arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer: /01 inzake DELTA N.V.,

Vergelijkbare documenten
Energiebedrijven en de noodzaak van zorgvuldige wetgeving

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

De Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet;

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Stand van zaken splitsing energiebedrijven het groepsverbod nader beschouwd

Uitspraak 24 februari 2012 Eerste Kamer 10/03851 DV/AS. Hoge Raad der Nederlanden. Arrest. in de zaak van:

Uitspraak 24 februari 2012 Eerste Kamer 10/03852 DV/AK. Hoge Raad der Nederlanden. Arrest. in de zaak van:

'141 SEP 201. de Rechtspraak. Gerechtshof Amsterdam. Afdeling civielrecht en belastingrecht. mr. L.C.J. Sprengers Postbus SC Utrecht

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:GHAMS:2015:2838 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:4333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHAMS:2014:3576 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:GHAMS:2014:2893

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:CRVB:2014:2276

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:4335 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 2007/064

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Vonnis van 23 november 2016 in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C / HA ZA van

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

zaak.nummer rechtbank Amsterdam : \ CV EXPL arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 december 2016

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119

IN NAAM DER KONINGIN

Overheidsaanbesteding. Referentie-eis. Incident in hoger beroep, strekkende tot verbod opdrachtverlening totdat in appel is beslist. Belangenafweging.

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

I n z a k e: T e g e n:

ECLI:NL:RBDHA:2017:7752

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1

De zaak is voor Majestic behandeld door mrs. M.H.L. Hemmer en R.T. Tjemkes, advocaten te Breda.

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

CONCEPT. Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1

LJN: BO4175, Gerechtshof 's-gravenhage, /01 en /01

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHARL:2017:707

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 29 maart 2010 in de zaak van

ECLI:NL:GHAMS:2015:2851 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus De procedure Sector civiel recht

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:1015 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBROT:2016:665

Tweede Kamer der Staten-Generaal

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8832

ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI0508

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C05/352

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBROT:2016:4320

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

Transcriptie:

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 1 november 2016 afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer: 200.176.186/01 GERECHTSHOF AMSTERDAM Partijen hebben hun zaak ter zitting van het hof van 2juni 2016 doen bepleiten, Delta door mr. P. Glazener, advocaat te Amsterdam en de Staat door mr. Drijber voornoemd alsmede door mr. P. Huurnink, beiden advocaat te Den Haag, ieder aan de hand van gelegenheid nadere producties in het geding gebracht. Deze zaak is op verzoek van alle betrokken partijen gelijktijdig behandeld met de zaak van Eneco Holding N.V. tegen de Staat (zaaknummer 200.175.864). aan het hof overgelegde pleitnotities. Van de zijde van de Staat zijn bij die Partijen hebben vervolgens de volgende stukken ingediend: na verwijzing tevens vermeerdering van eis, met producties; van antwoord na verwijzing, met producties. - memorie - memorie procederen voor dit hof. Bij exploot van 26 augustus 2015 heeft Delta de Staat opgeroepen om voort te zaaknummer 10/03 853 het in deze zaak door het gerechtshof Den Haag gewezen (eind)arrest van 22juni 2010 vernietigd en het geding ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar dit hof. Bij arrest van 26juni 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1729) heeft de Hoge Raad onder Partijen worden hierna Delta en de Staat genoemd. 1. Het geding na verwijzing door de Hoge Raad advocaat: mr. B.J. Drijber te Den Haag. DE STAAT DER NEDERLANDEN, zetelend te Den Haag, geïntimeerde, tegen: gevestigd te Middelburg, appellante, advocaat: mr. W.H. van Baren te Amsterdam, DELTA N.V., inzake arrest

