderwerp: Verordening Huisvesting Voorzieningen Onderwijs 2010

eurne DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT 'Verordening rnateriele financiele gelijkstelling gemeente Deurne:

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Collegevoorstel. Reg.nr. : Datum : 5 maart 2013

Artikel 23a Artikel 23b

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Westland 2010, Indexering bijlage IV 2014

Herziene verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven 2015

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2011 BESLUIT:

Verordening voorzieningen. huisvesting onderwijs Gemeente Asten. Versie vaststelling

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Gemert - Bakel

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Gemeente Brunssum

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Naarden 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 april 2015, nr 14/5, reg.nr. INTB ,

Onderwerp : Overdracht taak en budget voor onderhoud en aanpassing van schoolgebouwen

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2010, nr b;

Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nummer van 2007), mede gezien het advies van de commissie.

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Amersfoort 2007

VERORDENING VOORZIENINGEN ONDERWIJSHUISVESTING HELMOND 2007

Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Uden 2014

Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs gemeente Hilversum gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;

Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Eindhoven 2016

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Hilversum 2012

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Heerde. Tekst van de verordening. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Gemeente Wassenaar - Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2015 gemeente Wassenaar.

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Heemskerk

Verordening voorzieningen onderwijshuisvesting Helmond 2007 Wetstechnische informatie

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Leeuwarderadeel 2015

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Vlissingen 2006

GEMEENTEBLAD nr officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 22 mei 2015

Verordening onderwijshuisvesting Wormerland 2010

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Blaricum

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Culemborg 2010

GEMEENTEBLAD. Nr

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Leeuwarden

Bijlage 3 Beoordelingscriteria capaciteit, ruimtebehoefte en aanvullende ruimtebehoefte

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Nieuwegein 2015

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2014 Nr. 37 Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Utrecht (raadsbesluit 18 december 2014)

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Horst aan de Maas

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Amersfoort gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening. voorzieningen. huisvesting. onderwijs

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Midden-Drenthe 2017

1.6.1 openbaar, algemeen en bijzonder basisonderwijs openbaar en bijzonder voortgezet onderwijs

moment van indienen van de aanvraag luidt, komen niet tevens voor bekostiging in aanmerking op basis van dit hoofdstuk en andersom.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 januari 2007, nummer 2007/3;

agendanummer afdeling Simpelveld VII- IBR 13 november 2014 Herziening Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Simpelveld 37216

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs

Transcriptie:

Toelichting Uitvoeringsregeling voorziening voor de renovatie/vernieuwing van de scholen op het scholeneiland in Monnickendam Toelichting algemeen De gemeenteraad van Waterland heeft in haar vergadering van 15 september 2016 een motie (192-29) aangenomen waarmee de raad middelen beschikbaar stelt om de drie basisscholen op het scholeneiland te renoveren. De gemeenteraad heeft het college een aantal uitgangspunten als kader meegegeven: De schoolbesturen moeten als bouwheer optreden; De gemeente stelt alleen budget beschikbaar voor de vierkante meters die nodig zijn voor onderwijs; De gemeente wil niet meer dan de werkelijke kosten dragen voor de benodigde onderwijsvierkante meters; De gemeente stelt voorwaarden zoals de datum waarop een en ander gereed moet zijn; Het college wil uitvoering geven aan de motie middels een uitvoeringsregeling bij de Verordening financiële en materiele gelijkstelling. In dit document lichten wij de uitvoeringsregeling toe. Artikel 3 van de Verordening financiële en materiële gelijkstelling: Aanvullende voorzieningen In dit artikel wordt invulling gegeven aan de mogelijkheid die de wet biedt aan het college om deze verordening tijdelijk aan te vullen met een of meerdere voorzieningen (art. 140, vierde lid WPO of art. 134, vierde lid WEC). De wet zelf bepaalt vervolgens dat de gemeenteraad binnen 12 weken na het besluit van het college om de verordening tijdelijk aan te vullen, beslist over de bekrachtiging ervan. Indien de gemeenteraad niet binnen 12 weken beslist, wordt de aanvulling gelijkgesteld met een aanvulling die is bekrachtigd. Een afwijzing door de gemeenteraad van een dergelijke aanvulling, heeft geen gevolgen voor aanvragen waarop reeds is beslist of die reeds zijn ingediend en die voorzieningen betreffen waarop de aanvulling betrekking heeft. Op het moment dat bekrachtiging door de raad heeft plaatsgevonden of de termijn van 12 weken is verstreken, wordt de aanvullende voorziening opgenomen in de bijlage bij de verordening. Naast vorenstaande procedure bepaalt de wet dat de aanvulling binnen een week na het besluit van het college om de verordening tijdelijk aan te vullen, aan de bevoegde gezagsorganen van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen moet worden gezonden. Een aanvulling zoals bedoeld in artikel 3 is doorgaans bedoeld om in geval van calamiteiten snel een voorziening open te kunnen stellen. Vanwege de spoedeisendheid is er ten aanzien van deze voorziening geen indieningtermijn opgenomen. Nadat de gemeenteraad de voorziening heeft bekrachtigd, kan de voorziening alleen nog worden aangevraagd via de reguliere aanvraagprocedure ex artikel 6. Immers, de aanvullende voorziening is na bekrachtiging door de raad een reguliere voorziening geworden. Het college kan, vanwege een spoedeisend belang, ook op verzoek van één of meer van de bevoegde gezagsorganen besluiten om de verordening aan te vullen met een voorziening. Een verplichting is dit echter niet. Het gaat om aanvullend gemeentelijk beleid. Een schoolbestuur kan dus niet afdwingen dat het college de verordening tijdelijk aanvult met een voorziening. Tweede lid Het tweede lid stelt dat het college dient aan te geven onder welke omstandigheden schoolbesturen in aanmerking kunnen komen voor de voorziening. Het ligt voor de hand dat hierbij het stramien van de bijlage wordt gevolgd. Op deze wijze kan, indien de raad de voorziening bekrachtigt, op relatief eenvoudige wijze de voorziening worden ingepast in de verordening. Artikel 17 van de Verordening financiële en materiële gelijkstelling: Terugvordering In dit artikel van de verordening wordt geregeld dat alleen de werkelijk gemaakte kosten worden betaald. Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd.

Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Aanduiding van de voorziening In dit artikel wordt de voorziening omschreven waarvoor budget aangevraagd kan worden bij de gemeente. In dit geval is er voor gekozen om een uitvoeringsregeling specifiek voor het scholeneiland op te zetten. De motie gaat immers expliciet over de drie (basis)schoolgebouwen op het scholeneiland. De beschikbare kostenramingen gaan ook alleen over deze drie scholen en kunnen in die zin niet als basis dienen voor het berekenen van renovatiebudget voor scholen in andere kernen. Dit artikel geeft aan dat de voorziening bedoeld is voor renovatie van de drie gebouwen, maar sluit niet uit dat er delen van gebouwen vernieuwd of uitgebreid worden binnen het renovatietraject. Het biedt ook de mogelijkheid om met renovatiebudget van bijvoorbeeld twee gebouwen één gebouw op te knappen en uit te breiden voor twee scholen. Of met renovatiebudget van drie gebouwen twee gebouwen op te knappen en uit te breiden voor drie scholen. Zolang de gebouwen maar staan op de percelen met adres Avegaar 85, 86 of 87. Het schoolbestuur kan voor het treffen van bouwkundige en/of installatietechnische maatregelen in het gebouw die resulteren in een EPC-waarde kleiner dan of gelijk aan 0 (EPC 0) in aanmerking komen voor een aanvullende voorziening. Dit is een vast bedrag. De Rijksoverheid hanteert de definitie EnergiePrestatieCoëfficiënt = 0 voor een energieneutraal gebouw. Dat betekent dat alléén het gebouw gebonden energieverbruik wordt gecompenseerd en niet het gebruiker gebonden energieverbruik. Het komt er op neer dat alle energie die gemoeid is met het verwarmen en koelen van het gebouw en het verlichten van het gebouw wordt gecompenseerd. Energieverbruik door apparatuur wordt buiten beschouwing gelaten. Indien de EPC kleiner is dan 0, wordt er meer energie opgewekt dan dat er wordt verbruikt. Schoolbesturen die hun gebouw energieneutraal willen maken, kunnen in aanmerking komen voor een aanvullende voorziening. Dit is een vast bedrag. Artikel 2 Indieningsdatum De schoolbesturen hebben aangegeven snel te willen starten met de renovatie van de gebouwen. Wij maken dat met deze regeling mogelijk. Op dit moment kan nog gebruik gemaakt worden van het gebouw van de voormalige Willem de Zwijgerschool als tijdelijke huisvesting voor de te renoveren scholen. Daar staat tegenover dat basisschool De Verwondering nog geen eigenaar is van een schoolgebouw en pas per 1 oktober 2018 zekerheid heeft over haar bestaansrecht. De uiterste datum voor het indienen van een aanvraag is daarom na deze datum. Artikel 3 Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend De regeling staat open tot 1 april 2020. Dit betekent dat een schoolbestuur dat aanvraagt voor 1 januari 2019 de tijd heeft tot 1 april 2020 om de renovatie/vernieuwing af te ronden. Artikel 4 Toekenningscriteria De aanvrager moet eigenaar zijn van het perceel waarop het schoolgebouw met één van de genoemde adressen staat. Dit betekent dat de eigenaar een schoolbestuur moet zijn dan wel de gemeente zelf is. Een gebouw vervalt immers aan de gemeente als het niet meer als schoolgebouw wordt gebruikt (artikel 110 Wpo). De gemeente verbindt aan de subsidie de voorwaarde dat de renovatie/vernieuwing op een dusdanige manier wordt uitgevoerd dat het gebouw bouwkundig weer veertig jaar mee kan. Tegelijkertijd wordt het gebouw opgewaardeerd naar de classificatie Frisse Scholen, klasse B, zoals bedoeld in het Programma van Eisen Frisse Scholen 2015 (RVO, november 2014). Facultatief kan een extra bedrag aangevraagd worden door een schoolbestuur dat zijn gebouw energieneutraal wil maken (zie omschrijving bij toelichting artikel 1). Dit extra bedrag kan alleen in combinatie met de subsidie voor renovatie/vernieuwing worden aangevraagd. Schoolbesturen kunnen de subsidie voor renovatie ook aanvragen zonder deze facultatieve subsidie. Met dit extra bedrag wil de gemeente het energieneutraal maken van de gebouwen stimuleren, maar niet verplichten. Artikel 5 Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid In dit artikel wordt toegelicht hoe de subsidie berekend wordt. lid 1

