met betrekking tot de criteria voor het onderkennen van roepingen aangaande personen met homoseksuele neigingen met het oog op

Vergelijkbare documenten
Congregatie voor de Geloofsleer

CONGREGATIO Vaticaanstad 3 mei 2011

Apostolische constitutie Anglicanorum coetibus

Roepingenpastoraat in het licht van Vaticanum II

The Holy See DISCORSO DI GIOVANNI PAOLO II AI VESCOVI DELL'OLANDA IN VISITA «AD LIMINA APOSTOLORUM» Sabato, 22 gennaio 1983

Alle kerken voor alle delen van de wereld,

Summorum pontificum. Apostolische Brief. uitgevaardigd als motu proprio. over het gebruik van de Romeinse liturgie. van vóór de hervorming van 1970

Misericordia Dei (De barmhartigheid van God)

Toespraak tot de Belgische bisschoppen

Benedictus XVI - Angelus

Het sacrament van. De wijding. Sacramenten

Het sacrament van. De wijding. Sacramenten

Beschouwingen over voorstellen om verbintenissen tussen homoseksuele mensen voor de wet te erkennen

Parochie Sint Christoffel Het sacrament van de wijding

Homoseksualiteit: Het standpunt van de Kerk

Interview met paus Benedictus XVI tijdens de vlucht naar Australië

Pastorale richtlijnen voor het bevorderen van roepingen tot het priesterambt

Onderwijs voor de hele mens

2. Brief van de Paus, Aflaat, Gebeden en oefeningen INLEIDING

Preek bij de uitvaart van monseigneur Bluyssen

Toespraak. Apostolische reis naar Valencia, Spanje. bij gelegenheid van de vijfde Wereldgezinsdagen. Feestelijke bijeenkomst

Over de website en de boodschappen

Eucharistieviering Homilie van paus Benedictus XVI

Toespraak bij de oecumenische ontmoeting

PASTORAAL WERKERS EN WERKSTERS IN HET AARTSBISDOM MECHELEN-BRUSSEL OVER HET STATUUT VAN DE PASTORAAL WERK(ST)ER. Inleiding... 2

Thema: Roepingen, een teken van de hoop die is gebaseerd op het geloof

Welkom. En nu? Ds. H.W. van Egmond Ds. H.G. Gunnink

LEEFREGEL ARIËNSINSTITUUT

Het canoniek recht voorzag er in dat elke personele prelatuur geregeld wordt door het algemeen recht van de Kerk en door de eigen statuten.

The Holy See DISCORSO DI GIOVANNI PAOLO II AI PRESULI DELLA CONFERENZA EPISCOPALE DEI PAESI BASSI IN VISITA «AD LIMINA APOSTOLORUM»

INHOUD. Voorwoord 2. Bijlagen. I Studies in het kader van de priesteropleidingen 24 II Overzicht van diocesane priesteropleidingen 39

Levend Brood voor onderweg

Boodschap van paus Benedictus XVI voor Wereldmissiedag 2012

Het begrip van heil, exclusiviteit, heilsnoodzaak van het apostelambt en navolging in de Nieuw-Apostolische Kerk

Homilie van paus Benedictus XVI bij gelegenheid van de zaligverklaring van de Dienaar Gods Johannes Paulus II

Bespreken Zondag 26 en 27

Waarom ik mijzelf niet gay noem

Want Hij had oog voor mij

Één Herder en één kudde. Johannes 10:1-11. Één lichaam. 1 Korinthe 12: Één. tempel. 1 Korinthe 3: Één

Brief van de bisschoppen van de Nederlandse kerkprovincie aan de priesters over de viering van het sacrament van de Eucharistie

Het sacrament van. Het huwelijk. Sacramenten

BRIEF VAN DE NEDERLANDSE BISSCHOPPEN (2008) OVER DE VIERING VAN HET SACRAMENT VAN DE EUCHARISTIE

CONGREGATIO PRO INSTITUTIS VITAE CONSECRATAE ET SOCIETATIBUS VITAE APOSTOLICAE. SPr. N. 1241/14 DECREET

Jacques Philippe. In de school van de. Heilige Geest. Arco Reeks 24 DE BOOG

Gaandeweg één. Impulsen voor oecumenische voortgang. Co-referaat Mgr. Dr. Hans van den Hende Mariënkroon 18 maart 2017

KERKELIJKE DOCUMENTATIE

Het sacrament van. Het huwelijk. Sacramenten

Je lichaam om lief te hebben

van toepassing op de gelovigen en kerken die in volledige verbondenheid leven met de bisschop van Rome.

