BIJLAGE 1 VERGUNNING PROVINCIE NOORD-BRABANT

Vergelijkbare documenten
Quick scan beschermde natuurwaarden in het plangebied Noorderlicht en omgeving te Tilburg

Onderzoek beschermde natuurwaarden Basisschool De Kameleon Tamboerstraat 4 te Goirle

Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied De Leermeester te Etten-Leur

Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Raadhuisstraat 4-6 te Gilze

Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Pennendijk 24 te Ulvenhout

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Quick scan beschermde natuurwaarden in het plangebied De Druiventros te Berkel-Enschot (gemeente Tilburg)

Quick scan beschermde natuurwaarden in en nabij het plangebied Vos Holding BV Hoofdstraat 35 te Capelle (gemeente Sprang-Capelle)

Onderzoek naar beschermde soorten in het plangebied Sint Martinusstraat te Rucphen

Quick scan natuurwaarden plangebied Kerkakkerstraat te Dommelen

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Onderzoek flora en fauna

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Broedvogelinventarisatie ADM terrein

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Bureauonderzoek Flora en fauna

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Bijlage 4. Onderzoek beschermde soorten Floris V-laan 9

Buro Maerlant. Heesch Wijststraat 15. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

QUICKSCAN BURGEMEESTER SLANGHENSTRAAT HOENSBROEK

Samenvatting quickscan natuurtoets

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Bureauonderzoek flora en fauna

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Onderzoek naar beschermde soorten in het plangebied Laagstraat 30 te Dongen

Notitie flora en fauna

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Notitie flora en fauna Voordeldonk ongenummerd Familie Klaus, gemeente Asten 2011

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P )

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs.

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

NATUURTOETS Vleermuisonderzoek gebouwen Y+YI en S, Trip van Zoudtlandtkazerne Breda

Groene Wetering, Gouderak

Notitie flora en fauna Voordeldonk ongenummerd Familie van Eijk, gemeente Asten 2011

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Colofon. Projectgroep bestaande uit: M. Bertholet (E.C.O. logisch) Ing. E. Riphagen ir. M Korthorst

Quickscan samenvatting gemeentewerf Ouverturebaan 1, Harderwijk

Resultaten soortenonderzoek

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Vereniging Centraal Wonen Driebergen (ECWD) S.W. de Groot De Kievit PL DRIEBERGEN

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Quickscan flora en fauna

Project Status Datum. Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart Auteur Veldonderzoek Projectcode

/ Stadhuisplein, Veghel

6 Flora- en fauna quickscan

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Update flora en fauna Holtum-Noord 2010

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Onderzoek naar beschermde soorten in plangebied Boschkens-West en inrichting ecologische verbindingszone

Buro Maerlant. Zegge, A.M. de Jongstraat ongenummerd. Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden

Bestemmingsplan Laurenskwartier

Vogelinspectie. ten behoeve van Hardshock Festival te Zwolle 18 april Dillerop natuuradvies

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

QUICK SCAN BESCHERMDE NATUUR Burgemeester Canersstraat 7 Oss

Notitie flora en fauna Koekoeksweg 18, Weert 2010

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

Stichting Administratiekantoor Kantuta Holding B.V. t.a.v. de heer E. van der Baan Bisonlaan GH HILVERSUM. Geachte heer Van der Baan,

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis.

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Notitie quickscan Flora en fauna

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Buro Maerlant. Borkel en Schaft, Kapellerpad 15 Update quickscan. Notitie Flora- en faunawet

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Buro Maerlant. Waalre Onze Lieve Vrouwedijk 43A. Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Transcriptie:

BIJLAGE 1 VERGUNNING PROVINCIE NOORD-BRABANT

BIJLAGE 2 ZIJAANZICHT WATERBASSIN

0,25 A B Detail tekening Noodoverstort Ø 315 mm (2x) HWA-leiding 1,75 0,47 2 0 uitstroomvoorziening A B Bassin Maaiveld -1 Zuigleiding Stroomrichting Stroomrichting Schematische weergave (nood)overstortleiding naar sloot Kadaster gemeente: sectie: nummer: Oosterhout V 617,1076,1077 Bouwadres Heistraat 9 4909 BD Oosteind... A Overstort waterretentie (1,67 liter/sec/ha.kas) 1,67 x 2,508 = 4,19 liter/sec Conclusie: per noodoverstort van ø315 mm 1 gat ø 25 mm B Volume waterretentie: 0,078 x 34.685 = 2705,4 m³ wateroppervlakte waterretentie: 2115 m² Hoogte waterretentie in bassin: 2705,4 m³ / 2115 m² = 1,279 m 0 Project: Nieuwbouw Opdrachtgever: T.M.P.M. Moerenhout Oosteind Benaming: Watervergunning 6 meter DEFINITIEF Nummer: 135700-tot-vgnk-105 Fase: so vo do be we re Getekend: TD 24-05-2012 Schaal 1: 100 Wijziging: Controle: NN dd-mm-jjjj NN dd-mm-jjjj Formaat: A2 Afmeting: 594x420mm Agro AdviesBuro b.v. Tiendweg 18 2671 SB Naaldwijk tel. 0174-637 637 fax 0174-640 794 info@agroadviesburo.nl www.agroadviesburo.nl ISO 9001 Auteursrechten voorbehouden. Deze tekening is niet geschikt voor de uitvoering. Deze tekening is eigendom van Agro AdviesBuro en mag zonder onze toestemming niet worden gekopiëerd of aan derden ter inzage gegeven worden.

BIJLAGE 3 TECHNISCHE INRICHTINGSTEKENING

9A 9 OTH01V 00686G0000 kasuitbreiding van De Hoon waarvoor vergunning is verleend OTH01V 01102G0000 OTH01V 00672G0000 OTH01V 01243G0000 OTH01V 01230G0000 D 4 DEMPEN 5 3 1) 2,8 * 272,7 = 763,6 m² totaal 763,6 m² 8 OTH01V 00734G0000 OTH01V 00735G0000 OTH01V 00610G0000 verbreden van bestaande dam Betonnen duiker verlengen/ vervangen Diameter 0,30 m OTH01V 00611G0000 schouwpad A B OTH01V 00612G0000 B C C A 76 bassin ca. 4000-5000 m³ 29 45 schouwpad GRAVEN totaal 3495,5 m² Surplus 2731,9 m2 Uitbreiding Kas 25.080 m² Bedrijfsruimte 2.941 m² Bassin 2.812 m² erfverharding 3.852 m² Totaal verhardoppervlak 34.685 m² Drainageput Bestaand situatie Erfverharding 3852 m² Te bouwen Bedrijfsruimte ca. 2941 m² kas ca. 25.080 m² OTH01V 00617G0000 D D 4 var 21 3 64 3 1211 schouwpad kas C C 4 variabel 1 2,5 schouwpad D Kas 24.907 m² Bedrijfsruimte 1.151 m² erfverharding 934 m² WOT 161 m² Totaal verhardoppervlak 27.153 m² Bomen groep Wilgenstobben, met hemelwaterberging OTH01V 00737G0000 kas Drainageput 8A 2,8 1 273 B B 4 variabel schouwpad Lozingpunt drainagewater (met uitstroomvoorziening) OTH01V 01076G0000 32,5 wot 161m² OTH01V 01077G0000 A A 1 ca. 45 1 Legenda Overstort bassin (met uitstroomvoorziening) Perceelsgrens Verharding OTH01V 01255G0000 10 Heistraat Erfverharding 934 m² 174 m² Bestaande bedrijfsruimte 800 m² OTH01V 01078G0000 Bestaande kas 24.907 m² Detail bassindijk 3 1 2 2 1 Watergrens Water Kadaster gemeente: sectie: nummer: 0 Verharding Asfaltverharding Oosterhout V 617,1076,1077 Project: Nieuwbouw Talud 3113 Perceelnummer Inrichtingsgrens Bouwadres Heistraat 9 4909 BD Oosteind... 60 meter DEFINITIEF W Z N O Detail uitstroomvoorziening 177 m² OTH01V 01079G0000 Detail te dempen sloot Opdrachtgever: T.M.P.M. Moerenhout Oosteind Benaming: Watervergunning Nummer: 135700-tot-vgnk-006 uitstroombak OTH01V 00620G0000 2,8 Fase: so vo do be we re Getekend: TD 22-05-2012 Schaal 1: 1000 OTH01V 01256G0000 Wijziging: TD 23-05-2012 Formaat: A2 1 Controle: NN dd-mm-jjjj Afmeting: 594x420mm verankering OTH01V 00621G0000 OTH01V 01107G0000 1 Agro AdviesBuro b.v. Tiendweg 18 2671 SB Naaldwijk tel. 0174-637 637 fax 0174-640 794 info@agroadviesburo.nl www.agroadviesburo.nl ISO 9001 Auteursrechten voorbehouden. Deze tekening is niet geschikt voor de uitvoering. Deze tekening is eigendom van Agro AdviesBuro en mag zonder onze toestemming niet worden gekopiëerd of aan derden ter inzage gegeven worden.

