GESTRA. GESTRA Steam Systems NRR Gebruiksaanwijzing Niveauregelaar NRR 2-40

Vergelijkbare documenten
GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 2-40

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing HN-schakelaar NRS 2-4

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

GESTRA Steam Systems NRR Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauregelaar NRR 2-40

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG Gebruiksaanwijzing Niveauelektrode NRG 26-40

URN 2. Gebruiksaanwijzing Netvoedingsapparaat URN 2

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 1-9. Gebruiksaanwijzing Waterstandbegrenzer/-regelaar NRS 1-9

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1

NRS 2-3. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 2-3

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG Montagehandleiding GESTRA Niveau-elektrode NRG 26-21

GESTRA Steam Systems TRS 5-8. Nederlands. Gebruiksaanwijzing GESTRA temperatuurschakelaar TRS 5-8

NRS 1-8. Gebruikaanwijzing GESTRA Niveauschakelaar NRS 1-8

GESTRA. GESTRA Steam Systems. NRR 2-2e. Gebruiksaanwijzing Niveauregelaar NRR 2-2e

LRG Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidselektrode LRG 12-2

NRGT 26-1 NRGT 26-1 S. Gebruiksaanwijzing Niveau-elektrode NRGT 26-1, NRGT 26-1 S

TRS 5-7. Gebruiksaanwijzing Temperatuurschakelaar TRS 5-7

GESTRA Steam Systems NRS 1-7. Gebruikershandleiding Niveauschakelaar NRS 1-7

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 2-50 NRS Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 2-50 Niveauschakelaar NRS 2-51

GESTRA. GESTRA Steam Systems BK 212. Inbouwhandleiding Condenspot BK 212

GESTRA MK 36/51. Installatie instructies Condenspot MK 36/51

GESTRA Steam Systems NRS 1-7. Nederlands. Gebruikershandleiding Niveauschakelaar NRS 1-7

TRG 5-53 TRG 5-54 TRG 5-55 TRG 5-57

TRS 5-6. Gebruiksaanwijzing Temperatuurschakelaar TRS 5-6

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS 1-54 NRS Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 1-54 Niveauschakelaar NRS 1-55

GESTRA Steam Systems URB 1. Nederlands. Gebruiksaanwijzing Bedienings- en visualisatie-instrument URB 1

NRGS 11-1 NRGS 16-1 NRGS 16-1 S. Gebruiksaanwijzing Niveau-elektrode NRGS 11-1 Niveau-elektrode NRGS 16-1 Niveau-elektrode NRGS 16-1S

GESTRA. GESTRA Steam Systems ERL 16-1 LRG Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidselektroden ERL 16-1, LRG 16-4

NRGS 11-2 NRGS Gebruiksaanwijzing Niveau-elektrode NRGS 11-2 Niveau-elektrode NRGS 16-2

GESTRA. GESTRA Steam Systems VK 14 VK 16. Gebruikershandleiding Kijkglazen Vaposkop VK 14, VK 16

NRG Gebruiksaanwijzing Niveau-elektrode NRG 211-1

NRG NRG NRG Montagehandleiding Niveau-elektrode NRG 16-12, NRG 17-12, NRG 19-12

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauelektrode NRG 26-40

KNX/EIB Voedingseenheid 640 ma onderbrekingsvrij. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Elektronische stuureenheid. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

Bedieningshandleiding. Analoge ingang 4-kanaals

NRG NRG NRG NRG

GESTRA Steam Systems NRGS 11-2 NRGS Nederlands. Gebruiksaanwijzing Compact systeem NRGS 11-2, NRGS 16-2

NRG NRG NRG NRG

Draadloze bussysteem Draadloze besturingseenheid 1-10V enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

GESTRA. GESTRA Steam Systems BB...1 BB...2. Inbouwhandleiding Dubbele terugslagklep BB 1..., BB 2...

Systeem 2000 Systeem 2000 HLK-relais-basiselement. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

AK 45 Gebruiksaanwijzing

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRS TWEE-elektroden-instrument. Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauschakelaar NRS 1-50

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Potentiometer 1-10 V

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

EMS 2.0. ModuLine 1010H (2017/05) NL

LRG LRG LRG 17-40

NRG NRG Gebruiksaanwijzing Niveau-electrode NRG 16-36

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving

NRG NRG NRG 19-11

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

Servomotoren voor kleine afsluiters

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

Bedieningshandleiding. Analoge ingangsmodul 4-kanaals

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Onderbrekingsvrije KNX-voeding. Art.-Nr.: USV 640 MA. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Lichtmanagement Taststuureenheid. Bedieningshandleiding

Technische documentatie

MC 785D-6p in- en opbouw

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Systeemschakeleenheid. Bedieningshandleiding

GESTRA. GESTRA Steam Systems BK 15. Gebruikershandleiding Condenspot BK 15, DN 40-50

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

Bedieningshandleiding. Analoog uitgang 4-kanaals

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. KNX KNX temperatuurregelaar voor objecten. Best.nr. : XX

Introductie Capa Switch KLS Algemeen

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRR 2-50 NRR Nederlands. Gebruiksaanwijzing Niveauregelaar NRR 2-50 Niveauregelaar NRR 2-51

GESTRA Steam Systems LRG Nederlands. Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidselektrode LRG 16-4

Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

KNX/EIB Voedingseenheid. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid 640 ma. Best.nr. : Best.nr.