# 2. Zijn werk. # 1. Zijn vrouw. Vorm mij voortdurend tot de vrouw die mijn man nodig heeft. Zegen het werk van zijn handen. # 3.

Boodschap van paus Benedictus XVI voor de 46ste Wereldcommunicatiedag

Bevestiging ouderling-kerkelijk werker (met bijzondere bevoegdheid)

Uittreksel van de Guide for catechists, gericht aan de bisschoppen, priesters en catechisten.

De priester en het derde millennium

Missie Elizabeth op weg naar mens-wording STATUTEN. 7 juni 2011 Centrum La Vie, Planetenveld 13-15, 3893 GE Zeewolde

OPLEIDING TOT PASTORAAL WERK(ST)ER PERMANENT DIAKEN

The Holy See. Dierbare medebroeders in het Bisschopsambt!

De oecumenische dimensie in de vorming van hen die werkzaam zijn in het pastorale dienstwerk

Reactie op het rapport De lokale en de universele dimensie van de Kerk van de Commissie Dialoog Reformatie-Catholica

Kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland

Ontmoeting met de bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika

Rooms-Katholieke Kerk

HET SYMBOLUM DES GELOOFS Eerste artikel : Ik geloof in God den Vader almachtig... 2

VORMINGSPROGRAMMA ARIËNSINSTITUUT

De priester, herder en leidsman van de parochiegemeenschap

Het sacrament van. Het vormsel. Sacramenten

Doopvragen, na alle formulieren zijn deze hetzelfde:

Het sacrament van. Het vormsel. Sacramenten

De Kerk op weg naar een gemeenschappelijke visie

Instructie Ad resurgendum cum Christo met betrekking tot de begrafenis van de overledenen en het bewaren van de as in het geval van crematie

Vervaging van het verschil tussen clerici en leken

Preek tijdens de Eucharistieviering

The Holy See VISITA PASTORALE NEI PAESI BASSI SANTA MESSA NELLA CATTEDRALE DI 'S-HERTOGENBOSCH OMELIA DI GIOVANNI PAOLO II. Sabato, 11 maggio 1985

Het sacrament van. Boete en verzoening. Sacramenten

Boodschap van paus Benedictus XVI voor de 20ste Wereldziekendag

Decreet over de hervorming van de kerkelijke studies van de wijsbegeerte

Het sacrament van. Boete en verzoening. Sacramenten

OPLEIDING TOT PERMANENT DIAKEN PASTORAAL WERK(ST)ER

Eucharistieviering. Apostolische reis naar Sydney (Australië) ter gelegenheid. van de 23ste Wereldjongerendag (12-21 juli 2008)

Presentatie van de rondzendbrief van de Congregatie voor de Clerus

Kraanvogelstraat TP Amersfoort

Het sacrament van. Het huwelijk. Sacramenten

Mijlpalen. Mijlpalen & sacramenten

Gedragscode voor ambtsdragers en kerkelijke werkers in de Nederlands Gereformeerde Kerken.

Datum 13 mei 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over hoe geheimhoudingsplicht seksueel misbruik in de RKK mogelijk in de hand werkt

Kruistocht van gebed (22) Katholieke priesters handhaaf de Leer van de Kerk

Boodschap van paus Benedictus XVI voor de 49ste Wereldgebedsdag voor roepingen

ACTUALITEITENMAGAZINE

Toespraak paus Benedictus XVI tot de nieuwe kardinalen met familieleden en pelgrims samengekomen voor het consistorie

Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft (Joh. 7:3 8)

Nederlands Tijdschrift voor Kerk en Recht, Bijdrage, 2(2008),59-77

LEIDERSCHAP: Christus, het Hoofd Dienend leiderschap. ORGANISATIE: Leer Discipline (kerkelijke tucht) ZENDING.