BIJLAGE 4A LANDSCHAPPELIJKE INRICHTINGSTEKENING

INRICHTING BUITENRUIMTE K ASSENCOMPLEX - OOSTEIND PLATTEGROND BOOMGROEP LOS IN GROEI WILGENSTOBBEN MET HEMELWATERBERGING BOOMGROEP BEPERKT IN GROEI WILGENSTOBBEN MET HEMELWATERBERGING BOOMGROEP BEPERKT IN GROEI WILGENSTOBBEN MET HEMELWATERBERGING BOOMGROEP LOS IN GROEI ONDERHOUDSPAD 3.00M BREED WATERBASSIN SCHOUWPAD 4.00M BREED LADEN & LOSSEN INRIT WILGENSTOBBEN MET HEMELWATERBERGING ELZENHAAG PARKEREN BOOMGROEP LOS IN GROEI UITBREIDING BOOMGROEP LOS IN GROEI HEISTRAAT copyright Ontwerpburo Bert Huls

INRICHTING BUITENRUIMTE K ASSENCOMPLEX - OOSTEIND DOORSNEDES 40m 1m 45m 1m 2.5m BOMENGROEP WILGEN STOBBEN A A B 3m 4m 21m SCHOUWPAD BOMENGROEP KASSEN B copyright Ontwerpburo Bert Huls

INRICHTING BUITENRUIMTE K ASSENCOMPLEX - OOSTEIND DOORSNEDES C 2m 4m 25m 1m 2.5m SCHOUWPAD WILGEN STOBBEN KASSEN C 40m D 3m 12m 2m 1m 3m 65m 3m 1m 2m 1m1m WATERBASSIN D copyright Ontwerpburo Bert Huls

BIJLAGE 4B LANDSCHAPPELIJKE INRICHTING EN BEHEERSPLAN

BIJLAGE 5 QUICKSCAN BESCHERMDE NATUURWAARDEN

Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Heistraat 9 te Oosteind (gemeente Oosterhout) Opdrachtgever: Gemeente Oosterhout Maart 2012 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl

Pagina 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...2 2. Analyse beschermde natuurwaarden...2 2.1. Vaatplanten...2 2.2. Dagvlinders, libellen en andere ongewervelden...2 2.3. Amfibieën en reptielen...2 2.4. Zoogdieren...2 2.4.1. Vleermuizen...2 2.4.2. Grondgebonden zoogdieren...3 2.5. Vogels...3 3. Toetsing Flora- en faunawet...3 3.1. Tabel 1: algemene soorten...3 3.1.1. Algemene beschrijving...3 3.1.2. Situatie binnen het plangebied en gevolgen door de geplande activiteiten....4 3.2. Tabel 2: overige soorten...4 3.2.1. Algemene beschrijving...4 3.2.2. Situatie binnen het plangebied en gevolgen door de geplande activiteiten....4 3.3. Tabel 3: soorten van Bijlage 1 van Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten en soorten opgenomen in Bijlage IV van EU-Habitatrichtlijn...4 3.3.1. Algemene beschrijving...4 3.3.2. Situatie binnen het plangebied en gevolgen door de geplande activiteiten....5 3.4. Vogels...5 3.4.1. Algemene beschrijving...5 3.4.2. Situatie binnen het plangebied en gevolgen door de geplande activiteiten....6 3.5. Conclusies en aanbevelingen...6 4. Literatuur en bronvermelding...7 Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Heistraat 9 te Oosteind Maart 2012