BK 46 Gebruikershandleiding

Concept 420 sm (productinformatie) Blad 1 04/2008

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Trappenhuisautomaat, Impulsgever. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

A-ISOMETER IZ427 Impedantie-bewakingstoestel met geïntegreerde belasting-, temperatuur- en spanningsbewaking voor MES ketens

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING

Debietdetector/ -melder. bij pneumatisch transport. Bedrijfsinstructies. Neue Technik. und Vertrieb

Televariator 0-10 V

Afbeelding 1: Binaire ingang 8-voudig 24 V

Bedieningsmodule Type ABS CP

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud.

GESTRA Steam Systems AK 45. Gebruiksaanwijzing Opstart-aflaatklep AK 45

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer

Transcriptie:

GESTRA GESTRA Steam Systems NRR 2-40 Gebruiksaanwijzing 818492-00 Niveauregelaar NRR 2-40 1

Inhoudsopgave Pagina Belangrijke instructies Correcte toepassing... 7 Veiligheidsinstructies / Gevaren... 7 Verklaringen Verpakkingsinhoud... 8 Systeembeschrijving... 8 Werking... 8 Technische gegevens... 9 Inbouw NRR 2-40... 10 Inbouwvoorbeeld... 35 Elektrische aansluiting Aansluitschema... 3, 4, 10, 11 Basisinstelling CAN-bus... 12 Node-ID... 12 Fabrieksinstelling... 13 Regelaar NRR 2-40... 13 Inbedrijfname NRR 2-40... 14 Meetbereik... 14 Meetbereik instellen... 14, 15 Schakelpunten en proportionele band vastleggen... 16 19 Inregeling van de terugmeldpotentiometer van een extern regelventiel... 20 Bedrijf Normaal bedrijf... 21 Alarm / MAX-alarm / MIN-alarm... 21 Relaistest MIN / MAX... 22 Systeemstoringen Systematisch fouten zoeken bij systeemstoringen... 23 Systeemstoring 1 t/m 4... 24 26 Functionele storingen bedrijf Checklist fouten bij functionele bedrijfsstoringen... 26 27 Appendix Fabrieksinstelling van de node-id s... 28, 29 Node-ID bepalen/wijzigen... 28 Dode band... 30 Dode band bepalen / wijzigen... 30 32 Conformiteitverklaring... 34 2

Aansluitschema NRR 2-40 als driepunts stappenregelaar Kabel per paar getwist Kabel per paar getwist Fig. 1 Potentiometer Afsluitweerstand 120 Ohm Mom. waarde uitgang 4-20 ma (optie) Toevoerregeling ventiel DICHT 23 ventiel OPEN 25 Aandrijving Afvoerregeling ventiel OPEN 23 ventiel DICHT 25 Fig. 2 Terugmeldpotentiometer 1000 Ohm 3

Aansluitschema NRR 2-40 als driepunts stappenregelaar per paar getwist per paar getwist Fig. 3 Afsluitweerstand 120 Ohm Mom. waarde uitgang 4-20 ma (optie) Analoge regeluitgang Stelgrootheid Y, 4-20 ma Bedieningsapparaat URB 1 ZEP Niveauschakelaar NRS 1-42 Niveauregelaar NRR 2-40 Niveauelektroden NRG 16-42 Sensor... Voedingsspanning Afsluitweerstand 120 Ohm CAN-datakabel Afsluitweerstand 120 Ohm Fig. 4 4

Functie-elementen 1 Fig. 5 7 6 5 4 3 2 A 8 A B Fig. 6 5

Legenda 1 Status-LED Alarm Storing LED 1 schakelpunt 1 MAX-alarm Multifunctioneel LED 2 regelventiel sluit Niet bezet Multifunctioneel LED 3 regelventiel opent Niet bezet Multifunctioneel LED 4 schakelpunt 4 Niet bezet Multifunctioneel 2 LED busstatus 3 LED netspanningcontrole 4 Bevestigingstoets/testmodus 5 Cursortoets 6 Cursortoets 7 Programmatoets 8 Codeerschakelaar, 10-polig A Klemmenstrook B Schroeven voor klemmenstrook 6

Belangrijke instructies Correcte toepassing De besturing NRR 2-40 in combinatie met de niveauelektrode NRG 26-40 alleen voor het regelen van het niveau van vloeibare, elektrische geleidende media gebruiken. Veiligheidsinstructie Het apparaat mag uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel worden geïnstalleerd. Gekwalificeerd vakpersoneel zijn personen die met de montage en inbedrijfname van het product bekend zijn en die voor hun taken over bijbehorende kwalificaties beschikken zoals bijvoorbeeld: Opleiding als elektrotechnicus of elektrotechnisch opgeleid persoon. Opleiding of training in het gebruik van speciale veiligheidsuitrusting conform de veiligheidstechnische normen voor elektrische circuits. Opleiding of training op het gebied van eerste hulp en ongevallenpreventie. Gevaar De klemmenstroken van de NRR 2-40 staan tijdens bedrijf onder spanning! Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk. Voor de montage en demontage van de klemmenstroken en het deksel instrument spanningsloos schakelen! 7

