1 Bij preek 1397: Orgelspel Welkom en mededelingen VOORBEREIDING Zingen: Lied (Psalm) 72 vers 1 en 2. Bemoediging: voorganger : Onze hulp is in de naam van de Eeuwige, allen : die hemel en aarde gemaakt heeft. Drempelgebed: voorganger : Op U, Eeuwige, zijn onze ogen gevestigd; allen : zie ook ons aan voorganger : met de genegenheid van een vader, allen : met de ontferming van een moeder, voorganger : met de trouw van een vriend. allen : Wees ons licht, voorganger : de onbegrijpelijke duisternis te boven; allen : innig verbonden voorganger : in het spoor van Jezus Messias. allen : Amen. Groet: voorganger : De Eeuwige zij met u; allen : ook met u zal God zijn. (gezongen)
2 Inleiding op de dienst Het is vandaag de tweede zondag in de Vredesweek 50 jaar Vredesweek. De Vredesvlag, een regenboogvlag met daarop in witte letters het woord VREDE wappert aan de toren van deze kerk. Vandaag gaat het dus over vrede, maar tegelijk over broers, want vrede tussen broers is er niet altijd. Soms lijkt het wel het moeilijkste om ervoor te zorgen dat broers de vrede terugvinden. We lezen vandaag wat de Thora daarover te zeggen heeft. KYRIË EN GLORIA Gebed om ontferming: Voordat wij gaan bidden en zingen noem ik de volgende namen, namen van steden en gebieden, waar mensen verlangen naar vrede: Aleppo, Kinshasa, Bujumbura, Homs, Harare, Diyarbakir, Mosul, Davao City, Gaza, Juba, Mexico, Erbil, Bulawayo, Rakkah en nog vele andere plaatsen waarvan de namen vandaag niet werden genoemd. Laten wij biddend zingen: Zingen: Lied 1008. Een paar woorden uit de Bergrede: Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Loflied: Lied 864 vers 1.
DE SCHRIFTEN GELEZEN, GEZONGEN EN UITGELEGD 3 Gebed om licht: Liefdevolle God, bron van licht en liefde, U hebben wij nodig vandaag, want er is veel dat het leven donker maakt: geweld, onderdrukking, wantrouwen, ruzie, strijd en haat. Mensen durven de straat niet meer over en s nachts zijn ze bang voor een klop op de deur... U hebben wij nodig vandaag vanwege onze angst, ons ongeloof, onze wanhoop, al die dingen die maken dat we geen vertrouwen meer hebben dat we denken dat vrede onmogelijk is. Daarom bidden wij U: ontsteek een licht in ons hart, een licht in onze wereld, opdat we weer uitzicht krijgen en toekomst voor ons zien. Ontsteek in ons hart het licht van Uw Heilige Geest, zodat wij lezen en luisteren met een verwonderd oog, en met een ontvankelijk hart. In de naam van Jezus, Uw Zoon, onze opgestane Heer. Amen. Gesprek met de kinderen Wie heeft een broer?
de kinderen gaan naar de kindernevendienst Zingen: Lied 600 vers 1 en 5. Uit de Thora: Genesis 25: 19-34. Zingen: Lied 991 vers 1 en 3. De Zegen van de EEUWIGE 1: Esau had zijn eerstgeboorterecht aan Jakob gegeven voor een bord linsensoep. Toch was Jakob er niet gerust op dat het allemaal zo zou gaan als was afgesproken. Ook Rebekka, zijn moeder, die hier natuurlijk helemaal niets van wist vond dat er iets gebeuren moest. En al helemaal toen ze hoorden dat Isaak zijn zoon Esau wilde zegenen, als hij een schotel wildbraad had klaargemaakt. Zo kwamen Rebekka en Jakob tot het plan om Isaak, die inmiddels blind geworden was, een maaltijd te geven zoals hij die graag mocht hebben: wildbraad in de geest van Esau. Bovendien deed Rebekka schapenvachtjes om de armen van Jakob, zodat Isaak als hij Jakobs armen zou voelen zou denken dat hij de harige Esau voor zich had. Zo ging Jakob met een heerlijke schotel wildbraad naar zijn vader. Hij bood hem die aan. Isaak smulde, maar hij vertrouwde het niet. Hij voelde daarom Jakobs armen. Het is Jakobs stem, dacht Isaak nog. Maar toch besloot hij de zoon die voor hem zat de zegen van de EEUWIGE mee te geven. Niet lang nadat Jakob was weggegaan, kwam Esau en toen kwam alles uit. Esau smeekte zijn vader om de zegen, en Isaak gaf hem een zegen, maar het was niet de zegen waarin de lijn van de Eeuwige doorging van de vader op de zoon. Esau was woedend. In de Thora staat: Uit de Thora: Genesis 27: 41: Van toen af haatte Esau zijn broer omdat zijn vader hem had gezegend, en hij zei bij zichzelf: Het duurt niet lang meer of de dagen van rouw om mijn vader breken aan, dan vermoord ik Jakob. Zingen: Lied 991 vers 6. 4