De bijlage (III) van de vigerende Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs is hier van toepassing. De methodiek sluit hiermee aan bij de methodiek die al jaren door gemeente en schoolbesturen wordt gehanteerd voor nieuwbouw en uitbreiding. Conform de hierboven genoemde verordening worden leerlingenprognoses opgesteld. Met deze prognoses wordt de permanente ruimtebehoefte over 15 jaar bepaald. Deze permanente ruimtebehoefte, uitgedrukt in vierkante meters zijn de benodigde vierkante meters voor onderwijs. De gemeente bepaalt met welke prognose zij de berekening maakt. lid 2 Voor ieder gebouw is een kostenraming opgesteld, die voldoet aan de criteria genoemd in artikel 4. Er kunnen meerdere kostenramingen gemaakt worden, maar de gemeente bepaalt met welke kostenraming de berekening gemaakt wordt. Op basis van het werkelijk aantal vierkante meters in de bestaande gebouwen en de bedragen genoemd in de kostenraming wordt een bedrag per vierkante meter bepaald per gebouw. Omdat de huidige staat van de gebouwen verschillend is, kan het bedrag per vierkante meter voor de drie gebouwen ook verschillen. lid 3 De berekening zoals bedoeld in lid 3 wordt met twee voorbeelden toegelicht. School A heeft op basis van het aantal leerlingen een permanente ruimtebehoefte van 1300 m2. School A is gevestigd in gebouw A. Gebouw A is 1200 m2 groot. Op basis van de kostenraming is een bedrag van 1.000,- per vierkante meter nodig om het gebouw conform de criteria genoemd in artikel 4 op te knappen. Het schoolbestuur ontvangt een subsidie van 1300 m2 x 1.000,- = 1.300.000,-. School B heeft op basis van het aantal leerlingen een permanente ruimtebehoefte van 800 m2. School B is gevestigd in gebouw B. Gebouw B is 1200 m2 groot. Op basis van de kostenraming is een bedrag van 1.200,- per vierkante meter nodig om het gebouw conform de criteria genoemd in artikel 4 op te knappen. Het schoolbestuur ontvangt een subsidie van 800 x 1.200,- = 960.000,-. Artikel 6 Wijze van toekenning van het budget voor het energieneutraal maken van hetgebouw De gemeente stimuleert het energie neutraal maken van de gebouwen met een aanvullende subsidie van 100.000 per gebouw. Het schoolbestuur kan dit bedrag aanvragen in combinatie met de subsidie voor renovatie/vernieuwing. Het schoolbestuur moet bij de aanvraag verklaren dat zij het gebouw energie neutraal gaan maken. In het overleg zoals omschreven in artikel 8 worden nadere afspraken gemaakt over de uitvoering. Artikel 7 Overleg wijze van uitvoering Dit artikel geeft een nadere invulling aan het overleg over het maken van afspraken over de zaken die van belang zijn om te komen tot het beschikbaar stellen van een subsidie voor de voorziening renovatie/vernieuwing en het energie neutraal maken van het gebouw. Door het maken van deze afspraken voorafgaande aan de start van de uitvoering van het project worden onduidelijkheden en misverstanden in het verdere uitvoeringstraject voorkomen. Lid 1 In artikel 95, achtste lid, van de WPO is opgenomen dat het college binnen vier weken met het betrokken bevoegd gezag in overleg treedt over de uitvoering van het Programma (artikel 95, lid 1 en 2 WPO). In deze uitvoeringsregeling sluiten wij aan bij deze methodiek. De in dit overleg gemaakte afspraken moeten in een verslag worden vastgelegd. De onderwerpen die besproken moeten worden zijn o.a.: - het bouwheerschap (onderdeel a), met als uitgangspunt dat het bevoegd gezag optreedt als bouwheer, conform het bepaalde in artikel 103, eerste lid, van de WPO. Het alternatief is dat het college de voorziening tot stand brengt (artikel 103, tweede lid, van de WPO). Voor deze voorziening treedt het college alleen als bouwheer op als het schoolbestuur geen eigenaar is van het te renoveren pand. Daarnaast kan besproken worden de mogelijkheid dat de renovatie wordt gerealiseerd door een derde partij; - het bouwplan, dat moet worden getoetst aan de toekenningscriteria genoemd in artikel 4 en 5;