Verklaringen Inhoud verpakking NRR 2-40 1 niveauregelaar NRR 2-40 in kunststof huis met kastenklemmen 1 afsluitweerstand 120 Ω 1 gebruiksaanwijzing Systeembeschrijving De niveauregelaar NRR 2-40 vormt met de niveauelektrode NRG 26-40 een niveaumeeten -regelsysteem. De niveauregelaar beschikt over de volgende functies: Twee niveaugrenswaarden met ieder een schakelpunt (MAX-alarm, MIN-alarm). Driepunts stappen- of continue regeling binnen een instelbare proportionele band. Continue niveaumeting in een gedefinieerd meetbereik van de elektrode. De NRR 2-40 heeft een uitgang voor een standaard signaal 4-20 ma (optie). De niveaudata worden via een CAN-databus door de niveauelektrode NRG 26-40 aan de niveauregelaar of andere systeemcomponenten overgedragen. Werking De niveauelektrode NRG 26-40 verzendt cyclisch een datatelegram aan de niveauregelaar NRR 2-40. De data wordt overgedragen via een CAN-bus met CANopen-protocol conform DIN ISO 11898. De overgedragen meetgegevens worden verwerkt en aan de handmatig ingesteld schakelpunt toegekend. Voor de externe niveau-aanwijzing wordt een standaard signaal 4-20 ma (optie) gegenereerd. Een relaisschakelvertraging kan met het bedienings- en visualisatie-instrument URB 1 handmatig worden ingesteld. Teneinde betrouwbaar functioneren van het systeem te waarborgen wordt de data-zendcyclus van de niveauregelaar permanent bewaakt. Wanneer de CAN-buskabel wordt onderbroken, signaleert de niveauregelaar optisch een storing en relais 1 en 4 worden direct afgeschakeld (alarmstand). Met het GESTRA bedienings- en visualisatie-instrument URB 1 kunnen de overige functies zoals de instelbare in- en afschakelvertraging van het uitgangsrelais binnen een bereik van 1 tot 25 s worden ingesteld. 8

Technische specificaties Identificatie NRR 2-40: TÜV 98-399 Ingang/uitgang Interface voor CAN-bus conform DIN ISO 11898 CANopen. Terugmeldpotentiometer 1000 Ω Uitgang voedingsspanning voor de elektroden Voedingsspanning 24 V DC, kortsluitvast. Analoge uitgang 4-20 ma, belasting 500 Ω voor aanwijzing mom. waarde (optie). Analoge regeluitgang voor regelgrootheid, 4-20 ma, maximale belasting 500 Ω (optie). Vier potentiaalvrije omschakelcontacten. Maximale schakelstroom bij schakelspanningen 24 V AC, 115 V AC en 230 V AC: ohms 4 A, inductief 0,75 A bij cos ϕ 0,5. Maximale schakelstroom bij schakelspanning 24 V DC: 4 A. Contactmateriaal zilver, hard verguld. Ontstoring Extern RC-element (100 Ω / 47 nf) op schakelaar uitvoeren. Relais-afschakelvertraging Uitgang MIN, MAX 3s Aanwijs- en bedieningselementen Een rode LED voor schakelpunt MAX Een rode LED voor schakelpunt MIN Twee groene LED s voor REGELVENTIEL OPENT en REGELVENTIEL SLUIT Een groene LED BEDRIJF Een rode LED BUSFOUT Een 10-polige dipschakelaar Node-ID / Baudrate Vier drukknoppen Proportionele band X p 1 %... 100 % Terugmelding ventielstand 0 Ω... 1000 Ω (alleen bij bedrijf als driepunts-stappenregelaar) Schakelbereik (dode band) X sh 0 % (fabrieksinstelling) tot 15 % Netspanning 230 V +/ 10 %, 50/60 Hz 115 V +/ 10 %, 50/60 Hz (optie) Opgenomen vermogen 10 VA Beschermingsklasse Kast: IP 40 conform DIN ISO 60529 Klemmenstrook: IP 20 conform DIN ISO 60529 Toelaatbare omgevingstemperatuur 0 C... 55 C Kastmateriaal Frontplaat: polycarbonaat, grijs Kast: polycarbonaat, zwart Gewicht Ca. 0,8 kg 9

Inbouw NRR 2-40 Montage op montagerail 1. Niveauregelaar op de montagerail bevestigen. Montagerail TS 35 x 15, DIN EN 50022. 2. Niveauregelaar uitrichten. Fig. 19, fig. 20 Gereedschap Schroevendraaier (5,5/100) Elektrische aansluiting Als buskabel moet meeraderig, per paar getwiste, afgeschermde signaalkabel worden gebruikt, bijv. UNITRONIC BUS CAN 2 x 2 x...2 of RE-2YCYV-fl 2 x 2 x...2. De baudrate (data-overdrachtsnelheid) bepaalt de kabellengte tussen de bus-eindapparaten en het totale stroomverbruik van de sensoren bepaalt de diameter. S 8 S 9 S 10 OFF ON OFF ON OFF ON ON ON OFF OFF ON ON OFF OFF ON ON ON ON Baudrate Kabellengte 250 kbit/ s 125 m Fabrieksinstelling Aantal paren en diameter [mm 2 ] 2 x 2 x 0,34 125 kbit/ s 250 m 2 x 2 x 0, 5 100 kbit/ s 335 m 2 x 2 x 0,75 50 kbit/ s 500 m 20 kbit/ s 1000 m 10 kbit/ s 1000 m Op aanvraag, afhankelijk busconfiguratie van de De baudrate wordt op een codeerschakelaar ingesteld. Bij grotere kabellengten moet de baudrate worden gereduceerd. Bij alle busdeelnemers moet dezelfde instelling worden uitgevoerd. Ter beveiliging van de schakelcontacten moet het circuit met een zekering T 2,5 A worden gezekerd of conform de TRD-voorschriften worden gezekerd met 1A bij 72h-bedrijf. Bij een gewenste kabellengte van meer dan 125 meter tot maximaal 1000 meter moet de baudrate worden veranderd. Let hiervoor s.v.p. ook op blz. 28 en 29. Aansluitschema Aansluitschema zie blz. 3 en blz. 4. 10 UNITRONIC is een gedeponeerd handelsmerk van LAPP Kabelwerke GmbH, Stuttgart