De Zegen van de EEUWIGE 2: Jakob vluchtte. Hij maakte van alles mee. Hij trouwde twee vrouwen, de zussen waar het volgende week in deze kerk over zal gaan. Hij kreeg nog twee bijvrouwen, de slavinnen van deze zussen. Hij kreeg kinderen, en hij kreeg een grote kudde schapen en geiten in alle kleuren. Maar toen dreigde er ruzie. Jakob besloot na twintig jaar naar zijn familie terug te keren. Maar daar lag nog die andere ruzie, met zijn boze broer, die vast van plan was hem te doden. Jakob was bang. Helemaal toen hij hoorde dat Esau met vierhonderd man naar hem onderweg was. Daarom besloot hij zijn mensen en zijn kudden te verdelen, zodat als de ene groep werd aangevallen de andere groep zou kunnen ontkomen. En hij besloot zijn broer gunstig te stemmen. Hij stuurde een geschenk naar zijn broer, een kado dat hij in drieën verdeelde, zodat Esau zou denken dat hij drie geschenken kreeg. Daarna liet hij iedereen de rivier de Jabbok overtrekken, maar zelf bleef hij achter, nog steeds bang dat hij vermoord zou worden. In die nacht vond een worsteling plaats. Jakob won, maar in de Thora staat: 5 Uit de Thora: Genesis 32: 31-32. Jakob noemde die plaats Peniël, want, zei hij, ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven. Zodra hij bij Peniël was overgestoken, zag hij de zon opkomen. Uit de Thora: Genesis 33: 1-11. Zingen: Lied 991 vers 7 en 8.
6 Muziek Een oud geding Spelbreker die beslag legt op mij en mijn leven, voortaan, iedere dag die gij me nog zult geven, zal ik U haten, Gij, tot ge me kleingekregen hebt met uw liefde, tot ik tegen dat gezag ben uitgevochten, tegen die naam niets meer vermag en uw genadeslag aanvaard heb als uw zegen, god, stikdonkere god. Guillaume van der Graft Zingen: Lied 568a. de kinderen komen weer terug uit de kindernevendienst
ONZE DANKBAARHEID 7 Gebeden Dank- en voorbeden Telkens als de voorganger zegt God, wees barmhartig, zingen wij het refrein van Lied 295. Laten wij bidden. Liefdevolle God, terwijl vandaag de oorlog woedt in Syrië en Irak, de wapens even zwijgen in Zuid-Soedan, in Burundi, voorbereidingen getroffen worden in het zuiden van Turkije... komen wij bij U een haast naïeve hulpeloze poging en bidden U: laat het geweld stoppen, laat de vrede eindelijk komen, wetende dat velen die daar wonen hetzelfde verlangen. Hoor ons gebed, God, wees barmhartig: Zingen: Lied 295, refrein. Terwijl vandaag de ruzie verder gaat in vele families, in talloze huizen ver weg en dichtbij, terwijl mensen elkaar mokkend voorbijlopen het gesprek is verstomd, het zwijgen alles kapot maakt, komen wij bij U even machteloos haast als daarnet
8 en bidden U: laten er nieuwe openingen komen, laten mensen hun angst overwinnen, hun bitterheid, hun boosheid en laat het licht van de liefde weer in hun hart gaan schijnen. God, wees barmhartig: Zingen: Lied 295, refrein. Terwijl vandaag mensen ziek in bed liggen, ongelukkig zijn, neerslachtig, verdrietig, een gevoel hebben dat het leven donker is, bidden wij U: geef licht in hun leven, genezing waar het mogelijk is, bemoediging zodat ze zich niet alleen voelen, kracht om er weer tegenaan te kunnen. God, wees barmhartig: Zingen: Lied 295, refrein. Terwijl ook wij zelf het wel eens moelijk hebben, bang zijn, wanhopig, verdrietig misschien, terwijl zo graag anders zouden willen zijn: blij, opgewekt, bruisend van energie. Daarom bidden wij U: God, wees barmhartig: Zingen: Lied 295, refrein. Liefdevolle God, nu worden we stil om in die stilte bij U neer te leggen wat er leeft in de holte van ons hart. STILTE
9 Hoor onze gebeden, In de naam van Jezus die ons leerde bidden: Onze Vader,... Mededelingen en collecte Zingen: Lied 1010 vers 1, 2 en 4. ZENDING EN ZEGEN Zegen: voorganger : In ons hart en ons huis allen : de zegen van God; voorganger : in ons komen en ons gaan allen : de vrede van God; voorganger : in ons leven, op onze zoektocht allen : de liefde van God; voorganger : bij het einde, nieuw begin allen : de armen van God voorganger : om ons te ontvangen en thuis te brengen. allen : Amen.