- het feit dat het college in de periode die is verlopen tussen het moment van het toekennen van de voorziening en het aanvragen van de goedkeuring van het bouwplan en de kostenbegroting kan toetsen of zich nieuwe feiten en omstandigheden hebben voorgedaan of voordoen, waardoor het eerder genomen besluit moet worden herzien. In het overleg wordt vastgelegd of het college gebruik maakt van deze mogelijkheid, zodat het college, na ontvangst tot goedkeuring van het bouwplan en de kostenbegroting kan besluiten om de toegekende vergoeding te herzien; - de wijze waarop de controle en het afleggen van verantwoording over de besteding van de middelen plaatsvindt. De wijze van verantwoording is grotendeels afhankelijk van de omvang het project (zie ook toelichting artikel 10); - de afspraak over de wijze van aanbesteding. Voor toegekende voorzieningen is de aanvrager verplicht een aanbestedingsprocedure te volgen. Omdat de voorziening bekostigd wordt op basis van een genormeerde vergoeding neemt het college de uitkomst van de aanbesteding voor kennisgeving aan. Uitgangspunt is dat voldaan wordt aan het bepaalde in de gewijzigde Aanbestedingswet 2012 en in relevante Europese regelgeving. 1 Daarnaast is van toepassing wat het college heeft besloten in het Inkoopbeleid 2016 over de wijze van aanbesteden als er geen Europese regelgeving van toepassing is. Onderstaand is een tabel opgenomen met een onderscheid naar datgene dat in het gemeentelijke inkoopbeleid is opgenomen voor het opvragen van offertes en wat is opgenomen in de Europese richtlijnen. Bij aanbestedingen van opdrachten onder het Europese drempelbedrag 2 kan het college op verzoek van het bevoegd gezag besluiten van het bepaalde in de tabel af te wijken. Type opdracht Werken t/m 50.000,00 Leveringen en Diensten Uitgangspunten aanbestedingsprocedure (genoemde bedragen zijn exclusief BTW) Nationaal Europees Onderhandse procedures (offerte-traject) Openbare procedure of niet-openbare procedure met voorafgaande selectie Europees verplichte procedures Enkelvoudig Meervoudig vanaf 50.000,00 t/m 1.000.000,00 vanaf 1.000.000,00 tot de Europese drempel Onder de EU drempel een passende inkoopprocedure in lijn met de Gidsproportionaliteit vanaf 5.225.000,00 vanaf 209.000,00 1 Enkele relevante begrippen zijn werken, diensten en leveringen. Onder de definitie werken vallen bouwactiviteiten, zoals nieuwbouw, uitbreiding en dergelijke. Bijlage II van richtlijn 2014/24/EU is hierbij beslissend. Onder de definitie diensten vallen de door opdrachtnemers uit te voeren werkzaamheden als onderhoud en reparatie, vervoer, boekhouding en dergelijke, waarbij een eventuele levering van fysieke producten van bijkomende orde is ten opzichte van de omvang van de uit te voeren werkzaamheden. Onder de definitie leveringen vallen de door leveranciers te leveren prestaties bij de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van fysieke producten, zoals meubilair of onderwijsleerpakket en dergelijke. Welke diensten onder het verlichte aanbestedingsregime voor speciale en andere specifieke diensten vallen staat in bijlage XIV van richtlijn 2014/24/EU. 2 In de richtlijn 2014/24/EU zijn drempelbedragen opgenomen. Deze drempelbedragen worden eenmaal in de twee jaar opnieuw vastgesteld door de Europese Commissie. Is de geraamde waarde van de opdracht exclusief BTW gelijk aan of hoger dan het vastgestelde drempelbedrag dan moet Europees worden aanbesteed. De drempelbedragen voor de jaren 2016 en 2017 zijn vastgesteld en opgenomen in de tabel.