Elektrische aansluiting vervolg Let op Alleen in lijn bedraden, geen steraansluiting! Afscherming van de stuurkabels doorgaand onderling verbinden en eenmaal op centrale aardpunt (ZEP) aansluiten. Ter beveiliging van de schakelcontacten moet het circuit met een zekering T 2,5 A worden gezekerd of conform de TRD-voorschriften. Wanneer twee of meer systeemcomponenten in een CAN-bus netwerk zijn gekoppeld, dan moet op het eerste en het laatste apparaat een afsluitweerstand 120 Ω worden geïnstalleerd! Fig. 4 Het CAN-Bus-netwerk mag tijdens bedrijf niet onderbroken worden! Bij onderbreking wordt het MIN-/MAX-alarm geactiveerd! Indien de besturing moet worden vervangen moeten de klemmenstroken A worden gedemonteerd. Fig. 6. Voordat de CAN-buskabel van de klemmenstrook wordt losgemaakt, moeten alle aangesloten systeemcomponenten uit bedrijf genomen worden! Opmerking Afscherming alleen op de daarvoor bedoelde klemmen aansluiten. De lusweerstand moet kleiner zijn dan 10 Ω. De nom. spanning is aangegeven op de typeplaat. Bij het uitschakelen van inductieve verbruikers ontstaan spanningspieken, die het functioneren van besturings- en regelinstallaties aanmerkelijk beïnvloeden. Het verdient daarom aanbeveling, deze verbruikers van ontstoringselementen te voorzien. Ondanks een correcte bedrading kunnen er vanwege installatie-afhankelijke, hoogfrequentie storingen systeemfouten en storingsmeldingen optreden. Zie indien nodig de Fout checklist Functionele bedrijfsstoringen op blz. 26 en 27. Gereedschap Schroevendraaier grootte 2,5, volledig geïsoleerd conform VDE 0680 11

Basisinstelling CAN-bus Alle apparaatgroepen (niveau, geleidbaarheid) zijn via een CAN-bus onderling verbonden. De dataoverdracht tussen de apparaatgroepen wordt uitgevoerd gebruik makend van het protocol CANopen. Alle apparaten hebben een elektronisch adres de Node ID gekregen. De vieraderige buskabel is bedoeld voor de voedingsspanning en als datasnelweg, via welke informatie met hoge snelheid in beide richting wordt verzonden. Het CAN-adres (Node ID) kan binnen het bereik 1-123 worden ingesteld. De NRR 2-40 is in combinatie met GESTRA componenten af fabriek bedrijfsgereed geconfigureerd en kan zonder instelling van de Node ID direct worden gebruikt. Wanneer meerdere gelijksoortige systemen via het CAN-bus netwerk moeten communiceren, moet aan ieder systeem een node-id worden toegekend. Zie hiervoor de appendix op blz. 28 en 29. Node-ID 12

Basisinstelling vervolg Fabrieksinstelling De niveauregelaar wordt af fabriek geleverd met de volgende instellingen: Baudrate: 250 kb/s Proportionele band X P : 20% Node-ID: 040 Schakelpunt 1: 80% Schakelpunt 4: 20% Relais-afschakelvertraging schakelpunt 1: 1s Relais-afschakelvertraging schakelpunt 4: 1s Relais-afschakelvertraging schakelpunt 1: 3s Relais-afschakelvertraging schakelpunt 4: 3s 80 % 60 % 40 % 20 % 20 % 100 % 0% Fig. 7 Regelaar NRR 2-40 De regelaar NRR 2-40 is speciaal voor de niveauregeling in stoomketels en voedingswaterontgassers bedoeld. De NRR 2-40 is een proportionele regelaar met permanente regelafwijking. De positieve en negatieve regelafwijking beweegt zich binnen de door de gebruiker ingestelde proportionele band (X P ). De mogelijkheid bestaat om elektrische of pneumatische (optie) regelventielen aan te sturen. Elektrische ventielaandrijvingen worden via een analoog signaal aangestuurd, dat intern in de regelaar, in relatie met een actief standterugmeldingssignaal van het ventiel, in een driepuntsstappensignaal wordt omgezet. De stuurimpulsen voor het elektrische regelventiel worden m.b.v. een in de regelaarkast geïntegreerd relais overgedragen. Pneumatische ventielaandrijvingen worden aangestuurd via een analoog signaal 4-20 ma. Het analoge signaal wordt direct door de proportionele regelaar aan de klepstandsteller van het pneumatische regelventiel doorgegeven. Een actieve standterugmelding is hier echter niet mogelijk. Gevolg van verschillende X P -waarden: X P > Grote blijvende regelafwijking, ventiel reageert traag. X P < Kleine blijvende regelafwijking, ventiel neigt naar pendelen, aanbevolen X P -waarde 30 %... 100 %. 13