RITUS VOOR DE SLUITING VAN DE DEUR VAN BARMHARTIGHEID BIJ GELEGENHEID VAN HET JUBILEUM-JAAR IN PLAATSELIJKE KERKEN

Een uitnodiging aan de kerken om hun inzet voor het streven naar eenheid te hernieuwen en hun dialoog te verdiepen

The Holy See. Uw woord is een lamp voor mijn voeten, het is een licht op mijn pad (Ps 119 [118],105)

Permanent diakens. Basisnormen voor de vorming en Directorium voor de dienst. Gezamenlijke verklaring en Inleiding.

ZOALS DON BOSCO, MET DE JONGEREN VOOR DE JONGEREN. BRIEF VAN DE HEILIGE VADER, PAUS FRANCISCUS. aan Fr. Ángel Fernández Artime,

Transcriptie:

Congregatie voor de Katholieke Vorming Instructie met betrekking tot de criteria voor het onderkennen van roepingen aangaande personen met homoseksuele neigingen met het oog op hun toelating tot de priesteropleiding en tot de heilige wijding Inleiding Aansluitend op de leer van het Tweede Vaticaans Concilie en in het bijzonder het Decreet over de priesteropleiding Optatam totius 1 heeft de Congregatie voor de Katholieke Vorming verschillende documenten doen uitgaan om een passende en alomvattende vorming van toekomstige priesters te bevorderen. Daartoe werden voor de verschillende aspecten hiervan richtlijnen en duidelijke normen voorgelegd. 2 Inmiddels heeft ook de Bisschoppensynode van 1990 nagedacht over de vorming van priesters onder de huidige omstandigheden, met de bedoeling de leer van het Concilie over dit onderwerp te vervolmaken en in deze wereld duidelijker en effectiever te maken. Aansluitend op deze synode heeft paus Johannes Paulus II de postsynodale apostolische Exhortatie Pastores dabo vobis het licht doen zien. 3 Gegeven deze uitgebreide leer is het niet de bedoeling van deze instructie alle vragen op affectief en seksueel terrein te behandelen, die speciale aandacht verdienen gedurende de gehele periode van vorming. Deze instructie bevat normen aangaande een specifieke vraag, die des te dringender is geworden door de huidige situatie: de vraag of kandidaten die diepgewortelde homoseksuele neigingen hebben al dan niet tot de priesteropleiding en de heilige wijding moeten worden toegelaten. 1. Affectieve rijpheid en geestelijk vaderschap Volgens de voortdurende Traditie van de Kerk kan alleen een gedoopte man geldig de heilige wijding ontvangen. 4 Door het Sacrament van de Wijding maakt de heilige Geest de kandidaat op een nieuwe en bijzondere wijze gelijkvormig aan Jezus Christus: de priester belichaamt inderdaad op sacramentele wijze Christus, het hoofd, de herder en de Bruidegom van de Kerk. 5 Vanwege deze gelijkvormigheid met Christus moet het gehele leven van de gewijde bedienaar doordrongen zijn van de gave van zijn hele Noot van de redactie: In verband met het grote aantal voetnoten bij deze instructie is gekozen voor eindnoten, beginnend op blz. 30. 63 2006 27