Boven de 25.000 een bindend procedure advies van de taakgroep inkoop gemeente Waterland Sociale en andere specifieke diensten Onder de EU drempel een passende inkoopprocedure in lijn met de Gidsproportionaliteit. Boven de 25.000 een bindend procedure advies van de taakgroep inkoop gemeente Waterland vanaf 750.000,00 - gemeente en schoolbestuur maken afspraken over de kosten die gemaakt moeten worden om het bouwplan en de begroting op te stellen. Het schoolbestuur kan verzoeken om deze kosten alvast te betalen als eerste voorschot tot een bedrag van maximaal 75.000. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op het totaal toe te kennen budget. Lid 2 Om te voorkomen dat in een later stadium misverstanden ontstaan over de afspraken die gemaakt zijn over de uitvoering van de voorziening is bepaald dat de afspraken schriftelijk worden vastgelegd en ter instemming aan de aanvrager worden voorgelegd. Als de aanvrager zijn instemming schriftelijk heeft verleend, dan is daarmee direct vastgelegd dat er overeenstemming bestaat over de wijze van uitvoering van de voorziening. Stemt de aanvrager niet in met het verslag, dan is nader overleg noodzakelijk met als doel alsnog overeenstemming te bereiken. Blijken partijen het ook dan niet eens te kunnen worden over de uitvoering van de voorziening dan wordt dit ook schriftelijk door beide partijen vastgelegd. Lid 3 Heeft het overleg tot overeenstemming geleid, dan ontvangt de aanvrager binnen vier weken bericht over het moment waarop de bekostiging een aanvang neemt. Lid 4 Als blijkt dat in het overleg geen overeenstemming wordt bereikt over de wijze van uitvoering van de voorziening en dit in het vastgestelde verslag is opgenomen dan is het college de instantie die een definitief besluit neemt. Dit besluit deelt het college mee aan het bevoegd gezag. In het besluit zijn opgenomen de overwegingen om niet in te stemmen met de door de aanvrager gewenste wijze van uitvoering van de voorziening. Deze mededeling is een besluit in de zin van de Awb, waartegen dan ook voor aanvrager de mogelijkheid van bezwaar en beroep openstaat. Artikel 8 Instemmen bouwplannen en begroting; tijdstip aanvang bekostiging; toetsen wettelijke voorschriften en nieuwe feiten en omstandigheden; overleggen offertes De aanvrager kan in principe niet eerder tot aanbesteding overgaan dan nadat het college heeft ingestemd met het bouwplan. Uitsluitend als een dergelijk plan naar het oordeel van college gezien de aard van de voorziening niet vereist is kan de aanvrager voorafgaande aan het goedkeuren van het bouwplan de procedure van aanbesteding volgen (zie ook artikel 7, derde lid).