(Nr. 1) bij het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Vervolgens is arrest gevraagd. het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 11 maart 2009 Delta heeft geconcludeerd, kort samengevat, dat het hof - uitvoerbaar bij voorraad - (rolnummer 293 142/HAZA 07-2538) zal vernietigen, haar vordering strekkend tot een verklaring voor recht dat het groepsverbod in strijd is met artikel 1 van het Protocol wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003 (PbEG L 176) en richtlijn nr. 2003/55/EG (PbEG L 176), alsmede in verband met de aanscherping van het toezicht (iii) Door de zogenoemde Interventie- en Implementatiewet (Wet van 1 juli 2004 tot geding gaat het om de positie van distributienetbeheerders. Degene aan wie een wijzen. De wettelijke taak van een distributienetbeheerder (hierna ook: netbeheerder) omvat onder meer het in werking hebben en onderhouden van het net, het waarborgen netwerk toebehoort, dient een afzonderlijke vennootschap als netbeheerder aan te van de veiligheid en betrouwbaarheid van het net en het transport, het aanleggen, herstellen, vernieuwen of uitbreiden van het net, het voorzien van derden van een aansluiting en het uitvoeren van het transport. en regionale netbeheerders (ook wel aangeduid als distributienetbeheerders). In dit (ii) Er zijn landelijke netbeheerders (ook wel aangeduid als transmissienetbeheerders) De aandelen in Delta worden gehouden door de provincie Zeeland (5 0%), gemeenten in Zeeland en de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland. Delta is actief op de markten voor de productie, de levering en het transport van en de dochtervennootschappen, Delta Netwerkbedrijf 3.V., aangewezen als netbeheerder. Delta NetwerkbedrijfB.V. beheert de regionale netten voor het transport van gas en elektriciteit in de provincie Zeeland en verzorgt het transport van gas en elektriciteit over deze netten. handel in elektriciteit. Tevens distribueert en levert Delta gas. Delta heeft een van haar (i) Delta is een energieonderneming die van oorsprong met name actief is in Zeeland. 2012 onder 3.2 heeft vermeld. Het hof zal uitgaan van de feiten die de Hoge Raad in zijn tussenairest van 24 februari 2. Feiten bekrachtigen, met uitvoerbaar bij voorraad beslissing over de proceskosten met De Staat heeft geconcludeerd dat het hof het vonnis van de rechtbank Den Haag zal rente. 4.6 opgenomen in het wetsvoorstel voor de nieuwe Elektriciteits- en gaswet, met hof een verklaring voor recht van gelijke strekking zal geven met betrekking tot artikel Fundamentele Vrijheden (hierna: EP) alsnog zal toewijzen, en (voorwaardelijk) dat het beslissing over de proceskosten met rente. zaaknummer: 200.176.186/0 1 2

op het netbeheer, Stb. 2004, 328; hierna: I&I-wet) werden Richtlijn 2003/54/EG De netbeheerder moet onder meer een eigen raad van commissarissen hebben en haar Deze richtlijnen schrijven voor dat een distributienetbeheerder onafhankelijk moet zijn van andere, niet met de distributie samenhangende activiteiten. 1998 en de Gaswet geïmplementeerd. (elektriciteit) en Richtlijn 2003/55/EG (gas) door aanpassing van de Elektriciteitswet (iv) Bij de Wet onafhankelijk netbeheer (Won) zijn de Elektriciteitswet 199$ en de (b) Een netbeheerder mag geen deel uitmaken van een groep als bedoeld in art. 2:24b en art. $5 lid 2 Gaswet). De instemming moet op grond van het - op (a) De netbeheerder dient de werkzaamheden ter uitvoering van zijn wettelijke taak in (c) Indien een netbeheerder deel uitmaakt van een groep als bedoeld in art. 2:24b 3W is het deze groep niet toegestaan om handelingen of activiteiten te verrichten die (d) Voor de overdracht van aandelen in een netbeheerder dient de minister van art. 93 lid 4 Gaswet opnieuw gewijzigd en zijn verdergaande verplichtingen ten aanzien van de eigen beheer uit te voeren (ook wel aangeduid als het creëren van een vette netbeheerder ). leden 2 en 3 Gaswet). Deze verboden worden hierna tezamen aangeduid als het groepsverbod. strijdig kunnen zijn met het belang van het beheer van het desbetreffende net, waarbij onafhankelijkheid van de netbeheerder ingevoerd. De kembepalingen van de Won houden het volgende in: elektriciteit of gas produceert of levert of daarin handelt (art. 1 Ob lid 1 houden in een rechtspersoon, of deelnemen in een vennootschap, die in Nederland elektriciteit of gas produceert, levert of daarin handelt of daarmee in een groep verbonden is, en vice versa (art. 1 Ob leden 2 en 3 Elektriciteitswet 199$ en art. 2c onder handelingen en activiteiten die met dat belang strijdig kunnen zijn in ieder geval worden verstaan handelingen en activiteiten die niet op enigerlei wijze betrekking hebben op of verband houden met infrastructurele voorzieningen of aanverwante activiteiten (art. 17 leden 2 en 3 Elektriciteitswet 199$ en art. 1 Ob leden 2 en 3 Economische Zaken zijn instemming te verlenen (art. 93 lid 2 Elektriciteitswet 199$ Gaswet). Elektriciteitswet 199$ en art. 2c lid 1 Gaswet), en een netbeheerder mag geen aandelen 3W waartoe ook een rechtspersoon of vennootschap behoort die in Nederland op basis van toekomstige inkomsten uit het net vestigen. De netbeheerder mag De netbeheerder mag het net niet met een ander doel dan netbeheer, als zekerheid voor bestuurders en de meerderheid van de raad van commissarissen mogen geen binding aandeelhouder van de netbeheerder. De netten zelf moeten per 1 juli 200$ in hebben met een producent. handelaar of leverancier van energie of met een economische eigendom aan de netbeheerder toebehoren. groepsmaatschappijen niet bevoordelen boven anderen. De aandeelhouders van de netbeheerder moeten zich onthouden van iedere bemoeienis met de uitvoering van de werkzaamheden die aan de netbeheerder zijn opgedragen. De I&I-wet verplichtte niet het aantrekken van financiële middelen gebruiken, of rechten ten behoeve van derden tot eigendomssplitsing en de voornoemde EG-richtlijnen evenmin. zaakntirnrner: 200.176.186/01 3