persoon aan de Kerk en door een ware herderlijke liefde. 6 De kandidaat voor het gewijde ambt moet daarom affectieve rijpheid bereiken. Die rijpheid moet hem in staat stellen een juiste relatie te hebben met zowel mannen als vrouwen en bij hem de ware zin van het geestelijk vaderschap ontwikkelen tegenover de kerkelijke gemeenschap die hem wordt toevertrouwd. 7 2. Homoseksualiteit en het gewijde ambt Vanaf het Tweede Vaticaans Concilie tot nu toe hebben verschillende documenten van het leergezag in het bijzonder de Katechismus van de Katholieke Kerk de kerkelijke leer over de homoseksualiteit bevestigd. De Katechismus maakt onderscheid tussen homoseksuele handelingen en homoseksuele neigingen. Wat betreft homoseksuele handelingen wordt geleerd dat de heilige Schrift deze als zware zonden ziet. De Traditie heeft ze altijd beschouwd als intrinsiek immoreel en in strijd met de natuurwet. Daarom kunnen ze onder geen enkele omstandigheid goedgekeurd worden. Diepgewortelde homoseksuele neigingen, die bij een aantal mannen en vrouwen voorkomen, zijn eveneens objectief ongeordend en vormen dikwijls voor de betrokkenen zelf ook een beproeving. Zulke mensen moeten met eerbied en tact tegemoet getreden worden. Ze mogen in geen enkel opzicht op onrechtvaardige wijze worden gediscrimineerd. Ze zijn geroepen Gods wil in hun leven te vervullen en de moeilijkheden die zij ondervinden te verenigen met het Kruisoffer van de Heer. 8 In het licht van deze leer meent dit dicasterie, in overeenstemming met de Congregatie voor de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten dat het noodzakelijk is duidelijk te stellen dat de Kerk met alle eerbied voor de betrokken personen 9 geen mensen kan toelaten tot de priesteropleiding of de heilige wijding, die homoseksualiteit in praktijk brengen, diepgewortelde homoseksuele neigingen hebben of een zogenaamde gay cultuur ondersteunen. 10 Zulke mensen verkeren namelijk in een situatie die het hen heel moeilijk maakt juiste betrekkingen met mannen en vrouwen op te bouwen. De negatieve gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het wijden van personen met diepgewortelde homoseksuele neigingen zijn niet te overzien. Als het echter gaat om homoseksuele neigingen die slechts de uiting van een tijdelijk probleem zijn, zoals bijvoorbeeld een nog niet afgesloten adolescentie, dan moeten deze drie jaar vóór de diakenwijding duidelijk overwonnen zijn. 3. Het vaststellen van de geschiktheid van kandidaten door de Kerk Iedere priesterroeping omvat twee, niet van elkaar te scheiden aspecten: de vrije gave van God en de verantwoordelijke vrijheid van de mens. De roeping is een gave van de goddelijke genade, die door de Kerk, in de Kerk en voor de dienst aan de Kerk wordt ontvangen. De mens schenkt zich vrijwillig aan God als hij in liefde op zijn roep antwoordt. 11 Alleen het verlangen priester te worden is niet voldoende en er bestaat geen recht op het ontvangen van de heilige wijding. In haar verantwoordelijkheid de noodzakelijke voorwaarden te bepalen voor het ontvangen van de door Christus ingestelde sacramenten, komt het aan de Kerk toe de geschiktheid vast te stellen van degene 28 2006 64