Pagina 2 1. Inleiding Het voornemen is om het plangebied nabij de Heistraat 9 te Oosteind her in te richten. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 4 hectare en is momenteel in gebruik als maïsakker. Het perceel zal grotendeels een bestemming krijgen die de oprichting van kassen mogelijk maakt en nabij de Heistraat de oprichting van overige bedrijfsgebouwen behorend tot een glastuinbouwbedrijf inclusief bedrijfswoning. Alvorens gestart kan worden met deze herinrichting van het plangebied dient in het kader van de Flora- en faunawet te worden nagegaan welke natuurwaarden binnen het plangebied aanwezig (kunnen) zijn, in welke mate deze natuurwaarden beschermd zijn volgens de Flora- en faunawet, in hoeverre deze beschermde natuurwaarden worden aangetast door de geplande activiteiten en of de aanvraag van een ontheffing noodzakelijk is. In maart 2012 is door de gemeente Oosterhout aan het Ecologisch Adviesbureau Cools de opdracht verleend om een quick scan uit te voeren naar de eventueel aanwezige beschermde natuurwaarden binnen het plangebied. Op 21 maart 2012 is het plangebied onderzocht op de aanwezigheid van beschermde planten- en diersoorten. 2. Analyse beschermde natuurwaarden 2.1. Vaatplanten Wettelijk beschermde plantensoorten zijn binnen dan wel direct nabij het plangebied niet waargenomen. Uitgaande van de huidige inrichting en een deskundigenoordeel, is de mogelijkheid dat er binnen het plangebied beschermde plantensoorten kunnen voorkomen geheel uitgesloten. 2.2. Dagvlinders, libellen en andere ongewervelden Op basis van het veldbezoek, een deskundigenoordeel en de huidige inrichting kan worden bepaald dat het plangebied geen bijzonder leefgebied is dan wel kan zijn voor dagvlinders, aangezien belangrijke elementen (ondermeer bloemrijke struiken, schrale graslandvegetaties, ruigten en/of structuurrijke bosranden) uit het leefgebied van dagvlinders geheel ontbreken binnen het plangebied. Het plangebied zal binnen het vliegseizoen van dagvlinders zeer waarschijnlijk een enkele keer worden bezocht door een of enkele exemplaren van (zeer) algemene dagvlindersoorten, zoals het klein koolwitje. Deze (zeer) algemene dagvlindersoorten zijn niet beschermd volgens de Flora- en faunawet. Door de afwezigheid van poelen, vijvers, sloten of andere wateren is het plangebied geen bijzonder leefgebied voor libellen. Het plangebied zal binnen het vliegseizoen van libellen mogelijk een enkele keer worden bezocht door zwervende exemplaren van algemene libellensoorten, zoals het lantaarntje. De aanwezigheid van wettelijk beschermde libellensoorten dan wel andere van ongewervelde diersoorten (zoals sprinkhanen, hommels of bijen) is uitgesloten aangezien geschikt leefgebied voor deze soorten binnen en/of nabij het plangebied ontbreekt. 2.3. Amfibieën en reptielen Binnen of nabij het plangebied komen geen poelen, vijvers, sloten of andere wateren voor, die (kunnen) dienen als een voortplantingsbiotoop voor amfibieën. Geschikt land- en overwinteringsbiotoop voor amfibieën komt binnen het plangebied niet voor. De kans dat rondtrekkende, veelal jonge, exemplaren van de gewone pad, bruine kikker en/of bastaardkikker het plangebied zeer tijdelijk zullen bezoeken kan niet worden uitgesloten. Voor reptielen, zoals de levendbarende hagedis of hazelworm is het plangebied totaal ongeschikt als een onderdeel van het leefgebied. 2.4. Zoogdieren 2.4.1. Vleermuizen Op basis van het veldbezoek en een deskundigenoordeel mag worden aangenomen dat boven het plangebied af en toe maximaal enkele exemplaren van de algemene gewone dwergvleermuis foerageren en mogelijk een enkel exemplaar met de iets minder algemene laatvlieger. De kans dat andere, meer zeldzamere, vleermuissoorten het plangebied gebruiken als foerageergebied is bijzonder Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Heistraat 9 te Oosteind Maart 2012