Inbedrijfname NRR 2-40 Netspanning inschakelen. De status-led s 1 t/m 4 knipperen snel. De LED Netcontrole brandt. De systeemtest duurt 2 seconden. Status-LED knippert snel. De LED Netcontrole brandt. Meetbereik 1 Gewenste meetbereik [mm] 2 Maximale meetbereik Bepaal voor uw niveaumeting het gewenste meetbereik 1. 37 NRG 26-40 2 1 Fig. 8 Meetbereik instellen Drukknop lang indrukken. Niveau in tank tot het minimum van het gewenste meetbereik 1 doen afnemen. Met de knop kan indien nodig eerst het maximum van het gewenste meetbereik worden ingesteld! 26 LED s branden Onderste meetpunt LED s knipperen langzaam LED netspanningcontrole lang Drukknop kort indrukken. Opgelet: In geval van een systeemstoring knipperen in de programmamodus de LED busstatus en/of de LED netcontrole met een snelle frequentie. Programmamodus verlaten en systeemstoring analyseren (zie blz. 22 26). LED s knipperen kort LED s knipperen langzaam 14

Inbedrijfname vervolg Meetbereik instellen vervolg Drukknop kort indrukken. Het minimum van het gewenste meetbereik is nu opgeslagen. LED s branden LED s knipperen langzaam kort Drukknop kort indrukken. Niveau in tank tot het maximum van het gewenste meetbereik 1 doen toenemen. LED s branden LED s knipperen langzaam kort Drukknop kort indrukken. LED s branden LED s knipperen langzaam kort Drukknop 2 x kort indrukken. Het maximum van het gewenste meetbereik is nu opgeslagen. De NRR 2-40 bevindt zich nu weer in de bedrijfsstand. 2 x kort 15

Inbedrijfname vervolg Schakelpunten en proportionele band 1 Schakelpunt 1 2 Schakelpunt 2 X 3 P Schakelpunt 3 4 Schakelpunt 4 5 Gekozen meetbereik NRG 26-40 1 2 3 4 5 Fig. 9 U kunt twee schakelpunten en de proportionele band X P binnen het gekozen meetbereik vastleggen. 80 % 70 % 50 % 20 % 20 % 90 % 45 % 35 % 10 % 10 % Fig. 10 (voorbeeld) Fig. 11 (voorbeeld) 16

Inbedrijfname vervolg Schakelpunten en proportionele band vastleggen Drukknop kort indrukken. Niveau in de tank tot de gewenste waarde doen toenemen of doen afnemen. Met de knop kan indien nodig eerst een ander schakelpunt of de proportionele band worden vastgelegd! LED brandt kort LED s knipperen langzaam Drukknop kort indrukken. Niveau op schakelpunt 4 binnen het gekozen meetbereik brengen. Opgelet: In geval van een systeemstoring knipperen in de programmamodus de LED busstatus en/of de LED netcontrole met een snelle frequentie. LED knippert kort LED s knipperen langzaam Drukknop kort indrukken. Schakelpunt 4 is nu opgeslagen. LED brandt LED s knipperen langzaam kort Drukknop kort indrukken. De ondergrens van de proportionele band X P 3 is nu gekozen (schakelpunt 3). LED brandt LED s knipperen langzaam kort Drukknop kort indrukken. Niveau op schakelpunt 3 binnen het gekozen meetbereik brengen. Voorbeeld: Niveau schakelpunt 3 = 40 % en Niveau schakelpunt 2 = 60 % resulteert in een X P -waarde (60 % 40 %) = 20 %. Het setpoint ligt bij 50 %. LED knippert kort LED s knipperen langzaam 17

Inbedrijfname vervolg Schakelpunten en proportionele band vastleggen vervolg Drukknop kort indrukken. Schakelpunt 3 is nu opgeslagen. LED brandt LED s knipperen langzaam kort Drukknop kort indrukken. De bovengrens van de proportionele band X P 2 is nu gekozen (schakelpunt 2). LED brandt LED s knipperen langzaam kort Drukknop kort indrukken. Niveau op schakelpunt 2 binnen het gekozen meetbereik brengen. Voorbeeld: Niveau schakelpunt 3 = 40 % en Niveau schakelpunt 2 = 60 % resulteert in een X P -waarde van 20 %. LED knippert kort LED s knipperen langzaam Drukknop kort indrukken. Schakelpunt 2 is nu opgeslagen. LED brandt LED s knipperen langzaam kort Drukknop kort indrukken. Schakelpunt 1 is gekozen. LED brandt LED s knipperen langzaam kort 18

Inbedrijfname vervolg Schakelpunten en proportionele band vastleggen vervolg Drukknop kort indrukken. Niveau op schakelpunt 1 binnen het gekozen meetbereik brengen. LED knippert LED s knipperen langzaam kort Drukknop 2 x kort indrukken. Schakelpunt 1 is nu opgeslagen. De NRR 2-40 bevindt zich nu weer in de bedrijfsstand. LED brandt 2 x kort 19