in: de overheid. Deze regeling wordt hierna aangeduid als het privatiseringsverbod. (e) Het Besluit aandelen netbeheerders houdt, voor zover thans relevant, het volgende EÏektriciteitswet 199$ en art. 85 lid 4 Gaswet gebaseerde - Besluit aandelen netbeheerders (Stb. 2008, 62) worden geweigerd indien de overdracht erin zou resulteren dat de aandelen in handen zouden komen van partijen buiten de kring van zich moet opsplitsen, zodanig dat de netbeheerder geen onderdeel van de groep meer uitmaakt. Wel is het mogelijk dat de publiekrechteljke aandeelhouders van een gerealiseerd. geïntegreerd energiebedrijf na de splitsing zelfde aandelen in de (afgesplitste) netbeheerder gaan houden, zolang de netbeheerder maar geen onderdeel uitmaakt van toepasselijke overgangsrecht diende de splitsing uiterlijk 1januari 2011 te zijn de groep waarbinnen zich overige energieactiviteiten afspelen. Ingevolge het (vi) Het groepsverbod heeft tot gevolg dat een geïntegreerd energiebedrijf als Delta Gaswet). opgenomen (art. 93 leden 3 en 4 Elektriciteitswet 199$ en art. 85 leden 3 en 4 gerechtshof Den Haag uitspraak heeft gedaan, geheel in de desbetreffende wetten zelf (v) Het privatiseringsverbod is met ingang van 17 november 2010, nadat het t...). a. een natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet behoort tot de kring van de 4.N.V.Nuon; 3. EssentN.V.; 5. Eneco Holding N.V.; 6. DeltaN.V.; 1. N.V. Nederlandse Gasunie; direct of indirect worden gehouden door de Staat, een provincie of een gemeente: t...) bedoeld onder b; Artikel 3 rechten op aandelen in een netbeheerder er toe leidt dat: overheid aandelen verkrjgt in een netbeheerder of aandelen in een rechtspersoon die, b. de volgende rechtspersonen, mits alle aandelen in de desbetreffende rechtspersoon 2. TenneT Holding B.V.; a. de Staat, de provincies en de gemeenten; c. rechtspersonen die een volledige dochtermaatschappij zijn van een rechtspersoon als Artikel 1 Tot de kring van de overheid, bedoeld in dit besluit, behoren uitsluitend: t...). Onze Minister onthoudt in ieder geval zijn instemming indien een wijziging van direct of indirect, aandelen houdt in een netbeheerder; zaaknummer: 200.176.186/01 4