Pagina 3 klein tot uitgesloten, aangezien geschikte elementen (bloemrijk grasland, bomenrijen, houtsingels) ontbreken. In het plangebied komen geen bomen of gebouwen voor, waardoor er geen mogelijkheden aanwezig zijn voor vaste verblijfplaatsen. Door de afwezigheid van geschikte lijnvormige elementen is er binnen het plangebied ook geen vaste vliegroute van vleermuizen aanwezig. Een vliegroute wordt door vleermuizen regelmatig gebruikt als verbinding tussen de slaapplaats en het foerageergebied. 2.4.2. Grondgebonden zoogdieren Tijdens het veldbezoek zijn geen sporen aangetroffen van grondgebonden zoogdieren. Op basis van de huidige inrichting van het plangebied en een deskundigenoordeel mag worden aangenomen dat het plangebied maximaal een foerageergebied is voor de huispitsmuis, huismuis, mol, haas en konijn. De huisspitsmuis, mol, haas en konijn zijn beschermd volgens de tabel 1 van de Flora- en faunawet. 2.5. Vogels Op basis van het veldbezoek, de huidige inrichting van het plangebied en een deskundigenoordeel mag worden aangenomen dat het plangebied een foerageergebied en/of tijdelijke rustplaats is voor enkele algemene vogelsoorten, zoals de kauw, zwarte kraai, ekster, kievit en scholekster. De kans dat de kievit en/of scholekster broeden binnen het plangebied is weliswaar klein maar niet uit te sluiten. Alle vogelsoorten zijn beschermd volgens de Flora- en faunawet. 3. Toetsing Flora- en faunawet Activiteiten die een schadelijk effect hebben op soorten die beschermd zijn volgens de Flora- en faunawet zijn in principe verboden. Van dit verbod kan onder voorwaarden worden afgeweken, met een vrijstelling, door het nemen van mitigerende maatregelen of door een ontheffing. In de Flora- en faunawet zijn de beschermde planten- en diersoorten verdeeld in vier groepen. 3.1. Tabel 1: algemene soorten 3.1.1. Algemene beschrijving Van de 43 soorten die in tabel 1 zijn opgenomen komen bijna alle soorten in Noord-Brabant voor. Naast diverse algemene soorten, zoals de mol, het konijn, de rosse woelmuis, bosmuis, bastaardkikker, bruine kikker en gewone pad, behoren tot tabel 1 ook enkele provinciaal minder algemene soorten zoals de meerkikker, kleine watersalamander, egel, bunzing, koningsvaren, zwanenbloem, brede wespenorchis, dotterbloem en grasklokje. Voor de soorten opgenomen in tabel 1 geldt een vrijstelling van de volgende verbodsartikelen: Artikel 8: Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9: Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10: Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel 11: Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12: Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Voor deze soorten hoeft dus geen ontheffing te worden aangevraagd dan wel een gedragscode te worden opgesteld of gevolgd. Een vrijstelling betekent echter niet dat de soorten niet meer beschermd zijn en geldt er nog altijd de zogenaamde zorgplicht: Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. Deze zorg houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Heistraat 9 te Oosteind Maart 2012