Nadat het college de uitkomst van de aanbesteding heeft ontvangen besluit het college tot het vaststellen van het definitieve bedrag van de bekostiging. Basis voor dit bedrag zijn de overgelegde offertes. Lid 1 Dit artikel heeft een relatie met artikel 7, eerste en tweede lid. Op basis van de daar gemaakte afspraken wordt het bouwplan en de kostenbegroting ingediend. Het college toetst, voordat het bouwplan wordt goedgekeurd, aan mogelijk nieuwe ontwikkelingen en stelt vast of de nieuwe ontwikkelingen nog invloed hebben op het toe te kennen bedrag van de bekostiging. - Het goedkeuren van het bouwplan zoals dat in dit artikel wordt bedoeld staat los van de goedkeuring van het bouwplan op grond van de bouwverordening, dus het verlenen van de omgevingsvergunning. Op grond van dit artikel wordt het bouwplan getoetst aan de afgegeven beschikking (toegekend investeringsbedrag bij feitelijke kosten en toegekende bvo). - De wijze waarop de begroting die is ontvangen wordt getoetst is afhankelijk van de wijze waarop de voorziening wordt bekostigd. Bij deze genormeerde vergoeding wordt de begroting marginaal getoetst, omdat het bevoegd gezag aanspraak maakt op het normbedrag en het college geen hoger bedrag dan het normbedrag beschikbaar stelt; Bij het indienen van de stukken vermeldt het bevoegd gezag tevens op welk moment het bevoegd gezag de werkzaamheden wil starten en in relatie daarmee de bekostiging. Lid 2 De in dit lid opgenomen termijnen zijn fatale termijnen. Als het college niet binnen de gestelde termijnen beslist, wordt geacht de gevraagde goedkeuring te zijn verleend en vindt de bekostiging plaats op de wijze en het tijdstip zoals door de aanvrager is aangegeven. De aanvrager kan daarna de procedure voor het aanvragen van de omgevingsvergunning starten. De fatale termijn is noodzakelijk met het oog op een goede voortgang van de uitvoering van de voorziening en de duidelijkheid richting aanvrager. Gelijktijdig met het goedkeuren van het bouwplan en begroting stelt het college het tijdstip vast waarop de bekostiging een aanvang neemt. Artikel 9 Aanvang bekostiging Dit artikel geeft het college de vrijheid om per voorziening te besluiten op welke wijze het bedrag van de bekostiging beschikbaar wordt gesteld. Deze keuze is sterk afhankelijk van de concrete omstandigheden (o.a. grootte van de opdracht, hoogte van het investeringsbedrag). Uitgangspunt is dat de aanvrager tijdig aan zijn financiële verplichtingen moet kunnen voldoen. Dit betekent bijvoorbeeld dat wordt overeengekomen dat de: - vergoedingen voor bouwkundige werkzaamheden in termijnen worden uitbetaald, waarbij wordt aangesloten bij de termijnbetalingen aan de aannemer op basis van de door de aannemer ingediende termijnstaat (automatische verwerking met valutadata in financiële administratie), en - vergoeding op declaratiebasis wordt betaald na ontvangst van de nota s van het bevoegd gezag. De vergoeding wordt rechtstreeks beschikbaar gesteld aan de opdrachtgever, tenzij in het overleg als bedoeld in artikel 8 wordt overeengekomen dat de vergoeding door het college rechtstreeks aan de opdrachtnemer wordt verstrekt. Op grond van de onderwijswetten bestaat er uitsluitend een relatie tussen college en bevoegd gezag. Vanuit dit uitgangspunt is de formele lijn dat het college het bedrag aan het bevoegd gezag betaalt en het bevoegd gezag het bedrag aan de opdrachtnemer. Op deze wijze kan het bevoegd gezag ook verantwoording van de ontvangen middelen afleggen. Gedacht kan worden aan een gespecificeerde verantwoording met als bijlagen alle rekeningen die op het project betrekking hebben, of een accountantsverklaring. Artikel 10. Vervallen aanspraak op bekostiging Lid 1 De data van 30 maart en 15 april 2019 zijn gekozen met het oog op het moment dat alle schoolbesturen een bouwopdracht hebben kunnen geven. Vanuit financieel perspectief is het noodzakelijk om te weten of een toegekende voorziening in het jaar van toekenning ook daadwerkelijk in dat jaar wordt gerealiseerd, of dat de realisatie in dat jaar door omstandigheden niet mogelijk is. Wordt vastgesteld dat realisatie niet mogelijk is: - in het toegekende jaar maar wel in een volgend begrotingsjaar, dan blijft het beschikbaar gestelde

krediet gehandhaafd, en - ook niet in een van de volgende begrotingsjaren dan kan het beschikbaar gestelde krediet worden ingetrokken. De bepaling over het toezenden van onder meer de bouwopdracht is van belang voor het college, omdat het college na de genoemde data actie in de richting van de aanvrager kan ondernemen. De term door de aanvrager betekent dat, als het college optreedt als bouwheer en de termijn wordt overschreden, het recht op bekostiging niet vervalt. De aanvrager heeft dan immers recht op een voorziening. Lid 3 Het kan voorkomen dat het bevoegd gezag niet aan de gestelde termijnen kan voldoen. De overschrijding van de termijn kan het gevolg zijn van diverse omstandigheden die buiten de schuld van de aanvrager liggen. Bijvoorbeeld: - planologische en stedenbouwkundige ontwikkelingen; - procedures in het kader van de ruimtelijke ordening; - vervuilde grond. Het is dan aan de aanvrager om bij het college een verzoek in te dienen om de gestelde termijnen te verlengen. Lid 4 De datum in dit lid heeft een relatie met de data in het eerste lid. Als het verzoek van de aanvrager wordt afgewezen moet een zodanige datum worden gekozen dat de aanvrager in de gelegenheid is om alsnog voor de in het eerste lid genoemde datum een bouwopdracht et cetera te overleggen. Als het college dus niet tijdig beslist is voor de aanvrager de in het eerste lid genoemde datum niet haalbaar.