Inbedrijfname vervolg Inregeling van de terugmeldpotentiometer van een extern regelventiel De terugmeldpotentiometer van een extern regelventiel, aangedreven door een elektromotor, moet voor de inbedrijfname handmatig worden ingeregeld. 1. Totale weerstand van de terugmeldpotentiometer meten. 2. Regelventiel handmatig in de middenpositie brengen. 3. De stand van de terugmeldpotentiometer handmatig net zoveel veranderen, tot de die deelweerstanden van de gemeten totaalweerstand gelijk zijn. 1000 Ω +/ tolerantie gemiddelde waarde Fig. 12 0 Ω Let op Voor de GESTRA niveauregelaar NRR 2-40 is een 1000 Ω terugmeldpotentiometer noodzakelijk! Wanneer de klemmen voor de terugmeldpotentiometer niet bezet zijn of de terugmeldpotentiometer is defect, werkt de NRR 2-40 als tweepuntsregelaar! Met het bedienings- en visualisatie-instrument URB 1 kan de inregeling van de terugmeldpotentiometer van een extern regelventiel halfautomatisch zonder weerstandsmeting worden uitgevoerd. Indien een URB beschikbaar is, houdt dat s. v. p. de betreffende gebruiksaanwijzing aan. 20

Bedrijf Normaal bedrijf Normaal bedrijf, regelaar functioneert. De groene LED s 2 en 3 knipperen, wanneer het externe regelventiel geopend of gesloten wordt. Alle LED s gaan uit, wanneer het setpoint is bereikt. De LED Netcontrole brandt. LED s knipperen bij actief regelventiel LED Netcontrole brandt Alarm Er zijn twee alarmtoestanden. MAX-alarm MIN-alarm MAX-alarm LED 1 knippert snel. LED 1 brandt na afloop van de afvalvertraging. knippert brandt MIN-alarm LED 4 knippert snel. LED 4 brandt na afloop van de afvalvertraging. knippert brandt 21

Bedrijf vervolg Relaistest MIN / MAX Drukknop kort indrukken. De testmodus is gedurende 5 seconden actief. LED s branden kort Drukknop ingedrukt houden. LED 4 gaat uit. Voor schakelpunt 4 wordt MIN-alarm gesimuleerd. Status-LED 4 gaat uit Drukknop ingedrukt houden. LED 1 gaat uit. Voor schakelpunt 1 wordt MAX-alarm gesimuleerd. Status-LED 1 gaat uit Systeemstoringen Systeemstoringen treden op bij foutieve montage of configuratie van de CANBus-componenten, bij oververhitting van de apparaten, bij storingsinstraling in het voedingsnet of bij defecte elektronische onderdelen. Er zijn vier storingstoestanden voor niveauschakelaar en niveauelektrode. Toegestane temperatuur in de elektrodebehuizing is overschreden Geen of foutieve communicatie met de niveauelektrode Fout in de CAN-bus Uitval van de 24 V voeding in de NRR 2-40 22 Waarschuwing De klemmenstrook van de NRR 2-40 staat tijdens bedrijf onder spanning! Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk. Voor de montage en demontage van het instrument de installatie spanningsloos schakelen!

Systeemstoringen vervolg Systematisch fouten zoeken bij systeemstoringen De foutbronnen bij systeemstoringen van een CAN-bussysteem met meerdere busdeelnemers moeten systematisch worden geanalyseerd, omdat defecte componenten of verkeerde instellingen een negatieve wisselwerking kunnen veroorzaken met intacte busdeelnemers op het CANbussysteem. Er kunnen als gevolg van deze wisselwerkingen foutmeldingen bij volledig functionerende busdeelnemers verschijnen, waardoor het lokaliseren van de fout moeilijker wordt. Gebruik de volgende systematiek bij het zoeken naar fouten: Stap 1 (start) Klemmenstroken in alle sensoren van de busdeelnemers losmaken. Niveausensor, geleidbaarheidssensor, druksensor, temperatuursensor enz. Test Fout met behulp van de checklist systeemstoringen opheffen! Afsluitende testen; zijn alle fouten verholpen? Stap 2 Klemmenstrook van de sensor van één systeem bijv. NRS en NRG (sensor) plaatsen. Volgende systeem testen. Systeemfout Fout m. b. v. de checklist systeemstoringen bepalen. Instrument spanningsloos schakelen. Stap 3 Netspanning voor de busdeelnemer van het systeem bijv. NRS en NRG.. inschakelen. Systeem O.K. Klemmenstrook tussen de busdeelnemers van het systeem bijv. NRS en NRG.. losmaken 23

Systeemstoringen vervolg Systeemstoring 1 LED s knipperen langzaam LED 1 t/m 4 knipperen langzaam. Alarmmelding MIN / MAX. Fout: de toegestane temperatuur in de elektrodebehuizing is overschreden Oplossing: elektrodeflens isoleren tegen warmtestraling. Zodra de maximaal toelaatbare temperatuur wordt onderschreden, schakelt het instrument automatisch weer naar de normale bedrijfsstand. Systeemstoring 2 LED 1 t/m 4 knipperen snel. Alarmmelding MIN / MAX. LED s knipperen snel Fout: de CAN buskabel tussen de instrumenten is onderbroken! Oplossing: aansluiting en klemmen controleren. Systeem opnieuw starten. Fout: de node-id s zijn verkeerd! Oplossing: node-id s conform de basisinstelling of de appendix instellen. Systeem spanningsloos schakelen en na 5 seconden opnieuw starten. 24