Pagina 4 voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. 3.1.2. Situatie binnen het plangebied en gevolgen door de geplande activiteiten. Binnen het plangebied komen van de soorten die behoren tot de tabel 1 enkele soorten voor, te weten de huisspitsmuis, mol, haas en het konijn. Ook de kans dat rondtrekkende, veelal jonge, exemplaren van de gewone pad, bruine kikker en/of bastaardkikker het plangebied zeer tijdelijk zullen bezoeken kan niet worden uitgesloten. Door de geplande activiteiten zal de functie als foerageergebied van de genoemde zoogdiersoorten en tijdelijke verblijfplaats voor de genoemde amfibieën verdwijnen. In de directe omgeving van het plangebied is voor de genoemde soorten echter voldoende en geschikter leefgebied aanwezig dan binnen het plangebied. 3.2. Tabel 2: overige soorten 3.2.1. Algemene beschrijving Van de 102 soorten die in tabel 2 zijn opgenomen komen er 38 soorten in Noord-Brabant voor. De meeste soorten zijn (zeer) zeldzaam. Vrij algemeen tot vrij zeldzaam zijn de wilde gagel, kleine en ronde zonnedauw, klokjesgentiaan, het waterdrieblad, de eekhoorn, levendbarende hagedis, Alpenwatersalamander en kleine modderkruiper. Voor de soorten opgenomen in tabel 2 geldt een vrijstelling van de verbodsartikelen 8 tot en met 12 (zie paragraaf 2.1) als de geplande activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit goedgekeurde gedragscode. Een gedragscode wordt meestal opgesteld per een organisatie, sector of bedrijfsschap. In een gedragscode staat beschreven hoe de schade aan beschermde soorten (zoveel mogelijk) wordt voorkomen of hoe de gunstige staat van instandhouding van soorten wordt gegarandeerd door bepaalde maatregelen binnen of buiten het gebied. Een gedragscode moet worden ingediend voor goedkeuring bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Er mag ook gebruik worden gemaakt van een reeds bestaande en goedgekeurde gedragscode met betrekking tot soortgelijke werkzaamheden die zullen worden uitgevoerd binnen het desbetreffende gebied. Bij een gebruik van een gedragscode is de aanvraag van een ontheffing niet nodig, maar de activiteiten moeten aantoonbaar worden uitgevoerd zoals in de gedragscode staat aangegeven. Door de Minister zijn gedragscodes definitief goedgekeurd met betrekking tot ondermeer de bouw- en ontwikkelsector, bosbeheer, natuurbeheer en beheer gemeentelijke groenvoorzieningen. Als er niet wordt gewerkt volgens een goedgekeurde gedragscode dan moet worden aangetoond of er al dan niet mitigerende maatregelen kunnen worden genomen die de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats van een soort uit tabel 2 garanderen. Als deze maatregelen kunnen worden uitgevoerd dan is de aanvraag van een ontheffing voor de soorten uit tabel 2 niet nodig. Om er zeker van te zijn dat de geplande maatregelen voldoende zijn moeten de maatregelen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Dienst Regelingen. Als de mitigerende maatregelen niet kunnen worden uitgevoerd dan moet een ontheffing voor de soorten uit tabel 2 worden aangevraagd. De aanvraag wordt bij een ontheffing voor een ruimtelijke ingreep beoordeeld op de volgende punten: - In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en/of verblijfplaats aangetast door de geplande activiteiten? - Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar? 3.2.2. Situatie binnen het plangebied en gevolgen door de geplande activiteiten. Van de soorten die behoren tot de tabel 2 zijn binnen het plangebied geen soorten waargenomen. 3.3. Tabel 3: soorten van Bijlage 1 van Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten en soorten opgenomen in Bijlage IV van EU-Habitatrichtlijn 3.3.1. Algemene beschrijving Van de 105 soorten die in tabel 3 zijn opgenomen komen er circa 30 soorten in Noord-Brabant voor, zoals diverse vleermuissoorten, de das, hazelworm, vinpootsalamander, boomkikker, kamsalamander, grote modderkruiper, drijvende waterweegbree en het heideblauwtje. De meeste soorten zijn provinciaal (zeer) zeldzaam. Minder zeldzaam zijn de gewone dwergvleermuis, laatvlieger, watervleermuis, ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis en plaatselijk ook het heideblauwtje en de vinpootsalamander. Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Heistraat 9 te Oosteind Maart 2012