verklaring voor recht inhoudende dat door toepassing van het groepsverbod artikel 1 gericht (vgl. grieven 5, 6 en 7) die thans alsnog aan de orde dienen te komen. Het hof overweegt omtrent dit geschilpunt als volgt. EP wordt geschonden. De rechtbank heeft de vordering van Delta, voor zover die zag 3. Beoordeling 3.1. Voor zover in dit stadium van het geding nog van belang vordert Delta een op schending van artikel 1 EP, afgewezen. Delta heeft tegen deze beslissing grieven ingebedde) overheidsdienst moet worden aangemerkt. In dit verband is niet rechtspersoon van publiekrechteljke aard is enlof als een (in de staatsstructuur doorslaggevend dat alle aandelen direct of indirect door de Staat of lagere overheden worden gehouden. Delta is een rechtspersoon naar civiel recht, met een eigen verantwoordelijkheid en eigen bevoegdheden en met belangen die niet geheel samenvallen met die van haar aandeelhouders. Zij ontplooit activiteiten in een op concurrentie gerichte omgeving en beschikt als naamloze vennootschap over institutionele en operationele onafhankelijkheid tegenover haar aandeelhouders. Niet gebleken is verder dat de aandeelhouders als overheden effectieve controle uitoefenen 3.3.2. Dit betoog wordt verworpen. De verplichting van de Staat om eigendomsrechten te respecteren, geldt ingevolge artikel 1 EP zowel ten aanzien van natuurlijke personen als rechtspersonen. Voor een uitzondering daarop is slechts plaats indien de gouvernementele Organisatie in de zin van artikel 34 EVRM is. 3.3.1. Het meest verstrekkende verweer van de Staat houdt in dat Delta zich niet op het de hoedanigheid van haar aandeelhouders (die alle lagere overheden zijn) geen niet EVRM en het daarbij behorende Eerste Protocol kan beroepen nu Delta, mede gelet op Rechtspersoon in haar geval onder meer verwezenlijkt zou kunnen worden door vervreemding van de in voormelde zin verstaan. EP en niet de vraag of de desbetreffende wettelijke bepalingen in het algemeen de het geval van Delta brengt handhaving van dit verbod mee dat zij haar en Delta Infra B.V.) dan wel vervreemding van haar deelnemingen in energie. tot een groep mag behoren waarvan ook een onderneming deel uitmaakt die zich bezighoudt met de productie van, handel in enlof levering van elektriciteit of gas. In aandelen in haar dochtervennootschappen waarin de eigendom en het beheer van netbeheerdersactiviteiten en haar commerciële activiteiten zal moeten splitsen, hetgeen distributienetten voor elektriciteit en gas is ondergebracht (Delta NetwerkbedrijfB.V. vennootschappen die zich bezighouden met productie van, handel in en levering van Naar het hof uit de stellingen van Delta opmaakt, is de vraag die thans voorligt of handhaving van het groepsverbod ten aanzien van Delta strijd oplevert met artikel 1 toets aan deze verdragsbepaling kunnen doorstaan. Het hof zal het petitum van Delta 3.2. Het groepsverbod houdt in dat de beheerder van een elektriciteitsnet of gasnet niet zaaknummer: 200.176.186/01 5