Systeemstoringen vervolg Systeemstoring 3 LED busstatus knippert langzaam. LED knippert langzaam Fout: er is een fout in de CAN-bus opgetreden! Oplossing: systeem opnieuw starten. LED busstatus knippert langzaam. Alarmmelding MIN / MAX. LED knippert langzaam Fout: de dataoverdracht in de CAN-bus is onderbroken! Oplossing: de buskabels moeten conform het aansluitschema worden bedraad (let op de polariteit). Op de bus-eindapparaten moeten conform het aansluitschema 120 Ohm afsluitweerstanden zijn aangesloten. Systeem spanningsloos schakelen en opnieuw starten. Fout: de baudrate van één of meerdere busapparaten is niet hetzelfde ingesteld! Oplossing: de baudrate van alle op de bus communicerende apparaten controleren. De baudrate moet voor allen hetzelfde zijn. Zie ook de appendix. Systeem spanningsloos schakelen en na 5 seconden opnieuw starten. Fout: de totale lengte van de buskabel komt niet overeen met de gekozen baudrate! Oplossing: de baudrate van alle op de bus communicerende apparaten conform de appendix wijzigen. Systeem spanningsloos schakelen en na 5 seconden opnieuw starten. 25

Systeemstoringen vervolg Systeemstoring 4 LED netcontrole knippert langzaam. LED knippert langzaam Fout: de voeding is overbelast! Mogelijk werd de voeding voor andere componenten gebruikt. Oplossing: de belasting van de voeding controleren. De voeding mag alleen voor de voeding van de op de bus communicerende apparaten gebruikt worden. Systeem spanningsloos schakelen en opnieuw starten. Fout: voeding defect! Oplossing: voeding vervangen. Functionele bedrijfsstoringen Waarschuwing De klemmenstrook van de NRR 2-40 staat tijdens bedrijf onder spanning! Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk. Voor de montage en demontage van het instrument de installatie spanningsloos schakelen! Checklist functionele bedrijfsstoringen Het instrument werkt niet geen activiteit Fout: LED Bedrijf brandt niet. Oplossing: netspanning inschakelen. Apparaat conform aansluitschema aansluiten. 26

Functionele bedrijfsstoringen vervolg Checklist functionele bedrijfsstoringen vervolg Het instrument werkt niet storingsmelding Fout: ondanks correcte aansluiting en inbedrijfname van het instrument verschijnt een storingsmelding. Oplossing: oorzaak van de storingsmelding zijn installatie-afhankelijke, hoogfrequente storingen. Voor het ontstoren van de voedingsspanning leveren wij ferrietringen, bestelnummer 147253. De 230 V voedingskabels moeten vijf tot tien maal door de ferrietring worden gelust. Wanneer meerdere besturingen in het systeem aanwezig zijn, dan kunnen deze via de ontstoorde voedingskabel worden gevoed. Voor de ontstoring van de buskabels leveren wij ferriet klapschalen, bestelnr. 147254. De ferriet klapschalen worden in de directe nabijheid van de klemmenstrook van de besturing op de buskabels geklemd. Het instrument werkt onnauwkeurig Fout: verkeerde functie op de analoge uitgang. Een aangesloten momentele waarde aanwijzing wijst verkeerde waarden aan. Oplossing: corrigeer de instelling van de schakelpunten. Corrigeer de instelling van het actieve meetbereik van de elektrode. Fout: schakelpunten en de aanwijzing van de momentele waarde veranderen constant in de richting van 100 % Oplossing: aangroei op de elektrodestaaf. Demonteer de niveauelektrode en reinig de elektrodestaaf. Fout: niveau MAX wordt gesignaleerd, ondanks dat het niveau onder MAX ligt. Oplossing: aangroei op de elektrodestaaf. Reinig de elektrodestaaf. Afdichting/isolatie van de niveauelektrode defect. Niveauelektrode vervangen. Fout: Schakelpunt MIN onderschreden, geen schakelfunctie. Oplossing: Controleer de inbouw van de niveauelektrode. Compensatiegat in de beschermbuis ontbreekt mogelijkerwijs. Bij externe meetfles: open de afsluitventielen. Fout: schakelpunt MAX overschreden, geen aanwijzing. Oplossing: niveauschakelaar defect. Instrument vervangen. Het instrument werkt als tweepuntsregelaar Fout: terugmeldpotentiometer defect of niet aangesloten. Oplossing: instrument volgens aansluitschema aansluiten. Terugmeldpotentiometer controleren. Indien storingen of fouten optreden, die met deze gebruiksaanwijzing niet kunnen worden opgelost, kunt u contact opnemen met ons. 27

Appendix Gevaar De klemmenstroken van de NRR 2-40 staan tijdens bedrijf onder spanning! Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk. Voor de montage en demontage van de klemmenstroken en het deksel instrument spanningsloos schakelen! Fabrieksinstelling van de node-id s Besturing Niveauelektrode Individuele node-id s moeten handmatig op het instrument worden ingesteld. Houdt s.v.p. de betreffende gebruiksaanwijzingen van de instrumenten aan! Node-ID bepalen / wijzigen Wanneer meerdere gelijksoortige systemen via het CAN-bus netwerk moeten communiceren, dan moet aan ieder systeem (bijv. regelaar) een Node-ID worden toegekend. Demonteer de klemmenstrook A om de codeerschakelaar 8 in te kunnen stellen. Let op In het CAN-Bus netwerk mogen geen dubbele node-id s worden toegekend! 8 28 Fig. 13