Pagina 5 De aanvraag van een ontheffing is niet nodig als er maatregelen kunnen worden genomen die de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats van een soort uit tabel 3 garanderen. Om er zeker van te zijn dat de geplande maatregelen voldoende zijn moeten de maatregelen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Dienst Regelingen. Als de mitigerende maatregelen niet kunnen worden uitgevoerd dan moet een ontheffing voor de soorten uit tabel 3 worden aangevraagd. De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: - In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en / of verblijfplaats aangetast door de geplande activiteiten? - Is er een wettelijk belang? - Is er een andere bevredigende oplossing? - Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar? Voor soorten uit tabel 3 geldt dat voor een ruimtelijke ingreep ontheffing wordt verleend op grond van de volgende wettelijke belangen: - Bescherming van flora en fauna - Volksgezondheid of openbare veiligheid - Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten. Een ontheffing wordt niet verleend voor Bijlage IV-soorten in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling, echter wel voor de Bijlage 1-soorten. De Dienst Regelingen beoordeelt uiteindelijk of het wettelijk belang zwaarder weegt dan het overtreden van de verbodsbepaling(en). 3.3.2. Situatie binnen het plangebied en gevolgen door de geplande activiteiten. Op basis van het veldbezoek en een deskundigenoordeel mag worden aangenomen dat binnen het plangebied af en toe maximaal enkele exemplaren van de algemene gewone dwergvleermuis foerageren alsook een enkel exemplaar van de iets minder algemene laatvlieger. De kans dat andere, meer zeldzamere, vleermuissoorten het plangebied gebruiken als foerageergebied is bijzonder klein tot uitgesloten. Vaste verblijfplaatsen en/of vaste vliegroutes van vleermuizen komen binnen het plangebied niet voor. Door de herinrichting zal het foerageergebied van de gewone dwergvleermuis en laatvlieger geheel verdwijnen. Op lokaal niveau ontstaan er echter geen negatieve effecten op de gunstige staat van instandhouding van de vleermuissoorten aangezien in de directe omgeving geschikter foerageergebied voorkomt. 3.4. Vogels 3.4.1. Algemene beschrijving Iedere inheemse vogelsoort is beschermd. In Noord-Brabant broeden circa 190 vogelsoorten. Het overgrote deel is zeer tot vrij zeldzaam en circa 30 vogelsoorten zijn (zeer) algemeen. Tijdens de activiteiten moet rekening worden gehouden met het broedseizoen van vogels. De Floraen faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Volgens de Natuurkalender van broedvogels varieert de broedperiode per soort in sterke mate. Zo bevindt de broedperiode van de Turkse tortel zich tussen begin februari en eind december en de periode van de blauwborst tussen begin april en eind juni. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest op een andere plek. Deze vogelnesten die eenmalig worden gebruikt vallen alleen tijdens het broedseizoen onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Voor deze vogelsoorten is geen ontheffing nodig voor activiteiten buiten het broedseizoen. De aanvraag van een ontheffing is ook niet nodig als er maatregelen kunnen worden genomen die de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats van een vogelsoort garanderen. Om er zeker van te zijn dat de geplande maatregelen voldoende zijn moeten de maatregelen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Dienst Regelingen. Als de maatregelen niet kunnen worden uitgevoerd dan moet een ontheffing voor de vogelsoorten worden aangevraagd op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn, te weten: - Bescherming van flora en fauna - Veiligheid van het luchtverkeer - Volksgezondheid of openbare veiligheid. Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Heistraat 9 te Oosteind Maart 2012