elk geval sinds de liberalisering van de energiemarkt voor het grootste deel niet meer Eigendom, inmenging Delta een beroep toekomt op het bepaalde in artikel 1 EP. op de dagelijkse werking van de onderneming. Delta voert bovendien taken uit die in als een specifieke overheidstaak worden aangemerkt. De conclusie is derhalve dat redelijk evenwicht (fair balance) is tussen het publieke belang dat de Staat met deze maatregel beoogt te dienen en de mate waarin daarmee inbreuk wordt gemaakt op de eigendomsrechten van Delta/het private belang dat daardoor wordt opgeofferd. het Delta betreft de zogenoemde proportionaliteitstoets doorstaat, te weten of er een 3.6. Aan de orde is vervolgens de vraag of de handhaving van het groepsverbod waar Redelijk evenwicht groepsverbod is voor Delta voldoende voorzienbaar geweest, gezien de totstandkomingsgeschiedenis van de Won, en de regeling is voldoende toegankelijk en groepsverbod heeft de wetgever beoogd het publieke belang te dienen op een wijze die dwingende redenen van algemeen belang en dat het groepsverbod weliswaar niet precies. Het groepsverbod heeft daarmee een toereikende wettelijke basis. Met het belang worden nagestreefd. Dat de doelstellingen kunnen worden aangemerkt als wordt voorgeschreven door de richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG, maar dat daarmee wel de doelstellingen van die richtlijnen worden nagestreefd, volgt uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) van 22 oktober 2013, zaken C-105/12, C-106/12 en C-107/12 (rov. 56-66). Dat de maatregel in algemene zin geschikt is en niet verder gaat dan noodzakelijk om de dwingende redenen van waarbij de zaak naar dit hof is verwezen (rov. 4.6.1-4.10.1). Voor zover het betoog van Delta inhoudt dat bij een beroep op artikel 1 EP op dit punt een strengere toets het recht en wordt dit betoog mitsdien verworpen. algemeen belang te dienen, volgt uit het arrest van de Hoge Raad van 26juni 2015, moet worden toegepast dan de toets die de Hoge Raad bij de beoordeling van de mogelijke schending van artikel 63 VWEU heeft gehanteerd, vindt dit geen steun in 3.5. De inmenging in de vorm van het groepsverbod is bij wet voorzien. Het in beginsel daartoe geschikt is en waarmee legitieme doelstellingen van algemeen Wettelijke basis, algemeen belang in de zin van artikel 1 EP moeten worden aangemerkt. EHRM geeft aan het begrip eigendom in artikel 1 EP, de aandelen die Delta houdt in haar dochtermaatschappijen en haar overige deelnemingen als eigendom (possessions) Het groepsverbod vormt vanuit het perspectief van Delta bezien (doch ook vanuit dat van haar aandeelhouders) een inmenging in het ongestoorde genot daarvan. 3.4. Tussen partijen is niet in geschil dat mede in het licht van de (ruime) uitleg die het zaaknurnrner: 200.176.1 86/01 6

van ontneming van eigendom in de zin van de eerste alinea van artikel 1 EP (zoals 3.7.1. In dit kader hebben partij en onder meer gedebatteerd over de vraag of sprake is a. Ontnem ing of regulering groepsverbod het algemeen belang dient en daartoe gewezen op, samengevat, het 3.8.1. Bij de totstandkoming van de Won heeft de Staat aangenomen dat het b. Algemeen belang en individueel belang Het hof wijst in dit verband op hetgeen hiervoor onder 2 sub vi in dit verband is voorkomen dat de eigendom van de distributienetbeheerder en de eigendom van bedrijven die zich bezighouden met de productie, levering en handel van elektriciteit overwogen. Het groepsverbod leidt er (bijvoorbeeld) niet toe dat Delta aandelen in een vervreemding van aandelen kiest, de desbetreffende aandelen weliswaar moeten afstoten maar zij zal de waarde daarvan te gelde kunnen maken. Het wordt daarbij ook groepsverbod voldoet: het is (in beginsel) aan Delta om te bepalen van welke activiteit(en) zij afscheid neemt en aan welke partij(en) zij deze overdraagt, waarbij - is dat dit haar bestaande aandeelhouders zijn. Overigens distributienetbeheerder te waarborgen. In zoverre heeft de wet een regulerend karakter. kunnen kiezen voor juridische splitsing of afsplitsing op de voet van artikel 2:334a zoals aangegeven - Van een formele (of feitelijke) onteigening van een onderdeel van de groep kan onder door Delta gehouden aandelen toe-eigent dan wel in het publieke belang een dergelijke toe-eigening door een derde partijen toestaat of bewerkstelligt, doet zich niet voor. waardeerbare belangen te beschermen. De mogelijkheid dat de uiteindelijke begunstigden dezelfde kunnen blijven en hun belangen kunnen behouden, hoezeer aannemelijk is dat de splitsing in de gegeven omstandigheden enig nadeel voor hen meebrengt (waarop hierna onder 3.8.1 en volgende wordt ingegaan), wij St O regulering van eigendom en niet op de ontneming daarvan. denkbaar aan het betrokken geïntegreerde energiebedrijf overgelaten hoe zij aan het BW. deze omstandigheden dan ook niet worden gesproken. De situatie dat de Staat zich Daarbij dient te worden bedacht dat artikel 1 EP er met name toe strekt op geld of meer groepsmaatschappijen worden ontnomen. Zij zal, indien zij voor en gas in dezelfde hand zijn en aldus beoogt de onafhankelijkheid van met name de is Delta niet gehouden tot aandelenverkoop, zij zou ook, zoals de Staat heeft betoogd, 3.7.2. Vooropgesteld moet worden dat de Won er (onder meer) toe strekt te is voorzien in schadevergoeding. Het hof oordeelt in de door de Staat bepleite zin op dat de inmenging in beginsel als disproportioneel moet worden beschouwd, indien niet grond van het volgende. jurisprudentie van Europees Hof voor de Rechten van de Mens, verder het EHRM) Delta verdedigt) dan wel regulering daarvan in de zin van de tweede alinea (het standpunt van de Staat). In het eerstbedoelde geval geldt immers (ingevolge zaaknummer: 200.176.1$6/O1 7