die aan de priesteropleiding wil beginnen, 12 hem tijdens de jaren van vorming te begeleiden en hem tot de heilige wijding te roepen als bewezen is dat hij over de vereiste eigenschappen beschikt. 13 In de vorming van de toekomstige priester moeten op een wezenlijk complementaire wijze de vier dimensies van de vorming aan bod komen: de menselijke, de geestelijke, de wetenschappelijke en de pastorale. 14 In deze samenhang moet het bijzondere belang van de menselijke ontwikkeling onderstreept worden als het onmisbare element van de hele vorming. 15 Om een kandidaat toe te laten tot de diakenwijding moet de Kerk ondermeer nagaan of deze de voor het priesterschap noodzakelijke affectieve rijpheid heeft bereikt. 16 De oproep tot de wijding is de persoonlijke verantwoordelijkheid van de bisschop 17 of de hogere overste. Met inachtneming van de goedkeuring van degenen aan wie hij de verantwoordelijkheid voor de vorming heeft toevertrouwd moet de bisschop of overste, alvorens de kandidaat toe te laten tot de wijding, tot een moreel zeker oordeel aangaande zijn geschiktheid komen. Als hierover ernstige twijfel bestaat, mag hij niet worden toegelaten tot de wijding. 18 Het onderkennen van de roeping en de rijpheid van de kandidaat is ook een belangrijke taak van de rector en de overige stafleden van de priesteropleiding. Voor iedere wijding moet de rector zijn eigen oordeel geven over de door de Kerk vereiste eigenschappen van de kandidaat. 19 Bij het onderkennen van de geschiktheid voor de wijding heeft de spirituaal een belangrijke taak. Ofschoon hij verplicht is tot geheimhouding, vertegenwoordigt hij toch de Kerk in het forum internum. In zijn gesprekken met de kandidaat moet de spirituaal in het bijzonder wijzen op de eisen van de Kerk wat betreft de priesterlijke kuisheid en de voor de priester vereiste affectieve rijpheid. Ook moet hij hem helpen onderkennen of hij over de noodzakelijke eigenschappen beschikt. 20 De spirituaal heeft de plicht alle aspecten van de persoonlijkheid te evalueren en zich ervan te vergewissen dat de kandidaat geen problemen op seksueel gebied heeft die onverenigbaar zijn met het priesterschap. Als een kandidaat homoseksualiteit praktiseert of diepgewortelde homoseksuele neigingen heeft, heeft zowel de spirituaal als de biechtvader de plicht te trachten hem van de wijding af te houden. Natuurlijk is de kandidaat zelf de eerstverantwoordelijke voor zijn eigen vorming. 21 Hij moet zich vol vertrouwen onderwerpen aan het oordeel van de Kerk, van de bisschop die hem tot de wijding roept, van de rector van de priesteropleiding, van zijn spirituaal en van de andere stafleden aan wie de bisschop of de overste de taak heeft toevertrouwd toekomstige priesters te vormen. Het zou zeer oneerlijk zijn als een kandidaat zijn eigen homoseksualiteit zou verbergen om zo, ondanks alles, toch gewijd te worden. Zo n onoprechte houding is in strijd met de geest van waarheid, oprechtheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid die karakteristiek moet zijn voor hen die zich geroepen voelen Christus en zijn Kerk in het ambtelijk priesterschap te dienen. Slot Deze Congregatie bevestigt de noodzaak dat bisschoppen, hogere oversten en alle betrokken verantwoordelijken zorgvuldig blijven toezien op de geschiktheid van kandidaten voor de heilige wijding, vanaf de toelating tot de priesteropleiding tot 65 2006 29

aan de wijding. Dit moet gebeuren in het licht van een priesterbeeld dat beantwoordt aan de kerkelijke leer. Laten bisschoppen, Bisschoppenconferenties en hogere oversten erop toe zien dat de bepalingen van deze instructie nauwgezet nagevolgd worden, omwille van het welzijn van de kandidaten zelf, en om te waarborgen dat de Kerk altijd geschikte priesters heeft die ware herders zijn naar het Hart van Christus. Paus Benedictus XVI heeft deze instructie op 31 augustus 2005 goedgekeurd en opdracht gegeven tot publicatie. Rome, 4 november 2005, gedachtenis van de H. Carolus Borromeus, patroon van priesteropleidingen. Zenon kardinaal Grocholewski Prefect J. Michael Miller, c.s.b. Titulair aartsbisschop van Vertara Secretaris Copyright 2006 Libreria Editrice Vaticana / R.-K. Kerkgenootschap in Nederland Noten 1. Tweede Vaticaans Concilie, Decreet over de priesteropleiding Optatam totius (28 oktober 1965). 2. Vgl. Congregatie voor de Katholieke Vorming, Ratio fundamentalis institutionis sacerdotalis (6 januari 1970; tweede editie 19 maart 1985); De filosofiestudie in seminaries (20 januari 1972); Een leidraad voor de vorming in het priesterlijk celibaat (11 april 1974); Het kerkelijk recht in de priesteropleiding (2 april 1975); De theologische vorming van toekomstige priesters (22 februari 1976); Epistula circularis de formatione vocationum adultarum (14 juli 1976); Instructie over de liturgische vorming op seminaries (3 juni 1979); Rondzendbrief over sommige meer urgente aspecten van de spirituele vorming op seminaries (6 januari 1980); Educatieve geleide in de menselijke liefde: schetsen voor seksuele voorlichting (1 november 1983); La Pastorale della mobilità umana nella formazione dei futuri sacerdoti (25 januari 1986); Richtlijnen voor de training van toekomstige priesters over de sociale communicatiemiddelen (19 maart 1986); Lettera circolare riguardante gli studi sulle Chiese Orientali (6 januari 1987); De Maagd Maria in de intellectuele en geestelijke vorming (25 maart 1988); Richtlijnen voor de bestudering en het doceren van de sociale leer van de Kerk in de priesteropleiding (30 december 1988); Instructie over de bestudering van de Kerkvaders in de priesteropleiding (10 november 1989); Richtlijnen betreffende de voorbereidingen van seminariedocenten (4 november 1993); Richtlijnen betreffende de vorming van priesterkandidaten inzake problemen rond huwelijk en gezin (19 maart 1995); Instructie aan de Bisschoppenconferenties over de toelating tot het seminarie van kandidaten afkomstig van andere seminaries of religieuze families (9 oktober 1986 en 8 maart 1996); De propedeuse (1 mei 1998); Lettere circolari circa le norme canoniche relative alle irregolarità e agli impedimenti sia ad Ordines recipiendos, sia ad Ordines exercendos (27 juli 1992 en 2 februari 1999). 3. Johannes Paulus II, Postsynodale apostolische Exhortatie Pastores dabo vobis (25 maart 1992), in: Kerkelijke documentatie (KD) 20/5 (juni 1992). 4. Vgl. CIC, can. 1024 en CCEO, can. 754; Johannes Paulus II, apostolische Brief Ordinatio sacer- 30 2006 66