Appendix vervolg 8 8 Node ID S1 OFF 1 S2 OFF 2 S3 OFF 4 S4 ON 8 S5 OFF 16 S6 ON 32 S7 OFF 64 Fig. 14 (fabrieksinstelling) 40 Node ID 75 S1 ON 1 S2 ON 2 S3 OFF 4 S4 ON 8 S5 OFF 16 S6 OFF 32 S7 ON 64 Fig. 15 (voorbeeld) S8 S9 S0 Baudrate OFF ON OFF 250 kbit/s ON ON OFF 125 kbit/s OFF OFF ON 100 kbit/s ON OFF ON 50 kbit/s OFF ON ON 20 kbit/s ON ON ON 10 kbit/s Fig. 16 (fabrieksinstelling 250 kbit/s) Kabellengte 125 m 250 m 335 m 500 m 1000 m 1000 m 29

Appendix vervolg Gevaar De klemmenstroken van de NRR 2-40 staan tijdens bedrijf onder spanning! Zwaar letsel als gevolg van elektrische stroom is mogelijk. Voor de montage en demontage van de klemmenstroken en het deksel instrument spanningsloos schakelen! Dode band Voor de stabilisatie van de regelkring kan rondom het setpoint W een dode band worden gedefinieerd. Het setpoint resulteert uit de proportionele band, die door de schakelpunten 2 en 3 wordt begrensd. Demonteer de klemmenstrook A om de codeerschakelaar 8 in te kunnen stellen. 8 Fig. 17 (fabrieksinstelling dode band) Dode band bepalen / wijzigen Actuele node-id en baudrate noteren. Node-ID in dit voorbeeld is 40 Baudrate in dit voorbeeld is 250 kbit/s Voedingsspanning uitschakelen. De Status-LED s 1 t/m 4 gaan uit. De LED Netcontrole gaat uit. LED Netcontrole gaat uit. 30

Appendix vervolg Dode band conform Fig. 18 instellen. Dode band in dit voorbeeld 2 % Netspanning inschakelen. De status-led s 1 t/m 4 knipperen snel. Wanneer de Netcontrole brandt is de instelling succesvol verlopen. Wanneer de boven de LED netcontrole liggende LED busstatus brandt, moet de instelling worden herhaald! Status-LED s knipperen snel LED netcontrole brandt Voedingsspanning uitschakelen. De Status-LED s 1 t/m 4 gaan uit. De LED Netcontrole gaat uit. LED netcontrole gaat uit Actuele node-id en baudrate instellen. Node-ID in dit voorbeeld is 40 Baudrate in dit voorbeeld is 250 kbit/s Netspanning inschakelen. De status-led s 1 t/m 4 knipperen snel. De LED Netcontrole brandt. Het systeem is gereed voor bedrijf. Status-LED s knipperen snel LED netcontrole brandt 31

Appendix vervolg S1 S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 S9 S10 Dode band OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF 0 % OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON OFF OFF 1 % OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON OFF 2 % OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON ON OFF 3 % OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON 5 % OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON OFF ON 7 % OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON ON 10 % OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON ON ON 15 % Fig. 18 8 32

33

Appendix vervolg Conformiteitverklaring Voor het instrument NRR 2-40 verklaren wij de conformiteit met de volgende Europese richtlijnen: NSP-richtlijn 73/23/EWG i.d.f. 93/68/EWG EMC-richtlijn 89/336/EWG i.d.f. 93/68/EWG Als uitgangspunt gelden de volgende geharmoniseerde normen: NSP-norm EN 50178 EMC-normen DIN EN 50081-2, DIN EN 61000-6-2 Bij een niet met ons afgestemde modificatie aan het apparaat verliest deze verklaring haar geldigheid. Bremen, 23. 07. 2002 GESTRA AG Dipl.-Ing. Uwe Bledschun Manager constructie Dipl.-Ing. Lars Bohl Kwaliteitsmanager Legenda A Klemmenstrook C Montagerail TS 35 x 15 DIN EN 50022 34

Inbouwvoorbeeld 100 C 73 Fig. 19 A 118 MAX 55 C MAX 95 % Fig. 20 20 20 35

Vertegenwoordigd door: Ubel & Ventil Prometal FCX Ubel & Ventil Coenecoop 19 2741 PG Waddinxveen Postbus 385 2740 AJ Waddinxveen Telefoon 0182-642222 Telefax 0182-642233 E-mail info@fcx.nl Internet www.fcx.nl Prometal n.v. Bredastraat 129/133 B-2060 Antwerpen België Tel: 0032/3/205.13.20 Fax: 0032/3/232.84.34 GESTRA AG Postfach 10 54 60, D-28054 Bremen Münchener Str. 77, D-28215 Bremen Telefon +49 (0) 421 35 03-0 Telefax +49 (0) 421 35 03-393 E-Mail gestra.ag@flowserve.com Internet www.gestra.de 818492-00/1104c 2000 GESTRA AG Bremen Printed in Germany 36