energiemarkt en een betere waarborg voor een gelijk speelveld tussen commerciële energiebedrijven hetgeen eerlijke concurrentie tussen aanbieders van energie volgende: het voorkomen van kruissubsidiëring en daardoor meer transparantie op de bevordert, bescherming van afnemers van netbeheerdiensten, het garanderen van leveringszekerheid doordat de netbeheerder zich geheel kan richten op het beheer en onderhoud van het distributienet. Zoals hiervoor onder 3.5 is overwogen, moet ervan worden uitgegaan dat dit dwingende redenen van algemeen belang zijn die het slotte in hoeverre aanspraak bestaat op een vergoeding voor de inbreuk. Ook hier geldt is tussen het groepsverbod en de doelstellingen die daarmee worden nagestreefd en ten and excessive burden (buitensporige last), of er een redelijke mate van evenredigheid nagegaan of de inbreuk op de eigendomsrechten van Delta resulteert in een individuat 3.8.4. Bij de vraag of sprake is van een aanvaardbaar evenwicht, moet worden 3.8.3. Wat betreft de nadelige gevolgen van het groepsverbod voor haarzelf wijst Delta zijn. tot een lagere credit rating en dus minder gunstige voorwaarden en mogelijkheden stafdiensten en informatiesystemen) in geval van afstoting/verkoop van een van haar bedrijfsonderdelen. Voorts stelt zij dat het afstoten van het netwerkbedrijf zal leiden voor financiering van haar handelsactiviteiten, indien zij zich in de toekomst alleen daarop zou richten. Daarnaast heeft zij gewezen op de beperking die het Met betrekking tot de afstoting van haar commerciële poot heeft zij onder meer gewezen op de problematische situatie rond de exploitatie door de N.V. Elektriciteits privatiseringsverbod meebrengt waar het de afstoting van het netwerkbedrijf betreft. Productiemaatschappij Zuid-Nederland, waarin zij een meerderheidsbelang heeft, van bemoeilijkt en te verwachten valt dat een dergelijke transactie (zeer) verliesgevend zal op het verlies van schaal- en synergievoordelen (bijvoorbeeld op het gebied van de kerncentrale in Borssele, waardoor het vinden van een geschikte koper wordt de invoering van het groepsverbod. Gaswet, met minder nadelige gevolgen voor geïntegreerde energiebedrijven als de regelgeving die verwezenlijking van deze doelstellingen verzekert, met name de zichzelf legitieme doelstellingen te verwezenlijken. Er was reeds uitgebreide kunnen volstaan met minder vergaande maatregelen dan het groepsverbod om de op vergaande organisatorische splitsing en regulering krachtens de Elektriciteitsnet en voorschrijft en dat Nederland het enige land is dat een verplichting tot een dergelijke uitgewezen dat het groepsverbod niet effectiever is dan de wetgeving die bestond véér splitsing heeft ingevoerd. Bovendien heeft volgens Delta onderzoek inmiddels 3.8.2. Delta heeft in dit verband onder meer de kanttekening geplaatst dat de Staat had hare. Delta wijst er verder op dat de Uniewetgever geen eigendomssplitsing groepsverbod rechtvaardigen. Het hof neemt daarom aan dat de keuze voor het groepsverbod valt binnen de ruime margin ofappreciation die het EHPJVI aan de lidstaten laat. Daarmee is echter niet gezegd dat er in het onderhavige geval een redelijk evenwicht is tussen de redenen van algemeen belang en mate waarin het groepsverbod inbreuk maakt op de eigendomsrechten van Delta. zaaknttrnrner: 200.176.186/01 $