dotalis over de priesterwijding die exclusief aan mannen is voorbehouden (22 mei 1994), in: KD 22/5 (juli 1994), 269-271. 5. Vgl. Tweede Vaticaans Concilie, Decreet over het ambt en het leven van de priesters Presbyterorum ordinis (7 december 1965), 2; Pastores dabo vobis, 16, in: a.w., 230-231. Met betrekking tot de gelijkvormigheid van de priester aan Christus, de Bruidegom van de Kerk, stelt Pastores dabo vobis dat De priester is geroepen om een levend beeld te zijn van Jezus Christus, de Bruidegom van de Kerk Hij is derhalve geroepen om in zijn geestelijk leven de liefde van Christus, die Bruidegom is ten opzichte van de Kerk, de Bruid, te doen herleven. Zijn leven moet ook verlicht en gericht worden door het besef dat hij geacht wordt te getuigen van de liefde van Christus als Bruidegom (22), in: a.w., 237. sterke gerichtheid op een in moreel opzicht intrinsiek slecht gedrag is. Daarom moet de neiging zelf als een objectieve ongeregeldheid worden beschouwd (3). 9. Vgl. Katechismus van de Katholieke Kerk (editio typica, 1997), 2358; vgl. ook CIC, can. 208 en CCEO, can. 11. 10. Vgl. Congregatie voor de Katholieke Vorming, A memorandum to Bishops seeking advice in matters concerning homosexuality and candidates for admission to Seminary (9 juli 1985); Congregatie voor de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten, Brief (16 mei 2002), in: Notitiae 38 (2002), 586. 11. Vgl. Pastores dabo vobis, 35-36, in: a.w., 250-252. 6. Vgl. Presbyterorum ordinis, 14; Pastores dabo vobis, 23, in: a.w., 237-238. 7. Vgl. Congregatie voor de Clerus, Directorium voor het ambt en het leven van de priesters (31 januari 1994), 58, in: KD 23/speciale uitgave (maart 1995), 26-27. 8. Vgl. Katechismus van de Katholieke Kerk (editio typica, 1997), 2357-2358. Vgl. ook de verschillende documenten van de Congregatie voor de Geloofsleer: Verklaring Persona humana over bepaalde kwesties aangaande seksuele ethiek (29 december 1975); Brief Homosexualitatis problema aan de bisschoppen van de katholieke Kerk over de pastorale zorg voor homoseksuelen (1 oktober 1986); Enkele overwegingen omtrent het antwoord op wetsvoorstellen inzake het niet-discrimineren van homoseksuelen (23 juli 1992); Beschouwingen over voorstellen om verbintenissen tussen homoseksuele mensen voor de wet te erkennen (3 juni 2003). Wat betreft homoseksuele neigingen stelt de brief Homosexualitatis problema dat hoewel de bijzondere neiging van de homoseksuele mens op zich geen zonde is, deze toch een min of meer 12. Vgl. CIC, can. 241, 1: Tot het grootseminarie mogen door de diocesane Bisschop alleen degenen toegelaten worden die, rekening houdend met hun menselijke en morele, geestelijke en intellectuele gaven, met hun fysieke en psychische gezondheidstoestand alsmede hun juiste gezindheid, bekwaam geacht worden zich voor het leven te wijden aan de gewijde bedieningen. Vgl. ook CCEO, can. 342, 1. 13. Vgl. Optatam totius, 6. Vgl. ook CIC, can. 1029: Wijdingen dienen alleen toegediend te worden aan hen die naar het wijs oordeel van de eigen Bisschop of van de bevoegde hogere Overste, alles in overweging genomen, een ongeschonden geloof hebben, door de juiste intentie geleid worden, de vereiste kennis bezitten, een goede achting genieten, van ongerepte levenswandel zijn en van beproefde deugd, alsook beschikken over de andere fysieke en psychische hoedanigheden in overeenstemming met de te ontvangen wijding. Vgl. ook CCEO, can. 758. Iemand die de noodzakelijke eigenschappen mist niet roepen tot de wijding is geen onrechtmatige discriminatie: vgl. Enkele overwegingen omtrent 67 2006 31