Pagina 6 Een ontheffing wordt niet verleend voor vogels in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling en/of het belang: dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten. Lijst van jaarrond beschermde vogelnesten Vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken, zijn jaarrond beschermt. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. Op de volgende vier categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Flora- en faunawet het gehele jaar: 1. Nesten van de steenuil die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats. 2. Nesten van koloniebroeders (roek, gierzwaluw en huismus) die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en beperkt beschikbaar. 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en beperkt beschikbaar. Van de 5 soorten broeden de slechtvalk, grote gele kwikstaart en ooievaar zeer) zelden in Noord-Brabant, de kerkuil is iets minder zeldzaam. 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen. Van de 7 soorten broeden de boomvalk, buizerd, havik, sperwer, wespendief en ransuil in Noord-Brabant. 5. Tot deze categorie behoren vogelsoorten die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Tot de categorie 5 behoren momenteel 34 vogelsoorten. Met uitzondering van de zeearend, kortsnavelboomkruiper, kleine vliegenvanger, raaf, ruigpootuil en eidereend broeden alle soorten in Noord- Brabant. De draaihals, tapuit, brilduiker, glanskop en hop broeden echter zeer zeldzaam in Noord-Brabant. Daarentegen behoren tot de lijst ook enkele (zeer) algemene soorten, te weten de ekster, zwarte kraai, koolmees, pimpelmees en spreeuw. Andere (minder algemene) soorten die tot de categorie 5 behoren zijn de boerenzwaluw, huiszwaluw, oeverzwaluw, ijsvogel, blauwe reiger, groene specht, zwarte specht, grote en kleine bonte specht, bosuil, torenvalk, bonte en grauwe vliegenvanger, boomklever, boomkruiper, zwarte mees, gekraagde en zwarte roodstaart. De soorten uit de categorie 5 vragen extra onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd. Categorie 5-soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Als een jaarrond beschermd nest is aangetroffen en deze door de ingreep zal verdwijnen is altijd een omgevingscheck nodig. Er moet dan worden vastgesteld of er voldoende gelegenheid is voor de soort om zelfstandig een vervangend nest te vinden in de omgeving. Is dit niet het geval? Dan moet, voor zover mogelijk, een alternatief nest worden aangeboden. Is dat ook niet mogelijk? Dan is de aanvraag van een ontheffing noodzakelijk. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om gemotiveerd en gedocumenteerd te bepalen of een ontheffing nodig is gebaseerd op de feitelijke en ecologische omstandigheden van de betreffende soort. 3.4.2. Situatie binnen het plangebied en gevolgen door de geplande activiteiten. Het plangebied is (zeer waarschijnlijk) een foerageergebied en/of tijdelijke rustplaats voor enkele algemene vogelsoorten, waaronder de kauw, zwarte kraai, ekster, kievit en scholekster. De kans dat de kievit en/of scholekster broeden binnen het plangebied is weliswaar klein maar niet uit te sluiten. Door de herinrichting zal de huidige functie voor de vogelsoorten binnen het plangebied verdwijnen. In de directe omgeving van het plangebied is echter voldoende en veelal ook geschikter leefgebied voor de vogels aanwezig. 3.5. Conclusies en aanbevelingen De aanvraag van een ontheffing van de verbodsartikelen 8 tot en met 12 in het kader van de Floraen faunawet is voor de geplande activiteiten niet noodzakelijk: - voor soorten die opgenomen zijn in tabel 1 en binnen het plangebied (kunnen) voorkomen, zoals de huisspitsmuis, mol, haas, het konijn, de gewone pad, bruine kikker en/of bastaardkikker; - voor de gewone dwergvleermuis en laatvlieger, omdat het plangebied door deze diersoorten alleen wordt gebruikt als foerageergebied en er in de omgeving van het plangebied voldoende al- Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Heistraat 9 te Oosteind Maart 2012

Pagina 7 ternatieve en betere foerageergebieden aanwezig zijn, waardoor de functionaliteit van de verblijfplaatsen gelegen buiten het plangebied niet wordt aangetast. De kans bestaat dat de kievit en/of scholekster binnen het plangebied broeden. Als de geplande herinrichting plaats vindt buiten de broedperiode (begin maart tot en met eind augustus) dan worden er geen verbodsartikelen van de Flora- en faunawet overtreden. Op basis van de huidige inrichting en een deskundigenoordeel kan worden gesteld dat een gedetailleerder (jaarrond)onderzoek naar vleermuizen, broedvogels of andere beschermde soorten niet noodzakelijk is. 4. Literatuur en bronvermelding Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2002. Flora- en faunawet. s-gravenhage. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2005. Natuurkalender Broedvogels. s-gravenhage. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2009. Uitleg aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. s-gravenhage. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2009. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep. s-gravenhage. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2004. Besluit van 10 september 2004, houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen. s-gravenhage. Quick scan beschermde natuurwaarden plangebied Heistraat 9 te Oosteind Maart 2012