appreciation wordt gelaten. maken en dat deze daarbij blijkens jurisprudentie van het EHRM een ruime margin of dat het in de eerste plaats aan de betrokken staat is om de vereiste belangenafweging te hof zal partijen de gelegenheid geven zich hierover bij akte nader uit te laten. een of meer groepsmaatschappijen af te stoten. Deze splitsing kan voor Delta een onevenredig zware last betekenen, gelet op de exploitatie van de kerncentrale in Borssele, zolang geen adequate voorziening is getroffen om die last te verlichten. Het 3.9. Het groepsverbod noodzaakt Delta om haar activiteiten te splitsen en het belang in Conclusie 3.8.6. In het geval van Delta speelt echter een rol dat naast de nadelige gevolgen die zal het oordeel zijn dat handhaving van het groepsverbod zich niet verdraagt met laten. (min of meer) aan het splitsen van een geïntegreerd energiebedrijf eigen zijn, sprake is van een specifiek nadeel doordat zij vanwege de kerncentrale in Borssele haar commerciële activiteiten niet aan een willekeurige partij zal kunnen verkopen. Het laat zich aanzien dat Delta hierdoor gedwongen zal zijn haar lucratieve netbeheer van de hand te doen en met de (naar door haar onweersproken is gesteld) verliesgevende commerciële activiteiten achter zal blijven en dat dit mogelijk het einde van haar het geval van Delta een onevenredig zware last betekent en dat een redelijk evenwicht slechts kan worden bereikt indien Delta tot op zekere hoogte voor het te verwachten nadeel wordt gecompenseerd. Indien die vraag bevestigend moet worden beantwoord, artikel 1 EP, indien en voor zolang geen adequate voorziening wordt getroffen om het nadeel van Delta te verzachten. Het hof acht zich op dit punt nog onvoldoende voorgelicht en zal partijen de gelegenheid geven zich hierover bij akte nader uit te bedrijf zal betekenen. Dit doet de vraag rijzen of handhaving van het groepsverbod in (disproportionate biirden) op Delta legt dat dit een redelijk evenwicht (fair balance) hof op zichzelf onvoldoende om te concluderen dat het groepsverbod en de daardoor groepsverbod en de gestelde achterstand als gevolg van het groepsverbod in de concurrentie met (buitenlandse) energiebedrijven die wel geïntegreerd zijn en dat volgens het op hen toepasselijke nationale recht ook mogen blijven, alsmede het vervallen van de voordelen van een geïntegreerd bedrijf, zijn naar het oordeel van het verstoort. noodzakelijke splitsing van activiteiten een zodanige onevenredig zware last tussen het algemeen belang en het individuele belang van Delta in relevante mate 3.8.5. De twijfels van Delta met betrekking tot de doeltreffendheid van het zaaknummer: 200.176.186/01 9

- verwijst de zaak naar de rol van 13 december 2016 voor akte aan de zijde van Delta, Het hof: zoals hiervoor onder 3.9 is overwogen; 4. Beslissing mr, J.C.W. Rang J.W. Rutgers en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 1 november 2016. Dit arrest is gewezen door mrs. W.J.J. Los, E.E. van TuyIl van Serooskerken-Röell, - houdt elke verdere beslissing aan. zes weken bij akte op de uitlatingen van Delta te reageren; - bepaalt dat de Staat in de gelegenheid zal worden gesteld om bitmen een termijn van zaaknummer: 200.176.186/01 10