het antwoord op wetsvoorstellen inzake het nietdiscrimineren van homoseksuelen. 17. Vgl. Congregatie voor de Bisschoppen, Directorium voor het pastorale ambt van bisschoppen Apostolorum successores (22 februari 2004), 88. 14. Vgl. Pastores dabo vobis, 43-59, in: a.w., 260-277. 15. Vgl. a.w., 43: De priester, die geroepen is om een levend beeld te zijn van Jezus Christus, Hoofd en Herder van de Kerk, moet ernaar streven in zichzelf zoveel mogelijk de menselijke volmaaktheid te weerspiegelen die stralend zichtbaar wordt in de mensgeworden Zoon van God en die we zo levendig weerkaatst vinden in zijn houding tegenover de anderen, in: a.w., 260. 16. Vgl. a.w., 44 en 50, in: a.w., 261-262 en 268-269. Vgl. ook: Congregatie voor de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten, Entre las más delicadas a los Exc.mos y Rev.mos Señores Obispos diocesanos y demás Ordinarios canónicamente facultados para llamar a las Sagradas Ordenes, sobre Los escrutinios acerca de la idoneidad de los candidatos (10 november 1997), in: Notitiae 33 (1997), 507-518, in het bijzonder Bijlage V. 18. Vgl. CIC, can. 1052, 3: Indien de Bisschop om zekere redenen twijfelt of de kandidaat geschikt is voor het ontvangen van de wijdingen, mag hij hem niet wijden. Vgl. ook CCEO, can. 770. 19. Vgl. CIC, can. 1051: Wat het onderzoek betreft aangaande de vereiste hoedanigheden van de wijdeling, dienen de voorschriften in acht genomen te worden die volgen: er dient een getuigenis te zijn van de rector van het seminarie of vormingshuis over de hoedanigheden die vereist zijn om de wijding te ontvangen, namelijk de rechtgelovigheid van de kandidaat, zijn echte godsvrucht, zijn goede zeden, zijn geschiktheid om het dienstwerk uit te oefenen; eveneens een getuigenis over zijn fysieke en psychische gezondheidstoestand, nadat op de juiste wijze een onderzoek ingesteld is. 20. Vgl. Pastores dabo vobis, 50 en 66, in: a.w., 268-269 en 283-284. Vgl. ook Ratio fundamentalis institutionis sacerdotalis, 48. 21. Vgl. Pastores dabo vobis, 69, in: a.w., 286. 32 2006 68